Staten-Generaal. Rechtzaken. Gemeentetaad. Stads* en Gewestelijk Nieuws. meergemeld EERSTE KAMER. Zitting van Dinsdag 7 Febr. De heer Vermeulen vangt de beraadsla ging over de begrooting van binnenlandsche zaken aan met een bespreking van het subsidie aan openbare leeszalen. Hij keurt dit af, doch wil, nu het subsidie er komt, ook de katholieke lees zalen gesubsidieerd zien uit een oogpunt van billijkheid. Spr. wil aan het Haagsche Lyceum, waar slechts 4 jaar klassieke talen worden gedoceerd, niet het recht toegekend zien, leerlingen na eind examen toegelaten te krijgen aan universiteiten. De heer Wo 1 tj er vraagt naar het plan der regeering, dat leiden moet tot uitvoering der denkbeelden uit het Ineenschakelingsrapport. Spr: verzoekt publicatie van de adviezen der inspec teurs van het onderwijs over dit rapport en glo bale berekening der kosten, verbonden aan uit voering der voorstellen, vervat in rapport. Spr. vraagt voorts, hoe gedacht wordt over de wenschelijkheid van slechts één doctoraat aan iedere faculteit. De minister houdt met zijn partieele voorstel len te weinig rekening met, het rapport der In- eenschakelingscommissiedit zal verwarring brengen en onbillijkheid De subsidieering van openbare leeszalen doet spr. vreezen voor aandrang van alle leeszalen om subsidie, wat het particulier initiatief verlammen zal. Behalve godsdienstige bezwaren, zijn er andere bedenkingen tegen openbare leeszalen te maken. Ligt het wel op den weg der overheid, openbare leeszalen in stand te houden Welk is het Protestantsch beginsel, waarop dr. De Vis ser zich in deze beriep'? Wie zal beslissen, welke lectuur zuiver propagandistisch is en als zoodanig misplaatst in de openbare leeszaal Spr. betreurt het subsidie-voorstel der regeering. De heer van den B i e s e n zal stemming vragen over de begrooting, als de Min. geen sub sidie voor de katholieke leeszalen belooft. Spr. behandelt dan zijn nota over de gemeente- financiën en de redding voor de gemeenten. Ten slotte bestrijdt spr, de Woningwet en geeft vele voorbeelden van vexatoir bouw- en woning toezicht en de gevolgen daarvan. De heer Van der Does de Wil le bois vraagt bij wijziging van de Gemeentewet bepa lingen tegen ordeverstoring in gemeenteraden en tegen zaakwaarnemerij door gemeente-secretaris sen. Spr. wenscht pensionneering van de com missarissen van politie tegelijk met de wet op de pensionneering van gemeente-ambtenaren, waar mede spoed gemaakt moet worden. In de kwestie van het subsidie der openbare leeszalen isspr. het eens met hen, die nu ook subsidie voor leeszalen wenscheh van positief- christelijke beginselen. De Minister legge dien aangaande een besliste verklaring af. De heer d' A umale van Harden broek wenscht wijziging van artikel (hi, 63 en 75 der Gemeentewet en een wijziging in de Drankwet. Spr. wil beperking, geen afschaffing van de vi visectie en klaagt over ontsiering van de Kloos tergang te Utrecht. Do heer Van Leeuwen bepleit afdoende verbetering van de Rijks-Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam en wijziging van de ge meentewet in den zin van wijziging van het bestuur der gemeenten. De heer T j a r d a van Starken borgh vraagt wijziging der wet op besmettelijke ziekten, om besmetting door personen uit de omgeving van de patiënten tegen te gaan. De heer De Marez üyens betoogde met nadruk dat de Regeering met het voorbereidend onderwijs niet moet gaan in de richting van Lyceums maar moet blijven bij de gymnasia. Voor de volle klassieke opleiding zou spreker willen terugkeeren tot de oude Latijnsche school, nr.et facultatielstelling voor de juristen. De vergadering wordt verdaagd tot heden. wederinvoering der accijnzen als TWEEDE KAMER. Zitting van Dinsdag 7 Febr. De Kamer is bijeengekomen tot het trekken van afdeelingen. Te voren deelt de voorzitter mede, dat het wetsontwerp nopens de Bakkersraden is ingetrok ken en een gewijzigd ontwerp tot beperking van Zondags en nachtarbeid in broodbakkerijen is ingekomen. De afdeelingen benoemden tot voorzitters de heeren Borgesius, van der Borgh, van Vuuren, Lohman en Nolenstot ondervoorzitters de heeren Patijn, de Visser, van Vliet, van Vlijmen en van Asch van Wijck. Besloten wordt de vroeger vermelde wetsont werpen in de afdeelingen te onderzoeken. Daarna volgt de mededeeling, dat de heeren Eland c. s. en Troelstra hunne motiën ten aanzien van de behandeling van het wetsont werp op de kustverdediging heb ben ingetrokken. Een voorstel van den heer Schaper om de Ziektewet niet in de afdeelingen te onderzoeken, zoolang de Ongevallenwet de Kamer niet heeft bereikt, werd na gedachtenwisseling tusschen den voorzitter, de heeren Nolens, Van Karne- beek en Lohman verworpen met 66 6 stemmen. Voorts stelt de Voorzitter voor, na het afdeelingsonderzoek een aantal wetsontwerpen in openbare behandeling te nemen. Nadat de heer Ter Laan er nog op had aangedrongen, de lijst aan te vullen met de mo- ties-Ilelsdingen en Ter Laan, betreffende salaris- verhooging der ambtenaren, werd de vergadering gesloten. tegen wind, zwaarbewolkt tof betrokken, waarschijnlijk enkele regenbuien, zelfde temperatuur, nacht kouder. Ongevallenverzekering. In de gisteren te Utrecht gehouden openbare terechtzitting van den Centralen Raad van Beroep heeft de uitspraak plaats gehad in de volgende zaak Hooger beroep van B. V., te Schiedam, tegen de uitspraak van den Raad van Beroep te Rotter dam, houdende bevestiging der beslissing van de Rijksverzekeringsbank, waarbij de door eischer gevraagde schadeloosstelling ter zake van een on geval niet wordt toegekend, op grond dat de werkzaamheden, waarbij hem dit is overkomen, niet behooren tot het door zijn werkgever uitge oefende verzekeringsplichtige bedrijf, maar tot het door dezen uitgeoefende niet-verzekeringsplichtige bedrijf van sreederij voor; de haringvisscherij" De Centrale Raad bevestigde de uitspraak. Lezing Baron van \Y \jnbergen. Wij herinneren nog te dezer plaatse aan de lezing door baron van Wijnbergten mórgen (Don- d<erdag)-aV'Ond 8 ure in de Bbndsgehoorzaal te houdeli. Deze lezing zal, zoóals reeds werd opgemerkt, toegankelijk zijn niet alleen voor de leden der R. K. Kiesvereeniging „Recht, Plicht en Orde", maar voor alle Katholieken. Wij vertrouwen, dat onder de bekende om standigheden nu velen zich móeten beijveren oni hot kiesrecht te verkrijgen of te behouden, deze lezing al *(Te belangstelling zal wekken die ze verdient. Dat men een ieerzamen en genoeglijken avond in de Bondsgehoorzaal zal doorbrengen, daarvoor is het welsprekend en doeltreffend woord van den hier welbekenden baron van Wijnbergen ons alleszins ten borg. UIT ROTTERDAM. De nette-opbrengst van den verleden week ge durende drie dagen in het gebouw Boneski ge houden bazar voor bet Hómoeopathisch Zieken huis beeft: met een bedrag van f5150 de verwach ting aanmerkelijk overtroffen. Rotterdam weder- maan- Rechtbank te Rotterdam De Arrondissemonts-rechtbank le veroordeelde gister C. V., 32 jaar, te Schiedam, wegens spannigbeid, tweemalen gepleegd, tot 2 den gevangenisstraf. C. V., 45 jaar, grondwerker te Schiedam, we gens wederspannigbeid, tot. één maand, gevange nisstraf. Het O. M. bij d'e rechtbank te Rotterdam eischte gister bevestiging van het vonnis van defi kan tonrechter te Schiedam, d.d. 12 October, Waarbij H. E., 31 jaar, melkverkooper te Vlaardingen, ter zake van overtreding der bekende verorde ning op de voedingsmiddelen dier gemeente, tot f0.50 boete, subs. 1 dag hechtenis veroordeeld was. Beklaagde beweerde, te Vlaardingeb niet allo soorten melk te kunnen vervoeren, die er bestaan, omdat er slechts vijf in de verordening genoemd staan. Op een desbetreffende vraag van bet M., antwoordde beklaagde, dat hij „terloops" de ver ordening wel eens had ingezien, waarop hij den raad kreeg, hiaar maar eens goed te lezen. Drie maanden gevangenisstraf werd geëischt tegen J. t. B., te -Schiedam, die zich tegen den 'inspecteur van politie Ellenberger aan weder- sparUiigheid zou hebben schuldig gemaakt. AGENDA VAN VERGADERINGEN ENZ. Schiedam. Donderdag 9 Feb. 8 u. Bondsgebouw. Lezing baron van Wijnbergen. Vlaardingen. Woensdag 8 Februari, 7.30 ure zaal «Harmonie" Feestuitvoering St. Elisabeth-Vereeniging. Rotterdam. Dla'ndierdiaig 9 Feb. 8 u. Gr. Schouwburg 'citer". 9 Feb. 8 u. Doeie. 4de Abonn, eert. Utr. Sted. Orkest. Bonderdag Con- Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 8 Februari 1911, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt. Hoogste barometerstand 780.3 te Aberdeen en Shields. Laagste barometerstand 758.4 te Horta. verwachting tot den volgenden dag zwakke tyt matigen, noordelijken tot noordwestelijken Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 7 Februari 1911, des namiddags 2 uur. (Vervolg.) Definitieve aanstelling. 7. Voorstel van den heer J. P. Koppenhagen om hem voor de 3 lesuren aan de 2e klasse B. der Burger-Avondschool een definitieve aanstel ling te verleenen, met advies van B. en W. B. en W. adviseeren, ook na het nader adres van adressant, op dit voorstel niet in te gaan. De heer Wittkampf' wil te dezer zake een enkele vraag stellen. Het hoofdargument voor de afwijzende beschikking schijnt te zijn, dat men de betrekking open wil houden voor een Schiedamsche onderwijskracht, opdat wanneer deze voorhanden is, men tot den heer Koppen hagen kan zeggenverwijder u van deze plaats. Spr. juicht daarentegen ten zeerste toe het ini tiatief door adressant genomen, om de betrekking die hij jarenlang heeft waargenomen, definitief te verkrijgen dat acht hy een billijke wensch. Ook acht hij 't niet in den geest van den Minister om een. positie te bestendigen die niet klopt met den feitelijker toestand, waar toch een klasse die reeds zeven jaar bestaat, als paralelklasse opgericht, nu toch wel een definitieve mag geacht worden en eene definitieve aanstelling kan volgen. Spr. be toogt ook nog, dat hier gegronde verwachtingen zijn gewekt, die bij niet-vervulling in een teleur stelling verkeeren en meent ook dat men in dit geval niet van den een iets kan afnemen om dat aan den ander te geven. De wethouder van onderwijs, de heer G os- li n g a, zegt, dat terecht en hem aangenaam hier het hoofdargument is geacht, dat men de onderwijskrachten zooveel mogelijk uit Schiedam wil halen. Waar de burgerij zich toch groote offers getroost voor verschillende inrichtingen van onderwijs is 't billijk dat die.burgerij het geld dat hier verdiend wordt, ook hier verteerd ziet. Het aantal onderwijzers dat buiten de stad woont, neemt toch al veel te veel toe en men moet dat niet bevorderen, maar tegengaan. Is dit billijk uit 't oogpant van liet algemeen belang der burgerij, weth. vraagt ook, of men niet ontzettend billijk gehandeld heeft tegenover den heer Koppenhagen, door hem jaar in jaar uit zijn acht lesuren te doen behouden en hem te vergunnen buiten de stad te wonen. Resumeerend komt weth. dan ook tot het besluit, dat de gemeente Schiedam zeer billijk geweest is tegenover den heer Koppenhagen en het verzoek dat hij nu doet om verschillende redenen niet ingewilligd moet worden, omdat 't onredelijk is te achten. De heer W i 11 k a m p f, repliceerend, blijft zijn zienswijze in deze handhaven. Hij meent, dat het verzoek van adreesant om een definitieve aan stelling billijk is te achten en men iemand de verkregen meerdere lesuren maar niet zoo ieder oogenblik moet kunnen ontnemen. De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, repliceert dat hier van teleurstelling van rechtm atige verwachtingen geen sprake is en merkt op, dat er Schiedamsche onderwijskrachten zijn, die zoo'n betrekking sterk begeeren. Men moet niet verge ten, dat toen de heer Koppenhagen tijdelijk be noemd werd, hij hier woonde en hij sedert van Schiedam naar Rotterdam is verhuisd men heeft hem echter na die verhuizing zijne lesuren niet ontnomen, maar hij heeft er zelfs nog by gekregen. De heer Wittkampf merkt nog op, dat dit dan gebeurt is in het belang van het onder wijs, niet in dat van den heer Koppenhagen. Spr. is er in 't algemeen voor, dat sollicitanten bij hunne benoeming weten, op welke verwachtingen zij kunnen bouwen. De Voorzitter beaambt de opmerkingen van den wethouder vanonderwijs, steltin 'tlicht, dat 't hier wat de klassen betreft, een wisselenden toestand is te achten en merkt op, dat de heer Koppenhagen, overgenseen uitstekend onderwijzer, zich zelf wel bewust zal zijn geweest, dat de heele betrekking niet zoo vast was. Overigens is er bij den volgenden cursus een algeheele veran dering van personeel te wachten en moet men dus voor de toekomst de vrije hand hebben om de zaken uitsluitend in het belang van het onder wijs te regelen. Het afwijzend preadvies, ook op het nader adres van adressant, wordt ten slotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen U i t b r e i d i ng s p 1 a n. 8. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van het plan van uitbreiding van het Noordelijk gedeelte der Gemeente, met behandeling van het ter zake ingediend bezwaarschrift van den heer 11. Jansen. Den heer m r. Jansen is 't aangenaam dat hij zich met dit voorstel, voldoende aan de eischen der Woningwet, hoewel niet volkomen, over 't algemeen toch wel kan vereenigen. Hij juicht 't ook ten zeerste toe, dat in dit ontwerp is opge nomen een spoorweghaven met los en laadgelegen- heid, hoewel hij zich die haven in meer zuidelijke richting had gedacht. Over 't agemeen zich met dit plan, dat toch binnen 10 jaar moet herzien worden, wel kunnende vereenigen, wil hij er toch enkele woorden over zeggen vooral over het peil. Hij bedoelt daarbij niet in breede beschou wingen te treden en wil ook niet spreken over het ingekomen adres van de firma H. Jansen, omdat het denkbeeld dat daarbij overheerscht, zich baseert op den bestaanden toestand en wij moeten denken aan de toekomst en bij het vast stellen van het peil moeten rekenen op eenigszins belangrijke uitbreiding der gemeente in dit kwar tier. Als dat gedeelte ontpolderd is, zal men niet meer te rekenen hebben met den polder Kortland, maar met de gemeente Schiedam. Daaraan is in bovenbedoeld adres niet gedacht. Spr. betoogt verder, dat waar B. en W. in hun advies zich beroepen op deskundigen, hij in de gelegenheid is ook een enkele deskundige aan te voeren. Hij brengt in herinnering dat op verzoek van B. en W. indertijd een rapport over dit peil is uitgebracht door de heeren De Jongh, destijds gemeente-architect te Rotterdam en Lindo, oud directeur van gemeentewerken te 's-Gravenhage. Deze beide heeren, gewoon voor groote gemeenten te werken, hebben de hun opgelegde taak zeker niet te kleingeestig opgevat, en toch achten zij een straatpeii van 35 cM. N. A. P. voor den Nieuwlandschen polder voldoende. Dat is dus 25 cM. lager dan bij dit plan is voorgesteld. Spr. stelt hier vooral in 't licht, hoe noodig 't is voor den polder een juist peil vast te stellen: stelt men het peil te laag, dan krijgt men ongezonde, voch tige woningen neemt men 't te hoog, dan veroor zaakt men meerdere kosten en worden de wonin gen slecht gebouwd. Ook wordt de grond door te veel ophoogen minder vruchtbaar. Daarom is 'tvan het hoogste belang het meest geschikte peil vast te stellen. Spr. toont verder aan, dat dit ook gewenscht is, met 'toog op de afwatering op den boezem van Delfland en merkt op, dat er een klein abuis in het voorgestelde plan, is daar het geen als de afmeting voor Schielands peil is aan gegeven, op Delflands peil moest doelen. Waar 't voor velen wellicht nog onduidelijk is wat hier met peil wordt bedoeld, verduidelijkt spr., dat zoodra het boezemwater in Schie en Pol dervaart tot 40 ct. N. A. P. is gestegen, de molens niet meer mogen malen hij stelt daarbij in 't licht dat dit geval zich zelden voordoet. Spr, komt dus tot het besluit dat een peil van 35 cM. -f- N. A. P. alleszins voldoende is te achten en ook bij een mogelijke stadsuitbreiding in Nieuw- land en 's Graveland zeer goed kan voldoen. Hij acht 't daarom wenschelijk eene kleine wijziging van het peil voor te stellen, in overweging gevend dit te bepalen op 35 cM. -j- N. A. P. Op de wijze waarop dit plan is voorgedragen, kan hij dit moeilijk doen in den vorm van een amende ment Daarom meent hij zyn voorstel met de gebruikelijke overweging te moeten kleeden in den -vorm van een Raadsbesluit. De Voorzitter meent toch, dat men daar bij de bedoelde overwegingen zou kunnen missen. De heer Wittkampf acht 't beter over dit nieuwe voorstel het advies van B. en W. te vragen. De Voorzitte r merkt op, dat meerdere heeren, ook hij zelf, zich misschien zeer goed met het denkbeeld van rnr. Jansen zouden kunnen vereenigen, maar wijst er op, dat er nog adviezen zijn van anderen aard, van technische ambtenaren, ook van de Gezondheidcommissie, en men dus moeilijk, staande de vergadering, in het plan ver andering kan brengen. De wethouder van gemeentewerken, de heer Van Westend or p, had 't beter gevonden, dat mr Jansen bedoelde opmerkingen in de vorige vergadering had gemaakt. Hij verklaart zich tegen uitstel der behandelingen geeft moverwegingden Di recteur van gemeentewerken in den Raad te roepen en nadere inlichtingen te doen geven, 't Is weth. erg aangenaam dat mr. Jansen zicb in 't alge meen met het plan kan vereenigen, dat, zooais hij terecht opmerkt, toch binnen tien jaar moet worden herzien. Weth merkt op, dat B. en W. en mr. Jansen 25 M. met elkaar verschillen, maar het verschil ligt hierin dat mr. Jansen niet rekent met het maalpeil dat 25 c.M. lager is dan het gewone peil. Bij een boezemstand als hier bedoeld is dus 60 c.M. als peil niet te hoog gesteld. Wij moeten toch in de toekomst zien en een toestand voorkomen als thans in Mathenesse, waar het peil veel te loog is. Het peil moet zoo hoog worden gesteld, dat wij menschelijkerwijze in geen jaren aldaar last zullen ondervinden. Weth. vraagt ten slotte waar het verschil zich hier alleen om een misrekening met het maalpeil beweegt, mr Jan sen over dit verschil niet heen kan gaan en zich met het plan kan vereenigen. De heer in r. Jansen toont zich daartoe on geneigd. Hij verzekert, dat de Gezondheidscom missie hel plan speciaal op het peil niet heeft onderzochtspr. heeft dat persoonlijk van een lid dier commissie gehoord. De heer Van Wes tendorp onderbrekt, dat de commissie dan haren plicht niet heeft Vervuld. Daarna ver volgt m r. Jansen, vragend wat bezwaar er tegen het door hem voorgestelde is. Het voorge stelde peil van 35 c.M. N.A.P. berust op de prac- tische ervaring. Spr. wijst op het verhoogde peil van Delfland. In plaats van uitlaat is aan de Vijfsluizen nu de inlaat gekomen, terwijl men vioeger juist het omgekeerde kon constateeren, heeft men nu in Delft en Den Haag het laagste peil en hier het hoogste. Verhooging van het boezempeil van Delfland is nu met meer te ver wachten. Daarom acht spr. de kosten door het in het plan van B. en W. voorgestelde peil te veroorzaken, nutteloos besteed geld, uit te geven zonder nuttig doel. Spr. blijft dus een peii van 35 c.M. -f- N.AP. voldoende achten, waar dit ook door de heeren De Jongh en Lindo werd voorgesteld en ook ter anderer plaatse, tusschen Delftshaven en Rotterdam, voldoende werd °e- acht. c De wethouder, de heer Van Westendorp, merkt op, dat het rapport van de door mr. Jan sen genoemde deskundigen reeds van voor eenige jaren dagteekent Mr. Jansen vult aan van 1905. De boezemstand is sedert veranderd. Moesten de heeren De Jongh en Lindo nu nog hun rapport uitbrengen, zij zouden't anders inkleeden. Weth. wijst nog eens op het verschil met het maalpeil en vraagt of die 25 cM. verschil nu niet zijn te overkomen. Dat de te veroorzaken meer dere kosten nutteloos besteed geld zouden zijn, kan hij niet toegeven. Arbeiderswoningen moeten toch goeoe woningen, op goeden grondslag zijn. Waar mr. Jansen ook sprak van de enorme meerdere kosten voor het complex, merkt weth. op, dat die gronden toch niet in eens worden uitgegeven, maar stuksgewijze. Ook de kwestie van de min dere vruchtbaarheid van den verhoogden grond is zeer gemakkelijk op te lossen. Weth. dringt aan op eene dadelijke beslissing, zoo niet, dan late men den Directeur van gemeentewerken, in den Raad nadere inlichtingen geven De heer m r. Jansen wijst er nadrukkelijk op, dat het door hem bedoelde rapport dagtee kent van 31 Mei 1905. Sedert dien tijd is de toestand aldaar niet veranderd. De Voorzitter meent, dat men de verdere behandeling moet uitstellen tot de volgende ver gadering ot den Directeur in comité inlichtingen moet doen geven. De heer Klein stelt voor, de verdere behan deling uit te stellen en eerst advies in te winnen van den Directeur. De heer Wittkampf meent, dat 't beter is, eerst den Directeur te hooren en dan te besluiten of men de vaststelling van het plan zal uitstellen of 't direct behandelen. De Voorzitter merkt zaak geen haast is. De heer Klein beaambt dat. Hij wenscht uitstel tot de volgend vergadering en nader advies van den Directeur van gemeentewerken. De wethouder, de heer Van Westendorp, is er niet tegen, dat er meer licht in deze zaak ontstoken worde. Hoewel hij meent, de Directeur niets van zijne meening zal laten vallen, wil hij hem straks laten komen, dan kan men nog zien of de verdere behandeling uitgesteld wordt of niet. De heer Van der Velden stelt er prijs op te weten, hoe de beide genoemde deskundigen nu nog over de zaak denken en of dan aan het peil van 60 cM. moet worden vastgehouden en blylt ook na de nadere opmerking van den v oorzitter die meeniug handhaven. De Voorzitter acht 't het beste, eerst de geheele agenda af te werken en dan den Direc teur binnen te laten komen, dan kan men nog beslissen of men de verdere behandeling zal uit stellen of niet. Vermeerdering Raadsleden. 9. Voorstel van B. en W. betreffende het advies aan Gedeputeerde Staten te geven naar aanleiding van de vermeerdering, die het aantal raadsleden moet ondergaan als gevolg van ver meerdering der bevolking blijkens de iono-ste volkstelling. J D Dit voorstel, geformuleerd, zooals in ons num mer van 3 dezer uiteengezet, wordt zonder hoof delijke stemming aangenomen. Gasfabriek en Drinkwaterleiding. 10. Voorstel van B. en W. tot vaststellen eener verordening regelende het afzonderlijk geldelijk op, dat er bij deze i „Lu-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 2