Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
33ste Jaargang.
Zater
TWEEDE BLAD
A In a i e e f 1D op it
^feuilleton.
Na misdaad vergelding.
Nieuwe Schiedamsclie Conrani
fratis &eïllflstreerd ZondacsWad
ra 101. B.W68t, 0.45 p. Mi, f 1.35 b.
Sta teii-Geueraal.
Gemengd Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en' per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2— per kwartaal
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
straat 50 en bjj alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIêNj
Van 1—6 regels ƒ0.92 met inbegrip van bewijsnummer
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend,
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel,
Voorherhaaldeljjk adverteeren worden uiterst bil-
1Q k e overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 20 Mei.
Enquête-voorstel Troelstra.
Het algemeen debat wordt voortgezet over het
voorstel-'lroelstra tot het houden eener enquête
in de decoratie-kwestie. Er was nog grooter be
langstelling.
Alvorens de heer Troelstra het woord verkreeg,
verklaarde de heer Van Hamel zich ten gunste
van een enquête. Spreker stelde op den voor
grond dat van een eventueele strafvervolging te
gen dr. Kuyper geen sprake had kunnen zijn ook
reeds met het oog op verjaring en wijl de gelden
niet ten persoonlijken bate hebben gestrekt.
Het verband tussehen de wet op de ministeri-
eele verantwoordelijkheid en de enquête-wet ont
kent spr. Beide staan op zichzelf. Dat bij een
enquête ook zonder wettelijk voorschrift de minst
mogelijk persoonlijke waarborgen zullen worden
gegeven, vloeit uit den aard der zaak voort. Het
algemeen belang eischt hier een enquête juist
waar het hier ridderorden betreft. Mocht het
gevolg zijn, dat bij regeering en publiek de denk
beelden omtrent decoraties, die gemakkelijk te
verleenen en gevaarlijke onderscheidingen, worden
gewijzigd, dan zou zulks reeds voldoende resul
taat zijn.
Spr. acht het uiterlijk verband tussehen deco
ratie en verkiezingsgelden zoo verkeerd, dat hij
een enquête noodig oordeelt.
De heer Troelstra herinnert hoeveel ceu-
satie de onthullingen van mr. Tideman hebben
gewekt en hoe na dr. Kuyper's eerste verweer
ook de rechtsche pers onderzoek en klaarheid
noodwendig oordeelde.
Spr. heeft lang gewacht of soms van de rech
terzijde een voorstel kwam tot enquête, maar men
schroomde het licht en ging over tot benoeming
eener particuliere commissie van beoordeeling,
welker aankondiging in de Standaard als
zou zij lang vooruit beraamd zijn en niet het
gevolg van een naderend euquête-voorstel ook
weer zoo «gooren «misleidend" was, konden
de beschuldigers van dr Kuyper anders doen dan
een enquête eischen Zij schuwden 't licht niet
Voor wat zij hadden meegedeeld en spr. zelf is
te ver gegaan, dan dat hij voor een onderzoek
zou mogen terugdeinzen.
Dr. Kuyper is reeds doodelijk getroffen, het
voorstel dient ook niet om hem te treffen, maar
om te toonen dat men in zijn streven om hem
e vernietigen niet verder is gegaan dan men
mocht.
In den breede betoogt spr. dat de eereraad,
mtrent welks wijze van werken niets bekend is
n die geen enkele bevoegdheid heeft, die slechts
a oordeelen maar niet onderzoeken, van geen
enkele beteekenis is voor de publieke opinie of
ue politieke zedelijkheid.
Dr. Kuyper's vrienden zwijgen waar zij zouden
oeten spreken, en de Regeering heeft niets
gezegd, niets gedaan om de meening, als zoude
r- Kuyper onschuldig zijn, ingang te doen vinden.
Het eenig steunpunt in deze voor dr. Kuyper's
vrienden is het «eerlijk woord" van dr. Kuyper,
•naar nieuwe duistere zaken voegen zich bij de'
?ude en dat «eerlijk woord" wordt hoe langer hoe
df1'i^'er' de zaak-Van Heeckeren, waarin
Kuypers betrouwbaarheid weder vreemd uit-
101)
Ha^rnantSl°eg *'are armen om den 11 als van Paul
meer vader> r'eP zij uit, zeer tevreden
Hef... wvreden,' aan gij denkten ik heb U zoo
zich tie r?i!Ï'10nnair bezag bet meisje, wier lief ge-
Ziin or vreugdetranen was overstroomd,
linge eJZTt0t* Plooide zich, toen eene plotse-
voel in bem opkwam, een vaag voorge-
Hii"1 zlJne ziel ontstond,
meisje Sfn 6i,n de 00rzaak der tranen van het
tegen die t, gnJPen> beefde, maar verzette zich
~le meuwe smart.
Ja°'v..,iWid gaan ontbijten, lieveling...
Zal ik O straks 611 ,W'J gaan. en> als SÜ wilt>
Welnu I aaar ^oeI'bevoi vergezellen...
Vader glJnl00St '"edogaan
daarna allen iiTd»^ zocbten Lucien weder op,
Gednrala l de eetzaal gmgen. 1
zijn nieuwen bea ondervroeg Paul Harmant
deelen van het vak 61 verschillende onder-
Dabroue antwoordde hem op zoodanige wijze,
komt, alsmede de zaak-De Jong, die eerst eerbied
vergde voor het «eerlijk" woord, en daarna in de
Enka-zaak wordt gemoeid en heeft verklaard
ook naar zijn eigen erkentenis dat dr. Kuyper
onbewust liegt.
Spr. wordt bovendien door de houding van
anti-revolutionnaire pers en partij genoopt, zijn
voorstel te handhaven.
Ten opzichte van den omvang in het enquête
recht refereert spr. zich aan de juridieke beschou
wingen van den vorigen dag. om te concludeeren,
dat men zich niet te veel aan juridische bezwaren
moet storen; wijl zij veel te veel «pour le besoin
de la cause" kunnen dienen
Spr. wijst er nog op, dat geen der betrokkenen,
noch mej. Westmeyer, die wel degelijk het ver
band tussehen gelden en decoratie, noch de heer
Lehman ook maar iets hebben gedaan om dr.
Kuyper in deze te ontlasten.
Het eerste interview van mej. Westmeyer
staat nog steeds overeind. Het is nooit weerge
sproken en tal van punten vereischen nog ophel
dering.
«Corruptie" begrijpt spr. in dien zin, dat per
sonen van regeeringswege in de gelegenheid wer
den gesteld in decoraties te handelen en ook daar
naar dient een onderzoek te worden ingesteld,
omdat men móet weten welke motieven tot de
samenwerking tussehen dr. Kuyper en mej. West
meyer hebben geleid.
De vraag rijst of ook in andere opzichten dan
t. o. p. decoraties zulk een «corruptie" bestond.
Alles wijst er op, dat er een zekere solidariteit
van belangen tussehen mej. Westmeyer en dr.
Kuyper bestond. Waarom deed dr. Kuyper anders
alles om mej. Westmeyer financieel te helpen,
waarvoor ging hij naar Parijs om van Lehman
2oü00 gulden af te bedelen voor haar
De heer Troelstra zette voorts uiteen, dat
de enquete ook noodzakelijk is om uit te maken
hoever dr. Kuyper ging in het verleenen van
decoratie, en het verband tussehen de decoraties
en het aannemen van gelden voor de partijkas
De enquête is noodig, ook om te kunnen vol
doen aan den eisch der rechterzijde, dat de be
schuldigingen tegen dr. Kuyper geuit bewezen
moeten worden. Dat bewijsleveren wil de rech
terzijde tegengenhouden. Daardoor declineert de
rechterzijde zich in veler oogen.
In zijn verder betoog zeide spr., dat vooral de
houding der anti-rev. partij dwingt tot de en
quete, wijl zij van politiek zedebederf getuigten
wij zoo zegt spr. zich tot de rechterzijde wen
dend zullen u anti-revolutionnairen, in de ge
legenheid stellen uw lichtschuwheid ten volle te
toonen, door u tegen het voorstel te laten stem
men, en u daarmede voor goed in de oogen des
volks te blameeren.
Jen slotte wijst spr. er op dat de tegenstand
tegen dat enquête-voorstel niets is dan bereke
nende coalitie-politiek. Geen woord van sympa
thie is aan de rechterzijde voor den beschuldig
de gehoord, geen uitroep van verontwaardi°,ino'
dat men wat toch buiten de Kamer wordt
beweerd - een onschuldige sleept voor de recht
bank der publieke opinie.
De heer. Van Karnebeek deelde als lid
van den eereraad mede hoe 't daarmee staat.
De commissie moet onderzoeken of Dr. K. zich
heeft schuldig gemaakt aan corruptie tijdens zijn
ministerschap. J J
De eereraad heeft haar taak opgeschort totdat
de Kamer over dit voorstel zou hebben beslist en
heeft over hare werkwijze niets bepaald.
De heer De Jong achtte de rede van den
heer De Beaufort vernietigend voor Dr. Kuyper,
maar als jong lid der partij kon hij daartegen
niet spreken. Thans echter moet spr. hetEnka-
incident bespreken, omdat wat spr. niet juist
acht de heer Troelstra 't te berde bracht,
^pr. zou zich gaarne in deze een onderzoek ge
troosten, ook van betrouwbare socialisten.
Spr. ziet in Dr. Kuyper een geniaal, hoogstaand
christen en met alle piëteit is spr. dankbaar voor
wat hij in hem geleerd heeft. Maar hern door
dik en dun volgen doet spr. niet hij erkent de
fouten van Dr. Kuyper,
Staatsrechtelijk acht spr. een enquête hier zeer
wel mogelijk en antirevolutionairen moeten zulks
eens zijn, gelijk spr. met uitspraken van Groen
aantoont.
Enquête of Eereraad acht spr. voor zich zelf
niet noodig, maar hij stemt toe, dat er voor 't
Nederl. volk iets gebeuren moet, doch is van het
staatsbelang eener enquête niet overtuigd. Slechts
als Dr. Kuyper zelf het wenschte zou hij voor een
enquête stemmen, en ware hij op Dr. K.'s plaats,
hij zoude een enquête vragen, mits deze ook voor
de verklaringen van Dr. K.'s goede trouw in deze
uitspraak zou dienen. Een Eereraad acht spr.
dus voldoende, vooral wanneer hij de leden be
schouwd, die daarin zitting namen.
Dinsdag 11 uur voortzetting.
de groothertog van Mechlenburg-Schwerin den
prins de Mecklenburgsche reddingsmedalje ver
leend.
Een moordenaarsbende op school.
In een onzer vorige bladen maakten we melding
van den moord op een leeraar te Palermo, in de
klasse begaan door een leerling, die volgens zelf
moord pleegde.
De Palermosche bladen beweren thans, dat
onder de tweede klasse-leerlingen van het Vic
tor Emanuel-gymnasium een misdadigersbond is
opgericht, die de leeraren, door bedreigingen met
den dood, tracht te dwingen tot het afgeven van
goede rapporten. De moord op den ongelukki-
gen leeraar zou op bevel van de bende zijn ge
schied. De overheid zou reeds tegen lOderjeu-
dige schavuiten een bevel tot inhechtenisneming
hebben uitgevaardigd.
dat deze de overtuiging kreeg, in hem een hulp
van ware verdienste te hebben gevonden.
Marie was in de wolken.
Zoodra het ontbijt was afgeloopen, kwam Theo-
ooi zeggen, dat de landauer voorgereden was.
De drie personen vertrokken naar Courbevoie.
Aangezien in het bezoek hoogstwaarschijnlijk
van langen duur zou zijn, gaf Paul Harmant den
koetsier bevel de paarden uit te spannen en te
wachten, tot men hem de boodschap zond, zich
weder gereed te maken.
Nadat de industrieel zijn nieuwen bestuurder
der werken aan den architect en den hoofdop
zichters had voorgesteld, werd besloten de werken
tot in de kleinste onderdeelen na te gaan, om
daarna met den bouwkundige te overleggen en
bestekken op te maken.
Liet spreekt vanzelf, dat Lucien Labroue thans
vo op gelegenheid had, zijn talent en zijne be-
kwaamheden te toonen.
Voortdurend was Marie aan zijne zijde en het
wenden'31' °IIII10gelijk de °°gen van hem af te
Llaar gelaat straalde van vreugde en geluk.
Lucien was echter te verdiept in zijne werk
zaamheden, om dit op te merken.
De tijd was snel voorbijgegaan. Zoodra dan cok
aan alles een bezoek was gebracht, gaf Paul Llar-
mant bevel weder in te spannen.
v'er uur ai den namiddag kwamen zij
te Parijs terug. J
Lucien nam afscheid van vader en dochter, na
Prins Hendriks moeder b ij nave r-
d r o n k e n. De pas twaalfjarige erfgroothertog
Nikolaas van Oldenburg, die de Pinksterdagen
met zijne ouders bij zijne grootmoeder, groother
togin Marie van Mecklenburg-Schwerin, de moe
der van prins Hendrik der Nederlanden, op het
kasteel Rabensteinfeld doorgebracht heeft, volgens
een telegram aan het Berl. Tageblatt, zijne groot
moeder van den dood gered. Toen groothertogin'
Marie een roeitochje op het Schsveriner meer wil
de ondernemen, kantelde liet bootje op het oogen-
blik, dat zij er in stapje, en zij viel in het water.
De erfprins prong zijne grootmoeder dadelijk na
en kon de groothertogin, die al gezonken, was,
weer bovenbrengen. Daar hij geen kracht meer
had, om de half bezwijmde vrouw geheel uit het
water te trekken, riep hij om hulp. Er schoten
toen menschen toe, die de groothertogin op het
droge brachten.
Als belooning voor zijne kraninige daad, heeft
beloofd te hebben, den volgenden morgen teo-en
negen uur aanwezig te zijn.
De jonge man was blijde eindelijk vrij te zijn,
teneinde den uitslag te gaan melden aan zijn
vriend George Darier en daarna aan zijne ver
loofde Lucie, die verwonderd en ongerust over
zijn lang uitblijven moest zijn.
Een oogenblik dacht hij nog eerst naar de
Bourbonkade te gaan, maar hij vreesde, dat Ge-
eoige niet meer thuis zou zijn, als hij later kwam
en daarom ging hij dadelijk naar de Bonaparte-
straat.
De advocaat was juist van het paleis ge
komen,
George stak hem de hand toe en ontving hem
met deze woorden
Gij zijt geslaagd 1
Wie heeft u dat gezegd
Uw vroolijk gelaat.
Welnu, mijn gezicht bedriegt u niet.
Ik kom u danken voor den goeden uitslag, die
uw werk is.
Ah I riep George uit, ik ben even gelukki»
als gij... Uwe vreugde betaalt mij honderdvoudig
de moeite, die ik gedaan heb
Lucien vertelde zijn onderhoud met Paul Har
mant en al wat Marie gedaan had om hem te
steunen.
Ik had dat kind goed beoordeeld, zeide Ge
orge Darier. Het is een hart van goud.
De komeet van Halley. Te Aden is
Donderdagmorgen de komeet om halfvijf nog aan
den ochtendhemel gezien de kern was niet te
zienmaar de staart geleek op een reusachtig
zoeklicht aan den hemel.
Indien dit bericht, en de dateering ervan, juist
zijn, dan zou de intrede van de aarde in den
staart dei- komeet Donderdagochtend om halfvijf
(pl. tijd van Aden) nog niet hebben plaats ge
vonden. Brengt men het tijdsverschil tussehen
Aden en Amsterdam in rekening (iets meer dan
uur) dan klopt dit ook wel met de gedane
voorspellingen Deze stelde immers het begin van
den overgang der kern over de zonneschijf op
3 u. 49 A. T., terwijl in verband met de krom-
ming van den staart de mogelijkheid ervan was
betoogd, dat de ontmoeting tussehen staart en
aarde pas aanzienlijk later zou plaats vinden.
Hieronder volgen enkele berichten uit de bui-
tenlandsche bladen
liet blijkt, dat men op tal van plaatsen in het
buitenland al even weinig heeft kunnen waarne
men als aan de Nederlandsche sterrenwachten-
En waar men wél kon waarnemen zijn de resul
taten vrijwel negatief.
Reuter seint uit New-York
«De overgang van de komeet van Halley is
nergens waargenomen (dat kan ook niet want in
een groot deel van de V. St. was de zon toen
onder.) Op tal van plaatsen zijn fraaie noor
derlichtverschijnselen waargenomen, maar nie
mand is geneigd toe te geven, dat die iets te
maken hadden met de komeet.
Uit Kaapstad seint Reuter, dat er blijkens een
bericht van de sterrenwacht aldaar geen aanwij
zingen zijn geweest, dat de aarde door den staart
van de komeet is gegaan.
Te Johannesburg zijn aan de sterrenwacht
waarnemingen gedaan, die grond geven aan het
vermoeden, dat de aarde niet door den staart is
gegaan maar er zuidelijk onder langs.
Bij Weenen is in den nacht van Halley geob
serveerd op den Sonnenwendstein, door een groep
waarnemers van de Keizerlijke Akademie van
Wetenschappen. Dezen hebben in dien nacht
een ingewikkeld en niet te best verklaarbaar
optisch verschijnsel (een lichtkegel) waargenomen
Zij houden het voor niet onmogelijk dat de
komeet twee staarten heeft: de een in rechte
lijn van de zon afgericht, waardoor de aarde in
den nacht van Woensdag op Donderdag zou zijn
gepasseerd, de andere gekromd met de bolle zijde
in de bewegingsrichting naar voren gekromd, door
welken tweeden staart de doorgang pas later zou
volgen.
Over die laatste mogelijkheid hebben de Ween-
sche heeren tal van scherpzinnige hypothesen op
gesteld, die zij door latere waarnemingen hopen
te toetsten.
V.
Gij zijt thans op uw plaats, hernam de ad
vocaat, gij hebt den voet in den stijgbeugel.
Wie weet of gij nog niet eens de deelgenoot'van
het huis Paul Harmant zult worden
- Uwe verbeelding neemt te 'hooge vlucht,
antwoordde lachend de zoon van Jules Labroue
ik ben met zoo eerzuchtig. Indien ik in enkele'
jaren eene som, voldoende om een gedeelte der
verbrande werkplaatsen van mijn vader on de
gronden te Alfortville weder op "te richten,^r-
zijde kan leggen zal ik geheel tevreden zijn.
De twee vrienden scheidden.
1-ode Cte»n nam jGn "dtllig om eerder °P Bourbon-
nZL u ZljnY hlJ wist> dat Lucie hem met
ongeduld wachtte.
Het jonge meisje was niet alleen, hetgeen haar
evenwel met verhinderde aandachtig te luisteren
hoorde 1 mmSte gerUcht' dat ziJ °P de Happen
Jeanne Fortier, de brooddraagster, die zooals
wij weten, door hare vakgenooten Moeder Lizon
werd genoemd, was bij haar.
Een uur te voren was de ontsnapte van Cler
mont, aan de deur der naaister komen kloppen.
Zij had een pakje onder den arm.
[Wordt vervolgd.),