Dagblad voor Schiedamen Omstreken.
TWEEDE BLAD.
Aluineer! op is
Ha misdaad vergelding.
Kiene ScMeSamsclie Courant
m\ o at is Geïllustreerd tatoislM
prijs 10 e.p.weel,f0.45p. u f 1.35 p. 3 ÉL
33ste Jaargang
Woensdag 30 November 1910
No. 0880.
Officieele berichten.
Oud-Schiedam
F EUIL L ET O N.
Koloniën.
Gemengd Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dn blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voo.» Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en big alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau BOTERSTRAAT 50.
Burgemeester en "Wethouders van Schiedam
zijn voornemens op Donderdag 15 December a.s.
des namiddags 2 uur voor den tijd van 3
jaar bij inschrijving in hèt openbaar te ver
pachten
Het recht van afslag van visch aan de
Yischmarkt te Schiedam.
De pachtvoorwaarden liggen ter inzage op de
Gemeente-Secretarie (afdeeling A).
De gezegelde inschrijvingsbiljetten moeten in
een gesloten enveloppe, waarop een aanduiding,
dat zij een inschrijvingsbiljet bevat, vrachtvrij
Worden ingeleverd in de ten Raadhuize gesloten
bus, vóór des namiddags 1 uur van den dag van
verpachting.
door N. J. M. D.
XIII.
De geschiedenis van het Weeshuis
aan den Langen Achterweg.
(Naar authentieke bescheiden
(Vervolg.)
II. Het klooster Leliëndaal.
Er is nog een instelling geweest, welke in
verband staat met de geschiedenis van het Wees
huis. Deze instelling was het zusterklooster Le
liëndaal, aan den Achterweg (vroeger Boomgaard
straat*) geheetcn.
Wij kunnen natuurlijk hier niet in den breede
de geheele geschiedenis van dit klooster beschrij
ven. Volstaan kan worden met de vermelding
van eenigo belangrijke feiten.
Den 17en Maart 1461 gaven II. Geestmeesters,
ten overstaan van schout, burgemeesters, schepe
nen „ende rade der stede Scyedamme", ,,bij: goed-
duncken ende consente van onsen luyden ende
onsen gemenen burgeren" aan de zusters der
derde orde van St. Franciseus, uit het klooster
der Clarissen te Haarlem, den vrijen eigendom
van „alsulcke huyse ende erve mit alle horen
toebehoren staende in de Bogaertstraet, op welke
hofstede ende erve voorgcreven, Lydwy Pieters
dochter zaliger gedachten (de H. Liduina) ge
storven is."
Deze overdracht van eigendom geschiedde on-
245)
Wij hebben Ovide Soliveau op listige manier
z'en sluipen in het huis in de Git.-Je-Kourstraat
en zich verstoppen in het alkoofje van de derde
Verdieping,.
Daar gekomen, strekte hij zich op den vloer
hit, en wachtte tot het oogenblik, waarop hij
zÜne misdaad ten uitvoer zou brengen.
Te vijf uur in den morgen begon het eerste
daglicht door te breken.
Zoodra een bleek licht de duisternis vervin
verliet Ovide
alkoofje en ging aan het werk
Na veel inspanning gelukte bet hem, de tou
wen van den steiger zoover los te maken, dat
ZÜ door één sneed met zijn mes geheel los zouden
zÜn.
Met het mes in de hand knielde hij tusschen
de half gesloten zonneblinden en zag naar bet
alnde van de straat.
Jaanne was verschenen zij duwde hare brood-
hJand voort langs het voetpad, waarop haar dood
Jachtte.
Daar is zij, zeide hij in zichzelf, terwijl hij
PRIJS DER ADVERTENTIëNs
Van 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer,
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel.
Voorherhaaldelgk adverteeren worden uiterst bil
1 ijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus ho. 39.
met een zucht van verlichting het
der verschillende voorwaarden. Deze voorwaar
den waren:
„dat dese capelle, husinge ende erve voirserc-
ven" altijd bewoond en in het bezit zou blij
ven van goede, eerzame vrouwen, die „onbe-
ruft ende van enen gueden name syn, die hair
broot mit malkander in enen reynen, oetmoedigen
leven winnen sullen ende eendrachtelic in enen
gemenen cost te samen verteren sullen, gelijc-
kervvijs als in anderen steden van eerbaren sus-
teren gcwoenliken is."
De „arme luyden", die in het huis, hetwelk
werd overgedragen, verpleegd werden, zouden
daar moeten blijven wonen, op dezelfde wijze
als totdusver geschiedde, „toter tijt toe dat hem
die susteren een ander huys besorcht hebben
bij der stede voirscreven."
Voorts moesten de zusters ieder jaar, volgens
oud gebruik, ter eere van God en de zalige
maagd Liduina een ieder die zich bij haar ver
voegde, jong of oud, arm en rijk, een witte
brood geven, „ende", aldus heet het in de des
betreffende akte, „des sullen sij weder ontfan-
gen alsulcke renten als dair toe gegeven en
beset sijn".
De zusters behoorden elk jaar twee poorters
te kiezen en aan het stadsbestuur ter benoeming
voor te dragen, om haar met raad en daad bij
te staan.
De toelating van een nieuwe zuster geschiedde
bij meerderheid van stemmen door de in het
convent aanwezigo zusters. De bezittingen der
novice kwamen aan het klooster, maar zij kon
vóór haar professie daaraan ook een andere be
stemming geven.
De goederen van degenen, die in het klooster
overleden, vervielen aan het klooster. De zus
ters mochten ook erfenissen aanvaarden of af
wijzen.
Bijaldien de zusters de stad zouden verlaten,
en een jaar lang wegbleven, verviel van de „ca
pelle, husinge ende erve voirscreven ende al dat
sy dair lieten" „een derdendeel an die heylighe
kerc van Scyedam, een derndeel an den liey-
ligen (Geest) ende een derndeel an 't gasthuys."
Het stadsbestuur nam de zusters onder zijn
schutse en stelde haar vrij van alle belastingen.
Daar de stedelijke overheid bevreesd was, dat
de zusters of andere geestelijken het stoffelijk
overschot der II. Liduina uit de kerk alhier naar
elders zouden trachten over te brengen, werd
in de akte ten slotte bepaald, dat zij daartoe
nooit mochten medewerken.
De akte*), waaraan wij liet bovenstaande ont
leenden, berust met den bevestigingsbrief van
den 'bisschop van Utrecht, Philips van Bourgon-
diën, in original! in het archief der Jansenisten
(Rijksarchief te Utrecht), terwijl een 16e eeuw-
rilde van angst.
Zij kwam langzaam nader, huis aan huis stil
houdende, om haar brood af te geven.
Zij was nog slechts tien passen van het huis,
toen zij stilhield en gedurende twee minuten uit
het gezicht bleef.
Daarna verscheen zij weder.
Een jongen van ongeveer vijftien jaren, een
echte Parijsche straatjongen, liep al fluitend voor
haar uit.
Met een enkelen haal sneed bij het koord door.
Een verschrikkelijk leven ontstond.
De touwen vlogen over de katrollen door de
zwaarte van den steiger, die ineenstortte en de
muren beschadigde.
Een hevig geschreeuw werd vernomen en daar
na een onheilspellend gekraak.
Ovide, die opgesprongen was vloog, uit zijne
verblijfplaats, en rende als een dolle de trappen af
XXXV.
De steiger was op het trottoir neergekomen en
had den jongen, die voor Jeanne liep, verpletterd,
Jeanne lag een weinig verder bewusteloos uit
gestrekt. Haar gelaat was met bloed bedekt, doch
zij leefde.
De wond aan haar voorhoofd was veroorzaakt
door een splinter hout. Deze wonde en bovenal
de schrik hadden haar in zwijm doen vallen.
Ondanks het vroege morgenuur, was er weldra
een groote menigte op de plaats des onheils aan
wezig.
sche notarieel© kopy van dit stuk in het Ge
meente-archief alhier wordt bewaard.
Bedoelde 'akte, welke als de stichtingsbrief van
Leliëndaal kan worden beschouwd, stelt vast, dat
het 'huis, toen het aan de Clarissen in eigendom
werd overgedragen, reeds een toevluchtsoord voor
arme lieden was. Dit klopt dan tevens met het
bekende verhaal1 in de geschiedenis van het le
ven der II. Liduina van pater Brugman, dat Wil
lem Sonderdanck op de plaats, waar de H. Li
duina overleed, een gasthuis voor armen heeft
opgericht.
Door Schout, burgemeesteren en schepenen (de
Weth) werden jaarlijks, overeenkomstig het be
paalde in den stichtingsbrief, buitenvaders van
het klooster benoemd.
In het Electieboek heetten zij nu eens „twee
sustermeester an den Afterwech", dan weer „be
waarders van dat susterhuis van Lelyendale" of
„buitenvaders van Leliëndaal".
Het laatst geschiedde die benoeming in 1573.
Veel belangrijks is er overigens niet van het
klooster bekend. Een archief, zooals o.a. yan
het hier bestaan hebbend St. Ursulaklooster be
waard is gebleven, is van Leliëndaal niet meer
te vinden.
(Wordt vervolgd).
Oost-Indië.
(Uit de mail.)
Een assistent mishandeld. Dezer
dagen heelt op Wampoe, een der ondernemingen
van Harrisons Crosfiolr), een row plaats ge
had. Do koelies gingen den schuuraésistent, den
heef" P., met de vuisten te lijf en takelden hem
duchtig toe.
(De belhamels zijn opgevat en voor de rol tot
3 maanden kriakal veroordeeld. (Deli Ct.)
Tragisch ongeval. De beer R. Ilöhr,
administrateur van Semnah Estate, een man, die
om zijn karaktereigenschappen tal van vrienden
bezat., is op noodlottige wijze om 'liet lieven ge
komen.
(Per buggy van een bezoek aad de onderne
ming Kotangan terugkeerend, hield de heer Höhr
gisteravond omstreeks half negen in een'der kam
pongs stil ein zond zijn syce om .Het een of
ander uit. Terwijl hij op dien syce w&chtte, schijnt
het paard geschrokken te zijn en ging er onver
wachts van door, met Het geVolg, dat een der
wielen van de buggy in de par'rit afgleed, het wa
gentje kantelde en do 'heer Höhr met het hoofd
tegion een brug werd 'geslingerd, met zulk' een
kracht, dat zijn schedel brak. De dood trad kort
daarop in.
(Hot bericht van Het ongeluk bracht groote ver
slagenheid teweeg in het Boven-Serdiangsche, waar
de lieer Höhr een 'zeer gezien© persoonlijkheid
was. Hoewel nog' jong ruim 29 jaar iwias
Men hield zich niet bezig met de wijze, waarop
het "ongeluk had plaats gehad.
Anderen verleenden hulp aan moeder Lison, die
door verschillende huismoeders herkend werd.
Ovide drong als eene slang door de menigte en
verwijderde zich snel.
Hij had het verpletterde kind gezien en even
eens Jeanne, wier bleek gelaat door bloed was
bedekt.
Ik heb ditmaal mijn doel niet gemist, zeide
hij in zichzelf.
En met snellen tred ging hij naar zijne woning
terug.
Hij dacht, dat het gevaar voor Paul Harmant
niet meer bestond, dank zij zijne handigheid.
Politieagenten waren toegesneld en een daar
van was de commissaris gaan halen.
Jeanne was weder bijgekomen.
Op de vragen van den commissaris antwoordde
zij, dat zij van niets af wist daarna keerde zij,
ondersteund door gedienstige bekenden uit de
wijk, naar de bakkerij in de Dauphinestraat te
rug en liet hare thans onbruikbare mand met de
brooden achter.
"Wat den jongen betreft, die eensklaps gedood
was, men kon hem onmogelijk dadelijk herkennen
en de commissaris liet het lijk naar het voor het
publiek toegankelijke lijkenhuis brengen.
De schilders kwamen, om hun werk te her
vatten.
De schuld werd aan hunne onachtzaamheid
toegeschreven en hun patroon voor de schade
hij peeds geruimen tijd inet het beheer der on
derneming Semnah belast. (Deli Ct.)
M i 1 i t a i re apachen. Uit Tjimahi schrijft
men dato 22 October aan de „N. Soer. Crt."
Gisteravond omstreeks 9 uur werd de heer
M., burgerlijk ziekenverpleger bij het hospitaal
alhier, in het centrum der pliaats plotseling door
twee Eunopeesche militairen aangevallen, tegen
dien grond geslagen en van zijn horloge eh beurs
beroofd.
Zeer jammer is het, dat de Heer M. de schur
ken niet herkend heeft, wel wist hij mede te
dieelen, dat zij de uniform der artillerie droe
gen. Een onderzoek tér zake is hedenmorgen
aangevangen.
„What next?" begint men zich onwillekeurig
af te vragen. (N. v. d. D. v. N. I.)
Panter en auto, - Een gezelschap' hee-
reu, dat in twee auto's ©enige dagen geleden bij
volle maan door het bosch van Banjoemati in
bet Banjoewangische tufte, had een eigenaardige
ontmoeting, deelt het „Soer. Nieuwsblad" mede.
De inzittenden van de voorste auto, een Lor
raine Dietrich, welke niet gesloten vrijen uit
laat, geruischloios en snel ©en flauwe helling af
rolde, zagen plotseling in het schijnsel der acety
leen lantarens voor zich op een brug een gevlek-
ten panter zitten, met den .rug naar hen toe.
Het dier draaide zich, toen de lampen hem plots
beschenen, om, en was, verblind als hij werd
door bet schelle ongewone licht, blijkbaar te
bingoang, om er dadelijk van door te 'gaan.
Had de chauffeur gewoon door gereden, des
noods nog wat vaart gezet, dan was het beest
stellig overreden. Maar gewend als men is te
remmen vopr dergelijke belemmeringen op den
weg, haald© hij1 hand- en voetriem tegelijk over
en stopte' een meter voor het ondier, dat toen
grommend en blazend ©en geweldigen sprong
maakte in het ravijn; een schot a bout portent
uit een Browning, op hem in d© vlucht gelóst,
had geen succes, evenmin de vervolging, even
later met Winchester- en Mauser-geweren door
het geheele gezelschap ingesteld. Het beest, dat
men voortdurend hoorde glommen, wist zich ach
ter rolsteenëh en struikjes zoo goed te dekken,
dat hij steeds buiten schot bleef. Een brutale
knaap blijkbaar, die loerde op eventueel voorbij
komende menschen of dieren.
Een oppas te paard, die de auto's kort daarop
ontmoette, keerde spoorslags terug, toen hij ge
waarschuwd werd voor den onprettigen heHviaker
van diè brug, een paal verder.
(N. v. id:. D. v. N.-I.) f
Ongelukken. Eergisternamiddag is te 's-Gra
venhage een 9-jarige jongen door eigen onvoor
zichtigheid op de Regentesselaan door een auto-
verantwoordelijk gesteld.
Jeanne ging naar Lucie.
Het jonge meisje was opgestaan en daar zij
hare krachten slechts gedeeltelijk had herwonnen,
hield zij zich langzaam bezig met de zorgen der
huishouding.
Toen het arme meisje Jeanne zag met verbon
den hoofd, werd zij bleek als een doek en was
"angst op haar gelaat te lezen.
Maar zij kon haar spoedig gerust stellen.
Toen Etienne Castel,' na eene afwezigheid, die
de hoogste verwondering van zijn kamerdienaar
had opgewekt, weder thuis kwam, vernam hij,
dat George Darier eiken dag naar Hem was ko
men vragen.
Etienne ging naar hem toe en vertelde van zijn
reis.
Ik heb Jeanne Fortier gezien... zeide toen
George.
Gij hebt Jeanne zelf gezien riep de kunst
schilder uit met eene verbazing, die gemakkelijk
te begrijpen is.
Zij was vijf dagen geleden hier, in deze kamer...
Wie heeft u gezegd, dat zij het was
George vertélde zijn gewezen voogd het bezoek
van de brooddraagster, die hem de papieren, wel
ke hij verloren had, was komen terugbrengen en
tevens hem raad gevraagd had, hoe te handelen
omtrent het gedrag van Paul Harmant en Marie
tegenover de arme Lucie.
(Wordt vervolgd
De «Boemgaerdstraet" ontleende ongetwijfeld
haar naam aan het huis en erve, genaamd veen Booin-
gaert", gelegen aan genoemde straat.
In het Rijksarchief te 's-Gravenhage berust een oor-
tonde van 5 September 1399, waarin schepenen in
Scyedamme verklaren, dat Diric Elman Ghysbrechts
sone in erfpacht heeft ontvangen van proost en convent
Van Coninxvelde (bij Delft) liet huis en erve. genaamd
»een Boomgaert", waarin hij woonde, gelegen in de
Achterstraat, geheeten Boemgaertstrate.
In een akte van 14 Juli 1401, voorkomende op fol. 5
van het Rentenboek der Stad Schiedam, (Gemeente-
Archief) wordt de Achterweg aldus aangeduid sBoom-
SAertstrate often Afterwech."
Het verdient wel de bijzondere aandacht, dat de
akte slechts '18 jaren na het overlijden der H. Liduina
gepasseerd werd.