Stads- en Gewestelijk Nieuws. politiek gemengd zijn, maar blijkbaar ook wel niet zonder invloed zijn bij onze regeering. Allen zonder onderscheid werpen iedere gemeenschap met den veldtocht der Fransche pers af en ver klaren, dat de kunstmatige ontroering, die zekere pers wil aankweken alhier geen grond zal vatten. De openbare meening is desaangaande zoo gerust mogelijk. Men is hier van oordeel, dat Nederland ongestoord zoovele forten mag bouwen waar en als het wil. Zulk een fort is althans verkieslijk boven het laten zinken in de Schelde van een paar beladen zeebodems, een maatregel waartoe Neder land in geval van nood en bij ontstentenis van een fort, zijn toevlucht wellicht kon nemen. Daar door zou de Antwerpsche handel heel wat meer schade ondervinden. Geenszins moet van de openbare meening, om het even welken, drang op de regeering, die er trouwens geenszins aan denkt, worden verwacht om België te lokken in het lastige parket, zich voor de bijzondere belangen van vreemde mogend heden in 't gareel te spannen. Men is hier over tuigd, geheel in overeenstemming te handelen met de openbare meening in Noord-Nederland Dat onze gezant in Den Haag zich liefst over de beteekenis van het verdrag van 1839 niet uit liet, wordt hier zeer verstandig genoemd. De Londensche berichtgever van het »IIdbl." heeft de meening van den heer John. Westlake, oud-president van het Instituut van Internationaal Recht, over de quaestie van de versterking van Vlissingen gevraagd. Deze heeft hem schriftelijk het volgende meegedeeld «Wanneer gij mij mijne meening vraagt over de Verdedigingswet, die thans aan de Neder, landsche Volksvertegenwoordiging is voorgelegd dus schrijft hij, «vraagt gij feitelijk mijne mee ning over het standpunt dat Nederland heeft in te nemen, bijaldien een der mogenheden, die de neutraliteit van België gewaarborgd hebben, zich verplicht zou achten aan dien waarborg te vol doen. Ik heb veel over de quaestie nagedacht als iemand, die zoowel Nederland en België een warm hart toedraagt en die in beide landen vele hoog geachte vrienden heeft en wil daarom gaarne aan uw verzoek voldoen. In de eerste plaats dan ben ik van oordee^ dat de rechten van Belgie in de Wester Schelde zich niet uitstrekken tot een deelen der souve- reiniteit of leiden kunnen tot iets van dien aard. Maar in de tweede plaats meende ik dat de quaestie voor Nederland niet eindigt met den wettelijken plicht van een neutralen Staat, geen doorgang aan een oorlogvoerende mogendheid te geven over zijn gebied, land of water. Die plicht komt slechts hierop neder, dat de Staat, die dien plicht verzaakt, niet langer neutraal is en niet kan eischen als zoodanig behandeld te worden. Hij is wettelijk even vrij den eisch van den vijand5 die over zijn gebied wil gaan, toe te staan en daarvoor de gevolgen ie aanvaarden, als hij is oorlog te verklaren, of eenige andere politieke daad te doen, en het is mogelijk dat hij zich verbonden heeft 'zulks te doen. De quaestie is dus de politieke vraag in welke verhouding staat Nederland tegenover de neutraliteit van België Het Tractaat van 1839 nu, tusschen de Groote Mogendheden en Nederland, vast-leggende de voor waarden voor de onafhankelijkheid van België, legt noodzakelijkerwijze tevens vast de voorwaar den voor het gebruik door Nederland van het geb.ed, niet aan België toegewezen, en een dier voorwaarden is .de voortdurende neutraliteit van laatstgenoemden staat, nedergelegd in No. 7 van de '24 artikelen aan het Tractaat toegevoegd. Daarom is die neutraliteit, ofschoon niet door Nederland gewaarborgd, een deel van de funda- menteele wet van beide landen, zooals ciie is vastgelegd door de mogendheden. Indien Spanje of Zweden de neutraliteit van België zouden schenden zou zulks eenvoudig zijn een inbreuk maken op internationale wetgeving. Indien Ne derland die neutraliteit ging schenden, zou er bovendien bestaan een inbreuk maken op de be palingen met dit land door de mogendheden ge maakt. Het is waar dat Nederland niet nadrukkelijk op zich heeft genomen de Wester Schelde open te laten voor de vloot van een mogenheid, die de neutraliteit van België inedewaarborgde en die de onzijdigheid van België mocht willen verde digen, doch het is om duidelijke redenen niet gebruikelijk, politieke verplichtingen vooraf even beslist te omschrijven als wettelijke. En ik meen dat een weigering de Wester Schelde open te laten in het veronderstelde geval, zóó onbestaan baar zou wezen in verband met de eigenaardige positie van Nederland tegenover de neutraliteit van België, dat de mogendheid, die eene zoodanige weigering zou ondervinden, het recht zou hebben zich daar aan niet te storen. Na al het bovenstaande, blijft er nog een prac- tische quaestie. Wat ook het juiste antwoord moge zijn op de rechtsvraag, niemand kan betwijfelen dat, bijaldien Nederland aan de waarborgende Mogendheid den toegang niet belette in het ver onderstelde geval, het de kans zou loopen zich de vijandschap op den hals te halen van de Mogend heid, tegen welke de waarborgende Mogendheid de neutraliteit van België zou willen verdedigen. Die kans zal te grooter zijn, naar mate de ver dedigingsmiddelen aan de rivier sterker zjjn. In dien de vaart over de rivier gemakkelijk kan worden geforceerd, zal de veronderstelde schender der Belgische neutraliteit er misschien niet toe overgaan Nederland te straffen voor het niet doen eener ydele poging om die doorvaart te beletten. Kan die doorvaart niet gemakkelijk worden ge forceerd, dan zal hij er beslist tegen opkomen dat die wordt toegelaten, zonder dat een poging wordt gedaan die doorvaart tegen te gaan, en die mo gelijkheid zal vermoedelijk beslissen ten aanzien der handelwijze van de Nederlandsche regeering van het oogenblik, afgescheiden van hetgeen thans de plannen mogen zijn. Het is daarom moeilijk voor de Nederlandsche Verdedigingswet, indien deze bekrachtigd wordt en uitgevoerd, iets anders te voorzien, dan dat zij meerdere zekerheid zal ge ven aan de flanken eener Mogendheid, die België binnendringt en daarmede de neutraliteit van dat land schendt. Dat Nederland de voorgestelde ver sterkingen zou behoeven voor zijn eigen verdedi ging is onbegrijpelijk". Verschillende buitenlandsche bladen schrijven nog over de fortificatie van Vlissingen. De Londensche «Daily Telegraph" komt in een uitvoerig artikel tot de volgende slotsom Voor het oogenblik behoeft de versterking van Vlis singen alleen maar beschouwd te worden, als nog een vlaag van den wind, waarvan ieder verstandig man, ook zonder deze kwestie, reeds sedert lang de kracht en de richting kent. De Romeinsche «Popoio" zegt, dat de nota der Fransche regeering over Vlissingen ter gelegener tijd kwam, want hierdoor voorkomt minister Pi- chon iedere interpretatie, die zijn verklaringen, in de Fransche Kamer afgelegd, zou kunnen ver minken. De «Popoio" verklaart voorts dat Italië geen stem heeft in de Vlissingsche kwestie, daar Sar dinië niet tot de onderteekenaren van het verdrag van 1839 behoort. De Weener »Reichspost" zegt, dat de Vlissing sche kwestie tot een directe gedachtenwisseling tusschen Holland en België zal leiden, daar België het recht heeft te weten hoe de vrije toegang van de Schelde aan dit land zal worden gewaar- uitgenoodigd, met bekwamen spoed den raad een concept-verordening ter vaststelling aan te bieden, regelende de belasting op de publieke vermake lijkheden. De riviortoL De Centrale vereeniging voor Duitsche binnen scheepvaart heeft in een te Berlijn gehouden vergadering opnieuw een scherp besluit tegen de heffing van riviertollen aangenomen. Mocht het wetsontwerp echter toch tot stand komen, dan verlangt de vereeniging verschillende wijzigingen er in, als: lo. te verwerpen is de bestrijding van de kosten van onderhoud van alle waterstaats werken uit de opbrengst van den tol'2o. het begrip kosten van onderhoud moet nauwkeuriger omschreven worden en een onafhankelijk rechter zal de kosten moeten omslaan3o. de Strombei- rate (adviseerende lichamen voor de commissies van bestuur) moeten anders ingericht worden 4o. Onderzocht dient te warden, of een heffing volgens gewicht en afstand niet te vervangen ware door een heffing naar het gewicht alleen. borgd in geval van een conflict. Tweede Kamerverkiezing te Sneek. Ds. B. Klein Wassink te Leeuwarden, heeft voor de hem aangeboden candidatuur voor de Tweede Kamer, voor het district Sneek, bedankt. Jhr. Iluys. «De Tijd" verneemt, dat 't in de bedoeling ligt van jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, Kamer lid voor Gulpen, om voorloopig een maand te Montreux te blijven, waarheen hij met zijne echt- genoote is vertrokken. Jhr. Ruys zou zich over spannen hebben ten gevolge van zijne zeer drukke bezigheden. Het Juliana-blocmpje. Door de «Federatie der vpf diocesane R. K. Volksbonden en Werklieden-organisaties in Ne derland" is namens de ruim 40.000 Kath. werk lieden, die de Federatie telt, naar het «Centrum" meldt, een protest-schrijven gezonden aan het bestuur der Centrale Vereeniging ter bestrijding der Tuberculose, tegen het bekende besluit, om op den verjaardag van 't Prinsesje niet meer de Juliana-bloem met het Oranje-hartje ten verkoop aan te bieden, doch dit te vervangen door de neutrale sweldigdaheidsbloem". De Federatie verzoekt het bestuur der Centrale Vereeniging dringend alsnog hierop terug te ko men. Zoo niet, dan zullen pogingen in het werk worden gesteld om langs een anderen weg, buiten de neutrale weldadigheidsbloem" om, de arme te ringlijders te hulp te komen. Legeruitbreid ing. Men schrijft aan «De Avp." Met het nieuwe Militie ontwerp, waarbij het jaarlijks in te lijven aantal lotelingen van 17.500 op 23.000 zal worden gebracht, zal een legeruit- breiding gepaard gaan, bestaande in de oprich ting van 4 zg. fortcompagnieën per regiment infanterie. De nieuwe inkomsten-belasting te 's Gravenhage. In het «Vaderland" van gisteravond vinden wij berekend hetgeen door een Ilaagsch huisvader met één kind voor 1911 vermoedelijk aan inkom stenbelasting zal moeten worden betaald inkomen le klasse f 600 tot beneden 700 f 1.87 2e 700 800 3.96 3e 800 900 6.27 4e 900 1000 8.74 5e 1000 «1200 12.66 6e 1200 «1400 18.03 7e «1400 »1600 23.56 8e »1600 »1800 s 29.08 9e 5> 1800 »2000 34.76 10e 2000 5> 2200 40.43 He 2200 5) 5> 2400 46.25 12e 5) 5)2400 5i 5> «2600 52 08 13e »2600 5> 5> «2800 58.05 14e 2800 5) 5i 5> 3000 64.02 15e 5) 55 3000 5) 55 5) 3400 72.98 16e 5> 5> 3400 5> 55 5) 3800 55 84.93 17e 5> 3800 55 55 5> 4200 55 96.88 18e >5 55 4200 5> 4600 55108.82 19e 55 5)4600 5) 5> 5)5000 «120.77 20e «5000 55 5500 «134.21 21e 5> 5500 56000 149.14 22o 55 6000 55 5> 7000 171.54 23e 7000 8000 201.41 Voor iedere volgende klasse komt daarbij f 29.861/2, zoodat de 100e klasse met een inkomen van f84.000 tot beneden f85.000 f 2501.06 en de 116e klasse met een inkomen van f 100.000 tot beneden f 101.000 f2978.91 belasting vordert. Deze belastingbedragen vergelijkende met die uit andere gemeenten, zegt de schrijver, willen wij Den Haag en zyn bewoners gelukwenschen met deze nieuwe belasting, welke zoo gunstig afsteekt bij haar voorgangster. Het maximum percentage nadert het cijfer 3, maar bereikt het niet. Het verhoudingscijfer, waarmede de in de ver ordening vastgestelde schaal moet worden ver menigvuldigd, wordt ongeveer 0.75. Nederlandsch-Franscli incident. Het «Hdbl." verneemt, dat de naam van den Franschman, die in het geschil met een onzer landgenooten te Tanzjer betrokken is, niet Gautsch is, doch Blanchet. De eerstgenoemde Gautsch heeft zijn rechten aan dezen Blanchet overge daan. Blanchet had door een 15-tal gewapende Ara bieren het terrein doen ontruimen. Den volgenden morgen is door een tiental ge wapende Spanjaarden en een 15-tal Arabieren het terrein heroverd. Ongelukken kwamen er niet voorhet wapenvertoon was voor de ont ruiming voldoende. Het schijnt vrijwel vast te staan, zoo zegt het «Hdbl".,dat door bemiddeling van de Nederlandsche en Fransche gezanten het geschil aan de uitspraak van arbiters onderworpen zal worden, zoodat een vreedzame en normale oplossing waarschijnlijk is. De «Zeven Provinciën." Reuter seint uit Johannesburg De commandant, officieren en leden der be manning van de «Zeven Provinciën" zijn hier aangekomen en werden verwelkomd door den burgemeester en den Nederlandschen consul. Zij bezochten verschillende bezienswaardigheden, o.m. de Robinson-mijn. Belasting op publieke vermakelijkheden. Na uitvoerige debatten werd gisteren door den gemeenteraad van Leiden een motie van orde van den heer Sijtsma met 17 tegen 11 stemmen aan genomen, waarbij B. en W. van Leiden worden door de leden werd gesteld, en hoe zij den arbeid van den heer Smits weten te waardeeren. Vervolgens bracht de penningmeester, de heer Hrs. Rebers, verslag uit over den toestand der financiën in 1910. Uit zijn verslag bleek, dat de toestand der geldmiddelen gezond is te achten, dat een flink batig saldo in kas was, doch dat ook met beleid moest worden verder gearbeid, aangezien niemand weet, wat de toekomst ons zal brengen. Ook de heer Rebers oogstte een welverdiend applaus voor zijn werken voor «Ka tholiek Leven" De door den voorzitter benoem de commissie tot onderzoek der boeken en be scheiden van den penningmeester, bestaande uit de heeren F. Marrevee en v. d. Weyden, bracht, na gehouden onderzoek, bij monde van den heer Marrevee verslag uit. Deze deelde der vergadering mede, dat de commissie alles in orde bevonden had, en niet nalaten wilde den heer Rebers dank te zéggen voor de accurate en degelijke wijze van behandeling der gelden. Bij de verdere behandeling der agenda deelde de voorzitter nog verschillende maatregelen mede, welke in het belang van «Katholiek Leven' dienen te worden genomen, terwijl bij de rondvraag, de heer Th. Nüring nog eenige belangrijke voorstel len aan de hand deed, waarvan de voorzitter een spoedig behandeling toezegde. Vervolgens sprak de heer Lagerwey, namens de Commissie v. Toezicht, nog een opwekkend woord totde aanwezigen, 'twelk blijkbaar insloeg, gehoord het langdurig applaus. Voorts sprak de heer A. Zoetmulder Jos.zn. een woord van hulde tot den voorzitter voor zijn leiding der vereeni ging, waarna pater Bartijn in kernachtige woor den ons nog wees op de roeping der katholieke jongelieden, ons aansporend getrouw de vergade ringen bi) te wonen, veel gebruik te maken van de bibliotheek, dan is Zijn Weleerw. er van overtuigd dat het in «Katholiek Leven" geleerde, zal strek ken tot voordeel der leden, tot heil van Kerk en Maatschappij. Zooals altijd kreeg pater Bartijn een dankbaar applaus, getuigend van de oprechte waardeering en hoogachting der leden voor hunnen geestelij ken raadsman. Onder dankbetuiging aan de sprekers, sloot de voorzitter deze schitterende vergadering met den Christelijken groet. Hierna bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen, gedurende welken eenige Esperanto-liede- ren werden gezongen en menig hartelijk en vroolijk woord werd gesproken, waarbij men nu reeds dacht aan ons eerste lustrum. Edoch, dit later. Bij het scheiden was er slechts één roep over deze vei'gaderingiedereen was voldaan. Moge 't steeds zoo blijven 1 Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 27 Januari 1911, medegedeeld door het Kon. Ned Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 775.9 te Clermont. Laagste barometerstand 744.7 te Haparanda. Verwachting tot den volgenden dag zwakke, tot matigen, meest zuidwestelijke wind, betrok ken tot zwaarbewolkt, weinig of geen regen, zelfde temperatuur. „Katholiek Leven". Het volgend verslag wordt ons ter plaatsing gezonden Woensdagavond j.l. hield deze vereeniging haar vierdejaarvergadering. Na een woord van welkom, wenschte de voorzitter deze gelegenheid tevens te benutten om de leden op deze eerste verga dering in 1911 een «Zalig Nieuwjaar" toe te wen schen, hopende, dat het nieuwe jaar én voor «Katholiek Leven" èn voor hare leden moge zijn in den vollen zin van het woord een gelukkig jaar. Het woord was nu aan den secretaris, den heer L. Smits, tot het uitbrengen van zijn jaarverslag. In een mooi en degelijk betoog liet de heer Smit ons hooren hoe de toestand was onzer vereeni ging in 1910. Wij stippen hieruit aan, dat het aantal leden op 1 Januari 1910 bedroeg 140 en 1 Januari 1911 was gestegen tot 151. Een kleine vooruitgang, waarbij echter in het oog moet wor den gehouden, dat onze vereeniging niet ten doel heeft onfsnpanning, doch in de allereerste plaats inspanning. Voorts wees het verslag op het nog niet veelvuldig gebruik maken van de bibliotheek 't welk in den loop van dit jaar wel beter zal worden, gaf, een overzicht van de behandelde onderwerpen, van de gehouden vergaderingen, en werd tevens nog een woord van dank gebracht aan den ëerw. adviseur pater Bartijn O.P., en aan de Commissie van Toezicht, de heeren P. J. La gerwey en F. J. Smit, voor de trouwe medewerking in 1910 van hen ondervonden. Nadat de secre taris zijn jaarverslag had geëindigd, brak een da verend applaus los, waarop de voorzitter den sec retaris torecht mocht wijzen, omdat dit applaus het bewijs leverde, hoe dit verslag op hoogan prjjs OndersteuningsfondsVolksbond. De jaarvergadering van het Ondersteunings fonds «St. Liduina," onderafdeeling van den Ned. R. K. Volksbond afd. Schiedam, werd gister-avond in de Bondsgehoorzaal gehouden. Bij afwezigheid van den voozritter opende de penningmeester, de heer J. van Riet, de verga dering, waarna hij door den secretaris de notulen der vorige vergadering deed voorlezen, die onver anderd werden goedgekeurd. De penningmeester, de heer J. van Riet, deed daarna rekening over het afgeloopen jaar, waaruit bleek, dat er was ontvangen: aan contributie der leden f 1696.44 en van de donateurs f220.50- Hiervan is uitgekeerd aan ziekengeld f 1494.70, zoodat, met kassaldo van het vorig jaar, de staat van het fonds is f3326.24. Van dit bedrag moet afgezonderd worden f1000 voor de reservekas en f 50 als borgstelling van den bode. Daarna blijkt, dat in dit boekjaar een avance van f417.82 is gemaakt. Vervolgens werd behandeld een verzoek van het comité voor het busje «Hulp in Nood" om een klein bedrag uit de kas van het fonds, wijl het busje niet in staat is om de contributie der Bondsleden te betalen, die zelf niet hun bijdrage aan de Bondsafdeeling kunnen voldoen. Met meer derheid van stemmen werd daartoe een bedrag van f 30 toegestaan. Bij de rondvraag wenschten een paar leden het ziekengeld verhoogd te zien, Hierover ontstond nog eenige discussie maar de voorzitter wees bedoelden leden op het artikel van het reglement, bepalend dat voorstellen door leden in eene ver gadering gedaan, in eene volgende vergadering behandeld worden. Niets meer aan de orde zijnde, sloot de waar nemende voorzitter de vergadering op de gebrui kelijke wijze. „Zang en Vriendschap''. De Mannenzangvereeniging «Zang en Vriend schap", dir. de heer B. Jurgens alhier, zal op Maandag 6 Februari a.s., 's avonds 8 ure, in dé zaal der S.O.V. een concert geven. Tot dit concert zullen hunne medewerking vef leenen de heer Th. Wouterlood, (bariton} alhier en M. F. H. de Haas, viool, te Rotterdam, terwijl de pianobegeleiding aan mej. N. Feltzer zal zij0 toevertrouwd. Opgevoerd zal o.m. worden «In 't Woud", va° Rich-Hol. Er worden in den laatsten tyd oü' derhandelingen gevoerd tusschen het Gemeente' bestuur van Schiedam en de Commissie voor de bestrating van Schielands Hoogen Zeedijk over d® verplaatsing van het tolhuisje en tolhek van het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 2