Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
EERSTE BLAD.
er r ,e'''8eschotM-
34ste Jaar«;ansr.
Zaterdag 10 Juni 1911.
No. 10039.
AtlS^XS'l1 tzs N°d<!rllndf2-~
TmnZ^'"
Kennisgeving.
Burgera^i^f^r^
Bnitenlandgch Nieuws.
Binneulaud.
Verspreide berichten.
Dit nummer bestaat uit twee
bladen en een Geïllustreerd
Zondagsblad.
Offirieele berichten.
Kennisgeving.
O °P U M' van het fort-
SCHOUW
ABONNEMENTSPRIJS:
kost^ voo^SchfedaniZ Jfstd^en' en
weck 10 rent manuen T l.óo, per maand 45 cent en per
straat*^"erTbli^ïl^Rnlt'ï, ^ap'^s aangenomen aan ons Bureau: Boter-
ekhandelaren,Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel.
Handelsadvertentiën van 16 regels 0.92elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil-
1 ij k e overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
Schietoefening.
Be Burgemeester van Schiedam
▼estigt, op verzoek van den heer Commissaris der
dftrhtn"m ln de Provmcie Zuid-Holland, de aan
hef van elanSlleljbenden t>ij de scheepvaart op
öet hieronder volgend berichtF
Schietoefeningen van het fort Pampus.
Zuiderzee. 3de District.
On,.|0lgenS, mededeeling van den Minister van
Hog zal op 14 en zoo noodig ook op 15 Juni
for't Pa"6 SC~n,"g worden gehouden van het
nonnen pus' 1 U zal gevuurd worden met ka-
veó" Van llcht kaliber c.M.), waarbij on-
de WH™0! gemaakt een sector, begrensh door
(191°, t uchtmgen NW. door Noord tot ZOtZ
het Ptn^ d.agen' waarop gevuurd' wordt, zal van
uur vóór hetT T r°°de V'a« waaieil> die :i
uur vóór h! rgm dei' °eteulng baltst°k en één
Bovend°Li zullen",eg fZ^ VOü'geh^hen wordt,
roede vlaggen waaifn ?an debaüerjen
(Zie »Ned. krt." No 212).
Schiedam, den lüden Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd,
M. L. HONNERLAGE GRETE.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester e7w^7ders van Schiedam,
BrentrprP Z bePalingen der Hinderwet,
aan W. J vi' alSemeene kennis, dat op heden
vergunning "l"1 ef1 zij"e ,ecbtverknjgenden
graanmaaideriivej^eend tot het oprichten eener
Nieuwe Haver? nm p staa"de aan de
no. 9ö9, gedreven dr kadaster Sectie M
Sch L i o een Sasm°tor van3UP.lv..
«chiedam, 8 Juni 1911.
Burgemeester en Wethouder.
M T tt n AT AT „,,7 voornoemd
M" L' HONNERLAGE GRETE,
De Secretaris,
V. SICKEN GA.
over de bedekkingen der onderbakken
in BranderyeH.
over de bedekki^er'
'e kennis, dat de SCHOUW
derijen, zal aanvantren .°nderbakken in bran-
L. HONNERLAGE GRETE.
„e Secretaris,
V- SICKENGA.
7 13 tu.sch.n
houden worden. Jongelieden di*6 !eerhngen Se"
sohen gebruik te maken rr daarvan wen-
lo.
2o. eene y rklarin»> n 3
school, dat zij alle klassen Lbben^dS f®'' Lag6re
Eveneens wordt aan de iono- i d°orl°open.
verleden verleden jaar hahhor, e de lessen
deeld, dat het noodzakelijk is",i£ ?d' raedeKe
of schriftelijk den wensch te kenn"-1 mondeling
zij met September a.s. opnieuw d« g6Ve,n' dat
volgen. lessen komen
De Directeur,
J- A- BINGMAN.
PORTUGAL.
Stakende werklieden te Porto, die niet meer
waren aangenomen bij de heropening van een
text.elfabr.ek, bombardeerden dezen met steenen
personen werden licht gewond.
MAROKKO.
Uit Fes, wordt geseind
De Beni Mtirs en de Berabers hebben in den
nacht van 4 op 5 Juni het kamp aangevallen Zij
werden door de artillerie, die hun zware veriiezen
toebracht, teruggeslagen.
De kolonnes Brulard en Gouraud zijn in de
richting van Sefroe uitgetrokken om de hoofd
macht van de opstandelingen uit elkaar te jagen.
6000 Marokkanen hebben met onbekende, ver
woedheid een aanval gedaan. De artillerie bezorg
de hun zware verliezen en ten slotte werden zij
uiteengedreven.
Toen de bewoners van Balil weigerden zich te
onderwer pen, werden de kanonnen tegen de stads
muren gericht. Daarna vernielde een compagnie
van het vreemdelingenlegioen de huizen den leiders
van den opstand.
Aan Fransche zijde zijn 5 dooden en 20 gewon
den gevallen.
De Spaansche minister van oorlog heeft offli-
cieel bericht ontvangen, dat de Franschen Me-
kines zijn binnengetrokken en Moelai Zin gevangen
genomen hebben.
Blijkens officieel bericht uit Larrasj zijn de
Spaansche troepen aan land gegaan. Er heerscht
een paniek door de aankomst van vijandige in-
landsche troepen. De consularie agent heeft hulp
gevraagd.
El Guebbas, de vertegenwoordiger van den Sul
tan, heeft bij den Spaanschen gezant geprotesteerd
tegen het ontschepen van Spaansche troepsn te
Laraj, waarvoor geen de minste reden bestonden
dat in strijd is met de verdragen.
Blijkens een telegram Tandzjer aan een Madri
leensch blad heeft de Spaansche politie de pas bij
Kaap Negro bezet, die den weg over land naar
Tetoean beheerscht.
JAPAN.
De mditaire vliegers kapitein Tokoesawa en
luitenant Ito zijn van een groote hoogte gevallen
en gedood.
waaronder een groot aantal Koreaansche werklie
den en een lading, is gister-avond in brand ge
raakt. Zij is op de kust gezet. Het vaartuig is
verloren. Toen de brand uitbrak, doolde het elec-
trisch licht uit, vermeerderend de paniek der pas
sagiers. die te water sprongen. Men vreest, dat er
verscheidene verdronken zijn.
Volgens bet „Pet.it Journal" beloopen die kos
ten van de door de woelingen der wijnbouwers
noodig gemaakte militaire bezetting van het Cham
pagne-gebied 420,000 francs per dag. Tot dusver
is er al een totaal van 23 millioen francs mee
heengegaan. Alzoo een dure historie.
Volgons de „Times", heeft het Turksche
plan van actie in Albanië ten doel, de revolu-
tionnaire strijdmacht uil elkaar te doen spat
ten, het grootste deel ervan naar .de Zuidelijke
bergen te drijven, en de verbinding met Mon
tenegro af te snijden. Het kleinste deel daaren
tegen zal naar de grens van Montenegro op
gedrongen worden. Mochten de Turken succes
hebben, dan zou daar een gevaarlijke situatie uit
kunnen voortkomen, want het zal even moeilijk
zijin de Turken te verhinderen bijl de vervolging
over de grens te gaan, als om de Montenegrin
te beletten, de vluchtende Albaniërs te hulp te
komen.
Voor de rechtbank te Altona is begonnen
het proces tegen den margarinefabrikant Mohr,
door wiens margarine op verschillende plaatsen
in Duitschland een groot aantal menschen ernstig
ziek zijn geworden. Bij het voorloopige verhoor
bleek, dat, aangezien dierlijke vetten in den laat-
sten tijd zeer duur geworden zijn, bij de marga-
rinefabrikatie hoe langer hoe meer plantaardige
vetten worden gebruikt. Onder deze vetten is
kokosvet 't voornaamste. Evenwel worden ook
andere vetten gebruikt van minder allooi, die
men vioegei uitsluitend voor het vervaardigen
van zeepen aanwendde.
Een bijenzwerm, te Golden Hill, Mass, ge
kocht door iemand die te Great Barrington woonde,
veertien mijl ver, vloog den volgenden dag kalm
pjes naar het oude huis terug. Een aardige trek
'n het kaïakter der bijen, die, allicht, de tranen
van een sprakelooze aandoening in de oogen van
den kooper bracht 1
Een draadbericht uit Khabarovsky meldt:
De stoomboot »MouraviefF' is op de Amour ver
brand. Het getal personen dat bij deze ramp is
omgekomen, is nog niet bekend.
Uit Blagovestchensk wordt nog gespind De
stoomboot aMurawiew Annerski", met passagiers
liet Koniuklyk bezoek aan de Hoofdstad.
(Vijfdei dag). I
Men me.dt. ons uit Amsterdam:
Voor heden stond allereerst een, bezoek aan
het Rembrandthuis
in de Jodenbreestraat pp het programma der
Koninklijke bezoeken.
Omstreeks half elf werd uitgereden. Langs' Vij
gendam, Damstraat, Oude Doelenstraat, Oude en
Nieuwe Hoogstraat en St. Anthoniebnees traaf. wend
dp Jodenbreestraat bereikt. Reeds lang tevoren
was in deze volkrijke buurt de wieg; door de por
li lip aigezet,
Aan den ingang van het huis, dat de herin
nering1 aan Holland's groots ten schilder levendig
houdt, warden de Koningin en die Prins door
het bestuur van de stichting die het Rembrandt
huis beheert, ontvangen, n.l. de hoeren Prof.
H. P. G. Quack, C. G. 't Hooft, Dr. A. Bredius,
JhT. P. Hartsen en Jhr. Mr. J. F. Backer.
Het huis in de Jodenbreestraat waar Rembrandt
heeft gewoond van 1639 tot 1658, waar hij de
gelukkige jaren van zijn huwelijk met Saskia
'an Uilenburg sleet, maar waar ook groote ram
pen hem hebben getroffen, is na langen tijd ver
waarloosd en uitgewoond te zijn geweest, door
aankoop in nandein eener stichting overgegaan,
waarvan L ovengenoemde heeren de bestuurders
zijn, die het lieten restaureer en, onder de goede
leiding van dein bekenden architect K. P. C.
de, bazel.
Mem heelt zich volstrekt niet voorgesteld een
volledige reconstructie tie leveren v,an het huis,
zooals het door Rembrandt werd bewioond. Dit
was reeds uitgesloten, omdat het onmogelijk zou
zijn de kunstschatten die het eenmaal bevatte
weder te verkrijgen. Bovendien ontbraken de ge
gevens omtrent den inboedel wat betreft het
eigenlijke huisraad. Een instelling als het Dürer-
huis te Neurenberg, of het Goethe-huis te Weimar,
met voorwerpen .uit de nalatenschap van den
gr ooien man, zou het Rembrandthuis dus nooit
worden. Wat overigens het werk van den bouw
meester betreft bij de restauratie is er wel naar
•gestreefd in hoofdzaak de vroegere indeeling van
het huis opnieuw tot stand te brengen, maar
niet de inwendige inrichting der vertrekken. Woon-
en slaapkamers vindt men er dus niet in terug.
Evenmin heeft de architect bij de binnenbetim-
nuering vastgehouden aan den Hollandscben Re-
naissandeMstjjl. Wel heeft hiji in hoofdzaak de
oorspronkelijk indeeling van het huis weder tot
stand gebracht, voorzoover dit vereenigbaar was
met de edsehen voor een museum, een huis dat
door velen wordt bezocht. Bij de uitvoering van
zijn opdracht had de architect hulpmiddelen van
tweeërlei aard. Vooreerst vond hij in het inwen
dige van den bouw1 verschillende kostbare aan
wijzingen van den vroegeren toestand gegevens
dus van technischein aard die soms ,op verras
sende. wijze nog bestaande onzekerheid hebben
opgejieven. In die tweede plaats had hij', voor
de inwendige imdeeling van Rembrandt's woning,
een leiddraad in den bekenden inventaris van
25 Juii 1656, opgemaakt voor de Desolate Boie-
dei.skamer bij Rembrandt's faillietverklaring. Droe
vig en dramatisch document, maar ten andere
een onwaardeerhare bron voor de kennis van
den meester als onverzadel ijk verzamelaar en
voor alles wat hij bewonderde.
Dip inventarie leert o.a. dat hij' zijn motieven
ontleende aan Ilollandsche ,©n Duitsc.be zestien-
de-eeuwers, aan Italiaansche sidhilderijen en gra
vures, •zelfs aan antieke plastiek, laat- gothieko
beeldjes, renaissanoe-modaillies' en aan Indische
toeken in,gen. De wanden van zijin huis waren be
dekt met schilderijten van Carracci, Giorgtone, Gia-
como Bassano, Rafaël, Michel Angelo, Pal ma Vee-
chio, Novdlara, evenzeer als met stukken van
Brouwer, den Jongen Hals, Lievens, Hercules
Seghers, Lastman, Pinas, Porceülis, Antlhonissen,
Simon de Vlieger, terwijl hij intusschen als ver
zamelaar in het bijzonder ook Lucas van Leijden
en zelfs Van Eijck in ©ere hield. In zijn taiiooze
portefeuilles vond men behalve massa's teeke-
ningem van groote meesters, prenten van of naar
Goltzius, Heemskerk, Lucas, Bioemaert, Manteg-
na, Rafaël, Michel Angem, Temposta, Titiaan. Maar
ook Israël van Mecjcenem, ScUongauer, Dürer en
Holbein en evenzeer Breughel, Van JUijck, Rubens,
Jordaens, Mierevelt, Cal tot, vindt men zoo vol-
ledjg mogelijk aanwezig. Tuk op alle voorstel
lingen van het uitheemsche, verzamelde hij af
beeldingen van Tiroolsche landschappen, van
Turksche en Romeinsehe gebouwen en van oor-
logstooneelen. Hij moest herthorens en wild bees
tenhuiden hebben, opgezette dieren zelfs, en naast
aardkloten een harp en blaasinstrumenten, ook
medailles en waaiers, ja wat eigenlijk niet al.
Buiten marmeren beeldhouwwerk, bezat hij tai
iooze antieken in gips, en bovendien op de na
tuur genomen pleisterafgietsels van siapende kin
deren, en van allerlei banden en koppen, waar
onder die van een moor en van Prins Maurits
vermeld zijn. Maar bovenal ook aan het vreemde
van wapens verzadigde hij gaarne zijn oogendorst.
Een tijdgenoot (de dichter van Andries Pels) ge
waagt er van hoe hij
Op Nieuwe- en Noordermarkt zeer ijvrig op
ging zoeken
Harnassen, Moriljons, Japansche Ponjerls, bont
En rafelkragen, die hij schilderachtig vond.
In zijn boedel vindt man van dien aard de
grootste variëteit: assagaaien, bogen, schilden,
antieke en ludiaansche geweren, kurassen, zwaar
den, bennetten, hellehaarden, kruitflesschen, an
tieke lappen, Oost-lndishce doozen, Spaansche
stoelen en wat niet al meer. Nooit heeft een
kunstenaar wonderlijker verzameling kostbaarhe
den saamgebracht.
Uit dit al blijkt wel biet hopelooze om Rem-
brandi's woning te- doen herleven in den oor-
sprankeiijken toestand, doch dit was, zooals wij
reeds opmerkten niet de bedoeling1, maar wel
is het eigenaardig om de bijzonderheden van
den inventaris, ontleend aan de gegevens van Jan
V-eth, eens te memoreeren, omdat deze inven
taris ook aanwijzingen heeft gegeven omtrent de
i lid teling van het perceel, aanwijzingen die nader
voor het grootste deel zijn bevestigd.
Bij het binnenkomen door de voordeur komt
men onmiddellijk ia het ruime en hoog'e „voor-
buis". Deze statige hal is met marmer geplaveid.
De hoogte, zware halkenlaag die haar schraagt,
is de oorspronkelijke, ongerept voor den dag gte-
bracht. Op den achtergrond voert een trap naar
boven. Het voorhuis ontvangt zijn licht uit een
hoog raam, hier als elders in het huis saamge-
steld uit kleine ruitjes, naar ouden trant. De
ruimte wordt spaarzaam, maar - ,k gemeubeld.
Er staat een oude „geldtafel" met verschuifbaar
blad en een prachtige gebeeldhouwde vierdeurs-
kast. Zij doet denken aan de „cas off kevy"
welke volgens een authentieke verklaring in 1656
in dit voorhuis heeft gestaan, onvervreemdbaar
eigendom van Rembrandt's trouwe gezellin Hen-
drikje Stoffels, en „dewelcke soodanigh was ge-
stoffeert van linnen, wollen, silverwerek als- an
dere goederen, dat de gemelte casse met te goe
deren van de schatsters doen ter tijt wierde geëx-
rimeert op ses honderd gulden."
Links van het voorhuis ligt „de sydelcaemer'!
(zijkamer) die waarschijnlijk als kantoor heeft
gediend. Ook hier waren de wanden met kunst
werken bedekt. Het meubilair bestond uit een
„neutebomen boute taefel met een Door-nicx eleet",
en zeven Spaansche stoelen met groenfluweelten
zittingen. Thans zijn de wanden tot manshoogte
met eikenhout betimmerd. De schouw rust op
pilaren van grijs marmer.
„De cae'mer agter de sydelcaemer" is thans
door de- meerdere ruimte voor de trap vePeischt,
slechts een klein vertrekje geworden en zal waar
schijnlijk bestemd worden voor den bewaarder
van bet museum.
„Die Aglercaemer ofte Sael", achter het trap.
pen hu is en in rechte lijn van het voorhuis ge
legen, is weer een hoog en ruim vertrek, dat
zijin licht ontvangt uit twee ramen in den linker
zijmuur. Het is zeer te betreuren, dat ongeveer
acht jaar geileden een gedeelte van het perceel
in andere handen is overgegaan en wel nooit