Dagblad voor
ten Omstreken.
Trouw.
S'S™? rr' w"re"'
34ste Jaargang.
Vrijdag 3 Februari 1911.
No. 9934.
feuilleton;""
Officieele berichten.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
Buitenlandsch Nieuws.
Verspreide berichten.
Staten-Generaal.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.— per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij aile Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders,
Bureau BOTERSTRAAT 50.
PRIJS OER ADVERTENTISN;
Van 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 16 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel*
Foor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
Inrichtingen welke gevaar, sehade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet,
Brengen ter algemeene kennis, dat op heden
aan Aug. Sehneller en zijne rechtverkrijgenden
yergunning is verleend tot het oprichten eener
inrichting voor het vervaardigen en herstellen
inn electrische-instrumenten en -werktuigen in
het pand staande aan de Lange Haven no. 66,
kadaster Sectie C. No. 1133, gedreven door een
gasmotor van 6 P.K.
Schiedam, 2 Februari 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
Gelet op de bepalingen der Hinderwet
Brengen ter algemeene kennis, dat op heden
aan de N. V. «Molen de Vryheid" en hare recht
verkrijgende vergunning is verleend tot Uitbreiding
,'aier waaldery aan de JSoordved no. 40,
50 pif61" no- 161» met een gasmotor van
1 .K., drijvende den bestaanden maalgang.
Schiedam, 2 Februari 1911
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
De Secretaris,
V. SICKENGA.
FRANKRIJK.
De Fransche Senaat beraadslaagde gister over
de aanvullingscredieten voor Marokko.
Minister Pichon verklaarde, dat het Fransch-
Engelsche verdrag van 1904 een der vruchtbaarste
handelingen tis, ooit door de republiekeinsche
regeering verricht.
»De acte van Algesiras was noodzakelijk'', aldus
ichon, «en wij hebben ons niet over hare re
sultaten te beklagen. Wij hebben drie overeen
komsten met den sultan onderteekend, wij hehben
het ontruimen van het Chaouia-gebied afhankelijk
gesteld van de oprichting van een voldoend en
weionderwezen Marokkaansch legerkorps: wij
hebben de trapsgewijze vermindering van onze
strijdkrachten ingevoerd."
Antwoordend op de vraag van een Kamerlid
dat weten wilde, of dit nog lang kon duren, ver
klaarde Pichon, dat hij dit wel geloofde. «Wij
moeten zeker zijn van de rust in Marokko, opdat
niemand zich daar m onze plaats nestele."
Zijn redevoering vervolgend, zeide Pichon
«Wij willen een politiek van vrede en van ver
zoening."
Een verhaal uit het tijdperk der Fransche Revolutie.
(Naar het Fransch.)
12)
„Wie zijn deze lieden vroeg de commissaris-
generaal aan den cipier, die hem als gids rond
leidde.
„Het zijn priesters, die geweigerd hebben den
eed af te leggen," antwoordde deze.
Gaarne zou De Fromental zijn hoofd ontbloot
hebben voor deze edele belijders, maar dit tee-
ken van eerbied zou voldoende geweest zijn om
hein zelf in gevaar te brengen. Hij verborg dus
zorgvuldig zijn gevoelens en bezocht de andere
gedeelten vail het gebouw, die met arme Ven-
deesche boeren waren opgepropt. Zij waren
zoozeer van vermoeienis uitgeput, dat zij in
diepen slaap verzonken lagen op dé harde vïoer-
steenen, terwijl zij toch hun doodvonnis 'af
wachtten. De Fromental vervolgde zijn weg om
de pastorie van Sainte-Cröix en het Ursulinen-
klooster te bezoeken, die, naar hij wist. insgelijks
vol gevangenen waren. Nauwelijks echter was
hij eenige schreden op weg, of het geluid van
niusketvuur trof zijn oor. Het knallen, dat van
den kant van Pontliéué kwam, deed'hem be
sluiten te keerèn. Vlug richtte hij zijn schreden
Antwoordend op de kritiek, die uitgeoefend is
op de drievoudige entente, verklaarde Pichon
«Het is wat zonderling om te verklaren, dat de
entente met Engeland geen resultaat heeft opge
leverd, en dat er omtrent legerzaken niet meer
met Engeland van gedachten wordt gewisseld.
Nimmer was de «entente cordiale" meer vol
ledig en meer productief dan juist op dit oogen-
blik. En hoe kan men er toe komen, telkenmale
ons verbond met Rusland in twijfel te trekken
Wij zijn en blijven steeds met onze bondgenooten
in relatie en wij vereenigen nog steeds onze po
gingen ten einde den vrede en onze waardigheid
te handhaven.
Wij willen den vrede, maar tevens de kracht
van Frankrijk waarborgen. Ik verklaar het hier,
dat nooit de politieke positie van Frankrijk beter
was dan thans."
Lamarzelle zegt hierop, dat Pichon zich moest
herinneren, dat, tijdens de annexatie van Bosnië-
Herzegowina door Oostenrijk, Duitschland de be
slissende tusschenkomst uitoefende.
«Rusland en Duitschland", zoo vervolgt La
marzelle, «regelden onderling de kwe'stie van den
Bagdad-spoorweg. Evenmin werden wij gekend in
de aangelegenheid der Vlissinger versterkings-
werken. Alleen Duitschland uitte zijn krachtigen,
scherp omlijnden wil.
Plaissières doet vervolgens opmerken, dat het
wenschelijk zou zijn, dat Pichon licht ontstak
aangaande de volgende feitenHeett Rusland,
vóór de samenkomst te Postdam, inlichtingen
verschaft omtrent hetgeen daar zou worden ver
handeld. ja of neen
Pichon antwoordt hierop
«Frankrijk en Rusland zijn te nauw met elkaar
verbonden, dan dat wij door Rusland niet zouden
zijn ingelicht omtrent hetgeen het bij de samen
komst dacht te zeggen. Rusland heeft ons doen
weten, dat er bij de samenkomst gesproken zou
worden over Perzië en de Turksch-Perzische
spoorwegen, maar andere vraagstukken konden
door den woordvoerder van Rusland niet worden
opgeworpen.
Rusland hield ons dag aan dag geheel en al
op de hoogte van alles wat er tijdens de samen
komst was gezegd. Het staat niet aan mij, te
zeggen wat er uit die mededeelingen kan voort
vloeien. maar ik kan verzekeren, dat wij uit het
oogpunt van onze landsbelangen en die van den
vrede niets te klagen zullen hebben".
De algemeene beraadslagingen zijn nu gesloten.
Het Marokko-wetsontwerp wordt met 230 tegen
1 stem aangenomen.
TURKIJë.
Volgens officieele berichten heeft tusschen Epha
en Hodeidah een nieuw gevecht plaats gehad
tusschen het Turksche leger en sterke troepen
van Arabieren. De Turksche troepen verloren
een bergkanon en de Arabieren namen tal van
Turken gevangen. Later rukten versterkingen aan,
die er in slaagden de Arabieren op de vlucht te
drijven.
naar de plaats, die verscheiden dagen lang het
n'waf geweest van menigen bloedigen
Jf nu un' die er lieen voerde, was dicht
ïmnen 1 bfaaid- Overwinnaars on overwon-
bodem °r elkailder °P den vochtigen
elkaar jiv i i' zonder dat men ze van
uitgeschud evTV ^on' want aBen waren
de afschifwediki °i° 0fs^oon de officier aan
ue aifacnuwelijkheden van den oorlosr e-ewenrl
SLt ffkeletterf lat herrTeen
kant der brul lede" voer' Maar aan den
Kant aei biug, waar tot nog toe eewonnliik
slechts hooivorken en andere landbouw gereed-
een schouwspel, dat hem nog meer trof
Omstreeks vijftig Vendeeërs van allen leeftijd
Gedood ffe ;hltaren JUiSt neei'gescho:en niet
gedood met het zwaard in de vuist in de hitte
van het gevecht, maar onbarmhartig in koelen
Sndehiw™ i Een gI'°0t aantal hunner, die
doodeh.ik gewond waren, maar in wie de levens
geesten nog niet waren uitgedoofd, wrongen en
keelden zich in de stuiptrekkingen van den
doodstrijd. Ken jeugdige moeder, wier hoofd door
een kogel veibiiizeld was, drukte no0, haar
hulpeloos kind, dat luidkeels schreide, aan haar
gefolteiden boezem terwijl een arm klein meisje
van twaalf of dertien jaar, dat lichtelijk aan de
rechterzijde gewond en met het bloed barer
vèi wanten en vrienden bedekt was, hartver
scheurend op haar knieen om ontferming riep.
Snel als een pijl wierp zich De Fromental te
midden van dit tooneel van woord, greep den
De Arabieren verloren 200 man, aan Turksche
zijde werden 50 soldaten gedood en gewond.
AMERIKA.
De Amerikaansche Senaat nam gister de wet
tot verleening van subsidie aan de scheepvaart
maatschappijen met 39 stemmen vóór en 39 stem
men tegen aan. De stem van den vice-president
besliste. De wet voorziet in een uitgaaf, welke
jaarlijks 4 mill, niet te boven gaat, voor het
mailtransport tusschen de Vereen. Staten en Zuid-
Amerika. De voorstanders der wet zijn van mee
ning. dat op deze wijze het scheepvaartmonopolie
verbroken wordt.
CHINA.
De berichten over de pest in China luiden steeds
'somberder.
Men is nu te Karbin begonnen, in het groot
lijken van pestlijders te verbranden. Het geschied
op 2 mijl afstands van de stad en onder militaire
bewaking. De bevolking laat dit toe, zij is geheel
ter neer geslagen. Bovendien begint er vooral
onder de arme Chineezen ernstig gebrek te heer
schen, omdat zij met meer toegelaten worden in
de Europeanenwijk, waar zij gewoonlijk hun brood
verdienen. De Chineesche regeering tracht in
dezen nood te voorzien.
Dr. Graham Aschland geeft een beschrijving
van de epidemie, waarin hij wijst op de onge
wone hevigheid der vreeselijke ziekte. Men ziet
lieden over straat loopen, die zich volmaakt wei
gevoelen. Plotseling stijgt hun lichaamstempera
tuur tot 40° en in 2 of 3 uur zijn zij dood. Het
gemiddelde sterftecijfer in de Chineezenstad be
droeg niettegenstaande de vermindering van de be
volking door sterfte en vlucht, nog 150 dooden
daags. Hiervan bezwijken er 40 a 60 in de ba
rakken. De overigen worden door den hygiënischen
dienst dood op straat gevonden.
De stad Joeg-ping-foe, die binnen den grooten
muur, maar niet aan den spoorweg ligt, moet
zwaar besmet zijn. Te Peking zijn wederom twee
pestgevallen geconstateerd.
Reuter seint uit Jekaterinodar, dat te Kosa-
kendorf en Apacheron in de nabijheid van het
Maikop- en Kubangebied nieuwe spuitende petro-
leumbronnen ontdekt zijn, die dagelijks een half
millioen pud petroleum produceeren.
De «Times" meldt dat een idioot een aan
val heeft gedaan op Gayner, den burgemeester
van New A'ork. Voor hij echter kwaad kon doen,
was hij gegrepen.
Tijdens de gewone oefeningen der marine,
ontplofte te Spezia een onderzeesche mijn te
vroegtijdig. Drie onder-officieren werden gedood
en twee matrozen gewond.
Volgens telegrammen uit Napels, zou daar
een individu gearresteerd zijn, die buitengewoon
goed op «Peter de Schilder" gelijkt.
De «Vossische Zeitung" verneemt, dat Te-
arm van den snooden soldaat, toen deze op het
punt stond zijn teeder slachtoffer met de kolf
van zijn geweer neer te slaan en riep uit
„Houd opHet kind heeft den leeftijd nog
niet bereikt, die door de wet is voorgeschreven
„Goed," mompelde de republikein onverschil
lig; „doe, zoo als gij wilt. burger. Het is mij
bij slot van rekening hetzelfde
En met de rest der bende deinsde hij af.
De Fromental hief het meisje liefderijk op,
sprak het vriendelijk aan en deed zijn best om
het te stillen, en te troosten. Ondertusschen
stond hij er gfootelijks mee verlegen, waar hij
zijn kleine beschermelinge een schuilplaats zou
verschaffen, toen een oude vrouw, die getuige
geweest was van het voorval, naderbij kwam
en met van aandoening trillende stem zei
„Ik heb een eenigen zoon gehad, mijnheer.
Hij viel in de loting en sneuvelde op het slag
veld. Als gij deze twee weezen aan mijn zorg
wilt toevertrouwen, en zij wees naar het
meisje en het jongetje, wier moeder juist den
laatsten adem had uitgeblazen, zal ik hen
verzorgen ter wille en ter gedachtenis van mijn
arnten overleden August."
„Neem ze dan vlug, goede vrouw," antwoord
de de officier met fluisterende stem, „en moge
God u voor deze schoone daad beloonen
En toen hij wat bedaard geworden was door
deze daad van welwillendheid, vervolgde hij
zijn weg en keerde haastig naar de stad te-
rug.
heran door ongewoon sterken sneeuwval sedert
weken bijna geheel van de buitenwereld is afge
sloten. Het telephonisch en het telegraphisch ver
keer zijn gedeeltelijk gestoord. Onder de bevolking
heerscht door de koude en de duurte der levens
middelen groote nood.
EERSTE KAMER.
Zitting van Donderdag 2 Febr.
Staatsbegrooting 1911.
Algemeene beschouwingen.
De heer Van N i e r o p, zijne gistermiddag
onderbroken rede vervolgende, blijft bij zijne mee
ning, dat het uitgeven eener leening verleden
jaar een renteverlies van een millioen zou hebben
opgeleverd. A\7at het gebruik maken van de
Rijkspostspaarbank aangaat, betoogt spr., dat de
Minister van Financiën zich niet vejschuilen kan
achter den Raad van Toezicht. Hij en niemand
anders is de verantwoordelijke man en de Raad
van Toezicht heeft niet te beoordeelen of de geld
markt gezond is. Tegen eene buitenlandsche ef
fecten-portefeuille verklaarde spr. bezwaar te
hebben, niet tegen een buitenlandsche wissel
portefeuille. De Hegeering moet alles doen om
te bevorderen geldbelegging in onze Staatsfond
sen. Al hetgeen verleden jaar gebeurd is, ver
oordeelt spr. niet, maar er valt de les uit te
trekken, dat het niet raadzaam is, de vlottende
schuld bij de Nederlandsche Bank op te nemen.
In zijn verder betoog deed spr. de wenschelijk-
heid uitkomen van plaatsing van de vlottendescbuld
op de openbare markt in plaats van de Bank.
Ten slotte den algemeenen fmancieelen toestand
van het land beschouwende, achtte spreker dien
toestand niet gunstig, doch de vooruitzichten niet
zoo somber, als zij gisteren door de rechterzijde
zijn geschilderd, met de kennelijke bedoeling om
de noodzakelijkheid van protectie aan te toonen.
In dit verband wees spreker er op, dat er voor-
boelden van zijn dat protectie de welvaajt niet
tengoede komt Spreker becijferde dat als er ver
meerdering van lasten moet komen, bet Neder
landsche volk deze wel zal kunnen dragen Zoo
slecht staat het met onze welvaart en onze draag
kracht nog niet. Maar spreker vindt lastenver-
meerdering natuurlijk niet aanbevelenswaardig,
maar het is ook volstrekt niet noodig.
Het zal althans niet noodig zijn, indien men het
juiste middel aanwend besliste beperking van de
uitgaven, bij het gunstig aecrès onzer middelen
Maar het moet spoedig geschieden, want anders
zal opnieuw niet te ontkomen zijn aan de 10 op
centen op 't Bedrijf en 't Vermogen
De heer 't Hooft, nader uiteenzettende zijn
meermalen verkondigde meening, dat de Regee
ring het Tweede Kamer-votum, dat Minister Cool
deed aftreden, te voorkomen, hoopte, dat de nieuwe
Minister met flinkheid en beslistheid den weg van
verbetering onzer defensie zal opgaan. Toch had
hij liever den voorrang zien gegeven van reor
ganisatie onzer levende strijdkrachten, boven ver
betering der doode weermiddelen.
Bij de bespreking van den toestand van ons
leger, met name weer de infanterie, sloot spreker
zich aan bij de meening dat de oorzank van den
tegenwoordigen slechten toestand zoo dan niet
geheel, dan toch voor een goed deel is te wijten
aan de maatregelen door den oud-Minister Staal
genomen, en speaiaal oordeelde hij, dat hettwee-
ploegenstelsel, dat thans door den heer Staal zoo
wordt afgekeurd, het noodzakelijke gevolg van
Staal's optreden is geweest.
VL
Nadat de commissaris de pastorie van Saint-
Croix en het Ursulinenklooster doorloopen had
zonder te vinden wie hij zocht- kwam hij ten
laatste op het plein der Jacobijnen, dat nog
bezaaid was met de verminkte lijken van om
streeks dertig vrouwen en kinderen. De ver
foeilijke Pottier La Morandiépe had ze dien mor
gen uit de huizen van bewaring laten sleepen
en ze met sabels en stokken laten doodslaan.
De Fromental wendde huiverend van afgrijzen
het hoofd af en haastte zich verder. Met vluggen
tred richtte hij zich naar een uitgestrekt ge
bouw, dat uit twee ongelijke deelen bestond.
Men. kon het dadelijk als een klooster herken
nen en op de kapel stond no-t het kruis, dat
tot nog -toe aan de woede der republikeinen
ontsnapt was. Dit was het huis van de Oratorie,
waar talrijke Vendeesche vrouwen gevangen
gehouden werden. Zij waren gewelddadig aan
hun echtgenooten en broeders ontrukt, van
vermoeienis uitgeput en van smart verteerd. Zij
waren allen zonder onderscheid in de kapel
gedrongen en hadden slechts een weinig grof
zwart brood voor voedsel. Nergens konden zij
hun kranke lichamen uitstrekken dan op de
vochtige steenen der gevangenis en slechts
lompen hadden zij om zich tegen de strenge
koude van de maand December te vrijwaren.
Als gevolg van de ontberingen, die zij verduurd
hadden, waren velen harer aangetast door een
vreeselijke besmetting, die toen ter tijd liet
Vendeesche leger dunde. Wordt vervolgd