Dagblad voor Schiedam^
EERSTE BLAir~
34ste Jaargang.
Zaterdag 22 April 1911.
i\o. 9999.
Offieieele berichten.
Buitenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
De man in 't grijs.
Uit de Pers.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen, aan ons BureauBoter-
straat 50 en bij aJle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëNi
\an 16 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer.
Elke regel daarboven 16 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend,
Ingezonden mededeelingen 25 cent per regel',
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst Bil-
1 k e overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no.
Dit nummer bestaat uit twee
bladen en een Geïllustreerd
Zondagsblad.
WAAKsCiiUWLNG
tegen het lokken van
Nederlandsche Werklieden
naar DUITSCHLAND.
uister van Openbare Werken tot hen geréchten
eiso'h betreffende de ontslagen spoorwegambte
naren niet beantwoorden zullen en ook geen en
kel der ontslagenen weder in dienst zullen ne
men. Tot dit besluit zijn de vertegenwoordigers
deir betrokken spoiorwegimaatschappijten gekomen,
needs daags na de zitting' van de Kamer van
Afgevaardigden, waarin dezen hare goedkeuring
uitsprak .in zake de dreigende verklaringen van den
Mindsjier-president en den Minister van Openbare
Werken.
De Burgemeester van Schiedam,
waarschuwt tegen de berichten in de Nieuwsbladen
of daartoe uitgezonden agenten, die soms met
verstrekking van reisgeld voor de heenreis, ten
behoeve van industrieele ondernemingen, Neder
landsche werklieden naar Duitschland lokken.
Bij hunne aankomst te dier plaatste toch is
herhaaldelijk gebleken, dat zü daar niet gebruikt
kuuueu worden
Het is daarom geraden, dat die werklieden,
alvorens werk aan te nemen in Duitschland, zich
tot de arbeidsbeurs in de plaats hunner inwoning
of, bij gebreke van dien, rechtstreeks tot de
Yereeuiging van Nederlandsche arbeidsbeurzen
te '-Gravenhage, om inlichtingen wenden, omtrent
de vooruitzicUten in het bekomen van werk, de
loonen en de huurprijzen der woningen aldaar.
Wie dit nalaat, stelt zich bloot aan groote
TELEURS TELLING en SCHADE.
Schiedam, den 2'2sten April 1911.
De Burgemeester voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE,
OOSTENRIJK-HONGARIJE.
Het „Fremdenblatt" meldt, dat de Keizer, ten
gevolge van een lichte verkoudheid, tot de réis
naar Boedapest, de gewone audiëntie niet zal
verteenen. Z. M. zal tot zijn vertrek te Schön-
brunn blijven.
PORTUGAL.
Een bizondere ministerraad heeft de wet op
scheiding van Kerk en Staat goedgekeurd, die
gistermorgen is gepubliceerd. De wet schaft, den
Katholieken giodsdienst als staatsigpdsdienst af,
stelt alle godsdienstige gezindten gelijk en vrij,
legt beslag op de kerkelijke goederen, die gratis
teir beschikking van godsdienstige veneenigingen
worden gesteld en verleent de geestelijkheid pen
sioen.
Naar „Et Mundo" van Lissabon mededeelt,
is jaldaa,r gisteren een reserve-officier gearres
teerd, die beschuldigd wordt van pogingen om
manschappen der republikeinse!® garde tegen het
bestaande regime op te zetten.
FRANKRIJK.
Die „Echo de Paris" verzekert, dat de Fran-
sche Spoorwegmaatschappijen, den dioor den Mi-
54)
„Het kan zijn, dat het de wil des Heeren is...
Maar dan zal Hij zelve u helpen en het eenige,
dat ik met een gerust geweten mag doen is,
- zwijgen en u niets in den weg leggen."
De zoogenaamde Albert keek haar vast en
onderzoekend aan, terwijl hij langzaam zeiae
»Uwe stilzwijgendheid zal toch wel niet zoo ver
gaan, dat u mij niet moogt zeggen, wie een
zekere Josepha Kögler.was en wat er van haar
gewerd
Hanna verschrikte zichtbaar. Toen echter
antwoordde zij zonder aarzelen
„Zij was mijne zuster en stierf voor meer dan
twintig jaren."
„Ah en waaraan?"
„Aan bloedvergiftiging, die zij in haar beroep
had opgeloopen. Zij was aanvankelijk ziekenver
pleegster en hield later een soort pension te
Graz voor zieke dames, die van buiten kwamen
en niet in een ziekenhuis wilden. Een dier
dames werd wegens kanker in de borst geope
reerd en Josepha liep, door haar te verplegen,
een infectie (besmetting) op, waaraan zij overleed.
„Dank u. Was het pension, dat uwe zuster
MAROKKO.
Uit de mededeelingen, die de Fransche regee
ring door bemiddeling van Havas aan de pers
verstrekt, blijkt, dat zij zich op zeer ernstige
gebeurlijkheden in Marokko voorbereidt. Géneraal
Toutee, de bevelhebber van de divisie aan de
Marokkaansch-Algerijnsche grens, heeft de mede-
deeling ontvangen, dat hij zijn troepen naar eigen
goeddunken verplaatsen kan. Deze mede-
deeling heeft tengevolge dat met spoed 3000
mdn tusschen Debdoe en Taoerist samengetrokken
worden, die binnen afzienbaren tijd tot 8000 man
aangegroeid zullen zijn. Deze troepen zullen, om
den Spaanschen invloedsfeer zorgvuldig te mijden,
op den rechteroever van de Moelvija blijven. De
Fransche regeering hoopt door deze troepencon
centratie de aandacht van de stammen voor Fez.
af te leiden.
De l'ransche regeering heeft toegegeven, dat
de raistailleering van Fez door kapitein Morceau
en majoor Brémond een oplossing is, die niet veel
kans op slagen beeft. Het blijkt tot dusver echter
niet, wat zij zal doen, om baar in f ez opgesloten
officieren te hulp te komen. Zij zendt nog onge
veer 3000 man met het noodige materiaal naar
Casablanca en heeft daarvoor 3 transportschepen
gecharterd. Blijkt het dus noodig, dan kan zij
in drie richtingen op Fez aanrukken. Uit Sjaurja,
waar generaal Moirnier staat, vanaf de Algerijn-
sche grens, waar generaal Toutée een geheele
divisie onder zijn orders heeft en vanuit El Ksar,
waar kapitein Moreau op het oogenblik tracht
Brémond to bereiken.
Ganalejas heeft verklaard, dat de Spaansche
regeering niet zal deelnemen aan een expeditie
naar l'ez en zich zal bepalen tot verdediging
van haar belangen op het Rif, waar heen dan°ook
reeds troepen zijn gezonden, maar waar nog rust
heerscht.
-ken kan begrijpen, dat de Fransche regeering
niet dan na rijp beraad tot een expeditie naar
Fez zal overgaan, die onder de bestaande om
standigheden, het is de regentijd in Marokko,
groote linancieele offers en vermoedelijk veel ver
liezen aan menschenlevens zal vergen. De tegen
woordige opstand heette immers steeds veroor
zaakt door de hooge belastingen, die Moelai Hafid
den stammen oplegde, de ontevredenheid over de
aanwezigheid van de Fransche officieren in Fez
en den invloed, dien de Fransche regeering op
den Sultan uitoefende. Het is niet aan te nemen,
dat een Fransche troepenmacht van eenige be-
teeker.is, zonder op tegenstand te stuiten tot Fez
zou kunnen doordringen en tevens de verbin
ding, hetzij met de kast, hetzij met Algerije
zou kunnen onderhouden. De Marokkaansche
stammen leven als alle Arabieren in voortdurenden
onmin met elkaar, maar zoodra een buitenlandsche
vijand hun grondgebied bestreed, zijn zij eensge.
zind En het is niet waarschijnlijk, dat het den
Franschen troepen dan tengoede gerekend zal
Worden, dat zij voor Moelai Hafid opkomen. Er
schijnt trouwens reeds sprake te zijn van een
tiieuwen invloedrijken pretendent.
Verder zal met belangstelling afgewacht dienen
te worden, welke houding de Dnitsche regeering
zal aannemen wanneer de Fransche regeering
haar troepen naar Fez mocht zenden. Marokko
heeft wat het veroorzaken van moeilijkheden in
de Europeesche politiek betreft een merkwaardige
overeenkomst met het Balkanschiereiland. De
Duitsche pers en o.a. de officieuse sKölnische Zei-
tung" heeft tot dusver volgehouden, dat de toe
toestand te Fez niet zoo ernstig was, als de
Fransche bladen willen doen gelooven. De toe
stand is nu in elk geval zoo ernstig, dat de Fran
sche regeering het oogenblik gekomen acht, tot
een begin van handelen over tej,' gaan. jEn dit
begin kan ernstige en diep ingrijpende gevolgen
hebben.
MEXICO.
De correspondent van de nDaily Telegraph" te
Mexico seint, dat de meerderheid der opstandelingen
van geen wapenstilstand en vrede wil hooren, zoo-
lung Diaz niet al hun voorwaarden inwilligt, het
geen voor het oogenblik buiten kwestie is. Immers
blijven Diaz en Limantour erbij, dat zij niet met
de opstandelingen kunnen onderhandelen zoolang
deze niet de wapenen hebben neergelegd. Diaz
blijft gelooven, dat de staatstroepen sterk genoeg
zijn om den opstand te dempen. Demogelijkheid,
dat Amerika gewapenderhand tusschen beide zal
komen, verbittert Diaz.
hield, groot
„Neen. Het bevatte slechts eenige afzonder
lijke kamers met bedden. Het pension was niet
goedkoop en kon derhalve alleen gebruikt wor
den dooi rijke menschen en bezat een goeden
naam. Zulks zal u iedere dokter, 3 ie daar
werkzaam was, kunnen getuigen
„Daar twijfel ik niet aan. Maar om nu op ons
geval terug te komen. Zeg mij, als 't u b'lieft,
dit ééne nogIs; majoor von Grauenstein me
deplichtig aan defi moord op zijn broeder en op
dien van jufirouw (Backer
„Daar weet ik niets van - en wil ik ook
niets van weten."
„Houdt u hem overigens voor een rechtscha
pen man
.„Ja."
„Weet hij iets van het geheim van juffrouw
Backer?"
„Ja," klonk het aarzelend van Hanna's lippen.
„En heeft ook gravin Renate er deel aan
Hanna schudde zenuwachtig het hoofd.
„U vraagt te veel, mijnheer... te veel... Ik
voel het steenen plaveisel van 't kasteelplein
onder mijne voeten... laat mij alleen naar m'n
Kamer gaan, en als u een weinig medelijden
neenmet een arme, ongelukkige vrouw, vraag
7'n lPVPnnintS meer> Het Valt hard §enoe§; heel
zn leven lang zoo iets te dragen..."
tn11''' win6hoI**uq fasïenf tred lillks naar hetpor-
tibule kasteel af en verdween in de ves-
Een merkwaardige benoeming.
Onder dit opschrift schrijft de »N. Haarl. Ct.
„Dezer dagen meldde de Staatscourant de
benoeming van den Utrechtschen tandarts, den
heer P. J. J. Coebergh, tot lector in de ope
ratieve tandheelkunde aan de Utrechtsche uni
versiteit.
Dat is inderdaad wat we hierboven schreven
een merkwaardige benoeming.
Merkwaardig, niet om wetenschappelijke re
denen, want de benoemde is omnium consensu
de aangewezen persoon voor deze'betrekkin^
en zijn theoretische kennis en practische be
gaafdheid zijn algemeen bekend.
Merkwaardig om een persoonlijke reden
want de nieuwbenoemde lector aan de Utrecht
sche universiteit is Katholiek I
Het lijkt eigenlijk een ongerijmdheid, dat de
benoeming van een bekwaam en als aange-
wezen-te-beschouwen persoon een merkwaardig-
Albert oogde haar een poos teleurgesteld na
Daar ging zij heen de eenige, die wellicht door
één woord alle raadsels konde oplossen, ver
schanste zich achter het zwijgen van een ge-
danen eed.
Was hij dan vruchteloos als tuinmansknecht
op Grauenegg gekomen Silas Hempel want
hij en niemand anders verborg zich onder de
behendig gekozen vermomming van den vroo-
lijken Albert - zuchtte ontmoedigd.
De stem van den tuinbaas rukte hem uit zijn
gedachtengang.
„Albert, je kunt wel naar het pakhuis gaan
en de bloemen halen, die ik daar voor de kamers
van mevrouw de gravin heb neergezet," zeide hij.
„Dadelijk, baas Lenke."
„Breng ze dan meteen naar boven, middeler
wijl zal ik de schikking veranderen in de kamer
der comtesse."
Het was voor het eerst, dat Hempel de
bijzondere vertrekken der gravin betrad, toen
hij, vijf minuten later, gevolgd door een tuin
jongen, die dè bloemen droeg, boven kwam.
De kamers een slaapkamer met een boudoir
er naast waren door zware fluweelen portiè-
res, die een karig licht naar binnen lieten
vallen, in een sombere schemering gehuld.
Ondanks de kostbare meubelen en tapijten,
daar aanwezig, ontbrak aan die vertrekken iets,
wat ze behaaglijk maakt, namelijk de warme
adem van iemand, die daar zijn intiem leven
leidt.
heid moet worden genoemd, omdat die per
soon Katholiek is. Toch is dat zoo.
Want een benoeming als deze was eenvoudig
in het verleden, tot slechts voor korten tijd
terug, ondenkbaar in ons vrije shberale" Ne
derland.
De Katholieken waren nu eenmaal niet be
kwaam, of wel hun bekwaamheid was aan de
genen, die hadden voor te lichten, goed te
keuren of te besluiten, toevallig altijd onbe
kend....
De rubrieken sgraag op baantjes", die in de
verschillende couranten zijn verschenen op ini
tiatief van »De Tijd", hebben echter ook bij de
niet-Katholieken de oogen geopend voor het
schreeuwende onrecht, dat sinds zooveel jaren
ook aan Roomsche geleerden en Roomsche
mannen van wetenschap is begaan.
En zoo is er nu een andere aera gekomen
een Katholiek lector is benoemd aan de Utrecht
sche hoogeschool, en als we ons niet zeer
vergissen staat ook binnenkort de benoeming
te wachten van een Katholiek hoogleeraar in
de wiskunde aan dezelfde universiteit".
Dr. Kuyper en de Bakkerswet.
»De Standaard" acht, naar anti-revolutionnair
beginsel, t bezwaar tegen verbod van patroons-
arbeid in het ontwerp Bakkerswet onoverkomelijk.
De schrijver zou nimmer zijn stem er aan kunnen
geven, maar....
»We konden er in komen, dat een lid der
Kamer zich de vraag steldeZou de prijs dien
ik ditmaal voor de handhaving van mijn be
ginsel zou betalen, niet te hoog zijn
Wat toch zou die prijs kunnen zijn Ten
eerste een mogelijke aftreding van den minister.
Ten tweede, de aftreding van het kabinet. Ten
derde, de optreding van een liberaal kabinet na
Kamerontbinding. En ten vierde een straks
aannemen door de nieuw-gekozen Kamer van
'n ontwerp, waarin het nachtverbod van pa
troons nog verder werd doorgedreven, d. w. z.
zonder de échappatoir, die het ontwerp van
minister Talma, eerst in de bakkersraden en
nu in de commissie ad hoe, ons tenminste nog
aanbood.
Dezen dreigenden gang van zaken achten we
niet denkbeeldig. Trad toch minister Talma af,
dan zou het kabinet zich in een volstrekt on
mogelijke positie bevinden. Het zou toch on
mogelijk een plaatsvervanger kunnen vinden,
bereid en in staat, om thans nog voor de
hoofdtaak van het kabinet nieuwe ontwerpen
in te dienen, zoo op militair als op sociaal
gebied, die ook maar de minste kans hadden
vóór 1913 het ^Staatsblad" te bereiken. Ook al
ging minister Heemskerk zelf naar Landbouw
over, ook hij speelde het niet klaar.
Bij dien stand van zaken nu is het ons al
thans verklaarbaar, hoe er Kamerleden kunnen
zijn, die oordeelen, uit tactiek, er niet .Hes
aan te mogen wagen. Wat men af wil wenden
zou er toch, en misschien in nog harder vorm,
komen. En in zoover zou het landsbelang er
niet door gebaat, maar geschaad zijn.
Er lag een waas van kilheid en onbewoond
heid over al die stijve pracht en gaf aan die
kamers iets van die oude pronkvertrekken in
kasteelen, waar doorheen men altoos eventueele
bezoekers leidt, om hun een denkbeeld te geven
van den rijkdom en weelde van den huize.
„Precies, zooals zij zelf is," dacht Hempel,
terwijl Lenke de bloemen rangschiKte, deftig,
kil en... zeldzaam kalm. Een vrouw met gevoel
zou hier niet kunnen wonen."
Toen trad hij voor de in hare sierlijkheid zoo
nietszeggende, kleine damesschrijftafel in het
boudoir, waarboven in een breede gouden lijst
het levensgroote geschilderde portret van een
bejaard heer hing.
„Dat is zeker mijnheer de graaf, niet waar?"
Lenke knikte.
„Ja, hij heeft het, twee jaren geleden, voor
de gravin laten maken."
„Is het goed getroffen
„Uitmuntend 1 't Gelijkt sprekend op den
armen heer!"
Hempel verdiepte zich in 't bestudeeren van
die trekken. Het was 't portret van een bijzonder
deftig uitziend, goed geconserveerden ouden
heer met een niets-zeggenden blik, scherp ge
bogen arendsneus en een weinig grijs haar boven
het niet zeer hooge voorhoofd.
(Wordt vervolgd}.