17 «i misdaad vsrgslding. Zaterdag 14 Jan. 1911 Telefoon no. 85. TWEEDE BLAD. Oud-Schiedam FEUILLETON Gemengd Nieuws. No. 9917. door N. J. M. D. XIX. De geschiedenis van het Weeshuis aan den Langen Achterweg. (Naar authentieke bescheiden IV. D e f i nanci n van het Wees hu i s. (Vervolg.) In 1611 ging het stedelijk bestuur over tot het restitueeren der gelden, welke onderscheidene in stellingen van weldadigheid aan de stad geduren de een reeks van jaren geleend hadden. De stad had, naar alle waarschijnlijkheid, geen voldoende baar geld beschikbaar om die niet on aanzienlijke sommen terug te betalen. Er is toen een oplossing gevonden, n 1. door de kloostergoe deren, die de stad Schiedam van de Staten van Holland in pandschap had gekregen, onder die instellingen te verdeden, waarvoor zij de stad van haar kant de schuld kwijt scholden. Den len Augustus 1611 kwam er een overeen komst tot stand tusschen »Burgemeesteren en vroedschappen" van Schiedam eenerzijds en Pie- ter Claesz. Pesser, Arent Bruynsz. van der Dussen, Symon Melchiorsz. Veris en Jonas Pietersz.»va- ders van den weeshuyze" (de heilige geestmees- ters) ter andere zijde. Het bedrag, hetwelk de Heilige Geest aan de stad had voorgeschoten, beliep 14.262 pond Hol- landsch en 10 schellingen. Nu werden, blijkens den staat van de liquida tes tusschen de stad en de godshuizen, aan het Veeshuis in de plaats van genoemd bedrag de volgende perceelen land gegeven In den West-abtspolder: a 5 morgen, b 12 morgen en c 1 morgen 2 hont. In den Oost-abtspoldera 1 morgen, b 3 mor gen 30 roeden, c 3 morgen 30 roeden. In den Noord-Kethelpolder11 morgen, b 3 morgen 1* hont, c 5 morgen, d l£ morgen. In den Harchpolder2£ hont. In den Nieuw-Mathenesserpolder: a 3 morgen b 3 morgen 3 hont. In de akte van overdracht worden de hierboven genoemde perceelen nader omschreven, en vindt men daarbij nog vermeld 1 morgen en 5 hont in den Nieuwlandschen polder, 4* hont in de heerlijkheid ud-Mathenesse. Deze laatste perceelen waren zeker een toegift 1 Als men de totaal oppervlakte van al deze lan derijen tegenover een bedrag van 14.262 pond Hollandsch en 10 schellingen stelt, dan is de in getroffen overeenkomst ongetwijfeld niet in het nadeel van het Weeshuis (de H. Geest) ge weest. Dit de Resoluties der Vroedschap van 1650 blijkt, dat er toen óf nog geen algeheele liquidatie tusschen de stad en de godshuizen had plaats gehad, ofwel dat er na 1611 opnieuw geld aan de stad is geleend. Wij lezen in de Resoluties der Vroedschap 10 Januari 1650. »Burgemeesteren dragen de vergadering voor, dat de heer Thesaurier haer Edelachtbaren hadde bekent gemaeckt, dat jegen- Woordich alle de penningen, die de stad op ren ten heeft, zijn gereduceeit op den penning vijf en twintich ofte vier ten hondert, uitgesondert de penningen van het Weeshuys gecomen van Wil- Jan Aertss., de penningen van het Oude Manhuys, Proveniershuys ende de Kercke, waerop synde gedelibeert ofte het geraden is de voor screven penningen mede te reduceren, om een egale generalen blaiïert te maecken en omvrage Wesende gedaen, is goedgevonden, dat mede alle de geseyde penningen sullen werden gereduceert op den penning vijf en twintich, ofte vier ten hondert, en ingevallen de voorscreven huysen naer- derhand mochte komen te vervallen, dat sij sub sidie tot onderhout van doen soude mogen heb ben, soo sullen de Regenten van de voorscreven tyt in dier tijt haer hebben te adresseren aende beeren Burgemeesteren en Vroedschappen, die haer» als dan subsidiëren naer gelegentheyt des 282) »Ik beschuldig mij denzelfden rh»r Jules Labroue, industrieel te AlWvui som van meer dan honderdttc^iL m'/®^ francs te hebben ontstolen. duizend Opnieuw hield Garaud op. - Neen... neen... stamelde hij met eene be weging van weerzin. - Schrijf vader, herhaalde Marie als mi ten Etienne Castel hernam zijn dictaat „Ik beschuldig mij niet alleen het geld maar ?°k. de plannen van Jules Labroue, mijn patroon te hebben gestolen, zijn huis in brand te hebben Sestoken en hem vermoord te hebben. »Ik beschuldig mij, in Amerika, denvalschpn naam van Paul Harmant te hebben aangenomen en dien te hebben gedragen. ,,Ik beschuldig mij. Lucie Fortier door een, 'net mijn geld betaalden medeplichtige, Ovide °iiyeau' te hebben willen vermoorden en dien u .'den Ovide Soliveau te hebben betaald voor E dooden van Jeanne Fortier, die door mij Het is natuurlijk niet mogelijk, wegens het ge mis van duidelijke betrouwbare bescheiden, een juist beeld te vormen van den financieelen toe stand van het Weeshuis in den loop der 17e eeuw. Had er zooals wij zagen ln 1611 tot del ging van schuld een ruilovereenkomst plaats tus schen de stad en het bestuur van het Weeshuis en vindt men in 1650 een besluit betreffende de vermindering der door de stad te betalen rente, in 1663 treilen wij weer aan, dat de stad voor 119.780 gulden bij het Weeshuis in 't krijt stond In de Vroedschap werd toen besloten van alle rentebrieven en obligatiën, die het Weeshuis ten laste der stad had, vier nieuwe rentebrieven te maken en alle andere stukken te casseeren. Den lOen Maart 1664 rapporteerden burge meesteren in de vergadering van de Vroedschap, dat zij ingevolge de resolutie van 7 (15) Octo ber 1663 geexamineert en naergezien" hadden de obligatiën en rentebrieven, welke het Wees huis ten laste der stad heeft gehad en die bij den heer Adriaan v. d. Does, als thesaurier dezer stad, in 1657 zijn ingetrokken en gecasseert, waarvoor nu 4-generale obligatiën ten laste der stad in de plaats werden gegeven. Blijkens de opgaven, in de Resoluties der Vroedschap vermeld, waren de bedragen waar voor de nieuwe rentebrieven werden gegeven, resp. in hoofdsom 32.276 gulden; 41.675 gulden 25.164 gulden 20.665 guldenaldus een totaal bedrag van 119.780 gulden. Nu zou men zoo denken, dat de inkomsten uit het reusachtige landbezit, de fondsen van de nalatenschappen van Elisabeth Jacobsd. en Willem Jan Aertss. ruim voldoende waren om het Weeshuis in weelde te doen baden. Edoch, in het laatst der 17e eeuw is de finan- cieele positie van het Weeshuis hoogst kritiek geworden. Men moest zich weer wenden tot de Staten van Holland en Westfriesland met het verzoek, om een loterij te dezer stede te houden ten behoeve van het Weeshuis. (Wordt vervolgd). De diefstal van f1600. Omtrent den dief stal van f 1G00 uit een der werkplaatsen van do Staatsspoor aan de Moreelselaan te Utrecht, deel het „Utr. Dbl." nog het volgende mede: De verdwijning van ©en aanzienlijke som werd eergistermorgetn bemerkt. Toen het personeel iop het kantoor kwam, vond men een brandkast ge opend staan, wielkie kast den avond te voren behoorlijk gesloten was. Uiterlijk was geen énkel spoor van geweld te ontdekken, zoodat men ver moedt, dat. de dader met een valschen sleutel do brandkast beeft kunnen openen. Er was niets geforceerd, terwijl ook in hef kantoor zelf ver der niets was vernield of opengebroken. Uit de brandkast werd vermist een bedrag van f1600, bestaande uit verschil lende bankbiljetten (num mers onbekend) waaronder één van f 300 en 4 pakjes ieder 10 bankbiljetten van f 10 bevat tende. Deze pakjes waren met een speld aan el kander gehecht. De commissaris van politie, de heer Wijnma- len, was reeds eergistermorgen in de werkplaatsen aanwezig, oim met ©enige rechercheurs de situ atie op te nemen en na te gaan, waaraan men misschien èenig houvast zou kunnen hebben voor de opsporing van den dader of de daders. Maar er bleek, letterlijk niels te zijn, dat de politie een enkele vingerwijzing kon geven; men stond eenvoudig voor de geopende brandkast, niet ge forceerd, zonder méér. Er was absoluut niels achtergelaten, zoodat men zich geplaatst, zag' voor een zeer duistere geschiedenis. Het éénige wat men wist, was, dat de bankbiljetten van f 10 waren vastgehecht met; een speld en dus spel- dengaatjes zouden moéten vertonnen. Dat was al! De werkplaats is in den nacht te voren voor herkend werd onder den naam van Lize Perrin, de brooddraagster." De kunstschilder was zoover met zijn dictaat en de pen van Joris Garaud schoof bevend over het papier. Plotseling trof een geluid, in de zijkamer, het oor van den ellendeling. Zijn gelaat werd lijkkleurig, Hij begon zoeüanig te rillen dat de pen aan zijn hand ontviel. De anderen keken verbaasd op. Eensklaps werd eene deur geopend, Jeanne Fortier trad doodsbleek en met roode, bloedige vlekken aan den hals uit het vertrek, waarin Joris Garaud gemeend had een lijk te bergen, en zeide Dat die man zich ook beschuldige, mij zooeven te hebben willen wurgen. Toen Jeanne verscheen, uitten Etienne en Raoul een kreet van verwondering, Marie een van schrik. Joris zelf scheen in een standbeeld veranderd te zijn. Groote druppels zweet parelden op zijn aangezicht en aan zijn haren. Angstvol keek hij zijne dochter aan. Het arme kind was onkenbaar. Een matte kleur verfde hare wangen, hare oogen waren diep in het hoofd gezonken en blonken met koortsachtigen glans. De brooddraagster bleef roerloos bij de tafel staan. Eindelijk zeide het jonge meisje do gebruikelijke controle eenige malen door een nachtwaker bezocht, maar deze beambte heeft geen enkele verdachte omstandigheid' bemerkt. Het is dan ook nog een geheim, boe de 'dader is binnengekomen, want ook de deuren of ramen vertooncn nergens sporen van geweld. Nader is gebleken, dat ruim f 2300 is ontvreemd uit de brandkast der S.S. te Utrecht. De beschadiging van de Nacht wacht. Nader verneemt, men dat de dader een 23-jarig jomgmiensch is. Hij1 was fatsoenlijk ge kleed, en zijn gedrag gaf aanvankelijk geen aan leiding tot argwaan. Omstreeks half een gister- namiddag kwam hij de NachtwachtzaM binnen. Eenige oogenblikken stond hij stil vóór het schil derij, .alsof hij het. met aandacht beschouwde; toen sprong hij plotseling vooruit en voor de dienstdoende opzichter B. W. Dijks, die op den achtergrond stond, het kon verhinderen, haalde de man drie maal met. zijn mes over het doek. Dijks sprong onmiddellijk toe, maar 'de dader dreigde hem met het mes, waarom de opzichter alarm maakte. Met 'behulp van zijn collega's kon hij den jongen man, die geen tegenstand moer bood, vatten en in verzekerde bewaring bren gen. Do Nachtwachtzaal was, in verband met het gebeurde, gisternamiddag voor het publiek ge sloten, maar de hoofddirecteur van het Rijks museum, jhr. B. W. F. v. Riemsdijk, stelde ons in staat, het doek te bezichtigen. De bescha digde plekten zijn, naar hierboven reeds ver meld is, drie in getal. Twee bevinden zich op de figuur van kapitein Frans Banning Cocq, de in het donker gekleede hoofdpersoon, an wiel eene óp de knieën en eene op de borst, de derde gaat over de borst van den gelen luitenant Willem van Ruytenburg. De eerstgenoemde schrap is het scherpst, maar waarschijnlijk niet dieper dan de dikte van een dubbeltje. De beide andere halen blijven aan de oppervlakte van bet vernis. De dader heeft, voor de politie reeds een volledige bekentenis afge legd. Hij wilde volgens zijn verklaring wraak nemen op den Staat der Nederlanden, en achtte het beter dien Staat te treffen in Den Nachtwacht, dan een van zijn dienaren naar het leven te staan. De dienstdoende opzichter is, naar zich begrij pen laat, zeer onder den indruk van het gebeurde, hoewel hij zich naar het oordeel der directie, niets te verwijten heeft. Integendeel is aan zijn optreden te danken, dat ernstiger onheilen met het kostbare doek voorkomen zijn. Op hiel; gepleegde misdrijf staat oen' gevangenis straf van ten hoogste twee jaar. Een ernstige twist. Men meldt uit Steen- wijk, d.d. 12 Jan. Een drietal personen, zekere K., E. en B. al hier, kregen gisteren over het. huren van een stukje grond twist. De ruzie liep zoo hoog, dat zij handgemeen werden, en het mes getrokken werd. De beide eers tg ©noemden kregen zeer érn stige wondonde laatstgenoemde enkele onbe duidende krabben in het gezicht. Dr. B. Koster verleend© heelkundige hulp. Anarchisten. De afdeeïing van tie Parij- sche politie, die belast is met het toezicht op te Parijs vertoevende vreemdelingen en buitem- landsche anarchisten, beeft, in verband met de gebeurtenissen te Londen, haar waakzaamheid verdubbeld. Men verwacht namelijk binnenkort oen groote uittocht van anarchisten uit Londen naar Parijs, tengevolge van de drastische maat regelen der Londensche politie. Het hoofd van deze afdeeïing' der Parijsche politie, M. Xavier Guichard, verklaarde aan een dagbladcorrespondent, dat hij waarschijnlijk de bandieten van Houndsditch wel kent. Moeraut- seff's kent hij verscheidene onder de anarchisten O, vader, wat hebt gij gedaan En wankelend hief zij de oogen ten hemel, vouwde de handen samen en ware achterover gevallen, toen de kunstschilder en zijn vriend toeschoten om haar te ondersteunen. Zij verloor half het bewustzijn, terwijl zij fluisterend zeide Ach moeder, gij hebt mijn vader, een el lendeling, bemindo, wie had dat gedacht Hare oogen bleven eenige minuten gesloten. Eene pijnlijke stilte heer3chte in het vertrek. Toen zij de oogen opende, lag haar vader voor haar op de knieën en stamelde snikkend Vergiffenis. Marie antwoordde niets, nam zijne hand en plaatste die weder op het papier. Schrijf, vader, beval zij. Joris Garaud schreef nog twee regels. Teeken nu. De ellendeling teekende. Marie nam het blad en zeide, terwijl zij het Jeanre Fortier, die zich haastte het aan te ne men, toestak. Ziehier uwe eerherstelling, juffrouw. Daarbij voegde zij, terwijl zij zich tot haar vader wendde Moge God u vergeven... Gelukkig, dat ik ga sterven. Die woorden boorden den ellendeling door de ziel; hij waggelde op zijne beenen. Met trillende stem kreet hij Mijn kind, mijne Marie, zwijg: O neen,gij en ook Ozeff's, Federoff's en Jacob Petersons. De anarchisten veranderen zoo dikwijls van naam, dat een naam absoluut geen kenleeken voor hen mag genoemd worden. Een Zeppelin-proef luchts©bi jp. - De „Zeppelinbaugesellschaft" heeft besloten een proefluchtschip t© bouwen. 'Zij' heeft daarmede het doel nauwkeurige proefnemingen, berekeningen enz. te doen, om daardoor omtrent het weerstands vermogen der voor- en zijvlakken en over de wxijvingsweerstanden nauwkeurige gegevens te krijgen. f I r Tot nu toe, heeft men, ondanks alle getheore tiseer, berekenen en speculeeren nog geen duide lijk beeld gekregen Omtrent de werkelijke ae!ro- dynamuk, omdat men slechts met kleine model len proefnemingen had gedaan. Want uit bet ovèrbrengen van de resultaten der kleine modellen op dë groote schepen kon mein geen directe gevolgtrekkingen maken om trent de grootere verhoudingen. Bij deze proefnemingen is men er vooral op bedacht alle belemmeringen op te sporen, die de snelheid kunnen verminderen, om daardoor de bewegingsvrijheid der luchtschepen te ver- grooten, Pn dus heslist betrouwbare motoren en luchtschnoeven van zoo groot mogelijke wer king te erlangen. 1 De proefnemingen zullen plaats hebben b(j de werkplaatsen le Friedrichshafen én pas wanneer volkoman bevredigende resultaten zijn verkregen, zullen weder Zeppelins als passagiersschepen in dienst gesteld worden. Einde van deze maand zullen de proeftochten reeds beginnen. Scheepvaart verkeer. De ^Shipping Gazette" vergelijkt de scheepvaart van de haven van Londen met die van Hamburg, Antwerpen en den Nieuwen Waterweg. In 1910 kwamen (van overzee) Londen binnen 10,837 schepen met 12,657,275 ton tegen 10,749 schepen met 12,026,466 ton in 1909een vermeerdering dus met 88 schepen en 630,809 ton d. i. een toeneming van tonnenmaat die bijna 160,000 ton grooter is dan die van Hamburg, een 20,000 ton grooter dan die van Antwerpen, maar ruim 450,000 ton geringer dan die van den Nieuwen Waterweg. Die uitkomst vindt de »Sh. G." te minder bevredigend voor Londen, waar 1910 een record jaar voor den Engelschen handel is geweest. Het v e rg i f t i g i n g s p r o c e s Schenk. Te Wheeling, in West-Virginia, is Dinsdag het proces tegen mevrouw Schenk begonnen beschul digd van poging tot vergiftiging van haar man. Uit het requisitoir van den officier van justitie bleek, dat John Schenk, de millioenenrijke var kenslager, 15 jaar geleden met het dienstmeisje Laura Farms worth huwde. Jonh Schenk's lietde voor zijn zeer mooie vrouw nam met de jaren nog toe, en hij willigde al hare wenschen in. Toen hij in den laatsten zomer van zijn reis naar Oberammergau terugkeerde, dat hij met zijn vriend Wolf had bezocht, werd hij plotseling ziek. Zijn vrouw verklaarde tegenover Wolf, dat haai man niet lang meer zou leven. En dat kon zij wel het beste weten, als de officier van justitie, want zij had vergift in zijn spijzen, vergift in zijn drank, vergift in zijn medicijnen gemengd. Het oudste dochtertje, dat eens uit vader's glas dronk, werd eveneens ziek. Vóór men den zieken rnillionnair naar het gast huis bracht, trachtte zijn vrouw hem nog eventjes met een laatste doodelijke dosis vergift eens en voorgoed van kant te maken. Haar toeleg mis lukte door een toeval. Da verdediger trachtte aan te toonen, dat John's oudere broeder, Alfred Schenk, de misdaad op zjjn geweten heeft. Het slachtoffer van de pogingen tot vergiftiging is weer genezen, maar weigert beslist vóór of tegen zijn vrouw te getuigen. »Het recht volge zijn loop," zegt hij. moogt niet sterven, gij moet gelukkig wezen Een blik, dien Marie hem toewierp, deed zijne woorden op zijne tong verstijven. De moordenaar sloeg de oogen neer voor zijn kind. En met langzamen tred verwijderde Marie zich. zooals zij gekomen was. Eene minuut ging ongeveer voorbij. Men hoorde niets dan de hijgende ademhaling van den rnillionnair, die met liet hoofd in de handen, op zijn schrijftafel was gevallen Eensklaps hoorde men het geluid van vele voetstappen in de groote zaal, die aan het studeervertrek grensde en Lucie, George Darier en Lucien Labroue verschenen tegelijk met den rechter van instructie, het hoofd dér geheime politie en eenige agenten, die Ovide Soliveau begeleidden. De aanwezigen waren ten prooi aan de grootste verwondering en angstige verwachting. De magistraten sloegen een onderzoekenden blik in het ronde. De brooddraagster was doodsbleek geworden, toen zij hare dochter Lucie bespeurd had. Instictmatig oper.de zij de armen en strekte ze naar haar uit. Moeder... mijne moeder.. riep Lucie uit, terwijl zij zich in de armen wierp van Jeanne, die haar aan het hart drukte en stamelde Mijne dochter! QWorit vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 5