Staten-Generaal.
Rechtzaken.
Gemeentetaad.
Stads* en Gewestelijk Nieuws.
meergemeld
EERSTE KAMER.
Zitting van Dinsdag 7 Febr.
De heer Vermeulen vangt de beraadsla
ging over de begrooting van binnenlandsche zaken
aan met een bespreking van het subsidie aan
openbare leeszalen. Hij keurt dit af, doch wil,
nu het subsidie er komt, ook de katholieke lees
zalen gesubsidieerd zien uit een oogpunt van
billijkheid.
Spr. wil aan het Haagsche Lyceum, waar
slechts 4 jaar klassieke talen worden gedoceerd,
niet het recht toegekend zien, leerlingen na eind
examen toegelaten te krijgen aan universiteiten.
De heer Wo 1 tj er vraagt naar het plan der
regeering, dat leiden moet tot uitvoering der
denkbeelden uit het Ineenschakelingsrapport. Spr:
verzoekt publicatie van de adviezen der inspec
teurs van het onderwijs over dit rapport en glo
bale berekening der kosten, verbonden aan uit
voering der voorstellen, vervat in
rapport.
Spr. vraagt voorts, hoe gedacht wordt over
de wenschelijkheid van slechts één doctoraat aan
iedere faculteit.
De minister houdt met zijn partieele voorstel
len te weinig rekening met, het rapport der In-
eenschakelingscommissiedit zal verwarring
brengen en onbillijkheid
De subsidieering van openbare leeszalen doet
spr. vreezen voor aandrang van alle leeszalen om
subsidie, wat het particulier initiatief verlammen
zal. Behalve godsdienstige bezwaren, zijn er
andere bedenkingen tegen openbare leeszalen te
maken. Ligt het wel op den weg der overheid,
openbare leeszalen in stand te houden Welk
is het Protestantsch beginsel, waarop dr. De Vis
ser zich in deze beriep'? Wie zal beslissen, welke
lectuur zuiver propagandistisch is en als zoodanig
misplaatst in de openbare leeszaal Spr. betreurt
het subsidie-voorstel der regeering.
De heer van den B i e s e n zal stemming
vragen over de begrooting, als de Min. geen sub
sidie voor de katholieke leeszalen belooft.
Spr. behandelt dan zijn nota over de gemeente-
financiën en de
redding voor de gemeenten.
Ten slotte bestrijdt spr, de Woningwet en geeft
vele voorbeelden van vexatoir bouw- en woning
toezicht en de gevolgen daarvan.
De heer Van der Does de Wil le bois
vraagt bij wijziging van de Gemeentewet bepa
lingen tegen ordeverstoring in gemeenteraden en
tegen zaakwaarnemerij door gemeente-secretaris
sen. Spr. wenscht pensionneering van de com
missarissen van politie tegelijk met de wet op de
pensionneering van gemeente-ambtenaren, waar
mede spoed gemaakt moet worden.
In de kwestie van het subsidie der openbare
leeszalen isspr. het eens met hen, die nu ook
subsidie voor leeszalen wenscheh van positief-
christelijke beginselen. De Minister legge dien
aangaande een besliste verklaring af.
De heer d' A umale van Harden broek
wenscht wijziging van artikel (hi, 63 en 75 der
Gemeentewet en een wijziging in de Drankwet.
Spr. wil beperking, geen afschaffing van de vi
visectie en klaagt over ontsiering van de Kloos
tergang te Utrecht.
Do heer Van Leeuwen bepleit afdoende
verbetering van de Rijks-Academie van Beeldende
Kunsten te Amsterdam en wijziging van de ge
meentewet in den zin van wijziging van het
bestuur der gemeenten.
De heer T j a r d a van Starken borgh
vraagt wijziging der wet op besmettelijke ziekten,
om besmetting door personen uit de omgeving
van de patiënten tegen te gaan.
De heer De Marez üyens betoogde met
nadruk dat de Regeering met het voorbereidend
onderwijs niet moet gaan in de richting van
Lyceums maar moet blijven bij de gymnasia.
Voor de volle klassieke opleiding zou spreker
willen terugkeeren tot de oude Latijnsche school,
nr.et facultatielstelling voor de juristen.
De vergadering wordt verdaagd tot heden.
wederinvoering der accijnzen als
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 7 Febr.
De Kamer is bijeengekomen tot het trekken van
afdeelingen.
Te voren deelt de voorzitter mede, dat het
wetsontwerp nopens de Bakkersraden is ingetrok
ken en een gewijzigd ontwerp tot beperking van
Zondags en nachtarbeid in broodbakkerijen is
ingekomen.
De afdeelingen benoemden tot voorzitters de
heeren Borgesius, van der Borgh, van Vuuren,
Lohman en Nolenstot ondervoorzitters de heeren
Patijn, de Visser, van Vliet, van Vlijmen en van
Asch van Wijck.
Besloten wordt de vroeger vermelde wetsont
werpen in de afdeelingen te onderzoeken.
Daarna volgt de mededeeling, dat de heeren
Eland c. s. en Troelstra hunne motiën ten
aanzien van de behandeling van het wetsont
werp op de kustverdediging heb
ben ingetrokken.
Een voorstel van den heer Schaper om de
Ziektewet niet in de afdeelingen te onderzoeken,
zoolang de Ongevallenwet de Kamer niet heeft
bereikt, werd na gedachtenwisseling tusschen den
voorzitter, de heeren Nolens, Van Karne-
beek en Lohman verworpen met 66
6 stemmen.
Voorts stelt de Voorzitter voor, na het
afdeelingsonderzoek een aantal wetsontwerpen in
openbare behandeling te nemen.
Nadat de heer Ter Laan er nog op had
aangedrongen, de lijst aan te vullen met de mo-
ties-Ilelsdingen en Ter Laan, betreffende salaris-
verhooging der ambtenaren, werd de vergadering
gesloten.
tegen
wind, zwaarbewolkt tof betrokken, waarschijnlijk
enkele regenbuien, zelfde temperatuur, nacht
kouder.
Ongevallenverzekering.
In de gisteren te Utrecht gehouden openbare
terechtzitting van den Centralen Raad van Beroep
heeft de uitspraak plaats gehad in de volgende
zaak
Hooger beroep van B. V., te Schiedam, tegen
de uitspraak van den Raad van Beroep te Rotter
dam, houdende bevestiging der beslissing van de
Rijksverzekeringsbank, waarbij de door eischer
gevraagde schadeloosstelling ter zake van een on
geval niet wordt toegekend, op grond dat de
werkzaamheden, waarbij hem dit is overkomen,
niet behooren tot het door zijn werkgever uitge
oefende verzekeringsplichtige bedrijf, maar tot het
door dezen uitgeoefende niet-verzekeringsplichtige
bedrijf van sreederij voor; de haringvisscherij"
De Centrale Raad bevestigde de uitspraak.
Lezing Baron van \Y \jnbergen.
Wij herinneren nog te dezer plaatse aan de
lezing door baron van Wijnbergten mórgen (Don-
d<erdag)-aV'Ond 8 ure in de Bbndsgehoorzaal te
houdeli.
Deze lezing zal, zoóals reeds werd opgemerkt,
toegankelijk zijn niet alleen voor de leden der
R. K. Kiesvereeniging „Recht, Plicht en Orde",
maar voor alle Katholieken.
Wij vertrouwen, dat onder de bekende om
standigheden nu velen zich móeten beijveren
oni hot kiesrecht te verkrijgen of te behouden,
deze lezing al *(Te belangstelling zal wekken die
ze verdient.
Dat men een ieerzamen en genoeglijken avond
in de Bondsgehoorzaal zal doorbrengen, daarvoor
is het welsprekend en doeltreffend woord van
den hier welbekenden baron van Wijnbergen ons
alleszins ten borg.
UIT ROTTERDAM.
De nette-opbrengst van den verleden week ge
durende drie dagen in het gebouw Boneski ge
houden bazar voor bet Hómoeopathisch Zieken
huis beeft: met een bedrag van f5150 de verwach
ting aanmerkelijk overtroffen.
Rotterdam
weder-
maan-
Rechtbank te Rotterdam
De Arrondissemonts-rechtbank le
veroordeelde gister
C. V., 32 jaar, te Schiedam, wegens
spannigbeid, tweemalen gepleegd, tot 2
den gevangenisstraf.
C. V., 45 jaar, grondwerker te Schiedam, we
gens wederspannigbeid, tot. één maand, gevange
nisstraf.
Het O. M. bij d'e rechtbank te Rotterdam eischte
gister bevestiging van het vonnis van defi kan
tonrechter te Schiedam, d.d. 12 October, Waarbij
H. E., 31 jaar, melkverkooper te Vlaardingen,
ter zake van overtreding der bekende verorde
ning op de voedingsmiddelen dier gemeente, tot
f0.50 boete, subs. 1 dag hechtenis veroordeeld
was. Beklaagde beweerde, te Vlaardingeb niet
allo soorten melk te kunnen vervoeren, die er
bestaan, omdat er slechts vijf in de verordening
genoemd staan.
Op een desbetreffende vraag van bet M.,
antwoordde beklaagde, dat hij „terloops" de ver
ordening wel eens had ingezien, waarop hij den
raad kreeg, hiaar maar eens goed te lezen.
Drie maanden gevangenisstraf werd geëischt
tegen J. t. B., te -Schiedam, die zich tegen den
'inspecteur van politie Ellenberger aan weder-
sparUiigheid zou hebben schuldig gemaakt.
AGENDA VAN VERGADERINGEN ENZ.
Schiedam.
Donderdag 9 Feb. 8 u. Bondsgebouw. Lezing
baron van Wijnbergen.
Vlaardingen.
Woensdag 8 Februari, 7.30 ure zaal «Harmonie"
Feestuitvoering St. Elisabeth-Vereeniging.
Rotterdam.
Dla'ndierdiaig 9 Feb. 8 u. Gr. Schouwburg
'citer".
9 Feb. 8 u. Doeie. 4de Abonn,
eert. Utr. Sted. Orkest.
Bonderdag
Con-
Weerbericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 8 Februari 1911, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 780.3 te Aberdeen en
Shields.
Laagste barometerstand 758.4 te Horta.
verwachting tot den volgenden dag zwakke
tyt matigen, noordelijken tot noordwestelijken
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Dinsdag 7 Februari 1911,
des namiddags 2 uur.
(Vervolg.)
Definitieve aanstelling.
7. Voorstel van den heer J. P. Koppenhagen
om hem voor de 3 lesuren aan de 2e klasse B.
der Burger-Avondschool een definitieve aanstel
ling te verleenen, met advies van B. en W.
B. en W. adviseeren, ook na het nader adres
van adressant, op dit voorstel niet in te gaan.
De heer Wittkampf' wil te dezer zake
een enkele vraag stellen. Het hoofdargument voor
de afwijzende beschikking schijnt te zijn, dat
men de betrekking open wil houden voor een
Schiedamsche onderwijskracht, opdat wanneer
deze voorhanden is, men tot den heer Koppen
hagen kan zeggenverwijder u van deze plaats.
Spr. juicht daarentegen ten zeerste toe het ini
tiatief door adressant genomen, om de betrekking
die hij jarenlang heeft waargenomen, definitief te
verkrijgen dat acht hy een billijke wensch. Ook
acht hij 't niet in den geest van den Minister om
een. positie te bestendigen die niet klopt met den
feitelijker toestand, waar toch een klasse die reeds
zeven jaar bestaat, als paralelklasse opgericht, nu
toch wel een definitieve mag geacht worden en
eene definitieve aanstelling kan volgen. Spr. be
toogt ook nog, dat hier gegronde verwachtingen
zijn gewekt, die bij niet-vervulling in een teleur
stelling verkeeren en meent ook dat men in dit
geval niet van den een iets kan afnemen om dat
aan den ander te geven.
De wethouder van onderwijs, de heer G os-
li n g a, zegt, dat terecht en hem aangenaam
hier het hoofdargument is geacht, dat men de
onderwijskrachten zooveel mogelijk uit Schiedam
wil halen. Waar de burgerij zich toch groote
offers getroost voor verschillende inrichtingen van
onderwijs is 't billijk dat die.burgerij het geld
dat hier verdiend wordt, ook hier verteerd ziet.
Het aantal onderwijzers dat buiten de stad woont,
neemt toch al veel te veel toe en men moet dat
niet bevorderen, maar tegengaan. Is dit billijk uit
't oogpant van liet algemeen belang der burgerij,
weth. vraagt ook, of men niet ontzettend billijk
gehandeld heeft tegenover den heer Koppenhagen,
door hem jaar in jaar uit zijn acht lesuren te
doen behouden en hem te vergunnen buiten de
stad te wonen. Resumeerend komt weth. dan ook
tot het besluit, dat de gemeente Schiedam zeer
billijk geweest is tegenover den heer Koppenhagen
en het verzoek dat hij nu doet om verschillende
redenen niet ingewilligd moet worden, omdat 't
onredelijk is te achten.
De heer W i 11 k a m p f, repliceerend, blijft
zijn zienswijze in deze handhaven. Hij meent, dat
het verzoek van adreesant om een definitieve aan
stelling billijk is te achten en men iemand de
verkregen meerdere lesuren maar niet zoo ieder
oogenblik moet kunnen ontnemen.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, repliceert
dat hier van teleurstelling van rechtm atige
verwachtingen geen sprake is en merkt op, dat
er Schiedamsche onderwijskrachten zijn, die zoo'n
betrekking sterk begeeren. Men moet niet verge
ten, dat toen de heer Koppenhagen tijdelijk be
noemd werd, hij hier woonde en hij sedert van
Schiedam naar Rotterdam is verhuisd men heeft
hem echter na die verhuizing zijne lesuren niet
ontnomen, maar hij heeft er zelfs nog by gekregen.
De heer Wittkampf merkt nog op, dat
dit dan gebeurt is in het belang van het onder
wijs, niet in dat van den heer Koppenhagen. Spr.
is er in 't algemeen voor, dat sollicitanten bij
hunne benoeming weten, op welke verwachtingen
zij kunnen bouwen.
De Voorzitter beaambt de opmerkingen
van den wethouder vanonderwijs, steltin 'tlicht, dat
't hier wat de klassen betreft, een wisselenden
toestand is te achten en merkt op, dat de heer
Koppenhagen, overgenseen uitstekend onderwijzer,
zich zelf wel bewust zal zijn geweest, dat de
heele betrekking niet zoo vast was. Overigens is
er bij den volgenden cursus een algeheele veran
dering van personeel te wachten en moet men
dus voor de toekomst de vrije hand hebben om
de zaken uitsluitend in het belang van het onder
wijs te regelen.
Het afwijzend preadvies, ook op het nader adres
van adressant, wordt ten slotte zonder hoofdelijke
stemming aangenomen
U i t b r e i d i ng s p 1 a n.
8. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van
het plan van uitbreiding van het Noordelijk
gedeelte der Gemeente, met behandeling van
het ter zake ingediend bezwaarschrift van den
heer 11. Jansen.
Den heer m r. Jansen is 't aangenaam dat
hij zich met dit voorstel, voldoende aan de eischen
der Woningwet, hoewel niet volkomen, over 't
algemeen toch wel kan vereenigen. Hij juicht
't ook ten zeerste toe, dat in dit ontwerp is opge
nomen een spoorweghaven met los en laadgelegen-
heid, hoewel hij zich die haven in meer zuidelijke
richting had gedacht. Over 't agemeen zich met
dit plan, dat toch binnen 10 jaar moet herzien
worden, wel kunnende vereenigen, wil hij er
toch enkele woorden over zeggen vooral over het
peil. Hij bedoelt daarbij niet in breede beschou
wingen te treden en wil ook niet spreken over
het ingekomen adres van de firma H. Jansen,
omdat het denkbeeld dat daarbij overheerscht,
zich baseert op den bestaanden toestand en wij
moeten denken aan de toekomst en bij het vast
stellen van het peil moeten rekenen op eenigszins
belangrijke uitbreiding der gemeente in dit kwar
tier. Als dat gedeelte ontpolderd is, zal men niet
meer te rekenen hebben met den polder Kortland,
maar met de gemeente Schiedam. Daaraan is in
bovenbedoeld adres niet gedacht.
Spr. betoogt verder, dat waar B. en W. in hun
advies zich beroepen op deskundigen, hij in de
gelegenheid is ook een enkele deskundige aan te
voeren. Hij brengt in herinnering dat op verzoek
van B. en W. indertijd een rapport over dit peil
is uitgebracht door de heeren De Jongh, destijds
gemeente-architect te Rotterdam en Lindo, oud
directeur van gemeentewerken te 's-Gravenhage.
Deze beide heeren, gewoon voor groote gemeenten
te werken, hebben de hun opgelegde taak zeker
niet te kleingeestig opgevat, en toch achten zij
een straatpeii van 35 cM. N. A. P. voor den
Nieuwlandschen polder voldoende. Dat is dus
25 cM. lager dan bij dit plan is voorgesteld. Spr.
stelt hier vooral in 't licht, hoe noodig 't is voor
den polder een juist peil vast te stellen: stelt men
het peil te laag, dan krijgt men ongezonde, voch
tige woningen neemt men 't te hoog, dan veroor
zaakt men meerdere kosten en worden de wonin
gen slecht gebouwd. Ook wordt de grond door
te veel ophoogen minder vruchtbaar. Daarom is
'tvan het hoogste belang het meest geschikte
peil vast te stellen. Spr. toont verder aan, dat
dit ook gewenscht is, met 'toog op de afwatering
op den boezem van Delfland en merkt op, dat er
een klein abuis in het voorgestelde plan, is daar het
geen als de afmeting voor Schielands peil is aan
gegeven, op Delflands peil moest doelen.
Waar 't voor velen wellicht nog onduidelijk is
wat hier met peil wordt bedoeld, verduidelijkt
spr., dat zoodra het boezemwater in Schie en Pol
dervaart tot 40 ct. N. A. P. is gestegen, de
molens niet meer mogen malen hij stelt daarbij
in 't licht dat dit geval zich zelden voordoet. Spr,
komt dus tot het besluit dat een peil van 35 cM.
-f- N. A. P. alleszins voldoende is te achten en
ook bij een mogelijke stadsuitbreiding in Nieuw-
land en 's Graveland zeer goed kan voldoen. Hij
acht 't daarom wenschelijk eene kleine wijziging
van het peil voor te stellen, in overweging gevend
dit te bepalen op 35 cM. -j- N. A. P. Op de
wijze waarop dit plan is voorgedragen, kan hij
dit moeilijk doen in den vorm van een amende
ment Daarom meent hij zyn voorstel met de
gebruikelijke overweging te moeten kleeden in
den -vorm van een Raadsbesluit.
De Voorzitter meent toch, dat men daar
bij de bedoelde overwegingen zou kunnen missen.
De heer Wittkampf acht 't beter over
dit nieuwe voorstel het advies van B. en W. te
vragen.
De Voorzitte r merkt op, dat meerdere
heeren, ook hij zelf, zich misschien zeer goed met
het denkbeeld van rnr. Jansen zouden kunnen
vereenigen, maar wijst er op, dat er nog adviezen
zijn van anderen aard, van technische ambtenaren,
ook van de Gezondheidcommissie, en men dus
moeilijk, staande de vergadering, in het plan ver
andering kan brengen.
De wethouder van gemeentewerken, de heer
Van Westend or p, had 't beter gevonden,
dat mr Jansen bedoelde opmerkingen in de vorige
vergadering had gemaakt. Hij verklaart zich tegen
uitstel der behandelingen geeft moverwegingden Di
recteur van gemeentewerken in den Raad te roepen
en nadere inlichtingen te doen geven, 't Is weth.
erg aangenaam dat mr. Jansen zicb in 't alge
meen met het plan kan vereenigen, dat, zooais
hij terecht opmerkt, toch binnen tien jaar moet
worden herzien. Weth merkt op, dat B. en W.
en mr. Jansen 25 M. met elkaar verschillen, maar
het verschil ligt hierin dat mr. Jansen niet rekent
met het maalpeil dat 25 c.M. lager is dan het
gewone peil. Bij een boezemstand als hier bedoeld
is dus 60 c.M. als peil niet te hoog gesteld. Wij
moeten toch in de toekomst zien en een toestand
voorkomen als thans in Mathenesse, waar het
peil veel te loog is. Het peil moet zoo hoog worden
gesteld, dat wij menschelijkerwijze in geen jaren
aldaar last zullen ondervinden. Weth. vraagt ten
slotte waar het verschil zich hier alleen om een
misrekening met het maalpeil beweegt, mr Jan
sen over dit verschil niet heen kan gaan en zich
met het plan kan vereenigen.
De heer in r. Jansen toont zich daartoe on
geneigd. Hij verzekert, dat de Gezondheidscom
missie hel plan speciaal op het peil niet heeft
onderzochtspr. heeft dat persoonlijk van een lid
dier commissie gehoord. De heer Van Wes
tendorp onderbrekt, dat de commissie dan
haren plicht niet heeft Vervuld. Daarna ver
volgt m r. Jansen, vragend wat bezwaar er
tegen het door hem voorgestelde is. Het voorge
stelde peil van 35 c.M. N.A.P. berust op de prac-
tische ervaring. Spr. wijst op het verhoogde peil
van Delfland. In plaats van uitlaat is aan de
Vijfsluizen nu de inlaat gekomen, terwijl men
vioeger juist het omgekeerde kon constateeren,
heeft men nu in Delft en Den Haag het laagste
peil en hier het hoogste. Verhooging van het
boezempeil van Delfland is nu met meer te ver
wachten. Daarom acht spr. de kosten door het
in het plan van B. en W. voorgestelde peil te
veroorzaken, nutteloos besteed geld, uit te geven
zonder nuttig doel. Spr. blijft dus een peii van
35 c.M. -f- N.AP. voldoende achten, waar dit
ook door de heeren De Jongh en Lindo werd
voorgesteld en ook ter anderer plaatse, tusschen
Delftshaven en Rotterdam, voldoende werd °e-
acht. c
De wethouder, de heer Van Westendorp,
merkt op, dat het rapport van de door mr. Jan
sen genoemde deskundigen reeds van voor eenige
jaren dagteekent Mr. Jansen vult aan van
1905. De boezemstand is sedert veranderd.
Moesten de heeren De Jongh en Lindo nu nog hun
rapport uitbrengen, zij zouden't anders inkleeden.
Weth. wijst nog eens op het verschil met het
maalpeil en vraagt of die 25 cM. verschil nu niet
zijn te overkomen. Dat de te veroorzaken meer
dere kosten nutteloos besteed geld zouden zijn, kan
hij niet toegeven. Arbeiderswoningen moeten toch
goeoe woningen, op goeden grondslag zijn. Waar
mr. Jansen ook sprak van de enorme meerdere
kosten voor het complex, merkt weth. op, dat
die gronden toch niet in eens worden uitgegeven,
maar stuksgewijze. Ook de kwestie van de min
dere vruchtbaarheid van den verhoogden grond
is zeer gemakkelijk op te lossen. Weth. dringt
aan op eene dadelijke beslissing, zoo niet, dan
late men den Directeur van gemeentewerken, in
den Raad nadere inlichtingen geven
De heer m r. Jansen wijst er nadrukkelijk
op, dat het door hem bedoelde rapport dagtee
kent van 31 Mei 1905. Sedert dien tijd is de
toestand aldaar niet veranderd.
De Voorzitter meent, dat men de verdere
behandeling moet uitstellen tot de volgende ver
gadering ot den Directeur in comité inlichtingen
moet doen geven.
De heer Klein stelt voor, de verdere behan
deling uit te stellen en eerst advies in te winnen
van den Directeur.
De heer Wittkampf meent, dat 't beter is,
eerst den Directeur te hooren en dan te besluiten
of men de vaststelling van het plan zal uitstellen
of 't direct behandelen.
De Voorzitter merkt
zaak geen haast is.
De heer Klein beaambt dat. Hij wenscht
uitstel tot de volgend vergadering en nader advies
van den Directeur van gemeentewerken.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
is er niet tegen, dat er meer licht in deze zaak
ontstoken worde. Hoewel hij meent, de Directeur
niets van zijne meening zal laten vallen, wil hij
hem straks laten komen, dan kan men nog zien
of de verdere behandeling uitgesteld wordt of
niet.
De heer Van der Velden stelt er prijs
op te weten, hoe de beide genoemde deskundigen
nu nog over de zaak denken en of dan aan het
peil van 60 cM. moet worden vastgehouden en
blylt ook na de nadere opmerking van den
v oorzitter die meeniug handhaven.
De Voorzitter acht 't het beste, eerst de
geheele agenda af te werken en dan den Direc
teur binnen te laten komen, dan kan men nog
beslissen of men de verdere behandeling zal uit
stellen of niet.
Vermeerdering Raadsleden.
9. Voorstel van B. en W. betreffende het
advies aan Gedeputeerde Staten te geven naar
aanleiding van de vermeerdering, die het aantal
raadsleden moet ondergaan als gevolg van ver
meerdering der bevolking blijkens de iono-ste
volkstelling. J D
Dit voorstel, geformuleerd, zooals in ons num
mer van 3 dezer uiteengezet, wordt zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Gasfabriek en Drinkwaterleiding.
10. Voorstel van B. en W. tot vaststellen eener
verordening regelende het afzonderlijk geldelijk
op, dat er bij deze
i
„Lu-