Koloniën. het zeker niet van belarig ontbloot zijin na te gaan. of deze ontdekking in praktijk te brengen is." Nederlanders naar Pruisen. Met het schoione weder zijn thans in Pruisen lal van werken, voornamelijk grondwerken begonnen. Tal van Nederland se he arbeiders trekken dezer dagen weder naar Pruisen, waar hun dagloonen van f '2.52f 3.60 (accoordwerk) voor geruimen tijd worden toegezegd en welke loomen voor 'hien 'hon ger zijn dan van die van arbeiders uit andere landen, omdat men Nederlanders gaarne voor graafwerk gebruikt. On tp T o f f i 11 g I e M a richest e r. Eergist e- icnmorgpni heeft te Manchester in de papierma- gazijnen van Chadwick, Lent ©n Co. een ont ploffing plaats geluid, door welke oorzaak schijnt men nog niet te weten, waardoor brand uitbrak en het heel'e gebouw verwoest werd. Ze- ven werklieden kregen brandwonden, waarvan vijf zeer ernstige. Een werkman stierf in den loop van den dag reeds aan de gevolgen der opg el o open v erwond i ng'on Smokkelaars. De New.Yorksche douane-au- toiiteitcn kijken den laatsten tijd weer zeer scherp uit naar smokkelaars en smokkel aars ters, die nieu we japonnen uit Europa meebrengen. Vooral in dezen tijd, nu de Parijsche voorjaarsmodes naai de Vereenigde Staten worden overgebracht, be staat daarvoor reden. Want niet enkel' wordt er veel gesmokkeld in dames-goed, maar ook wordt veelal het uit Europa meegebrachte te laag aan gegeven.. De scherpe orders, te dezer zake ge geven door Loeb, het hoofd der New-Yorksclhe douane, heeft gemaakt, diat honderden koffers en kisten met japonnen en japonstoffen door de douanen zijn aangehouden, en dat twee da meskleermakers wegens te lage aangifte zijin in hechtenis gesteld. overtroffen door dat van den arbeider Grauwelman te Haarlemmermeer, wiens uitkeering is gesteld op-f 0.00833. »Ned." G e s i g n a I e e r de personen. Uit de pas verschenen lijst van signalementen in het Alge meen Politieblad blijkt, dat op 1 Januari 1911 ruim 12.000 namen van personen voorkomen, die nog iets met de justitie te vereflenen hebben. Auto verbrand. Aan den Spaarnwouder- weg, naby den Hoofdweg,onder Haarlemmermeer, is Woensdagavond een automobiel in brand geraakt en geheel verbrand. De brand ontstond doordat men bij het nazien van een defect aan den motor met de soldeerlamp te dicht bij de benzine kwam. De brandspuit kon den brand niet blusschen. De vlammen stegen tot boven de boomen uit. Ongeluk. Op het terrein der N. V. Leeuwarder Houthandel, te Schenkenschans bij Leeuwarden, speelde Woensdag tusschen stapels hout het vijfjarig zoontje van den werkman B Door een ongelukkig toeval geraakte liet ventje onbemerkt onder een stapel balken en werd er dood onder weggehaald. (L. Ct.) opwekkend op de afscheiding van het maagsap', terwijl do spijsverteering, met behulp van een sigaar, sneller, gemakkelijker en aangenamer plaats heeft. In ieder geval is de uitwerking van tabak veel gunstiger dan die van likeuren en sterke dranken, waarvan algemeen, maar zeel ten onrechte gezegd wordt, dat zij de spijsverte ring bevorderen. Het rooken vóór den maaltijd is echter nadeelig voor de werking van de maag, want daardoor wordt de afscheiding van het maagsap uitgeput. Rooken, vóór het slapen gaan, veroorzaakt niet zelden slapeloosheid, daar de maag dan te veel maagsap voortbrengt, en dientengevolge ©en ge voel van honger, dat somtijds zeer levendig kan zijn, verwekt. Wil men derhalve toch onmiddel lijk voor het naar bed gaan rooken, dan is het aan to raden een weinig voedsel te gebruiken. Brand stich ting. Korten tijd geleden heeft de rechtbank te Assen een man uit Nieuw-Buinen veroordeeld wegens brandstichting in de woning van de hoofdonderwijzer aan de bijzondere school aldaar. Nadat de eisch was uitgesproken, het vonnis nog niet gevallen was, werd de vrouw van bekl. op heeterdaad betrapt en voor hetzelfde feit ge arresteerd. Thans zijn er weer pogingen aange wend om de woning van het hoofd der school in brand te steken. Gelukkig waakte de politie, die den dader, den arbeider P. M., arresteerde. Hij bekeude volledig en is te Assen in het huis van bewaring opgeborgen. Brand. In een galanteriënwinkel in de Prins Hendrikstraat 81 in Den Haag is gisteravond om streeks zeven uur brand ontstaan, naar de win kelier zegt doordat bij met een brandende lucifer in de hand kwam te vallen, waarbij de lucifer in aanraking zou zijn gekomen met eenige cefluloïd kammen. Toeii de brandweer kwam, stond de rechter kant van den winkel al lustig in vlam, doch zij wist het vuur tot het aangetaste gedeelte te beperken. Te veel liefhebbers. Dadelijk bij den aanvang van de zitting der Arrondissement* rechtbank van gisteren te Breda, deelde de pre sident, mr. Hellegers aan de 15 laudloopers, die terecht stonden, mede, dat de rechtbank niemand meei opzendt, die niet in het arrondissement Breda gehoren is. belukhige Bredasche vagebonden I Rijksverzekeringsbank. Werd onlangs gemeld, dat een bi aiidweermeester een'uitkeering was bedeeld van ongeveer 1 cent, Uitgeval wordt Een r ij k e arme. Op den Uilenburg te 's-Hertogenboseh woonde een zekere vrouw R, haar man wordt op kosten der gemeente verpleegd in het krankzinnigengesticht, terwijl de vrouw van den Algem. Arme onderhouden wordt Dinsdag moest de vrouw, daar zij ziek was en reeds ze ventien dagen niet van haar bed was geweest, naar het ziekenhuis worden vervoerd. De wanorde en de vuiligheid, die in haar wo ning heerschten, zijn gewoon niet te beschrijven en de stank was ondragelijk. Toen men echter ging inspecteeren, vond men onder verschillende lompen en in lompen gewikkeld een groote som geld. Wij hoorden van een groote f1500. Er zijn geldstukken bij, waarop schimmel zat, zoolang waren zij al bewaard. Uit alle voorwerpen en vodden, die men, on danks den viezen toestand, den moed heeft te onderzoeken, komt nog geld te voorschijn. ('s-H. Ct.) Kankerbestrijding. Het Duitsche cen- traal-comité tot kankeronderzoek, dat onlangs een prijsvraag had uitgeschreven omtrent de beste ook ]n de gewone praxis toe te passen iroegdiagnose van kanker, heeft dezer dagen hare beocrdeeling der ingekomen antwoorden bekend gemaakt. De eerste prijs, ad f600, is ten deel gevallen aan dr. Fischer Defoy in Quedliuburg, de tweede, ad f300, aan den Berlijnschen hoogieéraar Karewski. Een bloem die vlinders doodt. Men heeft onlangs in Brazilië een merkwaardige plant ontdekt. De bloesems van deze plant, die den vorm hebben van een lange buis, worden door de vlinders gezocht en wel door vrij groote ver tegenwoordigers van deze diersoort. Ze kunnen gemakkelijk in den bloesem kruipen, maar de terugweg is voor hen versperd en zij moeten dan ook dit bezoek met hun leven boeten. Hel is wel merkwaardig, dat de plant zich niet met deze vangst voedt. Maar zoowel plant als vlinder, beide moeten sterven. Want door do pogingen die het beestje doet om weder in vrijheid te komen, wordt de bloesem zóó be schadigd, dat zij voor de voortplanting niet meer deugt en in den regel de plant zelf doet sterven. flesch. Weet go wat? Daar zullen we samen wat van nemen." De soldaat hield op met eten. Hij en de her tog namen ieder een flinken slok en de kennis making had plaats gehad. „Hoe heet ge?" vroeg de infanterist. „Hardimont," antwoordde de hertog, zijn titel zwijgend. >>En gij?" „Jean Victor. Ik ben in de compagnie opge nomen... was te voren in het hospitaal. Ik werd bij (Jhatillon gewond... O, men heeft het daar zoo goed in t hospitaal; men krijgt er voor treffelijke soep... Maar ik had maar een lichte scmam; de dokter reikte het ontslagbiljet uit, en na negint het hongerlijden weer opnieuw!,.. Je mag het geloóven of niet, maar zooals ik hier voor je sta, heb ik al mijn leven honger ge leden." Dat was een verschrikkelijk woord, dat die arme daar sprak tegen een man van de wereld, die kort tevoren nog met heimwee aan de keu ken van het „Café Anglais" teruggedacht had. ue hertog keek den soldaat verbaasd aan. Een pijnlijke lach speelde om den mond van Jean Vic tor, en liet zijne lange tanden zien, de tanden van een uitgehongerde, die scherp afstaken te gen het grauwe gezicht. En alsof hij voelde, dat eènige opheldering noodig was, begon de jonge soldaat: „Als u wilt, laten we dan een weinig heen en weer loopen, zoodat onze voeten wat warm worden!" Hjj liet den gemeenzamen toon tegenover zijn Rooken ensp ij svertering. Het Engelsch geneeskundig tijdschrift „Lancet" wijdt eenige be schouwingen aan den invloed van het rooken op de spijsvertering. Het verlangen naar een sigaar wordt daarin gezegd is, vooral na een rijke lijken maaltijd verklaarbaar, want de tabak werkt kameraad varen, daar hij ongetwijfeld in liern den rijke en den door het geluk begunstigde zag. „tk zal u eenige dingen vertellen, waarvan u zeker nog nooit (gehoord hebt. Ik heet Jean Victor, kortweg Jean Victor, want ik ben een vondeling. En de eenige aangename herinnering die ik heb, is die aan mijne jeugd, in 't armen huis. De lakens en onze kleine bedden waren helder en wit; wij mochten in oen tuin ondpr hooge boomen spelen; ik was de lieveling van de liefdezuster, een jong, bleek meisje dat aan de tering wegkwijnde. Ik verkoos een wandeling met haar boven alle spelletjes, want zij streelde mij met hare magere, warme hand... Van mijn twaalfde jaar af echter weet ik van niets dan ellende. Het bestuur van het armenhuis deed mij bij een stoelenmatter in de leer. Dat is geen handwerk, moet u weten om van te leven, en daarom kon de moester slechts arme jongens uit het vondelingenhuis als leerlingen gebruiken. Daar heb ik voor het eerst honger geleden. De baas en zijn vrouw twee oude men- schen, die later vermoord werden waren vrees lijk gierig. Het brood, waarvan zij bij eiken maal tijd een klein stukje afsneden, bleef verder den ganschen dag achter 't slot. En dan hadt ge die vrouw met haar zwarte muts eens bij het avondeten moeten zien, als zij onze soep op schepte, en bij eiken vollen lepel een zucht loosde. De beide andere leerjongens waren er al niet beter aan toe dan ik, maar zij letten niet op de verwijtende blikken, die de oude booze vrouw op mij wierp, als z,ij het bord toeschoof. Het De pestepidemie in China. De correspondent van de Londensche „Times" te Peking heeft een reis gemaakt door Mantsjoerija en geeft daarvan een beschrijving in zijn blad. Het was vooral zijn 'bedoeling den omvang, aard en uitbreiding van de pest-epidemie na te gaan. Maar in do inleiding tot zijn artikel geeft hij eenige bijzonderheden over de beteekenis van de stad Kharbin, welke wij hier laten volgen. Als een gevolg van do concessie, door Li-hoeng- tsjang aan Rusland toegestaan, waarbij Rusland een strook toegewezen kreeg voor den aanleg van een militairen spoorweg, is Kharbin in het leven geroepen. Hier in het hart van (Chineesch) Mantsjoerije is een-tweede Irkoctsk verrezen: een stad met. 40.000 Russische burgers, met Russische openbare gebouwen, kerken, banken, hotels, fa brieken; een stad die bewaakt wordt door Rus sische regimenten en waarheen spoorweglij nen leiden, die door Russische troepen worden verde digd. Om te voorzien in de behoeften van deze opcenhooping van Europeanen heeft zich te Khar bin een groot aantal Chineezen gevestigd, verder een kolonie van Japanners (waaronder een groep van 300 vrouwen van 'slechte zeden) en voorts za- kenmenschen van allerlei nationaliteit. De stad ligt aan de belangrijkste bevaarbare zijrivier van do Amoer, de 'Soengari, die daar ter plaatse wordt overspannen door een van de mooiste bruggen van Oost-Azië. De groei van Kharbin is onaf gebroken en verbazingwekkend geweest. In de eigenlijke Russen-stad wonen niet minder dan 20.000 Chineezen. In de vlakte aan de rivier, dicht bij de spoorwegbrug, ligt de Chineezen-stad, Foe-tsia-tsjeng, een angezonde, niet-gerioleerde stad met een blijvende lie vol king van 25.000 zie len en daarenboven oen vlottende bevolking van 10.000 zielen, in den tijd van het jaar dat de rivier open is voor de scheepvaart. Die Chineezenstad met haar nauwe straten, open goten en overbe volking is zwaar door de pest geteisterd. Geluk kig is de epidemie nu voorbij; sinds verscheiden dagen zijn er geen gevallen voorgekomen, van welke de besmetting in do stad zelf was opgedaan en de angst is bedaard. De correspondent beschrijft dan de rol die de Mantsjoersche marmot (de Tarbagan) bij het ont staan en de verbreiding van de pest speelt. Vol gens dezen persman is de ziekte het eerst bij de genoemde knaagdieren, welker bont gevraagd wordt voor de Europeesche markt, opgetreden, toen de vraag toenam, namen ook de marmotten- jagers toe. Er gingen zich Chineezen met de jacht inlaten, terwijl die vroeger enkel werd uit geoefend door Mongolen en Boerjaten. Maar ter wijl èn Mongolen èn Boerjaten van de zieke dieren afbleven, doodden en vilden de Chineezen die laatste ook, en kregen daardoor zelf soms de long- pest. Daar nu deze Chineezen in het seizoen van 't verzenden der huiden samenhokken, vooral in Mantsjoeli 'niet ver van de Russische grens aan den spoorweg in Transbaikalië waren daar de condities' allergunstigst voor de verbreiding dor epidemie. En dit temeer, daar de Chineezen in Mantsjoeli zich door onzindelijkheid en on hygiënisch leven kenmerkten. De jongste epidemie is dan ook van uit Mant sjoeli haar tocht door Mantsjoerije begonnen. De weg dien de pest volgde was de spoorweg. In Kharbin maakte zij haar eerste verschijning in de eerste week van November, woédde er hevig en liet niet af vóór einde Februari. Op 8 November werd het eerste pestgeval te Kharbin ontdekt, en op 6 December kwamen de eerste modern opgeleide Chineesche medici. Zij werden echter verhinderd te werken. 14 dagen later kwam dr. Woe-lien-tè, de directeur van de militiaire geneeskundige school te Tientsin. Hij had een aantal assistenten bij zich, maar ver mocht evenmin iets uit te voeren. Tot eindelijk de ouverneui van Kirin ten tooneele verscheen. Dr. Gebh kwam uit Peking, de gouverneur liet zijn gezag gelden cn M oe kon zijn preventieve maatregelen gaan nemen. De stad werd door een cordon soldaten geïsoleerd, de gezondheidsdienst werd georganiseerd, de Russische autoriteiten ga ven de beschikking over 100 spoorwagens, voor een quaiantainestation. Zij voldeden uitstekend, omdat ze gemakkelijk verwarmd en gelucht kon den worden. De stad werd in vier afdeelingen verdeeld en de bewoners van iedere afdeeling droegen een kenteeken van een bepaalde kleur. Desinfectiestations en laboratoria werden inge richt, dagelijks werden huis aan huis gevisiteerd en de roep „Breng uw dooden naar buiten" weer klonk door de straten. Eenige dagen na het ver trek van den gouverneur verschenen twee Engel- sche medici, Stenhouse en Graham Aspland. De correspondent prijst hun moed, hun bekwaamheid, hun toewijding, hun menschlievendheid. Maar hij heeft niet minder lof voor dr. Woe, den leider van de Chineesche gezondheidscommissie en de Chineesche artsen, die onder hem werkten. Het doodenaantal was het hoogst op 28 Januari, een maand later, op 28 Februari, kon de epide mie als geëindigd beschouwd worden. De infectie geschiedde door directe aanraking, ratten en vliegen hebben geen rol gespeeld. De gevallen waren zeer heftig, men weet van geen enkel vaststaand geval van herstelling. Oude menschen en jonge kinderen hadden het meeste weerstandvermogen. In een gezin van 14 personen bleven er twee gespaard. Een oude vrouw van 71 jaar eu haar achterkleinkind van 2 jaar. Bij de verbrande lij ken was er slechts een van een kind. Over de waarde van de sera tegen pest is men niet tot vaststaande gevolgtrekkingen kunnen ko men, maar het is zoo goed als zeker, dat alle sterfgevallen van Europeanen hadden vermeden kunnen worden. Dr. Mesny, de schitterende Fran- sche medicus, is overleden omdat hij zonder mas ker een patiënt heeft geausculteerd, die hem met het hoesten in het gezicht spuwde; dr. Michel, zijn Russische collega, dacht dat hij immuum was en toonde zich meer dan onvoorzichtig. De Russische ziekenoppassers dronken den alcohol op, die men hen gaf om zich de handen te was- schen na aanraking van de dooden. Een Fransch pater kuste een collega, die stervende was op de lippen zij waren van kindsbeen af vrienden geweest en stierf drie dagen later. grootste ongeluk in dien tijd was echter, dat ik een bijzonder goeden eetlust had. Kon ik daar wat aan doen?... Zoo heb ik mijne drie leer jaren in geeuwhonger doorgebracht. Drie jaren! Het handwerk leert men in één maand; het bestuur van het armenhuis kan niet alles weten en heeft er geen vermoden van, hoe men de kinderen mis bruikt... U waart getroffen, toen u mij hot brood uit de modder zaagt oprapen. Lieve mensehen I Jk ben daaraan gewoon. Hoeveel korsten heb ik niet uit de vuilnis gehaald en als ze te hard waren, weekte ik ze des nachts in mijn waschbak. Half afgebeten stukken brood van schoolkin deren, die de overblijfselen van hun ontbijt weg wierpen, als ze uit de school kwamen, waren van mijn gading. Als ik boodschappen voor den baas moest doen, liep ik altijd langs een school. Toen heb ik, na mijn leeftijd, het handwerk zelf uitgeoefend, maar zooals ik u reeds zeide, het levert weinig op. Ik heb er nog van alles bij gedaan; geen werk was mij te zwaar! Metselaars heb ik geholpen; ik was boodschaplooper, schoen poetser en wat al niet meer! Den eenen keer vond ik geen werk, de an dere maal verloor ik mijn betrekking; dus1 ge noeg gegeten heb ik nooit! Hoe was het mij te- moede, wanneer ik voorbij een bakkerswinkel ging! Gelukkig herinnerde ik mij in zulke oogen- blikken steeds onze liefdezuster in het vonde- lingenhuisi, die mij zoo dikwijls ingeprent had, toch vooral een eerlijk mensich te blijven. Het was mij dan, alsof ik haar klamme, kleine hand op mijn voorhoofd voelde rusten. Toen ik acht tien jaar was, werd ik soldaat, en een soldaat, Suriname. Het proces Killinger. Naar wij ver nemen, zullen de beschuldigden in het proces Killinger door twee raadslieden worden bijge staan. De praktizijn A. S. J. Feruandes was aange- dat weet u evengoed als ik, heeft geen over vloed; en nu het is bjjna om te lachen, bovendien nog .belegering en hongersnood 1 Gij ziet, dat ik niet gelogen heb, toen ik u zeide, dat ik altijd, altijd honger heb geleden!" De jonge hertog had een gevoelig hart. Het droevige verhaal van een man, die door do uni form zijns gelijke geworden was, trof hem diep. Gelukkig voor zijn geblaseerd flegma droogde de avondwind spoedig de twee tranen, die zijn blik verduisterden. „Jean Victor," zeide hij, terwijl hij uit ©en kiesch gevoel ophield, den man uit het vonde lingenhuis met „jij en jou" aan te spreken, „wan neer wij samen ongedeerd uit dezen verschrikke- lijken oorlog terugkeeren, dan spreken wij elkan der nader, en ik hoop, u van dienst te kunnen zijn. Aangezien er echter op het oogenblik geen bakkerswinkel in de buurt is, en mijn rantsoen voor mijn weinigen eetlust te veel is, zoo blijft het tusschen ons afgesproken, dat we als twee goede kameraden alles samendeelen." Een krachtige, hartelijke handdruk was het ant woord. Daar het echter Iaat werd, en beiden door het waken uiterst vermoeid waren, gingen ze het huis binnen, waar een twaalftal soldaten op stroo lagen te slapen. Hardimont en Jean Victor legden zich naast elkander neer, en vielen spoe dig in slaap. Tegen middernacht ontwaakte Jean Victor, waarschijnlijk van honger. De wind had de wolken verjaagd en het maanlicht, dat door het open dak viel, bescheen helder den mooien, blonden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 10