Dagblad voor Omstreken EERSTE BLAE 34ste Jaargang. Zaterdag 29 April 1911. No. 10005. ABONNEMENTSPRIJS: Dit biad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2 per kwartaal" Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dadelijks aangenomen aan ons BureauBoter- strast 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. BureauB0TERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENÏIëNi \an 1 6 regels f 0.92 met inbegrip van bewijsnummer. Elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend, ingezonden mededeelingen 25 cent per regel] Jóor herhaaldelijk adverteren wo'rden uiterst biF Jgke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Bit nummer bestaat uit drie bladen en een Geïlluslreerd Zondagsblad. Officieele berichten. Kennisgeving. S CHOÜW. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gezien art. 5 der verordening regelende den waterstaatkundigen toestand van de landerijen, liggende in de gemeente Schiedam, tusschen den Rotterdamschen Dijk, den Polder Oud-Mathenesse en de bebouwde kom der gemeente Schiedam (Gemeenteblad no. 7 van 1910) Brengen ter kennis van de eigenaars van de landerijen, als in het hoofd dezer bedoeld, dat op Woensdag den 17den Mei 1911, des voormiddags ten negen ure, eene SGtiOU W zal gedreven worden over de slooten om hun land, met de kunstwerken daarin. Wordende bij deze ieder, dien zulks mocht aangaan, gewaarschuwd, te zorgen, dat aan het bij de bovenaangehaalde verordening voorgeschre- vene alsdan behoorlijk voldaan zij. Schiedam, 29 April 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. L. HONNERLAGE GRETE, De Secretaris, V. SICKENGA. Kennisgeving. SCHOUW over wegen, voetpaden eu kunstwerken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Voldoende aan het bepaalde bij art. G van het reglement op de wegen en voetpaden in deze provincie Brengen het volgende proces-verbaal door aan plakking ter kennis van belanghebbenden Op heden den twee en twintigsten April 1900 en elf is door den ondergeteekende GERARD GERLAGH, Directeur van Gemeentewerken van Schiedam, als daartoe gemachtigd door Heeren Burgemeester en Wethouders van Schiedam bij hun besluit van den acht en twintigsten Maart daaraan voorafgaande ter voldoening aan het voor schrift vervat in artikel 6 van het Reglement op de wegen en voetpaden in de provincie Zuid-llol land opneming gedaan van de niet onder beheer van eenig Polder- of Waterschapsbestuur staande wegen, voetpaden en kunstwerken gelegen binnen het grondgebied van de Gemeente Schiedam en dienende tot hoofdverbinding tusschen de ver schillende bebouwde Gemeentekommen. Daarbij is gebleken, dat aan de na te melden wegen en werken de aangegeven verbeteringen behooren te worden aangebracht om te voldoen aan de bij artikel 5 van gezegd Reglement ge geven voorschriften. De Hooge Schielandsche Zeedijk, volgnummer 5 van den legger, onderhoudsplichtigede onder nemer der bestrating. Herstellingen van den straatweg worden ver- eischt op de navolgende plaatsen Tusschen de telefoonpalen 55 en 5450 en 49 46 en de grens der Gemeente Rotterdam. De Delflandsche Maasdijk, volgnummer 15 van den legger, onderhoudsplichtigede Gemeente Vlaardingen. De straatweg is in orde bevonden. Wordende tevens bepaald, dat de schouw bedoeld in artikel 7 van meervermeld Reglement zal worden gehouden op zeven en twintig Mei negentien honderd en elf. Aldus opgemaakt ten jare en dage voornoemd. De Directeur van Gemeentewerken, G- GERLAGH. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 29sten April 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd j M. L. HONNERLAGE GRETE. De Secretaris, V. SICKENGA. Dienstjaren bij het Gymnasiaal of Middelbaar Onderwijs in andere plaatsen tellen mede. Voor den cursus 1911/1912 worden gevraagd: lo. Een Leeraar in Wiskunde en rechtlijnig teekenen, salaris als boven. -o. Een Leeraar in Engelsche taal en Letter kunde voor 4 lesuren a f100 per lesuur. Sollicitatiën te zenden aan den Burgemeester voor 21 Mei a.s. BuitenlaRdsch Nieuws. Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus te Schiedam. Tegen 1 September wordt aan bovengenoemde inrichting gevraagd een Leeraar in Geschiedenis. Het salaris bedraagt f2000 met vijf driejaar- lijksche verhoogingen van ieder f100. FRANKRIJK. PARIJSCHE KRONIEK. Van onzen Parijsclien correspondent.) De minister van Openbare werken, Post en Telegraaf, Chr. Dumont, heeft de polemiek te gen de Spoorwegmaatschappijen welke voor het weder in dienst nemen der ontslagen spoor wegbeambten en arbeiders, de saboteurs er onder begrepen, terug deinzen, geopend. Hij trekt partij voor de leiders der laatste alge- meene werkstaking, die niets anders vragen dan hunne plaatsen weder in te nemen om een| complete en meer geslaagde proef te or- ganiseeren. Dat is in andere woorden, den oor log verklaren aan de hoofden der meest belang rijke diensten, waaronder die, waarbij liet pu bliek de hoogste nauwgezetheid, de geregelde nooit onderbroken, punctueele en vaste werk zaamheden eischt, zonder de oorzaken, welke tot het conflict geleid hadden, of de middelen om ze weg te nemen," bestudeerd te hebben, en 't is zeer te betreuren dat belangen, Welke samen moesten gaan, zoo tegenover elkaar ge steld worden. Het vraagstuk; wordt door de brutale uitda ging zeer ernstig en zal onvermijdelijk eene capitulatie of opstand ten gevolgen hebben, twee resulaten welke al even slecht zijn en ge heel in stiijd met het idee welk ieder orden telijk burger voor den algemeenen goeden gang van zaken in een beschaafd land hebben moet) wil hij het welzijn en de zoo noodige harmonie tusschen alle Franschen onderling bevorderen. In de oogen van Dumond, die zijn onver standig geweld bij dat van den verbijsterden Monis voegt, is de zaak zeer eenvoudig het is niet noodig gezamenlijk eene formule van disci pline en bevrediging te zoeken, neen de maat schappijen die weerstand bieden, moet men een voudig doen buigen. Voor de leus haalt hij er de humaniteit en hoogere beschouwingen van i echt vaardigheid bij, doch hij gehoorzaamt al leen aan de verplichting Jaurès tevreden te stellen, de stemmen der collectionisten te ver- kii.igen, ten slotte om parlementaire combina tiën ten dienste te zijn, waarachter al de ver schrikkelijke eischen der verkiezingsdjenstbaar- heden opduiken. Dumont weet evengoed als Monis dat dit de gelieele kwestie is. Maar daar zij, op eene ellendige wijze willen voortleven al is liet ook op een sophisme, dat de grootste laagheden verbergt, hebben de twee comères er op gevonden, de Kamer door eene stemming den gordiaanschen knoop te doen doorhakken om zich aldus van eene verantwoordelijkheid te ontslaan, waaraan zij op geen anderen weg wisten te ontkomen. De blief van Dumont aan de Spoorwegmaat schappijen, op hoogen toon en in onbuigzame, droogen stijl geschreven, glijdt te veel langs het onderwerp welk hij behandelt heen om aan te nemen dit met geen opzet zoude zijn ge schied. Het is dwaas, ja zelfs absurde de op lossing dezer moeilijke kwestie in eene minder of meer groote dosis van goedheid en verge vingsgezindheid te zoeken alsof de maatschap pijen zich thans, na zulk een hevige crisis ver zoenend en vol barmhartigheid kunnen toonen, zonder op kwetsende wijze diegenen te ontmoe digen die trouwe en loyale dienaren gebleven zijn, door hun weder de samenwerking met de ontslagen oproermakers, saboteurs en verraders op te dringen. Dit is de hoofdzaak welke be sproken moest worden en welke de regeering geheel over het hoofd heeft gezien, doch waarop alles neeikomt. De ministerieele slaven der revo- lutionnaire eischen spreken met grooten ophef ovei de 2158 ontslagenen die zonder' de minste scrupule hunne chefs hebben verlaten en in g ene monsterachtige vernietiging van alles de victorie hunner schandelijke vorderingen droom den, doch reppen geen woord over de veront waardiging der 200,000 beambten en arbeiders die tegen de propaganda hunner in dienst der C.G.T. overgeloopen kameraden te worstelen hadden en die door trouw op hun post te blij ven, Parijs en de departementen tegen een hongersnood beschermd hebben en eene buiten- landsche inmenging bij eene eventueele ge- heele staking van verkeer met Duitschland on- noodig maakten. Hoe kunnen deze brave fat soenlijke lieden, die onder eene onvergeeflijke onderneming geleden hebben, en zich moedig tegen schandelijke aansporingen en bedreigingen verdedigden en op hun post bleven, omdat zij die nooit verlaten hadden, de medeplichtigen aan een misdaad waarvan zij beter dan het publiek het'gevaar en de afschuw begrepen, nog in hun midden dulden Indien de Maatschap pijen hun eene solidariteit gaat opdringen welke zij met eer en alie kracht afwijzen, zullen zij zich door het weder in dienst treden der ont slagenen gekrenkt gevoelen. Want al blijven zij de eersten om te wenschen, dat de of'ficieele weldadigheid de ongelukkige slachtoffers van een on vergeeflijken misstap zal helpen en onder steunen, toch willen zij in hunne moeielijke taak niet meer-de associés zijn van hen die hun vertrouwen niet meer bezitten want zij zouden verantwoordelijk worden aan nieuwe wanorde lijkheden of eene algemeene staking, door aan de; ontslagenen als 't ware een premie voor hun wangedrag te laten uitreiken. Het is te hopen dat het parlement, alvorens de Spoorwegmaatschappijen door een wet tot zulk een stap te dwingen, zal inzien, dat tegen over die 2158 schuldigen niet alleen de getrouw geblevenen, doch met hen een leger van reizi gers, aandeel- en obligatiehouders staan, die het recht hebben te vorderen dat geen onoverwo- gene noch onvoorzichtige maatregelen, bloeiende ondernemingen komen ruineeren en hunne spaarpenningen offortuinen compromitteeren. De ze enorme meerderheid van orderlijke burgers en directe belanghebbenden moeten in deze kwestie en niet Dumont en Monis, het laatste woord hebben. President Fallières heeft op zijn bezoek aan Tunis meer gesproken dan men dit van hem gewend is en hij deed daarbij verklaringen, welke de Fransche Katholieken niet onopge merkt kunnen laten. Den 18den April antwoordde hij op de hulde en bewijzen van loyaliteit van den Cheick-ul-Islam „Zijt er verzekerd van dat „de Fransche Republiek, zoo als in 't verleden „uwe wetten en godsdienstige traditiën zal eer biedigen". 21 April herhaalt het hoofd van den Fran schen Staat aan de muzelmannen te Gabes, die hem met vertrouwen ontvangen „Wij willen niet „aan uw geloof rakenhet domijn van het ge beten is onschendbaar" en hij voegde er voor de Israëlieten nog bij„Wij maken geen on derscheid in de godsdienstige belijdenissen. Denzelfden dag ontving de Kalifat te Sfax uit denzelfden mond de eensluidende verzeke ring: „Gij hebt uw geloofsleer dat is natuurlijk, en wij willen haar niet kwetsen." En om al deze verklaringen van godsdienstige vredelievendheid te voltooien, zeide hij in zijn toast tot den Bey van Tunis„Wij zijn niet in „dit land gekomen om er andere geloofsbegrip pen op te dringen dan de daar bestaande." Wat een serie van uitingen waardig om aan- geteekend en geprezen te worden Want het is lang geleden dat de regeering der republiek, door hare meest geautoriseerden vertegenwoordi ger zooveel bezorgdheid voor de godsdienstige vraagstukken getoond en zoovele betuigingen van sympathie en eerbied voor de gevoeligheid van het geweten en het geloof gegeven had. Men moet er zich innig over verheugen, doch wij zouden wel willen vragen, waarom is wat aan de Muzelmannen beloofd en verzekerd wordt, aan de Fransche Katholieken betwist en ont nomen Hebben wij in dit land, waar zij toch de groote meerderheid uitmaken, niet het recht hetzelfde régime te eischen als wat de onder danen van den Islam in zijn bezittingen en protectoraten deelachtig worden Of is de Re publiek ook soms Mahomedaansch geworden De verdraagzaamheid is zulk een mooie deugd, doch zal zij voor de Katholieken alleen op het Eiysée uitgesloten blijven President Fallières heeft te veel gesproken om voortaan tezwijggn en wij hopen nu spoedig ook voor Fransche christenen, goede woorden van hem te mogen hooren. De „Conféderation Générale du Travail," op de zwakheid en de revolutionnaire sympathieën welke bij het tegenwoordige ministerie bezit, rekenende,heeft dit jaar besloten den lsten Meidoor meetings in de open lucht en wandelingen door de straten van Parijs te vieren. De twee hoofd verzamelplaatsen zullen de Esplanade der Inva liden en de Place de la Concorde zijn. De afflces welke deze heuglijke tijding aan de Parozen aars brengt, zeggen wel, dat de Vereeni- ging der Syndicaten geenszins het verlangen koestert, oproer of nuttelooze ongeregeldheden te verwekken. Zij verlangen alleen aan den w rkenden stand de vrijheid te geven zich in de stiaten te bewegen, vergaderingen te houden zonder iemand te hinderen. Er zullen veertig verschillende betoogingen bijeenkomen door de straten trekkende manifesteeren. Deze cortèges werden op 1 Mei nog niet toegestaan en indien aan het plan gevolg gegeven wordt, zouden de verantwoordelijkheid der eventueele wanorde lijkheden welke er door kunnen ontstaan, alleen op den minister van Binnenlandsche Zaken, Monis, rusten. Parijs, 28 April 1911. Fidelius. MAROKKO. Het gerucht van den dood van generaal Bré- mond is totnogtoe niet bevestigd. Te Tandzjer is een brief uit El Ksar ontvangen, die de volgende beschrijving van den toestand geeft: Kapitein Moreau staat met zijn Marokkanen te El Ksar. Luitenant Jeannerod, de consul Bois- set en caid Sjerkawoi bevinden zich met 150 ruiters te Soek el Arba, waar zij de verbinding tusschen Tandzjer, El Ksar en de Seboe onder houden. Men hoopt, dat Jeannerod de stammen in Garb in bedwang zal kunnen houden, totdat de Fransch-Marokkaansche troepen van Rabat langs de Seboe zullen oprukken. Brémond was den 23sten 's avonds te Side Malek en Tselfae. Hij had den geheeleg dag, zoowel aan zijn voor als aan zijn achterhoede, aanvallen van de op standelingen te doorstaan. Verder wordt bericht dat Brémond op een later gegeven order van Mangin is opgebroken, om te trachten het kamp van Ras el Mas aan te vallen, wiens strijdmacht voortdurend aangroeit. Hij heeft boden gezonden naar Boisset, met het verzoek, om niet verder te gaan, maar de boden hebben Boisser en zijn konvoi niet kunnen vinden. El Omrani rukt met zijn mannen verder. Hij is te Koenitra aangekomen en generaal Moinier heeft met de hulpkolonne Rabat bereikt. Blijkens een brief uit Fes, zijn als Mooren ver- kleede Europeanen in het Fransche consulaat ge vlucht. Zij wagen zich niet buiten het gebouw, met het oog op de anarchie, die in de straten heerscht. Er wordt allerwege geplunderd. Men vreest, dat de voorraad levensmiddelen van het consulaat niet al te lang meer zal duren. De Spanjaarden hebben afgezanten naar de Andjera s gezonden, om Mooren aan te werven, die onder Spaansche aanvoering, onder geleide van Spaansche troepen, naar Tetoean willen op trekken. Er wordt een hoog handgeld geboden. De »Times" weet te melden, dat de vertegen woordiger van den sultan te Tandzjer hij het Spaansche gezantschap krachtig geprotesteerd heeft tegen het optreden van zekere Spaansche beschermelingen, die getracht hebben onlusten te veroorzaken, om inmenging uit te lokken. De Matin" verzekert, dat spoedig Spaansche troepen te Larasj aan land zullen gaan en van daar naar Tetoean zullen oprukken. Ovillo, de kapitein-commondant van de Spaansche politie, is met al zijn ruiters naar El Ksar vertrokken, om een oog in het zeil te houden en na te gaan, wat de Fransche militaire missie en de Marok- kaansche troepen uitvoeren. ZUID-AFRIKA. Botha heeft een rondschrijven gepubliceerd waarin hij een ontwerp ontwikkelt tot stichting van een Zuid-Afrikaansche nationale party, die

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 1