Dagblad voor Schiedam Omstreken. De Financier. 34ste Jaargang. Vrijdag 18 Augustus 1911 No. 10095. Officieele berichten. Kennisgeving. Kennisgeving. FEUILLETON. Biiitenlftndscli Nieuws. ABONNEMENTSPRIJS: Dit "blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland 2 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureautsoter- straat 50 en hij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Bureau: BOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Familieberichten 20 cent per regel. Handelsadvertentiën van 1—6 regels 0.92elke regel daarboven 15 cent. Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel. Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bi 1- lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. De Burgemeester van Schiedam, Brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen Dat het kohier van de Belasting op Bednjts- en andere Inkomsten, no. 5 dezer gemeente, over het dienstjaar 1911/12, door den heer direc teur der directe belastingen te Rotterdam op den Itien Augustus 1911 executoir verklaard, op heden aan den ontvanger der directe belastingen alhier, ter invordering is overgemaakt. Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een ïedei verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen, alsmede dat lieden de termijn van zes weken ingaat, binnen welke bezwaarschriften tegen eenen aanslag, op genoemd kohier voorkomende, behooren te worden inge diend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 18 Augustus 1911. De Burgemeester 'vooornoemd, M L. HONNERLAGE GRETE. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Schiedam Gelet op art. 12, le lid der Drankwet; Brengen ter openbare kennis d»4 een verzoek is ingekomen van JOHANNES VAJü KAPEL, wonende alhier, om vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein voor gebruik elders dan ter plaatse van vei koop in de beuedenlokaliteit van het pand Hagastraat 64 en herinneren, dat binnen 2 weken na deze bekendmaking tegen het verleenen van de ver gunning schriftelijk bij hun College bezwaren kunnen worden ingebracht. Schiedam, 18 Augustus 1911. Burqemeester en Wethouders voornoemd M. L. HONNERLAGE GRETE, De Secretaris v. LUIK, L.S. Het Tarief en de Handel. Aan een der jongste vlugschriften van de Ta- riefvereeniging is het volgende ontleend Men doet het telkens voorkomen, alsof de voorgestelde herziening van ons Tarief de handel in het algemeen, en Rotterdam in het bijzonder groote schade zal brengen. Hiertegenover staan de volgende feitenRot terdam, dat terecht trots is op zijn uitgebreide bavens, kaden en dokken, is gedurende de laatste jaren tot dezen bloei gekomen, niet omdat er »\iij- handel", maar een matig beschermend tarief vvas. De gunstige ligging van Rotterdam, gesteund door een sterke protectie ten gunste van hare waterweg naar zee, heeft in hooge mate mede gewerkt om haren doorvoerhandel reusachtig uit te breiden. Hoe staat het intusschen met onzen handel zelf b.v. ten opzichte van Duitschland Boeiende Roman. (Naar het F r a n s c h.) 23) «Neen, niet waar «De eerste is onverbeterlijk misdadig: lnj hioet verdwijnen. De tweede kan der maat schappij nog nuttig zijnmen moet hem straf- *eh> vervolgens hem vergeven. Daar van de ^ijze, waarop mijn instructie den rechters zal gorden aangeboden voor een groot gedeelte het jeven of de dood des moordenaars afhangt, moet *k onderzoeken of hij onder bedorven natuurdrif ten, voor geen verbetering vatbaar, heelt gehan- deld of zich door de krankzinnigheid van een ^ogenblik liet meesleepenl Mijnheer Marchand, boe is uw advies? Schijnt u thans diefstal, of tvel ijverzucht of wraak de beweegreden der misdaad te zijn? Wat antwoordt gij?" »In waarheid, mijnheer," antwoordde Gustaaf, rik begrijp niet waar gij heen wilt. Hoe kunt Sij denken dat ik bij den eersten opslag eeni- gerwijze een opinie bezit over. een misdaad "Waarvan men de schuldige niet leent Wijs blij dien man man aan, geef hem mij ten on derzoek, vervolgens zal ik u antwoorden of die ïhan, naar het mij voorkomt onder den invloed Duitschland, dat op zijne grenzen een hoog tarief van invoer heft, heeft volgens »Export", een der toonaangevende Duitsche Handelsbladen, een invoer in 1910: uit Nederland 258.5 Mill Mark Ned. O.-I. 187.3 W.-I. 0.5 446.3 en een uitvoer in 1910 naar] [Nederland 498.6 naar Ned. O.-I. 49.8 j W.-I. 0.7 "549I" Als een oordeel uit het buitenland over de nieu we Nederlandsche Tariefwet nemen wij uit ge noemd blad het volgende over Zooals men ziet, is de Duitsche export naar Nederland aanzienlijk grooter dan onze export naar Duitschland. Door de groote import uit Ned. O.-I. wordt echter dit onderscheid gedeeltelijk goed gemaakt. Duitschland's invoer uit Nederland bestaat groo- tendeels uit veeteelt en tuinbouwproducten, boter, kaas, vleesch, groenten enz. Daarbij komen tabak, koffie, tin caoutchouc, kina enz. uit Ned. O.-I. In Duitschland's uitvoer naar Nederland komen behalve steenkolen, granen, meel, lijnkoeken, huiden, kunstmeststoffen hoofdzakelijk voor industriefabrikaten en verder de meest uiteenloo- pende paoducten van weefindustrie en confectie verder ijzer en ijzerwaren, voornamelijk rails, electrotechnische apparaten, machines, rijwielen leder, cement, bier, enz. In ieder geval zal een zeer groot gedeelte van deze export in hooge mate getroffen worden door de verhoogingen van het nieuwe Nederlandsche toltarief. Zooals bekend is, is het Duitsch-Nederlandsche handelsverdrag zeer oud, het dateert uit het jaar 1851, gaat uit van het recht van meestbegunstiging over en weer, verzekert in algemeene trekken ook aan den Duitschen Handel met de Nederlandsche Kolo niën gelijke behandeling als bestaat tusschen het Moederland en de Koloniën. Aan pogingen om het verdrag door een andere overeenkomst, die meer voldeed aan de eischen des tijds te vervangen, heeft het niet ontbroken, tot hét sluiten eener dergelijke conventie schijnt echter tot nu toe in Nederland weinig neiging te hebben bestaan. Wellicht zal na het tot stand komen van het nieuwe tarief hierin verandering komen. De kwes tie van de opzegging van het bestaand en het sluiten van een Duitsch-Nederlandsch handels verdrag houdt trouwen ook verband met de in voering van scheepvaarttollen in Duitschland. Vermoedelijk is hieraan door het Nederlandsch Gouvernement gedacht bij de opstelling van het toltarief-ontwerp. Bij het sluiten van een tarief verdrag zouden (d. z. de Duitschers) echter op grond van ons tegenwoordig toltarief, een reeks concessies kunnen doen, om in ruil hiervoor van Nederland daarmee overeenkomstige tegemoetko mingen te kunnen bedingen. Zoo zouden wij de tot nu toe bestaande belasting op Hollandsche kaas kunnen opheffen. Voor Zwitserland hebben wij de belasting van 30 Mark per 100 K G. tot 15 Mark verminderd. Ten einde te beletten, dat deze vermindering ook op Hollandsche kaas zou worden toegepast, is in het Duitsch-Zwitseisch handelsverdrag de bepaling opgenomen, dat deze mindere belasting alleen geldt voor »Hartkase in mühlensteinförmigen Laiben, das Stück im Ge- wichte von mindestins 40 K.G. In het jaar 1910 heeft Duitschland uit Zwit serland 48423 dz. kazen, uit Nederland echter 130.929 dz. kazen betrokken, de invoer uit Zwit serland is belast met 15 Mark, de import uit Nederland (ter waarde van 16 mill. Mark) met 30 Mark. Men moet er eigenlijk over verwonderd zijn dat de Hollanders zich zoo iets hebben laten welgevallen. De belasting op tabak is in het nieuwe tarief onveranderd gebleven daarentegen word de be lasting op sigaren, sigaretten belangrijk vei hoogd, sigaren werden belast met 125 per 100 K.G. bovendien met 29% der waardesigaretten 250 gulden en bovendien 40% der waarde. Aangezien de invoer van Duitsche sigaretten naar Nederland in de laatste jaren aanzienlijk was, zullen de Duitschsche sigaretfabrikanten in deze verhooging der sigaretbelasting een tegenmaatregel onder vinden, tegen de in 1909 doorgevoerde Duitsche sigarenbelasting, waaronder de import van Hol landsche sigaren naar Duitschland zeer geleden heeft. Zooals bekend is, heeft Duitschland in de jaren -1909 en 1910 de belasting op tabak, koffie, spi ritualiën e. d. aanzienlijk verhoogd en zoodoende den invoer dezer artikelen uit Nederland en de Nederlandsche Koloniën inderdaad bemoeilijkt. Men mag dus gerust aannemen, dat deze tolver- hoogingen de Nederlandsche Regeering aanleiding hebben gegeven, ook Duitsche waren met een zwaardere belasting te treffen. In ieder geval zal de Duitsche import naar Holland door vele in het nieuwe tarief ingevoerde verhoogingen gevoelig getroffen worden. van deze natuurdrift of van genen hartocht ge handeld heeft. Veronderstel zelf dat ik voor de rechtbank van mijn geweten de oorzaak ver moed van dezen dood, golooft gij dat ik zal wagen u mijn gissingen mede te deelen, wetende dat deze, in die mate zooals gij mij gezegd hebt, van invloed kunnen zijn op uw rapport, dat wil zeggen door terugslag op de vrijheid en leven van een mensch." Queyrat trad ijlings naar Marchand toe, zag hem strak in de oogen en strekte den arm uit een woord kwam hem op de lippen „De vermoedelijk moordenaar, dat zijt gij I" Maar hij hield zich in het oogenblik was nog niet gekomen. Alvorens den letterkundige deze beschuldiging in het aangezicht te slingeren, moest hij nog eeriige inlichtingen van hem verkrijgen, die hij niet te weten zou komen, als de beschuldigde zich op zijn hoede zou houden. „Of de aanklacht van Odon Wegrow is uit de lucht gegrepen," peinsde de rechter van instructie „en is de man, dien ik voor mij heb, onschuldig, of wel is hij zeer doortrapt. Haeen worste ling met hem is geheel wat anders dan met den bankier. Dezen heb ik alles laten zeggen wat ik wilde en tot op den grond van zijn ge weten heb ik gelezen. Met dezen gaat het niet zoo." X. De beslissende stoot. Gij merkt wel op, mijnheer Marchand, hernam ENGELAND. De dreigende algemeene staking op de spoor wegen schijnt vier-en-twintig uur uitgesteld te zijn naar aanleiding van de laatste poging der regeering om de bonden van spoorwegpersoneel van de staking af te houden. De telegrafisch ont boden leiders der bonden zouden gister een be spreking houden met den minister van handel. Dit uitstel der staking beteekent echter geenszins afstel. De spoorwegmaatschappijen hebben in over leg met de Tegeering de laatste schikkingen ge troffen voor het geval de algemeene staking werkelijk plaats heeft. Troepen zullen de hoofd stations, ook de Londensche bezettensoldaten zullen de voornaamste treinen begeleiden en langs de hoofdlijnen zullen soldaten opgesteld worden. De dagbladen kondigen aan, dat motorwagens Queyrat op den gewonen conversatie-toon, „dat wij al een kwartier spreken over onderwerpen welke draaien om de misdaad naar aanleiding waarvan ik u verzocht heb op mijn buieau te komen." Ohoverzocht!" riep Gustaaf uit. „Gebiuikt dat woord nietGij hebt mij door den commissa ris van politie niet een oproeping gezonden om voor u te willen verschijnen, maar een bevel schrift dat mij goed en wel toe noodzaakte." „Wat 1 hebt gij een bevelschrift om u voor te brengen ontvangen 1" riep de kleine grijsaard uit, terwijl hij op volmaakte wijze den ver baasde speelde. „Maar dan heeft er een ver gissing plaats gehad en heeft mijn griffiier mij het eene blad voor het andere laten teekenen. Doch wat beteekent die bijzonderheidLaat mij, nu ik het geluk heb u bij mij te hebben, nog eenige oogenblikken met'u kouten; letterkun digen hoor ik altijd zoo gaarne praten. Zij weten zooveel zaken, dat men bij een onderhoud met hen slechts kan winnen. Ik hoop dat er niets dringt, mij te verlaten." En hij lachte Gustaaf in 't gezicht uit. Deze werd driftig. „Ha, zoo! Hebt gij mij laten roepen om met mij den gek te scheren. Te huis heb ik werk te voltooien, en ik kan mijn tijd niet met beu zelingen verliezen." Queyrat wreef zich in de handen. Het strookte met zijn plan om, na het tot dusvene kalme Yerhoor, den in toorn ontstoken schnjvei te voor het verspreiden der couranten zullen zorgen, zoodra de treinen, waarmee gewoonlijk de bladen verzonden worden, den dienst zullen staken. De »Times" meldt, dat de royal engineers zoo noodig de treinen, die de verbinding met het vasteland onderhouden, zullen besturen, om zoodoende het vervoer van brieven en passagiers naar het vas teland in stand te houden. De bladen bevatten het verslag van een gesprek met den directeur-generaal van den Midtand- spoorweg. Hij lichtte daarin uitvoerig toe, welke gemeenschappelijke maatregelen de spoorwegmaat schappijen in het heele land genomen hebben, en verklaarde o.a., dat de spoorwegmaatschappijen zich eenparig verzettten tegen de poging om de wetgeving van 1907 tot verzoening van geschillen omver te werpen. Die wetgeving moge al aan vulling en verbetering behoeven, waartoe de spoorwegmaatschappijen bereid zijn mede te wer ken, maar deze zijn volstrekt niet gezind te wijken voor een dictatuur, welke ook spr. wei gerde te gelooven, dat het meerendeel van het spoorwegpersoneel zou staken. Maar al mochten ook 75 pet. staken, dan nog zouden de maat schappijen bij machte zijn een beperkten, maar toch doeltreffenden treinenloop te verzekeren, ongeveer gelijk aan den dienst op Zondag. Daartoe zal de spoorwegdienst in het geheele land samen getrokken worden, alsof' alle treinen tot een maatschappij behoorden. Nadat de spoorwegarbeiders de 5 vragen van minister Buxton beantwoord hadden, o.a. in dien zin, dat een samenkomst met de spoorweg- besturen hun de eenige uitweg toescheen, daar anders alleen de algemeene staking zou overblij ven, heeft minister Asquith, hen toesprekende) gezegd, dat de regeering bereid is een onpartij dige koninklijke commissie te benoemen, teneinde de te berde gebrachte grieven der mannen te onderzoeken en zoo spoedig mogelijk uit den weg te ruimen. De eerste minister ried den spoor wegarbeiders dringend aan het bovengenoemde voorstel aan te nemen, om daardoor een algemeene staking op de spoorwegen te vermijden. De on partijdige regeering wil geen dreigende taal be zigen en geen pressie oefenen, maar mochten de mannen het voorstel afwijzen dan zullen zij een ernstige verantwoordelijkheid op zich nemen tegenover het publiek, welks belangen de regee ring gehouden is uitsluitend te behartigen. Daar om kan de regeering geen verlamming van het algemeen varkeer op de spoorwegen door een al gemeene staking gedoogen. De maatregelen, die de regeering genomen heeft zullen de beraamde belemmering van het verkeer verijdelen. Ondanks deze ernstige vermaning habben de spoogwegar- beiders besloten de algemeene staking door te zetten. Het bondsbestuur van het spoorwegpersoneel verzond gisteravond zes uur vijftienhonderd sta- kingsberichten overal heen. Een begin van de staking ging te Londen al vooraf. O.a. omsingelde een geweldige menigte het eindstation van de Great Northernspoorweg, ondervragen. „Mijnheer," antwoordde hij koel, „gij vergeet dat gij tot een magistraat spreekt en »Denkt gij dat uw titel van magistraat u het recht geeft mij te beleedigen „Ik heb niet uitgesproken, naar ik meen," hernam Queyrat ijskoud. „Ik hervat het dus gij vergeet dat gij tot een magistraat spreekt en er een wacht achter deze deur toeft." „Oho!" zei Marchaud, tot stikkens toe vol. Hij was in een stemming gebracht, waarin de kleine sluwe grijsaard hem wilde brengen. Thans, nu de rechter van instructie den beschul digde, zooals hij dit onder collega s pleegde te noemen, bedwelmd had, ging hij hem afmaken. In snel op elkaar volgende phrazen, daarheen geworpen als de kogels eener mitrailleuze, onder vroeg hij Hoe hebt gij uw tijd besteed den 14 Sep tember, wat hebt gij des morgens gedaan „lk heb mij naar de bureelen van het Crédit Commercial, rue Richelieu, begeven." „Wat hadt gij daar te doen?" ,Tien duizend frank te ontvangen om accep tation van gelijk bedrag te betalen, die den vijftienden vervielen." „Maar gij vernaamt daar de vlucht van den irecteur en kondt zonder uw geld heengaan. Waar gingt gij vervolgens heen {W.ordt vervolgd)*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 1