ttinncniand eii We westelijk Nieuws. Wemeiigd Nieuw». Ik nam my voor in die nota nogmaals uitvoe rig [myn standpunt in deze zaak uiteen te zetten en niet al.een te mjjner rechtvaardiging een korte mededeeling ie doen betreffende bronnen, waaruit ik myne wetenschap in deze heb geput, maar ook te treden in eeue uiteraard meer uitvoerige en meer tijd vorderendo beantwoording van het door den minister wiens goede trouw ik overigens nimmer in twyfel heb getrokken bijgebrachte. Ik wensch toch slechts aansprakelijk te worden gesteld voor myne eigen woorden en meening en niet allerlei gevolgtrekkingen, die de Minister daaruit gelieft te trekken. Zoo zeide de Minister o.a., dat de heer van Heeckeren eene beschuldiging had geuit tegen eene bevriende natie en tegen het hoofd van die be vriende natie. De Minister moge weten, hoe hy die geheel on juiste gevolgtrekking zal motiveeren, maar de on dergeteekende protesteert nu reeds met de meeste klem tegen dergelijke onjuiste verdachtmakende conclusie. Van bevriende zyde maakt men mjj echter op merkzaam dat het groote belang mjjner nota al leen kan gelegen zyn in het eerste der beide ge noemde punten het noemen nl. der bron, waaruit ik myne mededeelmg put en de ontwikkeling van het tweede punt immens op dit oogenbük slecnts van zeer secundair belang is. Ik beD daarom te rade geworden om de door my toegezegde nota alleen te doen loopen over het eerste der heide genoemde punten, maar deze dan ook terstond aan de Kamer in te zenden. Nu merk ik dienaangaande op, dat de minister het wil doen voorkomen alsof ik myn crniek op zyn beleid heb gegrond op een los gerucht, en dit als eeu feit zou heboen voorgesteld. Met den meesten nadruk moei ik tegen deze voorstelling opkomen. De gebeurtenis waarop ik doelde, is my destyds medegedeeld door den toenmaligen minister-president, met wien ik over den aard en de beieekeuis er van niet eens, maar herhaaldelijk van gedacnten heb gewisseld en dat ik met de eemge ben, met wien er over gesproken is, maar dat deze uoh werd medegedeeld aan andere hoog geplaatste personen, ministers, ministers van staai, Kamerleden, is desiyds, later en ook in de jong ste dagen geblekeo. Daaruit meen ik deze twee ledige conclusie te mogen trekken lo. dat het my, in voege voormeld, medegedeelde mocht en zeits behoorde te beschouwen als een vasiaand feit, en 2o. dat dit feit met in die mate geheim was gebleven, dat het aan den tegenwoordigen minister van buueniandsctie za&en, kon onbekend zijo, zoo min als het onbekend is aan andere zij ner collega's. Het is toen duioelyk, dat dergely ke jnedeoeeiingen van ministers betrekkelyk ge stelde, positieve feiten, geneel in afwqking van mededeeiingen omtrent negatieve feiten, waarvan wordt gezegd, dat dat zy niet hebben plaats ge had. als voldoenden groDd moeten worden be schouwd om deze voorwaar aan te nemen. Naar dien regel heb ik mij gedragen. Imus.-chen geef ik toe de mogeiyaneid, dat ook mededeelingen oi verklaringen zelfs van ministers soms onwaarheid zouden kunnen bevatten, indien het nu mynerzyds lichtvaardig is geweest van de mij gedane mededeelingen onder de bestaande om- standigbeden als volkomen juist en gegrond aan te nemen, dan wil ik wel erkennen in deze lichvaar dig te hebben gehandeld. Ten slone veroorloot ik mij de opmerking, dat Wanneer de minister van buuenlandsche zaken ha l kunnen goedvinden om deze gewichuge zaak. die my zwaar op net ban weeg-, en die ik ten vorigeu jare ais lid der Stalen Generaal op geheel otij-cileve wyze beö ter sprate geörac t, op even oij etieve en onpersoonlyke wyze ie behandelen, in stee van dn te doen in den onheuscben vorm, toen daarvoor door hem uitgekozen, ul bad kun nen goedvinden, zelf nog de vorige wtek de zaak in comité generaaf ie doen bespreken, deze niet den onverkwikkelyken loop zou hebben ge nomen, welke zy tengevolge van de agressieve houding des ministers nu dreigt te nemen." TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag lb Febr. De Voorzitter deeu mede een schrjjven van dr. Kuyper, meldende, dat deze niet aan de werkzaamheden zal deelnemen, zoolang het en- quêie voorstel-Troelstra aanbaDgig is. De Voorzitter benoemt tot leden der com missie tot onderzoek van de geloot-brieven van Baron De Wyckersioot de Weerdeotstein, het nieuw gekozen lid voor Wyk-bjj-Duurstede, de neeren v. d. Velde, Regout en Paiyn. De beer v. d. Velde brengt namens deze Commissie rapport uit, betwelk tot toelating ad viseert; waartoe wordt besloten. De beer De Wjjkersloot legt de gevor derde eeoen at en neemt, na door den Voorzitter te zyn gelukwemcat, zitting. Tyoens het onderzoek der geloofsbrieven leest de Voorzitter een adres voor van majoor Kley, dat wegens de voor de Kamer beleedigende woorden wordt ter zyde gelegd Daarin wordt o.a. gezegd, dat arukel 8 der Grondwet is geschonden en de Kamerleden «misdadige krankzinnigen zijn", pi oote roüiyktieioj. D varna wordt o ergegaan tot het trekken der atdeeungen. De Voorzitter deelt vervolgens mede, be den nog geen voorstel te zullen doen in zake de regeling van werkzaamheden. De Kamer begeeft zich daarna in de afdeelin- gen. Na heropening vraagt en krjjgt de heer Marchant verlof tot het houden van een interpellatie over het pensioenfonds der H. IJ. S. M. H. M. de Koningin. Naar wij vernemen, heeft H, M. de Koningin aan mevrouw Thérèse van Duys-Schwartze opge dragen een levensgroot portret van Hare Majesteit te schilderen. Prins Hendrik. Z. K. H. de Prins hield gisterochtend een con ferentie met den minister van Waterstaat, mr, Regout, aan diens departement. De Prins vertrekt heden, Woensdagavond, ten 8.17 naar het Loo. 50 jaren in staatsdienst. Den 28en Februari a.s., zal het 50 jaar geleden zyn, dat de haer L. A, Dittlof Tjassens' tabs se cretaris generaal van het departement van Marine, als adelborst in staatsdienst trad. De heer Ditt lof Tjassens is thans ruim 67 jaar oud, maar ge voelt zich nog te flink en opgewekt om den dienst met pensioen te verlaten. Da zaak van Heeckeren van Keil. Maandagavond schreef de drie-starschrjjver in »De Standaard", iemand, van wien bekend is, dat hjj in zeer nauwe relatie staat tot den toenma ligen minister-president, dr. A. Kuyper, het volgende.: »De minister van Buitenlandsche Zakeo heeft de vorige week een goed werk gedaan met in de Eerste Kamer het slepende gerucht over het Duit- sche gevaar eens voor goed den kop in te knijpen. Dit gerucht kleefde steeds vaster, aan den naam van den Duitscben keizer, en dit ten minste is nu uit. Hier, en in Duitschland weet men nu pertinent, dat de Duitscbe keizer, noch direct noch indirect, noch door brief, noch door telegram, noch door nota ons op eemgerlei wyze gedreigd heeft. Al wat dienaangaande was rondgebazuind, rustte op pure verzinning, en ook van eenig tusscbeDpersoon, dien de Duitsche keizer gebruikt zou hebben, is geen oozenblik sprake geweest, Hiermde is natuurlijk niet gezegd, dat gelijk de heer Van Löben Seis opmerkte, dat we ook in 1904 met gespannen oogenblikken doorleefd heb- ben maar dit had de minister, ook allerminst ontkend. Daar liep het thans niet over. Ook de Russiscb-Japansche oorlog in 1904 had ons spannende oogenblikken doen doorleven, en dat toen maatregelen genomen zyn, om ons te dekken, sprak wel vanzelf, maar daarbjj was 's keizers naam nooit genoemd. Dit geschiedde eerst onder de spanning, waarin de Marokkaan- scbe geschiedenis ons in het voorjaar van 1905 bracht. Toen gedurende die spannmg een Euro- peescht oorlog dreigde, zoo was beweerd, toen had de Duitsche keizer zich in onze zaken ge mengd. Daar alleen liep het geding over. Van dit beweren nu was geen woord waar, en daarom moest het onverantwoordelijk gepraat daarover de wereld uit, en dat is er nu uit." Prins Heinrich van Pruisen. Met den Noord Duitschen mailtrein, waarin een salon-rjjiuig was geplaatst, kwam gistermorgen te Viissingen aan prins Heinrich van Pruisen, broe der van den keizer, met zyn gemalin en gevolg, die met de dagmailboot «Duitschland", waarin de vorstelyke hutten waren gereserveerd, hun reis naar Engeland voortzetten. Naanalooze vennootschappen. By' de Tweede Kamer is ingekomen een wèts- ontwerp tot wijziging en aanvulling van de be palingen in het W etboek van Koophandel omtrent de naamiooze vennootschappen van koophandel en, van daarmede samenhangende artikelen in dat wetboek en in het wetboek van strafrecht. Het ontwerp gaat vergezeld van een 64 blad zijden tellende memorie van toelichting van mi nister Neiissen, waarin de wenscheujaheid en noodzakelijkheid ©ener wettelijke voorziening als vaststaande worden beschouwd en een historisch Overzicht wordt gegeven van de pogingen om tot regeling te komen. Katholieke Kaïnerclub. In, de gisteren gehouden vergadering der Ka tholieke Kamerclub, is tot voorzitter gekozen mgr. prof. mr. dr. \V. II. Nolens, afgevaardigde voor Vemki. Nalatenschap Teyler. Naar wij vernemen, zal de nalatenschap van wijlen Pieter Teyler van der Hulst, ook te Haar lem nog eens worden opgevorderd. Mr. De Monnik, aldaar, heeft de zaak in han- dep. '|i (0. H. Ct.) Het Amerikaansoh-veuezolaansch geschil. Behalve de beer De Quesada, scheidsrechter in het geschil Amerika-Venezuela, is ook te 's-Gra- venhage aangekomen de heer William C. Dennis, agent der Vereenigde Staten in die zaak. Beidé hoeren namen intrek in het Hotel des Indes. Gemeentelijk Belastingstelsel» Tjjdens het a. s. bijeenzijn van de Tweede Kamer zullen de leden worden opgeroepen over té gaan tot de keuze van bijzitters in de Commissie van voorbereiding van het wetsontwerp betreffende het gemeentelijk belastingstelsel. Mr. Kloppenburg. Men meldt uit Leiden De heer mr. H. M. G. Kloppenburg, kantonrech ter alhier en als zoodanig thans benoemd voor het kantongerecht II te Rotterdam, nam Maandag afscheid en fungeerde voor de laatste maal in zyne rechterlijke betrekking te Leiden. Hjj werd met zyne nieuwe betrekking geluk gewenscht, ook namens den griffier, door den ambtenaar van het Openb. Ministerie, mr. A. van Eist, waarbjj de hoop werd uitgesproken dat het mr. Ki. ook te Rotterdam wel moge gaan en hy aldaar vele jaren een sieraad van de rechtelijke macht moge zyn. Staatscommissie werkloosheid. De Staatscommissie voor de Werkloosheid wil zich, om voor haar onderzoek naar den omvang en de oorzaken der werkloosheid over de jaren 1905 tot 4910 de noodige gegevens voor den landbouw te verkrijgen, gaarne de hulp der plattelandsburge meesters verzekeren. Op haar verzoek heeft daar om de Minister van Binnenlandsche Zaken den Commissarissen der Koningin opgaaf verzocht van burgemeesters of andere personen uit de provincie, die op de hoogte van den feitelijken toestand zijn en van wie goede antwoorden kunnen worden ver wacht De Commissarissen zouden eventueel een drietal of meer geschikte personen uit verschillende deelen der provincie kunnen uitkiezen en dezen verzoeken de Staatscommissie behulpzaam te willen zyn door het invullen van de vragenlyst. (Hbl.) De staking te Beek en Donk. Men schrjjft aan de «Maasbode" De stakers hebben het in den laatsten tjjd vóóral erg gemunt op een paar werklieden der fabriek wonende by de kerk. Vrijdagavond werden deze, door een 50-tal vrouwen en kinderen van stakers, na fabriekstyd naar huis gebracht. Tegenover de pastorie gekomen, werden liederen gezongen, waarin voor den zeereerw. heer pastoor schimpende en beleedigende uitdrukkingen voor kwamen men jouwde z.eerw. uit toen deze zich naai een zieke begaf. De vrouwen en kinderen van vele stakers stelden zich daarbjj als bezetenen aan, zoodat een paar vreemdelingen die dit toe vallig aanzagen zeiden »'t ljjkt nog erger dan in Frankrjjk." Geheel de parochie is dan ook verontwaardigd over deze wandaden, en vele gaven Zondag daar getuigenis van, toen onder de ,H. Diensten de eerw. heer van Noord, assistent dezer parochie, zjjn diepe verontwaardiging daarover te keDnen gaf. Zjjn eerw. wees er op hoe ten allen tjjde God zyne straffen had doen neerkomen op diege nen, die zyne priesters aanranden. Zyn eerw. maande tot kalmte aan daar zulke buitensporig heden slechts aan de zaak der stakers schade kun nen toebrengen. Hot was den parochianen aan te zien, dat deze woorden diepen indruk maakteD, daar menigeen tot tranen bewogen was. Moge deze werstaking toch spoedig tot het ver leden behooren 1 De Kamerarbeid. „De Standaard" ispreekt in een hoofdartikel Parlement of Academie, haar verbazing uit over de werkjwijze, die thans aan de Kamer voorgesteld wordt. Het was om de begroeting er nog vóór Kerst mis dopr te halen, dat het Verzekeringsdebat toen werd uitgeschakeld. In dit heroïek besluit sprak de parlementaire zelfbeperking, en liet is dié zelf beperking, die thans drie maanden na dato moet worden geboet, tenzij, en dit zou in het nationaal belang de schoonste overwinning voor haar op zichzeive wezen, de Kamer thans besloot, zich aan dit neusje van den zalm voor praatzieke Kamer leden, tot tijd en wij.e het eerste onttwerp inzake Verzekering vanwege het Kabinet in behandeling komt, te spenen. Men versta ons niet verkeerd. Ampele bespre king van dit vraagstuk kan en mag niet uitblijven. De beginselen, die bij dit vraagstuk aan die orde komen, roepen om contradictoir debat. Mits het'een spreken op zijn tijd zij, is spreken, over en weer ten volle zich uitspreken, onmisbaar. Doch dan zij er aanleiding voor. Dan worde de publieke behan deling van het vraagstuk in de afdeeiingen voor bereid. Dan krijge men den leiddraad voor de bespreking in een Voorloopig Verslag, nader in de Memorie van Antwoord. Dan mikke de bespreking op een bepaald doei. Een concreet stuk uit het breeds vraagstuk worde dan in een wetsontwerp vooropgeechoven. Geregeld debat, ordelyke discus sie zal dan mogelijk worden. En als het debat ten einde loopt, kan men komen tot een bepaalde conclusie. Tbans daarentegen mist men dit alles. Van schriftelijke voorbereiding van het debat is geen sprake. Een leiddraad voor de discussie is er niet. Er ontbreekt elk concreet gegeven, waaraan de beraadslaging zich zou kunnen aansluiten. Op geen conclusie kan worden aangestuurd. En geen prac- tisch resultaat kan worden bereikt. De vraag, of het niet wijzer zou zijn het go heele onderwerp w'eer van de agenda af te voe ren, beantwoordt het blad met een: Zeer zeker. Maar of men het doen zal? Wie zich de vraag stelt, voelt tegelijk den bangste®, twijfel opkomen. Tot stringente zelfbebeersching is een college van honderd leden zoo zelden bekwaam. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemifigèn, verricht in den morgen van 16 Februari 1910, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 764.4 te Coruna. Laagste barometerstand 729 4 te Thorshavn. Verwachting tot den volgenden dag meest matige tot krachtige Zuid-Westelijke wind, zwaar bewolkt, waarschjjnljjk regenbuien, zelfde tempe ratuur. Gemeenteraadsverkiezing De Vrijz.-Diem. vereeniging „Schiedam", zal tot het 'stellen van een candidaat voor de a.s. Ge meenteraadsverkiezing vergaderen op Vrijdag 18 Februari. 1 I Niet in een vacature aan school D" zooals gisteren abusief vanwege het gemeentebe* stuur werd bekend gemaakt, maar aan school moet in een onderwjjzers-vacature voorzien w°r' den. Aldus zyn de leden van den Raad nad®r ingelicht. De beide aangehoudenen, v e t' dacht van diefstal van moutwyn in de branded van den heer A. Dirkzwager, aan de Noord ves't zyn resp. gister-avond en heden-ochtend op vr5e voeten gesteld. Dn gel ukken. In. de Ravenstraat te AmstO' dam is een man in zijn bed door gas gestikt. Een flesschentrekker er tussche,1; Kort geleden heeft zioh aan de Bleekerskad0 te Utrecht iemand gevestigd, die zich „gro0'" handelaar in vleesohwaren, boter, kaas en scheeps' provisie" noemde. Met hem is, naar het „U. D- verneemt, het volgende gebeurd: Hij wendde zich tot een slager in Amsterdam schriftelijk, op briefpapier met hoofd, nis de schrijver eigenaar van een enorme zaak ltl Utrecht. Hij deed een bestelling vleeschwai'el1 bij dien Amsterdamschan slager, niet mis, vél0" ruim f180.Die slager, gefopt door het vo^r' name briefhoofd, waarop zelfs een telegramadres voorkjwpm, zond het bestelde linea recta af, bW van uit Utrecht zoo'n flinke®. klant te krijg6*1. De man fluit op 't oogenblik naar z*n geld, beef' vour f 180, geleverd, maar krijgt geen cent. politie werd in den arm genomen, maar kon gee"1 hulp verschaffen. Die „groothandelaar'deed dezer dagen nog e®'1 andere bestelling. Hij bestelde, eveneens buit®11 de stad, een z.g. slagersblok, waarop in slage' rijein vleesch wordt gehakt. Maar ,de gelukkig0 fabrikant, die deze opdracht kreeg ,van den Da^' schendijk in Utrecht, vond het yreemd, dat het voorname briefpapier wèl een telegramadres» maar geen telefoonnummer voorkwam, wat l11 groote zaken toch meestal samen pleegt te gaa*1' De man hield z'n slagersblok thuis, spendeer^ er een retourtje naar Utrecht aan en kwam eers^ bij de politie informeeren. Hem kwam de Daal' schedijk niet voor als het meest geschikte pu"' van vestiging voor zaken van „groothandelaren De politie lichtte den fabrikant in en deze zott^ z'n slagersblok niet af. Maar hij besloot dé1" Utrechtschen „groothandelaar" er eens tussche11 te nemen. En schreef dezen op even voornaa"1 briefpapier terug, dat hij zeer was ingenom6*1 met de bestelling en het blok per beurtschip, van de „Estafette" naar Utrecht zou verzenden- De „groothandelaar", verheugd, dat ook deze 'iL' brikant toebeet, kwam 's avonds met een haftd' kar aan de kade om 't blok in ontvangst te nemenvergeefsche reis. Hoopte op den vol' genden dag. Kwam weder met de handkar. Gee11 blok. Schreef een briefkaartje naar den fabrikaat) waar 't bleef. Was vertraging geweest, 't nu arriveeren. „Groothandelaar" wederom f de kar naar de kade. Maar de „Estafette" breng nog aldoor jgeen slagersblok Droeve dood. Te Dongen werd de wedu^® v. d. H.. een halt kindsche 71-jarige vrouw, siods een paar weken vermist. Door de politie we«^ tevergeefs naar haar gezocht, tot Zondag een groo'® menigte er op uit ging om haar te zoeken. 1® de Wildert vondt men toen het ljjk van de vrou^ onder een boom waar de ongelukkige van vef' moeieuis, uitputting en koude was omgekome"' De scheepsramp. Fransche torpedo-jager®» het Fransche stoomschip Calvades en twee Spaa"' sche booten zyn sedert Maandag bij het wrak va" de «Gécéral Cbanzy" om ljjken op te visscbe"' De zee was echter zoo woelig, dat zij MaandaÜ maar elf lyken aan land konden brengen. De*® waren meerendeels afschuwelijk verminkt. P® hoofden waren op de klippen tot onherkenbare massa geslagen. Aan sommige lyken ontbrek®® ledenmaten. Het is moeilyk ze te herkenn®0. Behalve lyken, zag men allerlei stukken van b®( schip ronddryven, waaruit men opmaakt, dat een ontploffing aan boord is geweest. Trouwe"® de eemge overlevende reiziger Badez verklaarb een verschrikkelyke knal gehoord te hebben, d'* onder de reizigers een hevige opschudding vef' wekte. Op het oogenblik, dat het schip zonk) zag hy de kapitein met verhavende kleeren op d® commando-brug staan, en het leek hem, als°^ hy gewond en met bloed bedekt was. Waarscby"' lyk is ook aan boprd brand uitgebroken. De matrozen antwoordden op de vragen van de re1' zigers, dat het niets was, en hadden hen tracb' ten te bedaren. ff Tegen een verslaggever van de «Petit Parisie" vertelde Badez, dat by om vyf uur 's ochtend® door een harden stoot wakker geworden en tege' lyk met een dertig andere reizigers naar het de* was geloopen, waarover de golven hoog heensl"8' gen. Een baar had dadelyk een aantal reizig®r® met de reeling, waar zich aan vast hielde"' over boord geworpen, en daarna sloeg een minde' hooge golf ook Badez over boord. Hjj kon, ®j zwemmende, den wal bereiken. Hier hoorde bS dadelyk daarop eeü leven, alsof de ketels van bet schip sprongen. Een vat vloog over zyn hoofd he" aan land. Pas bij het aanbreken van den dag k"® Badez zich van zyn toestand rekenschap geve"! Rondom hem heen lag wrakhout.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 2