Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Bakkerswet.
Namens den «Algemeenen Nederlandschen Bond
van Arbeider(ster) in het Bakkers, Chocolade- en
Suikerbewerkingbedrijf", is een adres aan de
Tweede Kamer gezonden. Daarin zeggen adres
santen
lo. dat zij met waardeering hebben kennis ge
nomen van dé pogingen van den minister om in
het ontwerp der Bakkerswet een regeling van
den arbeidsduur op te nemendat zij echter
tegen de wijze, waarop een en ander bij de arti
kelen 12 en 13 van het »nader gewijzigd ontwerp
van wet" is voorgesteld, ernstige bezwaren heb
ben en op zoodanige wijziging van deze artikelen
aandringen, dat tusschen het begin en het einde
van den gewonen arbeidsdag niet meer dan 12
uren liggen, die onderbroken moeten worden door
2 uren rust, welke rusturen zoodanig op arbeids
kaarten moeten vermeld worden, dat zij door de
arbeidsinspectie te controleeren zullen zijn
2o. dat zij de bij artikel 6 aan den minister
verleende bevoegdheid zeer gevaarlijk blijven
achten en derhalve op intrekking daarvan aan
dringen
3o. dat zij dringend verzoeken in artikel 1 sub
IV, te bepalen, dat onder »nacht" wordt verstaan
de tijdsruimte tusschen 9 uur des namiddags en
5 uur des voormiddags en in verband hiermede
artikel 7 zouden willen zien vervallen
4o. dat zij tot hun leedwezen in artikel 4eene
onnoodige vrijstelling van nachtarbeid geconsta
teerd hebben en die vrijstelling alleen zouden
willen zien gelden voor de laatste twee uren van
den nacht;
5o. dat zij voorgaande bemerking ook staande
houden tegenover de in artikel, sub c, bedoelde
zes nachten op den voet als bij sub b is bedoeld.
Adressanten dringen er ten zeerste op aan, het
nader gewijzigd ontwerp van wet tot beperking
van Zondagsarbeid en nachtarbeid in het bakkers
bedrijf en van den arbeidsduur van bakkersgezel
len zoo te willen wijzigen, dat hun bezwaren
vorengenoemd uit den weg worden geruimd en
het ontwerp met zoodanigen spoed te behandelen,
dat het nog in dit zittingsjaar tot wet kan wor
den verheven. Een memorie van toelichting is
aan het adres toegevoegd.
vierde gedeelte Tan de traktementsverbetering ge
reserveerd voor de pensioensverhooging, terwijl
het eindcijfer voor zijn plannen in deze ongeveer
overeen zal komen met het door hem als Kamerlid
genoemde bedrag van 4 millioen gulden.
De traktementsverbetering met daaraan ver
bonden pensioensverhooging zal vermoedelijk nog
in dit zittingsjaar bij de Tweede Kamer inkomen.
Weerbericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 30 Maart 1911, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 770.9 te Riga.
Laagste barometerstand 751.8 te Brussel.
Vei wachting tot den volgenden dagzwakke
tot matigen zuidoostelijken tot zuidelijken wind,
veranderlijke bewolking, mogelijk onweer, zelfde
temperatuur.
Schouw.
De schouw over de distilleerketels, stutten en
rollagen enz. in de branderijen, distilleerderijen,
alsmede over de boerenbakken, zal vanwege het
gemeentebestuur gedreven (worden op Maandag
3, Woensdag 5, Vrijdag 7, Maandag 10 en Woens
dag 12 April a.s., telkens van des namiddags
2i/25 uur.
Wethouder De Wilde.
Naar «Het Vad." verneemt, zal de heer De
Wilde, wethouder van 's Gravenhage, op medisch
advies eenigszins geruimen tijd zich aan alle
werkzaamheden moeten onttrekken. Om tot rust
en ontspanning te komen, zal de wethouder eerst
daags zich buitenlands begeven.
De Armenwet,
De kerkeraad der Geref. Gemeente te Gronin
gen (B.) oordeelt, dat in het wetsontwerp tot
regeling van het Armbestuur nog steeds door de
opsomming in art. 2 de voorstelling wordt ge
handhaafd, als waren de diaconieën een tak van
het Staatsbestuurdat in het wetsontwerp de
zelfstandigheid en de vrijheid der diaconieën wor
den aangerand en heeft besloten zich tot de par
ticuliere Synode te wenden.
Het voorstel luidt, dat de particuliere Synode
zich tot de Generale Synode zal wenden, om
hunne bezwaren ter kennis te brengen van de
Ilooge Overheid en de Staten-Generaal en aan
deze te verzoeken, dit wetsontwerp niet tot wet
te verheffen, tenzij daarin zulke veranderingen
worden gebracht dat hunne bezwaren worden
opgeheven.
Mgr. Van de Wetering.
Z. D. H. de Aartsbisschop wordt in het laatst
dezer week van zijn reis naar Rome in het va
derland terugverwacht.
Traktementsverbetering officieren.
De hoefijzer-correspondent van het «Hbld."
meldt
Dezer dagen bevatte «De Avondpost" een be
richt omtrent de plannen van minister Colijn be
treffende de traktementsverbetering voor offi
cieren, volgens hetwelk die plannen eigenlyk
ongeveer zou neerkomen op wat minister Cool
had voorgesteld. Immers, de traktementsverbete
ring zou worden losgemaakt van de pensioens
verbetering en voor deze laatste zou een vierde
van het bedrag der traktementsverhoogingen wor
den gereserveerd. Daar dit nu was wat de heer
Colijn als Kamerlid verkeerd had geacht, leek het
mij ongelooflijk, dat hij het als minister toch zou
voorstellen.
Bij informatie is mij dan ook gebleken, dat het
bericht lang niet geheel juist is.
De minister splitst de noodig geachte pensi
oensverbetering in tweeën. De algemeene ver
hooging van pensioenen, waarbij ook Marine zou
zijn betrokken, zal later komen. Afgescheiden
daarvan echter is een belangrijke vervroeging van
den pensioensleeftijd en pensioensverhooging ont
worpen voor kapiteins en hoofdofficieren van in
fanterie en artillerie, met daaraan verbonden land
weerplicht. Deze maatregel, die buiten verband
met Marine kan worden genomen, zal, naar men
verwacht, het dubbelle voordeel opleveren van
een snellere promotie bij de genoemde wapens
en van aanvulling van het tekort van officiers
kader bij de landweer. De traktementsverbetering,
waarvan het bedrag ongeveer gelijk zal wezen
aan het door minister Cool beoogde, zal aan deze
laatste pensioenregeling worden vastgekoppeld
en het is dus slechts de meer algemeene pen
sioensherziening, die los daarvan later zal volgen.
Overigens wordt ook door minister Colijn een
„Katholiek Leven.''
De Bondsgehoorzaal, waar gister-avond degroote
vergadering;van «Katholiek Leven" gehouden werd,
bood een recht opwekkenden aanblik. Met eerw.
geestelijken der verschillende parochiën en een
aantal eerw. Broeders vereerde ook de edelachtbare
heer M. L. Honnerlage Grete, burgemeester dezer ge
meente, de vergadering met zijne tegenwoordigheid,
terwijl een groot aantal katholieke ingezetenen
der stad, dames zoowel als heeren, de ruime zaal
bezetten.
De voorzitter van «Katholiek Leven", de heer
J. Putters, na de vergadering met den christe-
lijken groet geopend te hebben, getuigde, dat de
vereeniging met vreugde aller opkomst ter ver
gadering begroette enallen hartelijk welkom heette,
in 't bijzonder den eerw. spreker en den edel
achtbare heer Burgemeester, wijl deze opkomst
getuigt van belangstelling in het werk der ver
eeniging. Daarna leidde voorz. in vereerende be
woordingen bij de vergadering in den weleerw.
pater Van Hassel, voorzeker ondanks zijn betrek
kelijk kort verblijf in onze gemeente, geen onbe
kende. Zeker zou diens lezing allen een genot
vollen avond bezorgen. In verband met het
ouderwerp der lezing van dien gevierden spreker
meende voorz. ook het werk van de Propaganda-
club»St. Paulus", op verzoek, in aller welwillend
aandenken te moeten aanbevelen.
De weleerw.
Pater N. v a n H a s s e 1, O.P.,
kapelaan der Broerskerk te Nijmegen, die daarna
onder applaus den katheder besteeg, zeide aan
vankelijk, dat hij met bereidwilligheid de uitnoo-
diging van het bestuur had aangenomen, hier
eene lezing voor «Katholiek Leven" te houden
immers wie zou niet gaarne er toe medewerken
ons katholiek geloofsleven te verinnigen en te
versterken. Waarlijk grootsch is het werk der
katholieke actie in heel ons land overal verheffen
heerlijke tempels hun spits ten hemel en doet
zich die actie op onderscheidene wijze kennen.
Maar dat alles betreft slechts het uitwendig ka
tholiek leven maar ook het inwendig katholiek
leven behoort te worden opgewekt, op de vor
ming en ontwikkeling van geest en hart, het
roomsch denken en gevoelen behoort te worden
gewerkt; dat behoort het ruggemerg te zijn van
onze roomsche daden. Om daartoe iets bij te
dragen koos spr. tot onderwerp van zijn rede
«Lectuurvoedsel of vergift?"
Voor ontwikkeling van onzen geest is lectuur
noodzakelijkgoede lectuur mag als een goed
voedsel geacht worden. Een karaktertrek van
onzen tijd mag toch de onwetendheid in den
Godsdienst geacht worden. Op verschillend ge
bied gaat men in onzen tijd vooruitmaar op
godsdienstig terrein heeft men zich over 't ge
heel nog niet voldoende ontwikkeld. Daarom is
't de roem van «Katholiek Leven", dat 't de
kennis van den Godsdienst tracht te ontwikkelen
naar roomschen geest, de lectuur vooral van haar
leden tracht te leiden. Lezen bestaat toch niet
in dat gewone werktuigelijk lezen maar, in appli
catie van den geest, waarvan met St. Thomas
van Aquino zoovele wijsgeeren getuigden en dat
naar het woord van onzen bekenden professor De
Groot die liefde tot de waarheid ten doel heeft,
welke de verheven kracht van den mensch uit
maakt en den vrede op aarde brengt. Aldus op
gevat, is de lectuur een zegen en een ryke bron
voor den geest en strekt zij niet alleen tot heil
van zich-zelven, maar ook tot welzijn van anderen.
De lectuur, aldus tot verryking van den geest
aangewend, strekt ook tot glorie der Kerk van
Christus, die tegen zoovele vijanden te strijden
heeft, tegen wie wetenschap en kunst, koningen
en vorsten, allen samenspannen. Zij die aldus
hun geest met goede lectuur verrijken, vinden
daarin een machtig wapen om de H. Kerk te
verdedigon, tegen wie met de bloote hand in de
ruwe kazernetaal van een Bolland of met gegan-
teerde vingeren alle modder en vuil wordt ge
worpen. Die overvloedige kennis van den gods
dienst, door goede lecteur bereikt, geeft aan de
hartstochten kalmte en rust. Die studielust geeft
rust aan den geest, blijdschap aan 't hart. En
bij die ontwikkeling van het verstand, van den
geest moet de II. Roomsche Kerk meesteres en
leidster zijn. Zij is toch met recht de lichtbaak,
wier machtige intellectueele invloed geheel de
maatschappij doordringt, wier onwankelbaar be
ginsel de wereld tot luisteren dwingt. In de
Kerk is toch het beginsel der hoogste rede, tot
Haar voert alle wijsheid. De Kerkleei en de
wetenschap zijn toch niet met elkaar in strijd
geloof en rede ontspruiten uit de zelfde bron de
menschejijke wijsheid moet het hoofd buigen voor
den Goddelijke openbaring opdat zij haren voet
niet stootte aan éen steen, De grootste helden
des geloofs die de leiding der Kerk trouw volgden,
waren ook de grootste figuren der menschheid.
Is aldus de goede lectuur een goed voedsel, de
slechte lectuur blijkt een zwaar vergift, dat niet
alleen de ziel vermoordt, maar ook het lichaam
doet kwijnen. Als de drie voornaamste uitingen
dier slechte pers noemt spr.de dagbladpers, de
moderne roman en de tooneel-literatuur. In het
priesterleven, aldus vervolgt spr, ontwaart men
dikwijls hoe de slechte lectuur voert tot verflau
wing en afval van het geloof en bederf der zeden
daarom moet hij waarschuwen voor de zielemoor-
dende lectuur der slechte pers. De goede pers is
een gave der hemels, de slechte een product van
de hel. Terwijl het woord een heerlijke gave Gods
is en in dat woord zich afteekent het beeld van
God, 's menschen goddelijke afkomst, terwijl door
dat woord de mensch wordt als een scheppende
kracht, waardoor hij het leven naar buiten brengt
en aan anderen mededeelt, wordt vooral het
geschreven woord, waardoor de gedachte van den
mensch ook nawerkt voor het ffageslacht, mis
bruikt tot groot verderf der zielen. De hoofd
misdaad van onzen tijd is dan ook, dat de pers
misbruikt wordt tot een helsch werktuig dat dood en
verderf brengt voor ontelbaren in de wereld, zooals
ook de geleerde Balmes getuigt. Al wat de moderne
techniek uitdenkt, om het gebruik van de pers te
vergemakkelijken, wordt aangewend om het rijk
van het kwaad uit te breiden, 't Is als een ont
zettende watervloed, een onmetelijke zondvloed
van vergallenden inkt, die groeit iederen dag en
stijgt van het diepste der dalen tot de hoogste
der bergen, een troebele modderpoel die de lucht
vervult met een doodelijken damp.
Op allerlei wijze en in allerlei vorm door luid
ruchtige reclame in spoorwegcoupé, in huis en op
straat, in boek en dagblad wordt die slechte
lectuur aan den man gebracht. Zij werkt als een
doodend vergift en belet ook de uitbreiding van
het Godsrijk, wijl zij het woord Gods door het
onkruid doet verstikken. Werkt toch het gespro
ken kwade woord gevaarlijk, het geschreven
slechte woord werkt verderfelijk, terwijl het
gesproken woord toch slechts oogenblikkelijk
klinkt, doordringt de slechte pers de ziel als een
fijne regen. Het gesproken woord is als een pijl
die een tijdelijke wonde slaatmaar het geschre
ven woord is als een harpoen, die vasthoudt en
de wonde telkens opnieuw doet openscheuren.
De vraag beantwoordend welk soort van
lectuur de bedoelde verderfelijke invloed der
slechte pers uitoefent, zegt spr., dat 't vooral
de liberale, socialistische en neutrale dag
bladpers is en de moderne roman. Het zelf
de middel dat Voltaire aanwendde om het
geloof te ondernemen quasi-twistredenen in de
koffiehuizen, past de groote liberale dagbladpers,
die door joden en vrijmetselaars, allen die een
ingekankerden haat hebben tegen Christus' Kerk,
toe om het geloof te ondermijnen en wat de re
dacties der groote liberale bladen niet op eigen
verantwoordelijkheid durven zeggen, laten zij door
buitenlandsche correspondenten schrijven; zij zijn
als de vuilnisbelt der slechte pers, gelijk «Uile-
spiegel" 't is van de »N. Rott. Ct.". Spr. betoogt
verder, dat men hier niet de buitenlandsche pers
alleen moet veroordeelen want onze vaderlandsche
liberale pers is geen haar beter, misschien nog
gevaarlijker.
De slechte pers over 't geheel voert tot ver
zaking van het geloof, ondermijning der zedelijk
heid en vervalsching der geschiedenis van den
dag zij stelt de katholieke leer in een valsch
daglicht. Het grootste kwaad, van onzen tijd is
toch het indeferentismevelen zijn geen beroeps
katholieken, maar dilettant-geloovigen, die naar
Thiers' woord niet behooren tot het vaste gevolg
van le bon Dieuzij trekken steeds twee gezich
ten een voor de Kerk en een voor het openbare
leven. De geest van ongeloof wordt nu bij derge
lijke Katholieken door de liberale bladen gekweekt,
door het stelselmatig doodzwijgen van al wat het
roomsche leven, het volle rijke katholieke leven
betreft, terwijl toch de Katholiek die dergelijke
bladen door zijn abonnement steunt, vergen mocht
daaromtrent ingelicht te worden. Buitendien wan
neer dergelijke bladen nog eens van roomsche zaken
gewagen, spreken zij er over als een blinde over de
kleuren, of op spottende, tergende wijze. Die bla
den ondermijnen ook het begrip van zedelijkheid.
Men kan in liberale bladen herhaaldelijk een
prachtige bloemlezing vinden, die getuigt van een
rinnigen haat tegen de onveranderlijke waarheden
der christelijke zedeleer. Zij maken feitelijk pro
paganda en verleenen hunne medewerking tot
vuile praktijken, die men dan geannonceerd ziet
in gezelschap van een katholiek pianofabrikant
of een dito fabrikant van bekende zeepen. Ook
door de zucht naar schandalen te bevredigen door
voedsel te geven aan het op schandaal beluste
publiek, o.a. door het draadfijn uitpluizen in de
r ransche pers van het weerzinwekkende Steinheil-
drama, ondermijnen die bladen de zedelijkheid
van het publiek. In de wijze waarop de onlangs
in de Kamer behandelde wetten tegen de zede
loosheid, die de étalage van het kwaad wilden
beletten, werd besproken, doen zij die ondermij
ning kennen en in het gevaarlijk feuilleton doen
zij die nog meer uitkomen.
Maar ook de slechte pers vervalscht de ge
schiedenis van den dag. Dat toont zy in hare
houding ten opzichte van de Kerkvervolging in
klankrijk, in de wijze waarop de Ferrer-zaak in
haie kolommen werd besproken en de gebeurte-
nissen in Portugal werden behandeld. Geen zweem
van medelijden of verontwaardiging was in die
pers te bespeuren ter zake van de tallooze vrou
wen ook vooral, die uit scholen en hospitalen
werden verdreven en onbarmhartig door de revo-
iutie op straat werden gezet. Toen ter gelegenheid
2» 1 bekende schipbreuk aan den Hoek-van-
Rolland de laster werd verspreid, dat er als gieren
op cle lijken werd geaasd en hun de ringen van
de vingers werden getrokken, heeft de liberale
pers dien laster tegengesproken; maar de laster
tegen Kerk en Paus verspreid werd niet tegen
gesproken. De katholieke lezers van liberale
dagbladen krijgen allengs vervalschte denkbeelden
omtrent verschillende zaken. De lectuur van
liberale dagbladen kweekt liberale Katholieken,
die niet ten volle huldigen de roomsche begin
selen, maar de huik hangen naar den winder
twee gezichten op na houdeneen voor de Kerk
en een voor het openbare leven en voor verschil
lende katholieke zaken niets blijken te gevoelen.
Zoo durft spr. dus alleszins te beweren, dat de
lectuur van liberale dagbladen is vergift, voor den
geest.
Wat spr. aldus van het liberale dagblad ge
tuigt, geldt ook ten volle voor den modernen
roman van onzen tijd. Niemand beter dan Rous
seau zelf getuigde van de verschrikkelijkheid van
zijn werken die hij beier niet geschreven achtte.
Hij getuigdeIk kan geen mijner boeken zien of
ik sidder: ik onderwijs niet, maar ik bederf;
in plaats van voedsel breng ik vergift en onder
fraaie woorden ben ik toch in waarheid een
booswicht. Ook verzekert hij, dat een eerbare
jongedocliter, die, in weerwil van den afschuw-
wekkenden titel slechts éene bladzijde van die
vuile romans gelezen heeft, verloren is. De wer
king van de slechte roman is zoo satanisch voor
geest en hart, dat de lezer aan den invloed daar
van niet kan ontkomen. Alleen ook om het gel-
delijk gewin leenen die romanschrijvers, die zelf
van de verderfelijkheid van hun romans over
tuigd zijn, zich voor dat werk. Kon ik hun
voor eiken regel slechts een paar sous meer
geven, zeide Yeuillot, ik maakte er allen Capu-
cijnen van.
Den verderfelijken invloed der slechte boe
ken nog nader uiteenzettend, betoogt spr. dat
de roman aldus in de Hollandsche taal geschreven,
niet beter is dan het buitenlandsch mestproduct,
dikwijls nog erger terwijl Zola de giermest in het
volle daglicht ontleedt, wijzen die producten het
kwaad op bedekte wijze aan, en daarom zijn die
letterkundige vruchten sterk vergift, waarbij zich
het woord bewaarheid«aan de vruchten kent
men den boom".
In dit verband voortgaand, onderscheidt spr. de
slechte boeken in drie soorten de eerst bedoelde
schrijvers stellen alle ondeugden onbedekt, brutaal
ten toon, kiezen tot helden hunner romans per
sonen van laag gezonken physieke moraal en deze
schrijvers kleeden hun zedebedervend werk in
betooverenden stijl, wijdden de uiterste zorg aan de
schildering van personen en zaken, bedekken de
ondeugd met bloemen en doen ze zien door een
doorzichtig waar, om ze te beter in de salons en
de kringen waarvoor ze bestemd zijn, in te voeren.
De derde soort schryvers schildert de zonde in
vergoeilijkende kleurenzij trachten het kwaad
te i echtvaardigen, vervalsclien de ideeën, predi
ken het recht van de echtscheiding en de vrije
liefde, spreken op minachtende wijze over huwe
lijkstrouw, noemen in éen woord het goede kwaad
en het kwade goed. Een zedeleer zonder Evan
gelie, een zedeleer zonder God, dat is het ideaal
van vele hedendaagsche romanschrijvers.
Aan het eind zijner lezing gekomen, wekte spr.
allen op, steeds die vergift brengende lectuur te
weren en gezonde lectuur, die voedsel brengt voor
geest en hart, te zoeken, geen hooggeleerde
lectuur, maar iectuur die materieel en intellectueel
onder het bereik ligt van allen hier tegenwoordig,
degelijke gezonde lectuur die met applicatie va°n
den geest wordt gelezen en allen strekt tot tijde
lijk en eeuwig heil, die het geloof der Kerk ver
dedigt en het koninkrijk Gods in de harten der
menschen verbreidt. In dit verband wekte spr.
vooral op, de pers,het katholieke dagblad te steunen,
het groote katholieke dagblad, dat aan alle eischen
voor den handel voldoet en de verontschuldiging
tei zijde stelt, dat men de liberale bladen noodig
heeft voor zijne zakenmaar ook de plaatselijke
pers, die, naar de mate harer krachten, bijdraagt
om het begrip van waarheid en recht te doen
zegevieren, het katholieke geloof te handhaven
en te bewaren. Zijn wij er dan steeds op uit, de
vei dei felijke lectuur te weren uit onze huisge
zinnen, die lectuur die de lelie der reinheid doet
vertreden en vertrappen. Vlucht de slechte
lectuur waarbij de kostbare ziel op 't spel staat en
toont u, leden van «Katholiek Leven", flinke jonge
degelijke mannen, die Telen tot steun zijt en een
kern vormt van echt Roomsch-Katholiek leven 1
Nadat het langdurig applaus, dat deze kern
achtige reden als bezegelde eindelijk was ver
stomd, nam de voorzitter ten slotte het woord.
In welgekozen bewoordingen bracht hij den wel
eerw. spreker dank voor zijn diep doorwrochte,
kernachtige rede, met zooveel welwillendheid voor
het katholieke Schiedam uitgesproken. Aan het
slot zijner rede had de gevierde spreker voorz.
reeds het gras voor de voeten weggemaaid door
zijne aansporing tot steun der katholieke pers.
Namens allen pater Van Hassel dank brengend voor
zijne schoone rede, verzekerde voorz., dat zij de
gegeven wenken zouden ter harte nemen, de
liberale en neutrale pers weren en de katholieke
uit alle kracht steunen.
In t bijzonder ook namens «Katholiek Leven"
den ge wijden spreker hartelijk dankend, nu zij
hem voor de eerste maal in haar midden zag,
riep hij hem niet een «vaarwel", maar «tot weer
ziens toe, bracht dank voor aller opkomst, vooral
ook de eerw. geestelijken en den edelachtbaren
heer Burgemeester, en sloot daarna de vergade
ring met den Christelijken groet.
Sociale Cursus.
Morgen (Vrijdag 31 Maart) zal op de verga
dering van bovcrigenoemden cursus als1 spreker
optreden de woléerw. heer H. B. J. Wamink,
met hel onderwerp: „De Borronaöus-Encycfiek".
Deze vergadering is toegankelijk voor alle Ka-
tiholijeken dain^s en heeren.
H e d e n-m i d d a g werd door Burge
meester en Wethouders ten Raadhuize in het
openbaar aanbesteed het bouwen van een nieuwe
school aan den Singel. Hiertoe waren ingekomen
23 biljetten. De inschrijving had tweeledig plaats,
I met vrije keuze van werklieden en II met ver
plichting van een deel Schiedamsche werk
lieden.
^Fa. v. d. Pluijm van Gielen, Rotterdam, I
f 53400; E. Wienhoven, Den Haag, I f565451
M. J. Breedvelt, Oud Alblas, I 51430, II f51930;
M. v. d. Spek, Rotterdam, I f53400 J. de Kloe'
Maassluis, I f59000, II f60000 J. A. L. van Dijk'
Delft, I f57980; J. Waaijer, Medemblik, I f54767,
II f54767II. van der Wiel Co., Den Haag'
I- f56115; H. 11. Geers, Delft, I f57000; G. H.
Kievit, Rotterdam, I f52700; P. Vaassen, Utrecht,
I f60717 II. A. Etman, Utrecht, I f56710; J. F.
Schuiten Jr., Delft, I f56400; D. F. Blanken,