Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
TWEEDE BLAD.
33ste Jaargang.
Zaterdag 31 December 1910.
i\o. 9906.
OudSchiedam
Toch nog gered.
Gemengd Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dix blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauBoter-
atraat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN;
Van 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer,
Elke regel daarboven 15 cent. i.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel,
Voor herhaaldelijk adverteer en worden uiterst bil
1 jj k e overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
door N. J. M. D.
XVIII.
De geschiedenis van het Weeshuis
aan den Langen Achterweg.
INaar authentieke bescheiden
IV. D e fi nanciën van het Weeshuis.
(Vervolg.)
Onder de goederen en gelden, die de Heilige
Geestmeesteren beheerenden, behoorden ook die,
welke afkomstig waren van de nalatenschap van
den burgemeester Willem Jan Aertss, in het be
gin der 17e eeuw overleden.
Het testament van Willem Jan Aertss. is den
Hen^ Juni 1589 door hem eigenhandig geschre
ven en aan Schepenen te Schiedam ter hand
gesteld, teneinde het, zooals in die dagen ge
bruikelijk was, onder hunne bewaring te nemen.
Door den Schiedamschen notaris Nieupoort
werd in 1606 een afschrift van dit oleografisch
testament en de daarbij behoorende verklaringen
van schepenen gemaakt.
Aan deze notariëele copie, van het testament,
ons ter inzage verstrekt, ontleenen wij de vol
gende bijzonderheden
Eerst geeft hij G....tjen* Allertsdr. zijn echt-
genoiote, „bij forme van indien hij vóór
haar kwam te overlijden, zijn inboedel en bo
vendien de som van ,,....3)tieh duysent guldens."
indien hij te Schiedam kwam to overlijden
kreeg 'het Gasthuys de/oi stad de som van vijf-
en-twintig gulden eens, en zulks in plaats van
bet beste meedingstuk, hetwelk aan liet" 'Gast-
huis verviel, volgens overoud voorschrift.
Tot universeele erfgenamen benoemde hij: „de
armen der stede, die men noempt de
H e y 1 i g g e e s t a r m e n, die onder dien titel ende
qualite hebben ende genieten sullen alle mijne
goederen, roerende ende onroerende (daer onder
begrypende myne clederen) waer die gestaen ende
gelegen syn, ende dat by zoo verre ick deser we-
relt come te overlijden zonder achter te laeten
wettelycke blyvende geboorte".
Indien hij nakomelingen mocht krijgen, zou
het testament van gcvn waarde zijn.
Bijaldien de Heilige-geestarmen universeel erf
genaam werden, waren zij gehouden, „drie vierde
paerten" uit de opbrengsten zijner goederen jaar
lijks aan zijn erfgenamen ah intestato uit te koe
ren, n.l. aan zijne twee zusters of in bare plaats
optredende kinderen en zoo vervolgens aan hare
nakomelingen in rechte lijn.
Jaren Tang was ihet handelshuis Gruit van Steen
een der aanzienlijkste en rijkste der handels
huizen van Hamburg geweest. Van de oprich
ting af ivranen jaar op jaar de inkomsten grooter
geworden en de familie Gruit kon dan ook met
recht rijk worden genoemd.
In don tijld, waarvan wijl verhalen, was het
echter anders geworden.
De dertigjarige oorlog woeddde met al zijn
verschrikking en door dezen oorlog liad de han
del een knak gekregen.
De één© koopman voor, d'e andere na, sloeg
bankroet. Ook ten opzichte! van het huis van
Gruit van Steen waren de kansen gekeerd.
De toenmalige bezitter Herman Gruit, een koop
team in haai en nieren, 'had met droeve oogen
den achteruitgang zijner zaken waargenomen.
Het was hem aan te zien, dat de zaak hem
ter harte ging en daar de toestand ten slotte
omhoudbbaar werd, peinsde hij op middelen, om
tfejngs een anderen weg in de behoeften van
zijn (huisgezin te voorzien.
Het was op een schoenen morgen, dat de
koopman met zijn ouden dienaar op zijn ruim
kajntoor zat, i
De goederen van den testateur mochten nim
mer worden verkocht, noch bezwaard.
Wanneer de familie Aertss uitgestorven zou
zijn, vervielen de drie vierde parten aan de Hei
lige Geestarmen.
Voorts ordonneerde de testateur, dat uit het
„vierde vierdepaert", hetwelk de Heilige Geest
armen kregen, de Heilige Geestmeesters jaarlijks
moesten betalen aan de „Diaconen vande gere
formeerde kereke deser stede" de som van acht
carolus guldens in geld, teneinde dit geld uit
te deelen op de wijze als zij 't meest geweuscht
zouden vinden.
De Heilige Geestmeesteren moesten binnen 2
jaar na zijn dood alle „custingen", „scheeps
ladingen" en dergelijke goederen verkoopen en
de daarvan komende geiden beleggen in rente
brieven of vaste goederen en alle schulden, die
er waren, delgen.
Tot zoover het testament.
Op de achterzijde van het testament stond te
lezen een verklaring van Job Jobpenss. Fabry,
Jan Doesen en Simon Bouman, schepenen te
Schiedam, volgens welke Willem Jan Aertss, hun
rijn eigenhandig geschreven testament den 15cn
Juni 1589 had ter hand gesteld en zij met den
secretaris het stuk met hun handteekening be
krachtigden.
Verder stond er nog op de keerzijde vermeld,
oat het testament den I7en October 1605 was
geopend en voorgelezen ten overstaan van Ger-
rit Janss. en Claes Jai.ss., gebroeders, benevens
Wouter Jacobss. Scherp, Gerrit Dircxz. vander
Wolff en Arent Dircxz. Niesen, Heilige Geest
meesteren, in tegenwoordigheid van Jacob Ro-
ohaes. en Pieter Jans. Lis, schepenen. Daaronder
volgde de handteekening van G. Muys en het
zegel der stad Schiedam.
In 1605 (dus vele jaren ni de Ilervor-
ming) was, zooals wij reeds weten, het Wees
huis in gebruik genomen onder bestuur der II
Geestmeesters.
In hetzelfde jaar namen de H. Geestmeesters
het beheer over de nalatenschap van burgemees
ter Aertss op zich en moesten zij, volgens de
testamentaire bepalingen, evenals zulks door Eli
gajbeth Jaeobsd. was gewenscht, een deel dei-
gelden aanwenden voor de armen te Schiedam.
Dat men er in later tijd toe gekomen i», deze
geiden te gebruiken uitsluitend voor de verzor
ging en opvoeding van weezen van den Her
vormden godsdienst en verder kapitaal op kapi
taal .stapelt, zal mlenigeen wel zeer zonderling
vinden.
De 'Stedelijke Regeering in vroeger tijd, die
niet gezorgd heeft, dat. er aan de bepalingen,
in beide testamenten vervat, de hand werd ge
houden, en een hopelooze verwarring heeft doen
ontstaan ten opzichte van verschillende instel
lingen van weldadigheid, is in deze natuurlijk
van dit alles de oorzaak.
(Wordt vervolgd).
Voor hem lagein de opengeslagen boeken en
in gepeins verzonken, staarde hij op do reeds
geel geworden bladen.
Zwijgend zat zijn dienaar naast hem. Zij had
den de boeken van heden met die vain vroeger
vergeleken; de aanmaningen der schuldeischers,
de ernstige bedreigingen met droefheid gelezen
ze konden niet betalen.
Plotseling, als uit een droom ontwakend, zegt
de (koopman tot zijn dienaar:
„Zoo gaat het niet langer we moeten iets
anders aanvangen!"
De aangesprokene zwijgt eenigfe «ogenblikken
ook bij gevoelt de diepe ellende en den groeten
ruood die niet te keeren is.
Jarenlang heeft hij dezen patroon gediend en
de koopman wist de ervaring en het beleid van
zijn dienaar op prijs te stellen. Hij, zoowel als
zijn gade, hielden veel van Jansen, en deze voelde
wederkeerig genegenheid voor den koopman.
„Het gaat zoo niet goed, Jansen 1" herhaalt
de koopman als bij zich zelve.
„Neen", zegt Jansen, en zijn patroon in de
oogen ziende, zegt hij vastberaden:
„We moeten een anderen weg inslaan, en daar
voor heb ik reeds lang een plan gemaakt. Sta
mij toe voor een jaar ons eenig overgebleven
schip te mogen gebruiken. Geef mij zooveel geld,
Muziek als geneesmiddel. Onlangs is
de componist Max Reger tot eere-doctor van de
Berlijnscbe universiteit benoemd en wel op grond,
daarvan, dat de muziek een genezende uitwer
king op den zieke uitoefent. Voor deze öpvat-
tting brengt Albert Visette in Monthly Musical
Record een nieuw Bewijs, waar hij, volgens de
onlangs door d-r. Vaschide en den vianist Duprat
in Frankrijk gedane onderzoekingen, de uitwer-
king van de muziek op den waanzin behandelt..
In de inrichting van Villjuif wendden de dokter
en de musicus muziek in verschillende vormen
aan als geneesmiddel voor de zielszieken. Ver
bazingwekkende veranderingen waren daarbij op
de tot dien tijd uitdrukkinglooze gezichten der
patiënten waar te nemen. Het was, alsof de voor
bijgegane vréugde van het vroegere leven op
één «ogenblik terugkeerde, opgeroepen dóór de
rpacht der tonen. Een zieke verklaarde, dat de
niuziek hem nadenkend maakte, hem de herin
nering aan enkele episoden uit zijn leven terug
bracht en hem daardoor troostte een ander vónd,
dat de muziek hem tegelijkertijd kalmeerde en
opvroolijkte.
Een meisje van zeventien jaar, die men een
nocturne van Chopin voorspeelde, zeide, dat de
melodie haar terug voerde in de dagen van
baar kinderjaren, en dat haar dan die menschen
vioor den geest kwamen, die zij had liefgehad.
De muziek deed haar al 'h:et treurige van haar
tegenwoordig bestaan vergeten, en bracht 'haar
het geluk terug, dat zij verloren had. Ook een
ander meisje noemde de muziek een pijnstil
lend middelals zij de w-eeke tonen hoorde,
dan leed zij niet meer, haar ziekte was verdwe
nen; zij bevond zich in een toestand van liefe
lijke dr-oo-men, waarin zij dacht aan al de din
gen, die zij lief had.
Japan overstroomt de wereld maar met zijn
overcomplete bevolking. Ook Zuid-Amerika krijgt
de laatste jaren zijn deel.
In Peru b.v. zijn pas in 1899 de eerste Japan-
sche immigranten gekomen. En op 31 Dec. 1909
bedroeg het aantal Japanners in die republiek
reeds 6335 (6104 mannen en 231 vrouwen) De
meesten dier lieden vinden werk op suikerplantages
een 300-tal houdt zich bezig met het"inzamelen
van rubber en circa 100 arbeiden op katoenplan
tages.
In Lima woonden einde 1909 741 Japanners-
in Callao 135. Daaronder waren de barbiers het
talrijkst157 in Lima, 42 in Callao.
Verder verdienen in de Peruaansche hoofdstad
de Japanners den kost als klein-handelaren (77),
huisbedienden (416;, restauranthouders (68), krui
deniers (44), timmerlieden (54) enz.
Koning Alfonso als interviewer. De
Madridsche correspondent van de „New-York He
rald" werd voor enkele dagen door kóning Al
fonso te San Sebastiaan ontvangen. Het bezoek
buiten de gewone audiëntie-uren bad plaats in
het paleis Miramar en er was den correspondent
vooruit gezegd, dat hij' zich niet op het terrein
der politiek mocht begeven. De koning sprak
met hem over de luchtscheepvaart) waarvan Z.
M. een vurig bewonderaar is en waarvan bij den
vooruitgang met levendige belangstelling volgt.
Daarna, de róllen omkeer end, werd Z. M. zelf
interviewer en informeerde hij zeer nauwkeurig
naar de inrichting en samenstelling van een groot
-dagblad. In 't bijzonder interesseerde de koning
zich voor de beschrijving der zetmachine en van
den dienst der buitenlandsche correspondenten.
Alfonso vroeg alles zóó in de puntjes, dat de
journalist, toen hij wegging, met Mephisto zeg
gen kon: „Tbr habt mich weidlich schwitzen ma-
chen".
Visch vee ding. In de jaarlijkscthe verga
dering der Britschie gezondheids-inspecteurs, heelt
sir J. Crichton de beteekenis der vischvoeding
besproken, en die wenscb el ijk he id betoogd, dat
de viscli, gelijk de melk, onder geregeld gezond
heidstoezicht worde geplaatst, en ook, dat visch
niet langer als bijvoegsel worde beschouwd, maar
als een der hoofdvoedingsmiddelen. De voedings
waarde per Kg. is gewoonlijk geringer dan die
van vleesch, maar men krijgt voor hetzelfde geld
meestal ve-el meer voedingswaarde in visch dan
in vleesch. De duurste visch is niet altijd de voed
zaamste; tong bijv. is niet voedzamer dan schel-
vi-sch. 'Een pond rundvleesch heeft ongeveer even
veel voedingswaarde als anderhalf pond kabel
jauw. Het is wenschelijk, dat de armere klassen
worden bekend gemaakt met de groote beteekenis
van visch als voedingsmiddel. Dit zou een mid
del zijn ter bestrijding der tuberculose, welke zoo
vaak een teek-en is van stikstof-honger, en ook
de visscherij tot grooteren bloei brengen.
(„Med. Record.")
als go kunt missen, en daarbij zooveel mogelijk
Neurenberger waren, en laat mij daarmee afvaren
naar de nieuwe wjereld, naar Amerika."
„Ge weet," zoo gaat hij voort, ik ken de taal
e-n met G-odshulp zulten mijn pogingen, om geld
te verdienen, gelukken."
De beid© mannen beraadslaagden nu een ge-
ruimen tijd -over dezen voorslag. Het voor zóó
wel als h-et tegen iwerd overwogenmet dezen
uitslag, dat Janssen naar Amerika zou afvaren.
We zijn vic-r weken later.
In raadsgewaad stapt koopman Gruit van Steen
naar de haven, e-en menigte volks, met het lot
van deh koopman bewogen, verbeidt het «-ogen
blik, waar op het schip, geladen met allerlei
waren, d-e haven van Hamburg verlaten zou.
Eenig-e handelsbedienden schudden bedenkelijk
het hoiöfd; ze zeggen den koopman liunne mea
ning, namelijk, dat hij wellicht te veel gaat wa
gen. Maar met forsch-e stem ro-ept de -oude Jansen
zijiri meester toe
„Laat den moed niet zinken; wij hopen elkan
der in gezondheid weder te ontmoeten in betere
tijden - vertrouw -op God 1"
Daar d-onderde het eerste signaalschiot van af
vaart.; de zeilen werden geheschen: nog een flinke
handdruk van meester en dienaar en het schip
stak van wal.
Aan de noodrem. Een inrichting in den
spoorwagen, die te midden van die zuiver prac-
tische inrichting van het voertuig, altijd iets ge
heimzinnigs he-eft, is de noodrem. De kleine beu
gel aan de zoldering, die in staal is den zwareti,
wild voortrollend-en sneltrein in eens tot staan
te brengen, heeft iets bekoorlijks en tegelijk iets
schrikwekkends; aan den eerien kant de gewoon
menschelijke nieuwsgierigheid, aan den anderen
de gedachte aan die gevallen, waarin hij dienst
zou moeten doen. Maar gewoonlijk trekt hij, als
er geen gevaar dreigt, meer de oogen aan dan
de handen, want het onnoodig gebruik van de
noodrem wio-idt vrij zwaar gestraft. Toch kómt
het, z-o-oals ieder spoorwegbeambte kan beves
tigen, volstrekt niet zelden voor, da,t de trein
door de -noodrem tot staan wordt gebracht, zon
der dat er gevaar voor lijf en leven bestaat.
Tusschen Augsburg en München reisde voor
niet langen tijld een vader mót zijn zóón. Pre
cies half 'tien trok rle nauwgezette vader flink
In breed©' plo-oien wapperde de Hamburger vlag
in de heldere lucht; en weldra kliefde het schip
de golven van de kalme zee....
Bijna was een jaar verstreken; van Jansen
echter kwam taal noch teeken. Wel verbreidden
zich onheilspellende genachten van het vergaan
van Duitsche handelsschepen. Met dat al gTngen
de zaken van koopman Gruit al sneller achteruit
met den'dag werd de toestand bedenkelijker.
Het jaar (snelt voort. Oudejaarsavond komt.
't Is stil in het ruime kantoor; bij den grooten
lessenaar zit de koopman, gebogen over zijn groot
boek.
Langzaam legt hij de pen nedier. Zachtkens
sluit hij het hoek, wat hij gevreesd had, is wer
kelijkheid geworden de schulden overtreffen
zijn vermogen.
Iliji staat oip- en verlaat zijn kantoor om de
familiekamer binnen tie treden. In gepeins ver
zonken zit d-e vrouw des huizes 'bij de tafel; de
kinderen spelen met Sultan, des koopmans grooten
bond.
Zwaar zuchtend verwisselt de koopman zijn
kantoorkleeding voor het raaclsbeer-costuum; met
een kus neemt hij afscheid van vrouw en kin
deren -en begeeft zich langzaam op weg naar het
Raadhuis.
In de groote zaal zijn verschilltendie kooplieden
1) Deze naam is op het stuk verminktde letters
tnsschen de G en de t zijn weggeschrapt.
Vermoedelijk moet het zijn Grietjen.
Den 6en Februari '1594 was de vrouw van Willem
Aertss. getuige bij den doop van Arnoldus Fabri. In de
desbetreffende aanteekening van den doop staat als
getuige vermeld: «Margareta uxor Guilhelmi Aertss."
2) onleesbaar.
3) de letters voor de t zijn weggeschrapt.