Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
nationale militie.
34ste J aa r «ran <r.
Maandag 27 Februari 1911.
No. 9954.
Officieele berichten.
Kennisgeving.
Openbare Verhuring
Brandweer te Schiedam.
Augustinus Joseplius Callier,
ABONNEMENTSPRIJS:
k08?Toï^P^J^?1ldT^k3'/tg^0nderd Zon" en Feestdagen, en
week 10 cent F-m™ ™a5ü Per maand 45 cent en per
AtZSjfe "lEH* «eh6el X^1™1 t«•- per Iw.rtMl.
BureauBOTERSTRAAT 50.
Oproeping van verlofgangers in
werkelyken dienst.
Be Burgemeester van Schiedam,
mepnL bekend' dat d? natenoemen in deze ge-
wonende miliciens-verlofgangers worden
krachtens art. 109 der Militiewet
i P H a s onder de wapenen te ko-
tern»iL-c k°rps e!\inde garnizoensplaats ach-
tei elks naam vermeld
BERNARDUS CAROLUS MARIA DRIES
lotehng dezer gemeente van de lichting 1910
Artmérle t0t 'Jde Regiment Vesting-
Artillerie, garnizoensplaats Gorinchem
JACOBUS ROELING,
loteling dezer gemeente van de lichting 1910 be
hoorende tot het 4de Regiment Vesting-
Artillerie, garnizoensplaats Hellevoet-0
sluis.
PIETER V1JFVINKEL,
loteling dezer gemeente van de lichting 1910, be-
oorende tot het 1ste Regiment Vesting-
Artillerie, garnizoensplaats Utrecht.
THOMAS AMMERHORFFER,
0teiïhgt,nder,t^mtenl.te '3"klertogenbosch, van de
lichting 1J10, behoorende tot het 9de Re
giment Vesting-Artillerie, garnizoens
plaats beertruidenberg.
mocr,n"e!nOVen, genoemde miliciens-verlofgangers
voor diem af ge"' dat Z« zich> ieder »P de»
mH, aangegeven dag, uiterlijk te 4 uur na-
aag, m uniform gekleed en voorzien van hun
e' lofpas (zakboekje;, alsmede van al de bij hun
vertrek met groot-verlof medegegeven voorwerpen
Van kleedmg en uitrusting, Dij hun korps aan
melden.
Be verlofgangers, die alleen per spoor- of tram
weg moeten reizen en in wier zakboekje aanwezig
|s een op wit papier gedrukt en met roodeninkt
wgevuld vervoerbewijs, begeven zich rechtstreeks
aar het station van vertrek en stellen aldaar hun
Kboekje ter hand aan den stationsbeambte, met
e uitgifte van plaatsbewijzen belast. De verlof
gangers behooren er op indachtig te zijn, dat bun
"et zakboekje wordt teruggeven, alsmede de
look van bet vervoerbewijs, aangezien deze
strook bun gedurende de reis moet dienen als
plaatsbewijs.
ei lofgangers, die, hoewel hun reis aanvangende
per spoor- of tramweg, een gedeelte van het tra
ject moeten afleggen per stoomboot, of die niet
in het bezit zijn van een vervoerbewijs, ingericht
om daarop van het station van vertrek naar de
plaats van opkomst te kunnen reizen dan wel op
hunne reis van één of meer veren moeten ge
bruik maken, moeten zich ten minste vier
werkdagen voor hun vertrek naar het
korps, aan de afdeeling Militie (Schoolstraat
12) aanmelden ten einde aldaar in het bezit te
worden gesteld van de vereischte vervoerbewijzen.
Het is noodig, zich ten minste een half uur
voor het vertrek van den trein of de tram aan
het station te bevinden.
Ingeval ziekte of gebreken de opkomst van een
verlofganger mochten verhinderen, moet hiervan
??°dra doe?hJk aan bovengenoemde afdeeling
Militie worden overgelegd eene gelegaliseerde ge
neeskundige verklaring welke op ongezegeld na
pier kan worden gesteld. Na zijn herstel vervoegt
hy zich onverwijld bij zijn korps.
Hij, die zonder geldige reden niet voldoet aan
de oproeping, wordt na daartoe verstrekten last
van den Minister van Oorlog, als deserteur af-
gevoerd.
IJij, die zonder geldige reden zich te laat bij
zijn korps aanmeldt, maakt zich strafschuldig.
Het niet ontvangen van eene afzonderlijke ken
nisgeving ontheft den verlofganger, zoo deze
althans binnen het Rijk verblijf houdt, geenszins
zun zijne verplichting tot opkomst in werkelijken
dienst, daar de openbare kennisqevina EEN1G
en ALLEEN als BEWIJS geldt, dat hij behoor
lijk is opgeroepen.
Schiedam, den25sten Februari 1911.
De Burgemeester voornoemd.
M. L. HONNERLAGE GRETE.
van een
Bouwmanswoning en van Wei- en Bouwland.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
zijn voornemens op Woensdag 1 Maart as. des
voormiddags 10 uur in het gebouw »Musis Sa
crum" aan de Lange Haven aldaar in het open
baar te verhuren
voor 4 jaren, een bouwmanswoning met stallen
PRIJS DEI ADVERTENTIëNj
Fan 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend,
Ingezonden mededeelingen 26 cent per regel,
Foor herhaaldelijk adverteren worden uiterst SfF
ijjke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
en erf, gelegen aan den Rotterdarnschen Dijk
no. 108;
voor 2 jaar en 9 maanden, 6 perceelen land in
het Sterrenbosch tezamen groot 5.75 H.A.
voor 3 jaar en 10 maanden, 2.0230 H.A. wei
land in het ontpolderde gedeelte van Oud-
Mathenesse
voor 2 jnar en 3 maanden, 3.15.35 H.A. Bouw
land en 0.33 H.A. weiland (talud) in de keilen
van Nieuw-Mathenesse.
De voorwaarden van verhuring zijn verkrijg
baar ter Gemeente-Secretarie vanaf Woensdag
22 Febrnari a.s.
Personen niet boven 35 jaar die zich
willen verbinden als aspirant-machinist of als
Brandwacht 2e klasse in Kring I bij de
Gemeentelijke Brandweer, gelieven zich voor 15
Maart a.s. schriftelijk aan te melden bij den heer
Chr. Krijger, wonende aan de Vischmarkt no. 9,
Commandant der Brandweer, onder opgave van
leeftijd, beroep, woon- en werkplaats.
Sollicitanten naar bovengenoemde betrek
kingen moeten woonachtig zgu in Kring I
(middenstad) welke wordt begrensd door
de Sehie (van af de Spoelingbrug) Lange
Haven, Broersveld en nreupelstraat.
De bezoldiging voor een aspirant-machinist be
draagt 15, voor den Brandwacht 2e klasse f10
per jaar, terwijl voorden dienst bij brand aan den
aspirant-machinist f'U en aan den Brandwacht
2e klasse t U.30 per uur wordt betaald en boven
dien premie kan worden toegekend.
door de genade Gods en de gunst
BISSCHwP VAN HAARLEM,
Assistent-Bisschop bij den Pauselijken troon,
aan do Geestelijkheid eu de Geloovigen van
ous Bisdom.
Zaligheid in den Heer,
Op Zondag Septuagesima is U voorgelezen,
wat de II. Stoel onlangs over de' eerste H. Com
munie der kinderen heeft bepaald, en wat het
Nederlandsch Episcopaat ter uitvoering daarvan
meende te moeten verordenen en bekend maken
aan de hun toevertrouwde geloovigen. Dat schrij
ven zal jaarlijks bij het begin van deh Paasch-
tijd worden voorgelezen als een herinnering aan
de verplichtingen van Biecht en Communie, waar
aan ook do kinderen zTjn gehouden, maar die
toch vooral op ouderS en opvoeders drukken.
Omdat nu bovengenoemde verordeningen diep
if "grijpen *n eene bij ons reeds lang bestaande
gewoonte en diensvolgens bij sommige onzer
gclooviigten verbazing hebben gewekt, meenden
wij1 dat het niet ondienstig zou zijn, in onzen
eersten vastenbrief na de afkondiging van het
bedoelde decreet, U breedvoeriger daarover te
spreken, en wel allereerst over ae beweegredenen,
die den H. Stoel tot de uitvaardiging daarvan
hebben geleid.
Om die beweegredenen goed te begrijpen, moet
gij B. G. U herinneren de leer der H. Kerk
over de Sakramentcn. Volgens die leer nu is een
b.akrament een uitwendig toeken, door Christus
ingesteld, waardoor genade wordt aangeduid en
gegeven; en deze genade geven de Sakramenten
aan alle menschen, die ze geldig en waardig
ontvangen. Uit deze leer der H. Kerk volgt reeds
terstond dat bet II. Sakrament des Altaars dat
goddelijk brood, uit den hemel neergedaald opdat
wij zouden leven in eeuwigheid genade en
wel een bijzonder grootc genade tot onderhoud
van het geestelijk leven der ziel geeft aan ierleren
mensch die dat bovennatuurlijk leven der ziel
bezit-, en daar nu dit bovennatuurlijk léven wordt
geschonken door bet II. Doopsel, zal zelfs een
pasgeboren kind terstond na het Doopsel' de
11. Communie met vrucht kunnen ontvangen,
zóó dat het die kostbare vermeerdering van
genade werkelijk verkrijgt. In den beginne der
II. Kerk zoo hierinnert ons het decreet van
den II. Stoel zelfs 'tot aan de dertiende eeuw
was het dan ook gewoonte en voorschrift, reeds
onmiddelijk na hiet Doopsel en nog dikwijls daarna
aan de kinderen het II. Sakrament des Altaars
toe te dienen. Dit strijdt blijkbaar niet tegen
dien eerbied, dien wij aan het goddelijk Lichaam
des Heeren verschuldigd zijn; immers de godde
lijke Zaligmaker zelf had tijdens zijn Leven op
aarde getoond, dat het niet in strijd is met den
Hem verschuldigd en eerbied zelfs <le kleinste
kinderen met Hem in aanraking te" brengen,
toen Hij tot Zijne leeerlingen, die er aldus over
dachten, zeide: „Laat de kleinen tot Mij komen
en belet het hun niet;" van zonde, die hen dezer
Iicilige omhelzing onwaardig zou maken, kan
juist in die kleinen, die door het Doopsel van
dé erfzonde zijn gereinigd, jen Uoor hunne on-
noozelheid nog tot geen persoonlijke zonde in
staat zijn, allerminst sprake wezen; en legen alle
uitwendige oneerbiedigheid werd door de wijze,
waarop het H. Sakrament aan hen werd toege
diend, zooveel mogelijk gewaakt: de kleinsten
ontvingen de H. Communie onder de gedaante
niet van brood maar van wijn.
Toch lag in jhet niet geheel weg te nemen
gevaar voor uitwendige oneerbiedigheid een reden,
waarom de H. Kerk van praktijk veranderde,
en zij kon dit veilig doen, omdat het kind, eerst
dan, wanneer het zondigen en dus het leven der
ziel verliezen kan, dit hemëlsohe voedsel tot
onderhoud van liet leven 'der genade noodig
heeft; maar daarom dan ook schreef de Kerk
voor in de IVdo Algemeene Kerkvergadering
van Lateranendat iedere geloovige van beiderlei
geslacht, nadat hij tot de jaren van onderscheid
is gekomen (dus zoodra hij zonde kan doen)
het H. Sakrament des Altaars ontvangen moet,
tenzij hij misschien om eenige redelijke oorzaak
in overleg met zijn biechtvader mocht meenen,
zich cenigen tijd van de H. Communie te moeten
onthouden. Sindsdien, d.i. van het begin der
dertiende eeuw, is die verordening nooit meer ver-
ia zelfs de Kcrv. van Trente trof met
den ban al wie zou ontkennen, nat tui vtwi«.i„m
van Lateranen bindend is; en volgens verorde
ning van het Romeinsch Ritueel en van ons
Provinciaal Concilie van Utrecht wordt nog ieder
jaar in dien vastentijd dat Lateraansch decreet van
den preekstoel in al onze kerken afgelezen. Het
staat <ius wel boven allen twijfel verheven, dat
ook al had de H. Stoel niet opnieuw gespro
ken, toch ied"re geloovige, die tot de jaren van
onderscheid is gekomen, minstens éénmaal in het
jaar, de II. Communie moet ontvangen, tenzij hij
in overleg met zijn biechtvader op een redelijken
grond meenen mocht, er zich van te moeten
onthoud en, en dan nog slechts voor een wijle,
dus zoolang die redelijke grond blijft bestaan.
Het is dus boven allen twijfel verheven, dat de
gewoonte om do toelating der kinderen te binden
aan een leeftijd, die ligt hoven de jaren des
ondierscheids, een gewoonte zooals die sinds lang
bestaat in ons land cn nog eenige andere landen,
inderdaad een misbruik is en dus zoo spoedig
mogelijk moet worden afgeschaft.
Ziietdaar B. G. de gedachteng'n.ng van het
jongste decreet, waarin de beweegredenen van
den H. Stoel om het uit te vaardigen, worden
ontwikkeldmaar nu zult gij wellicht de vraag
stellen: hoe is dan tegen zoo uitdrukkelijke ver
klaring van de H. Kerk in, en ondanks de jaar-
lijkschie herinnering aan dit gebod, die verkeerde
gewoonte, dat misbruik ontstaan? Een antwoord
op die vraag zeker voor ons land is niet
moeilijk te vinden. Allereerst: een verkeerd be
grepen eerbied voor het aanbiddelijk Lichaam des
Heeren deed ons hooge te hooge eischen
stellen voor een waardig ontvangen van de H.
Communie, en wij vergaten daarbij dat wij uit
eerbied voor den Zaligmaker, juist gelijk eertijds
de Apostelen, strenger waren dan Hijzelf in Zijn
oneindige liefde voor de kinderen der menschen
wilde zijnwij vergaten daarbij al te zeer, dat. Hij
do Sac ramenden niet voor Zichzelven, maar voor
de menschen heeft ingesteld. Vervolgens ook, wij
verbeeldden Ons, dat de eerste H. Communie,
met veel plechtigheid toegekend op een lateren
leeftijd, wanneer het vorstand meer is ontwikkeld,
meer blijvenden indruk op het kinderhart zou
maken; maar wij bedachten daarbij niet genoeg,
dat wij met al onze 'indrukken van buiten niets
vermogen in vergelijking met hetgeen de almach
tige God door Zijne genade inwendig ten goede
in do zielen werkt. Maar juist daarom, omdat
eerbied voor Christus zij hiet dan ook een
verkeerd begrepen eerbied en de goede wil,
om zooveel mogelijk voor het geestelijk heil van
onze kinderen te zorgen, omdat dit de redenen
van. onze verkeerde gewoonte zijn geweest, mo
gen wij mét zekerheid vertrouwen, dat het goede
begrip van hetgeen de eerbied voor den Heer
en voor Zijne wenschen van ons vraagt, en het
duidelijk inzicht van hetgeen onzen kinderen het
meest ten heil verstrekt, voldoende zullen zijn,
om terstond met die verkeerde gewoonte te breken
en aan onze kinderen hiet langer dan noodig
is te onthouden, wat wij de rijkste gave noemen
van Gods liefde aan de menschen op aarde.
Evenwel moet erkend worden, dat nog eeu
andere reden veel heeft bijgedragen om die ge
woonte althans aannemelijker te maken en te
bestendigen; eh deze reden behandelen wij afzon
derlijk, omdat daarover niet zoo gunstig kan
geoordeeld worden als over de beide bovenge
noemde redenen, die ten slotte niet anders zijn
dan een verkeerd begrepen goed, terwijl de derde
reden in den grond der zaak een plichtverzuim
is. Vele ouders toch verzuimen den plicht, die
allereerst op hen rust, om hunnen kinderen het
noodig© godsdienstonderricht te geven, ja zelfs
om er althans voor te zorgen, dat dit onderricht
door anderen, door de geestelijkheid, aan hunne
kinderen gegeven wordt; en voor vele van zulke
ouders was tot dusverre de eerste plechtige H.
Communie, waaraan zij om verschillende, somtijds
zc-lfs minder lofwaardige, redenen nog eenige
waarde hechtten, de eenige drang om hunne
kinderen voor een korten al te korten tijd
naar den Catechismus te zenden, omdat zij wisten,
dat anders hun kinderen niet tot die begeerde
eerste H. Communie zouden worden toegelaten; en
niet ongegrond was de vrees, dat die ongelukkige
kinderen, als voor de eerste H. Communie niet
meier kemiis van den godsdienst werd gevorderd
nm waardig het H. Sacrament
te ontvangen, zouden opgroeien in ,,„w
onwetendheid dan zelfs nu nog helaas! het geval
is. E;n zóó werd het plichtverzuim van eenige.
ouders méde oorzaak althans van de bestendiging
eener gewoonte, die alle kinderen te lang beroofde
van de groote genade der H. Communie. Daar
tegen B. G. kan de H. Kerk niets anders doen
dan vooreerst geen enkel kind en allerminst
die kinderen voor welke deze reden niet geldt
te lateïl lijden voor het plichtverzuim van zulke
ouders, en dus tot de H. Communie toe te laten
alle kinderen, die aan de volstrekt noodzakelijke
eischen voldoenen vervolgens door voortdurende
prediking en vermaning' die nalatige ouders te
herinneren aan hun zware verplichtingen en hen
op allerlei wijzen tot het vervullen daarvan te
bewegen. Dit echter is de taak der geestelijken,
die genoegzaam weten, wat wij in deze van hen
vernachten, en daarom kunnen wij daarover in
dezen brief gevoegelijk zwijgen; maar omdat
prediken en vermanen de plicht is allereerst van
den Bisschop, daarom mogen en willen wij in
dit schrijven niet verzuimen, alle ouders met
den mcesten ernst te wijzen op de groote ver
antwoordelijkheid, die op hen rust, m hunne
kinderen het zoo hoog noodige godsdienstonder
richt te laten ontvangen. Behalve de H. Sacra
menten is ook de kennis van den Godsdienst
voor het leven der ziel even noodzakelijk als
het dagelijksoh brood voor het leven des lichaams,
en de ouders, die door God zijn gesteld als be
wakers en verzorgers hunner kinderen, zijn dus
verplicht voor het verstrekken van dat geestelijk
brood te zorgen nog meer dan voor hun licha
melijk levensonderhoud; wie hun dit laatste niet
gééft, zou met recht geacht worden zich te ver
grijpen aan het leven van zijn kind; maar dan
ook, als gij voor het geestelijk voedsel niet zoudt
zorgeri, vergrijpt gij u aan de ziel van uw hulp
behoevend kind, en eenmaal zal God als gestrenge
Rechter die ziel uit uwe hand opvorderen. Alle
ouders dus staan met hun eigen ziel bij God
borg er voor, dat hun kinderen het godsdienst-
onderricht ontvangen, allereerst natuurlijk dat
onderricht, wat zjj noodig hebben voor die ver
vroegde H. Communie, maar óok en iliet minder
dat volledig godsdienstonderricht, wat zjj noodig
hebben voor geheel hun volgend leven.
Om den hoogen ernst der zaak, vatten wij
nog eens kort te zamen wat ieders plicht is
het kind is verplicht, zoodra het tot den leef
tijd des onderseheids is gekomen, en dus
helaasook in staat is een groote zonde te
doen, de II. Communie te ontvangen, die door
Christus is ingesteld als een hemelsch brood, om
het leven der genade te bewaren; en de ouders
yixxx don A^ioötwiiciulicu Utocl