Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
EERSTE BLAD.
34ste Jaargang.
Vrijdag 24 Maart 1911.
No. 9976
Opepi allitiMi ficroettelrcMrau
Om de eer der Moedermaagd.
Offlcieele berichten.
Buitenlandse!* Nieuws.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent°en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland ƒ2 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
Btraat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
BureauBOTKRSTRAAT 50
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Van 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regei.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil-
Ijjke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85, Postbus no.
Bit nu miner bestaat nit DRIE
bladen en een Geïllustreerd
Zondagsblad.
Wegens den feestdag van MARIA
BOODSCHAP zal de NIEUWE SCHIEDAM'
SCHE COURANTDagblad voor Schiedam en
Omstreken, Zaterdu g-a vond niet ver-
schenen.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
roepen op sollicitanten naar de betrekking van
GEMEENTE ARCHIVARIS.
De jaarwedde bedraagt ƒ300, met uitzicht op
verhooging bij gedeelten tot 500.
Sollicitatiestukken in te zenden bij Burgemeester
en Wethouders vóór 1 April a.s.
De omstandigheid dat ditmaal de feestdag van
Maria Boodschap invalt op den dag sedert on
heuglijke tijden aan de vereering der A. H. Maagd
meer bijzonder gewijd, den Zaterdag, doet ons
enkele regelen schrijven ter eere van Haar die
alle geslachten zalig prijzen.
Ruim negentien eeuwen is 't geleden, dat, naar
St. Lucas' Evangelie, „de engel Gabriël door God
naar eene stad van Gal ilea (werd) gezonden, met
name Nazareth, tot eene maagd die verloofd was
aan een man, met name Jozef, uit het Hui.s1 van
David en de naam der maagd was Maria. En
tot Haar binnentredend zeide de Engel; Gegroet,
gij vol van genade, de Heer is met U, gezegend
zijt gij onder de vrouwen. Maar Zij, hem ziende,
ontstelde van zijn woord en bedacht wat dit voor
eene begroeting zijn mocht. En de Engel zeide
Daar: Vrees niet, Maria, want Gij hebt genade
gevonden bij God. En "zie, gij zult in uwen schoot
ontvangen en eenen Zoon baren, en zijn naam
Jezus noemen. Hij zal groot zijn en de Zoon
des Allerhoogsten genoemd worden, en de He ere
G od zal Hem den troon van zijn vader David
geven, en Hij zal koning zijn over het huis van
Jacob in eeuwigheid en zijn koninkrijk zal geen
einde hebben. Maar Maria zeide tot den Engel
Hoe zal dit wezen, daar ik geenen
man beken. En de Engel antwoordde en zeide
Haar: De Heilige Geest zal over u nederdalen en
de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen;
daarom zal ook het heilige dat uit U geboren
wordt, Gods Zoon genoemd worden. En zie, Elisa
beth, uwe bloedverwante, ook zij heeft eenen
zoon ontvangen in haren ouderdom, en dit is de
zesde maand voor haar die onvruchtbaar heet;
want bij God is geen ding onmogelijk. Maria nu
zeide: zie de dienstmaagd des Heeren, mij ge
schiedde naar uw woord."
In deze eenvoudige, treffende bewoordingen ver
haalt ons de Evangelist Lucas de Boodschap des
Engels aan Maria, de heilvolle Boodschap, die't
treffend tijdstip der vervulling van Gods belofte
Vi>n eenen Verlosser voor de naaste toekomst
Aankondigde, 't tijdstip waarnaar de gevallen
menschheid vier duizend jaren in bange smart
had gezucht. Maar die Boodschap stelde ook
de vervulling dier belofte in uitzicht op eene
geheel bovennatuurlijke wijze, „Roe zal dit we-
zenUit deze woorden blijkt, dat Maria on-
('aiikb hare verloving, en dus ongetwijfeld in
«verleg met den II. Jozef, besloten was maagd
h- blijven. Hare maagdelijkheid ging Haar hoven
Mies, maar Zij behoefde voor de wereld een be
schermer, die bare eer vrijwaarde in een land,
dat den Messias, den Verlosser, op eene natuur-
hjke wijze verwachtende, den maagdelijken staat
nu't eerde. Het heilwoord van den profeet:
"Ziet. de Maagd zal ontvangen en een
Zoon baren" was toch niet tot de groote massa
^es volks, doorgedrongen.
'n dezen veelbewogen tijd, waarin de grond
waarheden des geloofs op zoo onderscheidene
wijJ.éff "Vré'fderfaangevallen, waarin men zelfs in
den allerlaatsten tijd nog in afschuwelijke pam
fletten de eer en het eenig voorrecht der Moeder
maagd op schandelijke wijze heeft aangerand, ver
dient deze Evangelische waarheid nog eens in
het volle licht te worden gesteld. De Katho
lieke Kerk leert niet alleen, dat Maria, toen zij
moeder werd, maagd was een leer die de
christelijke gezindten, die nog aan de grondwaar
heden des geloofs vasthouden, mèt die Kerk belij
den maar zij houdt ook voor op grond
ook der gezaghebbende overlevering -- dat de
Moeder des Heeren immer Maagd is gebleven.
Dat eenig voorrecht: moeter te zijn en maagd
te blijven, is de schitterende diadeem, het koste
lijk kleinood, dat de Almachtige plaatste op het
hoofd van de heiligste der vrouwen, de in-reine
en hoogheilige, die de Heer-Zelf door zijn engel
deed begroeten als „vol van genade."
Negentien eeuwen zijn sedert die ontzaglijke
stonde verstreken, waarop dat heilwoord door
Engelenmond werd gesproken, liet onvergelijke
lijk moment zelf waarop het Woord Vleescb averd,
der wereld ten eeuwig heil. Nog! dagelijks ver
kondigt ons tot driemaal toe het zacht geklop
van de klokketorens der katholieke kerken die
heilvolle stonde: Angelus Domini nuntiavü Ma-
riae: De Engel dets Heeren heeft aan Maria ge
boodschapt. En de kunstkenner ziet dan in
den geest dat heerlijk tafreel van Millet, waarbij
de vrome landlieden de handen vouwen en de-n
Almachtige danken voor het groote wonder dat
Hij, ons ten heil, in Maria wrocht.
Op dezen blijden feestdag „in de zesde maand'1
naar Elisabeth's wonderbare bevruchting gere
kend, viert de Katholieke Kerk dit wereldfeit
op meer bijzondere wij'ze. Op dezen dag herin
neren wij ons de wonderbare Menschwording des
Ikeren, maar ook bet eenig voorrecht aan Maria
geschonken. Dat voorrecht houden wij hoog en
verkondigen wij aan heel de wereld, alle pam
fletten van Maria's bitterste vijanden, die ook
niet anders dan de vijanden des Heeren kunnen
zijn, ten spijt. Maria, de immer-reine, de hoog
heilige, staat op' dezen bijzonderen feestdag voor
ons oog, getooid met de rijk stralende diadeem,
die God Zelf Haar als Moedermaagd op 't- hoofd
plaatste. Het profetisch woord door Haar Zelf
in antwoord op Elisabeth's welkomstgroet ge
sproken: an bedien af zullen mij zalig prijzen
alle geslachten" wordt in Haar in onafzienbare
opvolging bewaarheid. Zij, de Moeder des Hee
ren, de 'Moeder Gods, is ook de Moeder der
Verloste Mensch'heid, die Haar zalig prijst en
eer en hulde brengt, in Haar eereind Hem "die
Haar schiep en Haar verhief tot de gezégtëndste
alter vrouwen.
FRANKRIJK.
PARIJSCH E KRONIEK.
(Van onzen Parijschen correspondent.)
Het ministerie Monis Berteaux en compagnie,
uit mannen samen gesteld, waarvan de meesten
een uiterst linksche staatkunde zijn toegedaan
en wier gevaarlijke beloften de verwoesting der
maatschappelijke orde meer dan bedreigde, kon
niet anders dan met een gevoel van onrust en
onzekerheid ontvangen worden. Men verwachtte
dan ook bij zijn eerste optreden een brutaal en
om het zoo te noemen een 'brandstichters ma
nifest., iets wat sensatie in de zoo verdeelde
Kamer moest maken. Welnu deze verwachting
is niet verwezenlijkt geworden en alsof we nog
in de carnavalsdagen waren, zijn zij Maandag
6 Maart in halve reactionnairs vermomd en met
valsche neuzen op voor het weinig tot grappen"
gestemd parlemen t verschenen,- waar hun aan
voerder Mouis een onbeduidende rede hield en
zijne niets geweldige verklaringen dan ook by
een deel der nieuwe meerderheid zeker een
ireurigen indruk moesten maken. Vele oprech
te, doch geen fanatieke republikeinen moeten,
deze bezadigde woorden hooiende, zich afge
vraagd hebben Waarom zijn die Jacobijnen
Briand komen vervangen en het antwoord
ligt voor de hand. Alleen uit wangunst en om
zich van de portefeuilles en de daaraan ver
bonden voordeelen en macht meester te maken.
De bekende financier-industrieel Ernest
Archdeacon, aie zich geheel buiten de politiek
houdt en zijn geest en activiteit aan nuttiger
bezigheden wijdt, heeft in een brief aan de
„Éclair" ook zijn verontwaardiging over den
tegenwoordigen toestand openbaar gemaakt en
vraagt daarin Hoe kan een fatsoenlijk rnensch
de manoeuvres, welke tegen het Kabinet—Briand
gebruikt zijn, zonder protest toestaan Hoe is
het mogelijk, dat de mannen, die de plaatsen
van Briand en zijn collega's bij de ministeries
innemen en waaronder er enkelen te recht of
te onrecht zijn, die in de staatkunde een zekeren
naam verwierven, zich geen rekenschap geven,
dat zij in hunne respectieve ministeries niet zijn
gekomen om er eene zedelijke opvolging over
te nemen, doch die successie door de deloyaal
ste en schandelijkste middelen gestolen hebben.
Ik zeg dat een eerlijk man zulk eene opvolging
onder de bekende omstandigheden niet moest
aannemen. De anarchie waarin wij leven, kan
niet voortduren en er moet absoluut wat gedaan
worden om den val naar den afgrond, waarheen
wij op weg zijn te glijden, tegen te houden.
Ik heb hier een uittreksel uit het dagblad de
Tenyps, waarin de tegenwoordige toestand met
eene hevigheid beoordeeld wordt dat 't door het
strijdlustigste oppositieblad zoude geschreven
kunnen zyn. Dat komt mij als het sprekend
bewys voor hoe ernstig de toestand werkelijk
is. Ik heb altijd gedacht, wat trouwens het een
voudigst gezond verstand ons leert, ook zelf in
die noodlottige staatkunde, dat een land om te
leven en zich te ontwikkelen met een zeker
Vervolg en eenheid, door regeerders, die wat ze
kerheid voor den dag van morgen bezitten, moet
best uurd worden. Zij moeten ai hun wilskracht
niet behoeven te verspillen om ellendige partij-
intrigues te verijdelen, in plaats van ze voor
den vooruitgang en voorspoed voor 't land aan
te wenden. Ook moeten zij om aan 't bewind
te blijven niet tot eindelooze overeenkomsten
met de partijen gedwongen worden. Zoo weet
ik niet of van af de vestiging der republiek een
enkel ministerie maar drie maanden gerust
heeft kunnen leven zonder voortdurend conses-
sies te doen en wat toegeeflijk te zijn. En in
vele gevallen moet men wel wat aan de mini
sters vergeven, want hun chefs zouden dadelijk
dit excuus doen hooren, dat men een land on
mogelijk kan regeeren, indien men de eerlijk
heid zoo ver dreef, zich den dag van zijn optre
den en openingsrede reeds te laten omverwerpen.
Hoe moet er dan gehandeld worden en wat
is het geneesmiddel Ik beweer dat er een
bestaat en voeg er bij dat dit middel altijd in
de handen van onze presidenten der Republiek
berust heeft. Niemand zal mij doen begrijpen
aan welk gevoel onze achtereenvolgende presi
denten gehoorzaamd hebben door nooit van hun
zoo kostbaar recht, wat hun de constitutie zeker
niet voor de leus schonk, om de kamer te
ontbinden, gebruik te maken. Biedt die onafge
broken opvolging van ministeries, welke wij
sedert de vestiging der republiek aanschouwd
hebben, geen schandelijk en bespottelijke spec
tacle en kan men zich de mogelijkheid voor
stellen een land te regeeren, waarvan de chefs
iedere zes maanden veranderen Wat moet
Frankrijk een zeldzame levenskracht hebben om
er nog niet onder bezweken te zijn
Een serie presidenten der republiek zagen de
een na de andere dat het land door verschil
lende staatkundige partijen verdeeld werd en
het niet mogelijk was om eene blijvende rich
ting en meerderheid in de Kamer te vormen.
Allen hebben dat onnobele spel van hunkeren
naar posten, waaraan zich de partijen schuldig
maakten .en de deuren tot alle begeertens ten
nadeele van Frankrijk opende, kunnen constatee-
ren en niet een hunner heeft den moed gehad
de Kamer te ontbinden en te zeggen Waarde
medeburgers, gij hebt eene zoo verdeelde ver
tegenwoordiging afgevaardigd, dat geen regeeren
mogelijk is; ik acht dat de kleur(geel, zwart,
i-ood enz., volgens zijn keuze) de beste is en ik
smeek U, in naam van wat U het heiligst is,
in naam van Frankrijk* om 't eens te worden
ons eene samengaande vertegenwoordiging te
geven zoo onmisbaar voor een normaal beheer
en de goede werking onzer instellingen.
De kiezers zijn meerendeels groote kinderen,
die, men moet het bekennen, dikwerf noodig
hebben geleid te worden. En wie zoude durven
volhouden dat, indien een onzer presidenten der
Republiek den moed had gehad zulk een taal
te spreken, de kiezers hem niet gevolgd zouden
hebben Deze man zoude een redder voor
Frankrijk geweest zijn. Die altijd herhaalde
ministerieêle crisissen schokken het land in al
hare administraties en bemoeiingen en de laat
ste was er een van de pijnlijkste en ontmoedi-
genste, welke ik ooit heb bijgewoond. Er had
zich een man voorgedaan, in den persoon van
Briand, die onbetwistbaar talent had. Hij had
niettegenstaande den tegenwoordigen toestand
der partijen den moed getoond om rust en be
vrediging (apaisement) te prediken en zich
daarnaar zooveel mogelijk te gedragen. Zoo had
hij het succes zonder presedent verkregen ver-
scheidenen van hare onverzoenlijkste tegenstan
ders aan de republiek te verbinden. Bovendien
had hij, en dit heeft men te spoedig vergeten,
het land, zonder een druppel bloed te vergieten,
uit een der schrikkelijkste crisissen, welke het
ooit te doorstaan had, de stakingen der spoor
wegbeambten en arbeiders, die der electrische
industriën enz. enz. gered. Na deze gebeurte
nissen heb ik, een oogeublik de hoop gekoesterd
dat een nieuw tijdperk van verbroedering en
vrede voor mijn land ging aanbreken en vele
mijner medeburgers zeiden met redenWij zijn
er niet zeker van dat de politieke denkbeelden
van Briand de beste zijn, doch wij hebben ten
minste een man aan 't hoofd, die eenige bewij
zen van gouvernementeele eerlijkheid gegeven
heeft en daarbij talent en energie bezit't is te
hopen dat men hem het leven en den tijd laat,
om te toonen wat hij kan.
En zie, reeds eenige weken is hy heengegaan,
niet omdat hij de meerderheid verloren had,
doch uit walging voor die schandelijke coalitie
van op ministersposten belustigden, waartegen
ook hij zijn onmacht begon te gevoelen, Na
zulke beschouwingen begint men toch te ge
voelen dat het al te erg wordt en een ieder
vraagt zich met den heer Ernest Archdeacon
afHoe heeft het hoofd van den Staat, de
heer Fallières, zijn hand kunnen leenen tot
het samenstellen van dit nieuw ministerie,
waarvan het twijfelachtig bestaan een uitdaging
aan 't gezond verstand der natie is, dit mini
sterie vóór zijn geboorte reeds door de laagheid
van zijn oorsprong besmet en onteerd Hoe
heeft hij niet begrepen dat zijn plicht was, de
Kamer te ontbinden
Het vroeger zoo bekende lid der Kamer, de
heer Lasies, die ook uit walging wegging, zegt
op zijn manier een woordje over het ministerie
Monis-Berteaux. 's Avonds van zijn geboorte
telefoneerde mij, zoo schrijft hij, een onbeschei
den vriend, en vroeg mij wat ik er overdacht.
Ik antwoorddeLaat me met rust En ik blijf
bij myn besluit. Dat bracht me weer ir den
staatkundigen strijd, waar ik niets meer van
hebben moet. Ik heb reeds herhaaldelijk gezegd
dat de politiek een oude maitresse is. waarmede
ik voor goed gebroken heb Ik heb al wat mi
nisteries zien vallen en het parlement een een-
oogig paard voor een blind paard zien verwis
selen. Monis zal, evenmin als de anderen, wat
doen. Hoe meer het verandert, des te meer 't
hetzelfde blijftalleen de belastingen verande
ren en nemen elk jaar toe. En hoe meer deze
stijgen, des te meer schijnt het volk tevredener,
stemt 't slechter, en betaalt 't beter. Waarom
wilt ge dat een arme duivel van belasting
schuldige, zoo als ik, zich de luxe permitteert
over de dit of dat ministerie een opinie te heb
ben Toen Briand zijn rede te Périgueux ge
houden had, ontmoette ik den volgenden dag
mijn vriend Gauthier de Clagny. Beiden uit
ten wij onze vreugde en stortten onze harten
uit alsof wij een lentelied gehoord hadden, wat
onze hoop deed herleven. Wij waren het eens
dat sinds langen tijd zulke bemoedigende woor
den niet gesproken waren. Wij waren vol
enthousiasme! Eensklaps onderbrak Gauthier
de Clagny onzen vreugdezang en zeide mij met
die fijne glimlach, hem eigenZeg, Lasies, zijn
wij nu op Briand verzot geworden, is dat wel
mogelyk Welnu, ik wed dat hij, geen maand
verder, ons een poets zal spelen. En dat deed
hy met heen te gaan.
Op een gedenkdag komen eenige republikei-
van ouden datum aan de Kamer de mededee-