Stads- en Gewestelijk Nieuws. De Papendrechtsche zaak. Het algemeen debat over de Staatsbegrooting in de Tweede Kamer zal veel later afloopen dan verwacht en vermoed werd. Op het oogenblik zgn nog als sprekers ingeschreven de heeren Smeenge» De Visser, Bos en Goeman Borgesius, terwgl hoogstwaarschijnlijk meer zullen volgen. Het zal dus nog wel eenige dagen duren, voor men aan het eind is. Tweede Kamerverkiezingen. GULPEN. Uit de beste bron kan »Het Volk" mededeelen, dat aan den heer Van Kol wel een candidatuur in het district Gulpen is aangeboden, maar dat hij heeft geweigerd. Begrafenis mr. N. de Ridder. De begrafenis van wijlen mr. N. de Ridder, burgemeester van Leiden, zal plaats hebben op Don derdag a.s., 's middags te 12 uur, op de begraaf plaats aan de Groenesteeg. Dr. Kuyper. Onze Kamerverslaggever meldt Toen Maandagmiddag de heer Kuyper zgn rede over de algemeene politiek begon, viel het op, dat vele leden van de linkerzijde aanstonds de zaal verlieten en niet terugkeerden voor dr, Kuy per geëindigd was, De enkele leden, die bleven negeerden de rede geheel en luisterden niet. Het schijnt, dat men door deze demonstratie wilde te kennen geven, dat het antwoord van dr. Kuyper onvoldoende is geweest. (Tel.) W. C. Jf. Passtoors. Naar wjj met genoegen vernemen, blijft de toestand van den heer Passtoors vooruitgaande. Alle gevaar is geweken, de zieke zit al weer een uurtje per dag op. Wel zal het nog eenigen tijd duren voor bjj de oude weer is, en de Begrootings- debatten zullen hem ditmaal moeten missen, maar hg knapt langzamerhand toch weer op. Hooger Onderwijs. Dr. J. Th. Bejjsens, professor aan het Seminarie te Warmond, is door het bestuur der St. Radboud- stichting benoemd tot hoogleeraar in de wijsbe geerte te Utrecht. (U. D.) De werking der Ongevallenwet. Het Ned. Verbond van Vakvereenigingen heeft aan de hoofdbesturen van de aangesloten vakbon- deo, de Bestuurdersbonden, bureaux van arbeids recht en afdeelingen van vakbonden vragenlijsten ter beantwoording gezonden, betreffende de wer king der Ongevallenwet 1901, om zoodoende »een belangrijk en noodzakelijk materiaal" te verkrijgen- Twee gemeenteraadsleden geschorst. Men meldt uit Tongelre: i Bij besluit van den gemeenteraad van Zaterdag, zijn de raadsleden J. v. d. Kerkhoff en P. J. San ders, geschorst in hunne betrekking als gemeen teraadslid en wel de eerste wegens het leveren van steenen aan de gemeente, en de tweede wegens het leveren van takkenbosschen, enz., noodig tot het verbranden eener koe, die aan miltvnur was gestorven. fs-H. Ct.) Verbod aan politiebeambten. De minister van Binnenlandsche Zaken heelt aan de burgemeesters in de verschillende gemeenten verzocht zooveel noodig aan de politiebeambten te verbieden herbergen te bezoeken en zoo gestreng mogelijk op de naleving van dit verbod toe te zien. De minister meent, dat herbergbezoek door politiebeambten niet behoort plaats te hebben en dat het op den weg der burgemeesters ligt daar tegen zoo streng mogelijk te waken. Het verzoek is een gevolg van de klacht, die de Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer, nopens Heofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1910 heeft gedaan, dat politiebeambten in de herbergen sterken drank gebruiken. Het onteigeningsrecht. Het sociaal-democratisch gemeenteraadslid, de heer Zandstra, heeft een voorstel bij den raad van Leeuwarden ingezonden, om aan de Tweede Kamer in overweging te geven het initiatief te nemen tot een wet, waarbij het mogelijk wordt gemaakt, dat gemeenten omliggende gronden in bezit kunnen nemen door een eenvoudig, goedkoop en snelwer kend onteigeningsrecht, met verbod aan de gemeen ten, om deze gronden, behoudens bjj de wet te noemen uitzonderingen, weder te verkoopen. B. en W. geven den raad in overweging, dit voorstel te verwerpen. Daargelaten nog de strek king van het voorstel na de wijziging der Woningwet, waarbij ten behoeve van maatregelen de volkshuisvesting rakende, een gemakkelijker wijze van onteigening in het leven is geroepen dan volgens de wet van 1851 mogelijk was, komt het ons voor, schrijven B. en W., dat de weigever zeker niet ten achier is gebleven, om, waar het noodig was, wettelijke beletselen ten bate van het algemeen belang weg te ruimen zal de groote meerderheid toch met ons van meening zijn, dat niet door den gemeenteraad lichtvaardig naar he1 middel van petitie moet worden gegrepen en dat een aanleiding, om daartoe in den geest van den voorsteller over te gaan, thans wel allerminst aanwezig is. De Brmsselsche tentoonstelling. Wij lezen in »De Nieuwe Courant": »Met bevreemding gepaard aan zekere mate van ergernis, zal het courantenlezend publiek ten on zent hebben ontwaard op hoe vreemdsoortige wijze de Belgische regeering nu 't op daden aan komt uiting geeft aan haar waardeering voor de ferme wjjze, waarop van de zijde der Nederland- sche regeering wordt medegewerkt tot bet doen welslagen van de Brusselsche internationale ten toonstelling. Van de voor het Nederlandsch paviljoen te ge bruiken materialen wenscht de regeering onzer zusternatie invoerrechten te heffen, terwijl aan Duitschland vrijdom van die rechten wordt toege staan. Slechts voor de metalen deelen der door die natie op te richten gebouwen zoo wordt van Belgische zijde opgemerkt. Maar wjjl Duitsch land Ijzeren gebouwen plaatst, komt dit vrjjwel op 't zelfde neer. Onze minister van Buitenlandsche Zaken oor deelt volgens de Memorie van Antwoord ook in overleg met den commissaris-generaal der Ned. Centrale Commissie, het verstandiger om voorloo- pig eerst af te wachten in hoever deze laatste er in slagen zal de Belgische regeering van het on billijke van haar standpunt te overtuigen. Nadien kan naar bevind van zaken gehandeld. Die zienswijze niet juist achtend, willen we thans op de zaak niet verder ingaan. Maar wel mogen we or de Nederlanders aan gene zgde van den Moerdijk op wijzen, dat juist in deze maanden de mate van deelneming aan hun tentoonstelling hier vasten vorm gaat aannemenniet slechts de deelneming van rijkswege, maar ook die van particulieren, van nijverheid, handel, scheepvaart, enz. En ongetwijfeld werken enghartige opvat tingen als deze die slechts kunnen worden ver staan als gebrek aan waardeering ten aanzien van de Nederlandsche vertegenwoordiging ter tentoon stelling schadelijk in op die mate van deel neming. Of de nadeelen hiervan zullen worden goedge maakt door eenig invoerrecht op niet voor België bestemde bouwmaterialen Dat meenen weten sterkste te mogen betwijfelen- New-York—Ned.-Indië. De Hansa-lqn opent deze maand een dictete stoomvaartlijn van New-York naar Padang, Java en Macassar. Voorloopig zullen de afvaarten twee- maandelijksch zijn. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 23 November 1909, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 772.1 te Malmhead. Laagste barometerstand 750.3 te Bodo. Verwachting tot den avond van 24 November matige tot noordelijke wind, zwaar bewolkt of betrokken, waarschijnlijk sneeuw of regenbuien, zachter. Volksbftdhuis. In de week van 15—21 Nov. 1909 werden ge nomen 220 baden lste kl. 2de kl. kuipbaden 21 kuipbaden 33 regen 16 regen 142 school kinder 5 ct 8 O. K. Yereeniging „Tabitha". Hedenmiddag om lj uur werd in »Muais Sacrum" alhier de bazar geopend, georganiseerd tenvoordee- le der O. K. vereeniging sTabitba" (armenzorg) alhier. De heer P. J. van Harderwijk, die de aanwezi gen toesprak, stelde het doel en streven van »Ta- bitha" in het licht. Door de steeds meer uitbrei dende armenzorg was »Tabitha" genoopt dezen bazar te organiseeren. »Tabitha" geeft steun aller eerst aan arme leden der O. K. gemeente, terwijl bovendien ook vele anderen door haar gehol* pen worden. Spr. wees met voldoening op de groote medewerking, steun en sympathie, die>Tabi- tha" steeds van vele zjjden heeft mogen ondervinden. Uit de vele geschenken, die van verschillende kan ten zijn ingekomen, blijkt, dat iedereen, zij het ook bjj verschil van kerk, gaarne voor het goede doel iets over heeft. Spr. heeft het volste ver trouwen in het welslagen van den bazar en spreekt den wensch uit, dat de vele oude en nieuwe bezoekers, die hier zullen komen, dit niet alleen doen em wat te koopen, maar zulks ook een uiting zal zijn hunner sympathie. Aan allen, die tot het organiseeren van den bazar hadden meegewerkt bracht spr. zijn warmen dank, o.a. aan den heer J. Vormer, die het ontwerp van den bazar maakte, aan den heer van Tbiel, te Haarlem, die voor de decoratie zorgde, zoomede aan vele leden, oud-leden en begunstigers van jTabitha". Den schenkers van kunststukken, als Toorop, v. d. Heuvel, v. d. Beeck Calcoen, freule v. d. Poll e.a., werd in het bijzonder een woord van dank ge bracht. Ook de pers dankte spr. voor den steun, dien de bazars van »Tabitha" steeds van haar heelt mogen ondervinden. Hierna verklaarde hg den bazar voor geopend. De bazar ziet er alleraardigst uit. Langs de wanden zgn verschillende tentjes opgetrokken, waarin door Ijverige verkoopsters een groote ver scheidenheid van voorwerpen ten verkoop wordt aangeboden fraaie handwerken, speelgoed, schil derijen en kunstvoorwerpen, chocolade, comestibles enz. Ook staat er een rad van avontuur. In het mid den der zaal is een miniatuur-spoorweg met wis sels, tunnels, bruggen enz. opgesteld, die om zijn mooie afwerking zeker wel de aandacht zal trek ken. Op het podium bevinden zich de bier- en de theetent, die wel niet over gemis van klanten zullen te klagen hebben. In de stemkamer is een museum van merk waardigheden, waarin de bezoekers zich stellig kostelijk zullen amuseeren De bazar, die zeer gezellig belooft te worden, was heden reeds druk bezocht. D. F. W. Prins. -f- Na een langdurig ljjden is gister namiddag in den ouderdom van nagenoeg 65 j tar te 's-Gravenhage overleden onze oud-stadgenoot, de heer ^D. F. W. Prins, eigenaar van de cargadoorsfirma A. Prins Co, aan Hoofdstraat alhier. De heer Prins heeft als ingezetene dezer gemeente jaren lang eene beduidende plaats in het openbaar en maatschappelijk leven te dezer stede ingenomen. Hjj was eenige jaren lid van den Raad dezer gemeente en langen tijd lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, deel uitmakend van de commissie voor de Beursnoteering. De Verzekerings maatschappij sSchiedam" telde hem onder bare deelhebbers en verschillende instellingen van maatschappelijk nut rekende hem onder hare Ijverigste leden. Niet alleen van de cargadoorsfirma A. Prins Co., maar ook van den vroegeren hout handel onder de firma T. Zoetmulder Co. maakte hü vele jaren deel uit. De buitenlandsche staten diende hü als vice-consul van Denemarken en consulair-agent van Italië. Dat hü in die lun- tiën tot volle tevredenheid der betrokken regee ringen werkzaam was, bewüzen de onderscheidin gen die hem ten deel vielenhü was ridder van de Danebrog-orde van Denemarken en ridder van de Kroonorde van Italië. De uitbreiding die deze buitengewoon werkzame man indertgd aan zq'ne zaken gaf, noopte hem naar 's Gravenhage te verhuizen; doch in het wej en wee van de stad zgner vroegere inwoning bleef hü steeds immer belangstellen. Zgne nage dachtenis zal zeker onder Schiedams nüvere ingezetenen in eere blüven. Mr. D. Lodder, advocaat, procureur en kantonrechter-plaatsvervanger, komt voor op de voordracht van een rechter bü de Arrondissements rechtbank te Rotterdam. Heden herdenkt de politie-agent eerste klasse W. A. Mulder den dag waarop hü voor 30 jaar in politiedienst trad. Op verzoek van het bestuur van den Alg. Nederl. Politiebond werd hem door den commissaris van politie bg deze gelegenheid uitgereikt de verguld zilveren medaille door dien Bond ingesteld. Gister-avond zün twee minderja- rige jongens, die hier zwervende werden aangetrof fen, naar hunne woonplaats Rotterdam overgebracht om aan hunne ouders te worden weergegeven. VIERDE DAG. Vervolg der zitting van MaandagZ.T~ Gehoord worden Jhierna A. van der Linden, timmerman te Papendrecht en W. Buys, scheeps- klinker te Papendrecht. Beiden verklaren op het Raadhuis door de veldwachters te zijn mishan deld, doch daarover geen aanklacht te hebben ingediend, omdat zij van meening waren dat daaraan toch geen gevolg zou worden gegeven. De veldwachters verklaren de onwaarheid van de verklaringen van Buys en van der Linden; er is nooit mishandeld. Get. G. Rijsdijk, koperslager te Rotterdam, was in den zomer van 1906 door Bouterse en De Meij opgebracht met zekeren A. de Jong we gens het mishandelen van een jongen. Bij het verhoor kreeg hij slagen op zijn gezicht. Routerse en van den Berg zouden hem heb ben geslagen. Get. de Mey herinnert zich niet, dat Van den Berg er hg was. Bouterse meent zich stellig te herinneren, dat Van den Berg er niet bü was. Beslist onwaar is het, dat get. Rijsdijk geslag|en is Get. Van 'dien Berg is dien dag) naar hij! meent te kunnen bewüzen, niet in Papendrecht geweest. De adv.-gen. vraagt; waarom Rijsdijk niet ge klaagd heeft, waarop het antwoord luidt, dat het toch niet hielp. De adv.-gen. vindt het opmerkelijk, dat in het ressort Dordt nooit klachten van inwoners van Papendrecht in behandeling kwamen bü de ju stitie. De verdediger merkt op, dat uit het zakboekje van Van den Berg juist blijkt, dat deZe 's nachts dienst gedaan heeft te Papendrecht; wel was hü er niet, toen get. Rijsdijk te 5 uur 's middagis opgebracht was en toen had Van den Berg dienst in Papendrecht. De verdediger merkt dit op, om dat dergelüke gekleurde voorstellingen een eigén- aaidig licht werpen op de bewijsvoering der veld wachters. (Applaus op de tribune). De president waarschuwt, dat hij bü herhaling daarvan de tribune zal doe'n bntruimen. Get. A. de Jong, varensgezel, is niet kunneh kómen, als zijnde op een zeereis. 'Get. I. de Heer, werkman te Papfenürecht, heeft gezien, dat Rijsdijk en De Jong door Boutersle! en De Meij opgebracht werden. Zij gingen ge willig mee; Bouterse nam een boksbeugel uit den zak van Rijsdijk en sloeg dezen met den boksbeugel in het gezicht, waarom weet hij niet. Noch Garsthagen, noch Van Elk heeft met get', gespreken, Allegn de inspecteur Van de Pol is te weten gekomen, dat hij iets wist. Get. was goed met de politie. De Meij had hem gevraagd mee te gaan, las get. inzake de mishandeling door Rijsdijk op den jongen gepleegd. Daarom was hij meegegaan in het gemeentehuis. De mis handeling (een klap) werd zonder eenige reden gtepleegld. Get. Routerse noemt beslist onwaar, mishan deld te hebben. Hij wijst er op, dat de op ge brachte n zich niet verzet hebben, gewillig wa ren meegegaan en zelfs geen kwaad wpord geuit hebben, zoodat er geen reden voor mishandeling was. Hij begrijpt ook niet, welke reden de Heer kan hebben voor de beschuldiging tegen de po litie. De Mey herinnert zich evenmin ais Bouterse, dat get. de Heer is meegegaan, en zegt, dait hem niets bekend is van een mishandeling. Op een vraag van mr. Hesse zegt hg, de Heer al lang te kennen. Er is niets op hem te zeggen, en hij acht hem eigenlijk niet in staat, een val- sche verklaring als deze jaf te leggen. Mr. Hesse vraagt, of hij dan misschien kani bevroeden, waardoor hij er toe kwam? Is hij misschien bewerkt De Mey zegt, dat hij het niet weet Mr. van Hamel wijst er op, dat get. nooit van Elk, Garsthagen (op mr. Dicke gesproken heeft. Hij (vraagt aan get., waarom hij er nooit over gesproken heeft. i Het blijkt, dat get. meende, dat de burgers toch geen: recht krijgen tegenover de veldwach ters. Pp een vraag van den verdediger zéggen de veldwachters de Mey en Bouterse, zich niet te herinneren, dat er bij de fpuilleering nog iemand anders tegenwoordig was. j Vraag: Herinnert get. de Heer zich iemand anders j Antwoord: Ja. I Vraag: Wie? i AntwoordDe burgemeester, (Sensatie in de zaal). j 1 Get. Bonten (burgemeester) herinnert zich van de gehede zaak niets. Hij kan het niet tegen spreken, maar weet het nieh Get. Rijsdijk heeft den burgemeester wel zien loepen. f Get. de Heer houdt met de meeste beslistheid; vol, den burgemeester gezien te hebben, en ant woordt op een vraag van mr. van Hamel, dat de burgemeester dan den 'klap heeft moeten zien, dien Bouterse aan Rijsdijk gaf. j Hierna wordt pauze gehouden. Na de pauze wordt gehoord getuige G. Beze- mer, die verklaart op ©en Zondagavond zonder eenige aanleiding door Bouterse met een sabel op dien (rug te zijn geslagen. Hij heeft hierover geen aanklacht ingediend wegens gebrek aan ge tuigen. i j Willem van Dalen, ijzerWerker, te Papendrecht, hierna verhoord, zegt door de veldwachters van Loon en Bouterse te zijn mishandeld. De Mey, die het gezien had, heeft niet willen getuigen, zoodat hg geen aangifte van bet gebeurde heeft gedaan. i i 1 De veldwachters verklaren dat er van deze mishandeling geen woord waar is. Gehoord werd vervolgens getuige Willem Mid delkoop te Papendrecht. Hij kent Garsthagen vele jaren. Zeven jaren geleden vestigde hü zich te. Papendrecht, was er behalve smid ook houder van een café met vergunning. Toen' hij te Pa pendrecht kwam, was het allesbehalve rooskleu rig daar. Er hadden vele vechtpartgen plaats, vooral was er een veete tusschen Post en West. Gevraagd of hij er ook dikwijls last van hadl en de politie ook, roept hij weeklagend uit; „Een: kastelein en pen, politieman hebben niets te zeg gen1". I Mr. Van (Hamel: Was u goed bevriend met de veldwachters Getuige: Ach, niet zoo erg bevriend. Verdediging: Kwamen ze wel eens bij u? j Getuige: Ja, jom hun plicht te doen. i Mr. Van Hamel Kregen ze wel eens Wjat van u? Getuige: Nou, ,'n enkelen keet eens wat en dat waren ze me best wiaard! (Gelach). Verdediging: Waren ze wel eens bg U na be zetten tgd, wat geen doodzonde is,. Getuig©Zelden 1 I i Verdejdiginig: Dus ze Waren er w;el eens, (Ge lach). i ii Getuige Van i Wijngaarden, eigenaar eener scheepswerf te Papendrecht, geeft inlichtingen oyer de toestanden te Papendrecht. De kleermaker Verg ragt te Dordrecht heeft met den heer Nic. Bonten verschillende gesprekken gehad over de politie te Papendrecht. Hü vroeg dien burgemeester, of hij en zgn jongen wel ge» rustelijk op Papendrecht konden komen. „Non'*'i zei de burgemeester, „dat ia maar zoo, zoo; als die kerels van Dordt komen, vertrouw ik mezelf niet!"- 1 i f j De burgemeester voegde er aan toe: „Maar als wij ze eenmaal binnen hebben, dan1 kneve len we ze wel!" Getuige heeft den heer Van Elk, dit gesprek meegedeeld en de burgetaeës- ter hoorde naderhand, dat Vergragt dit gesprek aan Van Elk had oververteld. Maar kwaad bleek de burgemeester daarover niet. Wel is de bur gemeester bij hem geweest, toen hij hoorde, dat Vergragt twee dagen later Zou moeten getuigen. De burgemeester is hem toen komen vragen, of hij tegen hem zou getuigen. Dg Meerinakgj; v in m*m3Trj .ii| tijaunu— I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 2