Binnenland.
Mads- en €bwtttel|k Meamu
het vrouwelijk geslacht. In München is men -met
die vrouwelijke »strassenkehreinnen" zeer tevre-
den, de feëenhanden schijnen voor dat reinigings-
werk zeer geschikt.
Zeer waarschijnlijk zullen ze ook uniform dra
gen en dan ongetwijfeld de aandacht trekken.
Het idee is werkelijk zoo kwaad niet, de
vrouw is nu eenmaal aangewezen om alles rein
te houden, en aangezien in Boedapest de reinheid
der straten veel te wenschen overlaat, kan die
verandering van personeel ten goede komen aan
allen.
Met den dichter kunnen wij misschien zingen
sEhret die Frauen, Sie kehren und fegen irdi-
schen Unrath von unseren Wegen."
In Parijsche bladen wordt het gerucht ver
meld, dat een Spaansch regiment in een gevecht
bij Raleza door de Rifbewoners geheel in de pan
gehakt is. De laatste dagen zijn van Cadix. Malaga,
Algeciras en Barcelona 16.000 man troepen naar
Melilla vertrokken.
Er is een bevel tot arrestatie uitgevaardigd
tegen den directeur van de zoogenaamde Entre-
Medaire te Parijs, den Belg Valentijn, omdat hij
verdacht wordt, tal van kleine spaarders voor
ongeveer 3 millioen francs te hebben opgelicht,
onder voorwendsel, dat hij hun door beursspe
culaties groote winsten kon bezorgen.
De nieuwe linie-kruiser »Moitke", het vierde
groote Duitsche oorlogschip, dat in de laatste drie
maanden in dienst is gesteld, heeft bij een proef-
toch te Cuxhaven een snelheid van 29£ zeemijl
bereikt en is dus het snelste groote oorlogsschip
van de Duitsche vloot.
Ter belooning van den ijver van de werk
lieden van de tuighuizen te Brest en Lorient, die
het mogelijk gemaakt heeft twee linieschepen van
23,000 ton elk tien en elf maanden nadat de kiel
was gelegd, van stapel te laten loopen, heeft de
Fransche minister van marine last gegeven, om
aan deze werklieden bijzondere gunsten te ver-
leenen.
Prins Hendrik naar Berljjn.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden vertrok
gisteravond om 10 uur 19 met den D-trein, die
te Apeldoorn voor deze gelegenheid stopte, met
zijn adjudant-majoor jhr. Van Suchtelen van de
Haeren naar Berlijn.
De Prins komt Zaterdagmorgen met den D-trein
van 7 uur 13 te Apeldoorn terug.
Winkelsluiting.
Naar de »Tel" verneemt, bestaat bij de voor
stenders eener wettelijke winkelsluiting het plan
thans, meer nog dan te voren, te gaan ijveren
voor een rijkswet te dien opzichte, waarbij dan
voor bepaalde bedrijven, die des avonds toch
zoo goed als geen kooplustingen trekken, de slui
tingstijd op zeven of acht uur wordt gebracht.
Uitvoerverbod van suikerpulp.
Naar wij vernemen, schijnen er in landbouw-
kringen stemmen op te gaan om bij de regee
ring pogingen aan te wenden tot het verkrijgen
van een uitvoerverbod van suikerpulp. (Msb.)
De roode Dinsdag.
A anvankelijk was de deelname aan de kies
rechtbetooging op 19 September a.s- voor het
personeel van de posterijen, telegrafie en tele-
phonie alleen mogelijk gemaakt voor hen, die op
dien dag hun reglementair verlof genoten. Thans
is echter bij het hoofdbestuur van den Algemee-
nen Bond, waarin het personeel vereenigd is,
bericht ontvangen, dat voor hen, die nog verlof
te goed hebben, vrijaf nemen op dien dag is
vergund.
»Dat verwoede Anti-Clericale".
Wij lezen in het ^Huisgezin":
De schrijver van de rubriek dOnder de men-
schen" in de N. R. Ct." heeft Albert Hahn, den
teekenenaar de sportprenten in de ^Notenkraker''
geïnterviewd.
Er komt in het opstel een teekenend woord
van Hahn voor.
„Dat verwoede anti-clericale in mij heb ik pre
cies zoo van mijn vader", zei hij tegen den heer
Brusse.
Hier hebben wij dus de eigen bekentenis van
den heer Hahn, dat hij sverwoed anti-clericaal" is
En deze verwoede anti-clericaal is de teekenaar
van het bijblad van »Het Volk", dat altijd bij
hoog en bij laag volhoudt niet tegen den godsdienst
te zijn en iedereen in het godsdienstige vrij te
laten.
Zoo luidt de theorie. De praktijk is zooals
Hahn ze levert bespotting, gewilde en bedachte
bespotting, van wat velen eerbiedwaardig en
heilig is.
Laat ïHet Volk" voortaan zijn praatjes voor
zich houden, waar de lommerd immers toch geen
duit opgeeft.
Middenstandsbond.
In de Dinsdag jl. te Utrecht gehouden verga
dering van het hoofdbestuur van den Midden
standsbond, werd door den voorzitter, den heer
J. S. Meuwsen, medegedeeld, dat de bekende
beeldhouwer August Falise de opdracht aanvaard
had, de buste van dr. J. Nouwens in marmer te
vervaardigen. Zooals bekend is, werd het vorige
jaar een commissie benoemd, bestaande uit de
heeren Meuwsen, Nieuwenhuizen en Das, om,
namens den Nedeilandsehen Middenstand, aan dr.
Nouwens, bij zijn scheiden uit ons vaderland, een
huldeblijk aan te bieden. Als vorm werd hiervoor
gekozen een buste van hem zelf, aan te bieden
aan zijn moeder, overtuigd als de commissie
was, daarmede het meest in den geest van dr.
Nouwens te handelen.
Door de algemeene en groote deelname aan dit
huldeblijk kon aan den hierboven genoemden
Nederlandschen kunstenaar dit werk worden op
gedragen. Dr. N. heeft nu reeds enkele malen
voor den heer Falise geposeerd, zoodat binnenkort
het kunstwerk voleindigd zal zijn. De handtee-
keningen van de deelnemers aan dit huldeblijk
zullen in een album aan dr. Nouwens overhandigd
worden.
Besloten werd, het 9de bondscongres te doen
plaats vinden in den loop van de Maand Septem
ber in 1912. Als onderwerpen werden nu reeds
genoemd De publiekrechtelijke vertegenwoordi
ging van den middenstand en Vreemdelingenver
keer en Middenstand.
Ten slotte werd behandeldeld een schrijven van
de Vereeniging Handel en Nijverheid te Arnhem,
gesteund door 34 andere vereenigingen, om binnen
45 dagen een buitengewone algemeene vergadering
van den bond te doen plaats vinden, ter behan
deling van de Tariefwet en over het principe dier
wet een uitspraak te nemen.
Hoewel het bondsbestuur zich nog steeds blijft
plaatsen op het vroeger ingenomen standpunt be
treffende dit vraagstuk, werd besloten daar
deze vergadering reglementair is aangevraagd
deze door de Arnhemsche vereeniging c.s. aange
vraagde buitengewone algemeene vergadering te
doen 'plaats vinden op 16 October a.s., des mid
dags te 1 uur, in de groote zaal van Hotel l'Eu-
rope te Utrecht.
Daarna werd besloten naar het 3e internationaal
congres van den middenstand, hetwelk van 26
September tot 1 October te München zal worden
gehouden, af te vaardigen de heeren M. van Hout
en H. Hermens Moons.
Hierna namen de bestuursleden Thijs Plet en
Weenink afscheid van de overige leden van het
bestuur, nadat door den voorzitter de verdienste
der beide heeren in 't licht was gesteld en de
hoop werd uitgesproken, dat zij ook voortaan
buiten het bestuur van den bond staande hun
beste krachten aan de middenstandsbelangen zou
den blijven schenken.
Zondagssluiting apotheken.
Door de Minister van Binnenlandsche Zaken is
bij de Tweede Kamer ingediend een wetsontwerp,
strekkende in overeenstemming met het ge
voelen van den Centralen gezondheidsraad en van
de pharmaceutische inspecteurs om sluiting van
apotheken op Zondagen en algemeen erkende
christelijke feestdagen toe te laten, mits naar het
oordeel van den pharmaceutischen inspecteur vol
doende gelegenheid besta tot het verkrijgen van
geneesmiddelen.
In de memorie van toelichting wordt gewezén
op de toenemende begeerte bij de apothekers en
hun personeel, om over Zondagen en algemeen
erkende christelijke feestdagen vrijelijk te kunnen
beschikken. Art. 3 van de wet tot regeling van
de uitoefening der artsenijbereidkunst belet even
wel de verwezenlijking van dien wenschtwijfel,
die daaromtrent nog mocht bestaan, is weggeno
men door het arrest van den Hoogen Raad van
10 April jl.
Het is niet noodzakelijk, dat alle apotheken op
Zondagen en bedoelde feestdagen geopend zijn. In
de toelichting wordt een regeling gegeven, waar
door het mogelijk zal zijn, dat sluiting, zij het
ook niet van alle apotheken, kan worden toege
laten.
Voor het geval, dat een uniforme regeling ge-
wenscht zou blijken, is in het wetsontwerp boven
dien de gelegenheid van voorziening bij algemeenen
maatregel van bestuur voorbehouden.
Een algemeen herziening van bovengenoemde
wet is in voorbereidinghet overleg van den
Minister met den Centralen Gezondheidsraad zal,
naar zij hoopt, eerlang afloopen. Het zou evenwel
niet billijk zijn, de apothekers op de vervulling
van hun redelijk verlangen gedurende een nog
niet te bepalen tijd te laten wachten, terwijl
spoediger voorziening mogelijk is
Het St. Vincenfius-gesticht Harreveld.
Gister is dit gesticht, ruim een half uur van
Lichtenvoorde (Gelderland) gelegen, plechtig in
gewijd.
Vroeger was Harreveld een kasteel, eenmaal
bewoond door de op 22 Nov. 1799 te Wintdfcs-
wijk gefusilleerde freule J. C. M. J. van Dorth.
Den 20sten Sept. 1875 werd [het door toen uit
Duitschland verdreven Franciskaner paters aan
gekocht en vervolgens, door bijbouw van groote
vleugels ter weerszijden, benevens van een fraaie
kapel, bierbrouwerij, bakkerij en smederij, tot
een belangrijk klooster met prachtigen tuin inge
richt. Ongeveer 500 studenten ontvingen daarin
de laatste jaren hun opleiding voor missiën in
den vreemde.
De Franciskanen verkochten hun klooster met
al de daarbij behoorende gebouwen en gronden
aan de Centrale Vereeniging voor Kinderbescher
ming in het aartsbisdom Utrecht en het bisdom
Haarlerri, onder-afdeeling van de Sint Vincentius-
Yereeniging in Den Haag, waaraan het den 4den
Januari 1910 in eigendom overging. De paters
betrokken daarop een nieuw klooster te Vlodrop.
De Vereeniging besloot eerst tot aankoop van
de gebouwen over te gaan,, nadat deze vanwege
het departement van justitie voor de nieuwe be
stemming geschikt bevonden waren.
Dadelijk na 4 Januari 1910 werd onder archi
tectuur van den heer P. J. Beckers, te Amster
dam, de verbouwing Jbegonnen. Het werk ge
schiedde in eigen beheer. Van binnen moest bijna
alles vernieuwd worden, zoo werden er o.a. 3000
vierk. meter vloeren van Amerikaansch grenen
hout gelegd. Ook de inwendige verdeeling moest
vele veranderingen ondergaan, want het bestuur
wilde een gesticht geheel naar de nieuwste eischen,
4 dus volgens het paviljoenstelsel ingericht. Een
belangrijke nieuwigheid bezit Harreveldelke
jongen krijgt n.l. een afzonderlijke, luchtige slaap
kamer voorzien van een aan de buitenlucht uit
komend raam.
Harreveld bestaat uit acht dagverblijven, ieder
voor 25 jongens. Elk verblijf heeft zijn afzon
derlijke speelplaats, waschgelegenheden water
closets, enz.
In het centrum van het gebouw ligt de gym
nastiekzaal ter groote van 115 M2, en in den
rechtervleugel een badinrichting met een vertrek,
waarin veertien douchebaden.
Op de eerste verdieping zijn in het voorgebouw
de woning van den rector benevens de kamers
van den overste en van het onderwijzend perso
neel de rechtervleugel wordt geheel ingenomen
door drie schoollokalen voor lager en herhalings
onder wijs en een groote teekenzaal. De 2de en
3e verdieping dienen geheel voor slaapkamers.
De gebouwen worden verwarmd door een cen
trale warmwaterinrichting, en alle gangen en
vertrekken zijn electrisch verlicht.
Aan elke slaapkamerdeur is een electrisch con
tact aangebracht in verbinding met een schel, die
een der broeders van de afdeeling waarschuwt,
als een jongen zijn slaapkamer verlaat.
In de bjjgebouwen zijn de lokalen, waar het
vakonderwijs wordt gegeven (timmeren, schoen
maken, schilderen, kleermaken, bakken en sme
den.) Ook staat in een dier bijgebouwen de elec-
trische installatie een Dieselmotor van 27^ paar
denkracht; een accumulatorenbatterij levert den
stroom, als de motor niet werkt.
Hoofdzakelijk zullen in het gesticht opgenomen
worden R. K. regeerings- en voogdij-kinderen,
jongens, tot een getal van 200. De leiding over
hen is toevertrouwd aan broeders van O. L. V.
van Zeven Smarten aan wier hoofd een rector
de zeereerw. heer Boumer, staat.
Het gesticht is sinds 1 Juli j.l. gedeeltelijk in
gebruik. Er bevinden zich thans reeds 36 jongensin.
Een extra-tram bracht gistervoormiddag vele
autoriteiten en genoodigden naar de stichting.
Onder hen merkten we op minister Regout, den
aartsbisschop van Utrecht, mons. Van de Wete
ring jhr. L. von Fisenne, secretaris van den
hoofdraad der Sint Vicentiusvereenigingde pro
fessoren mrs. Simons en Van Hamel, Joseph Cuy-
pers, Rethaan Macaré, voorzitter van het alge
meen college voor rijkstucht- en opvoedingswezen,
dr. De Visser, lid van dat college mr. Weve,
president van den hoofdraad der Vincentiusver-
eeniging, Basquin, inspecteur van de rijksopvoe
dingsgestichten, en De Meijers referendaris aan
het departement van justitie.
Bij de opening sprak mr. ds. Kooien, uit Utrecht,
die den autoriteiten het welkom toeriep en dank
baar memoreerde, hoe de onderafdeelingen van
Sint Vincentius-vereeniging, op initiatief van 2
noordelijke bisdommen waren overgegaan tot op
richting van een katholiek gesticht voor jongens
boven de 14 jaar. 'n Woord van dank werd ge
bracht aan den toenmaligen directeur-generaal
van justitie, mr. Dresselhuis, den inspecteur mr.
Basquin, den hoofdingenieur der Rijksgestichten,
den heer Metzelaar, den architect Bekkers en
verder aan alle, die zich geroepen gevoeld hebben,
de dagelijksche leiding van het gesticht op zich
te nemen. Den Aartsbisschop werd vervolgens
verzocht, tot de plechtige opening over te gaan.
Met eenige gloedvolle woorden voldeed deze aan
dit verzoek.
Minister Regout voerde hierna het woord, om
uiting te geven aan de blijdschap der regeering,
dat de R. K. particuliere liefdadigheid hier we
derom de opvoedingstaak van het rijk had over
genomen. Hij is er trotsch op, dat juist de R. K.
philanthropie getoond heeft de eerste te zijn, die
aan den oproep gevolg gaf.
Hierna voerde mr. Weve uit Den Haag het
woord, die, welwillendheid der aanwezigen inriep
voor den Benjamin der stichting, vooral nu de
Vincentius-Vereeniging een nieuw werk wacht in
het-belang van ontslagen gevangenen.
Ten slotte werd het woord gevoerd door mr.
Rethaan Macare, die er op wees, dat 5 jaren van
ondervinding hem en zijn mede-commissieleden
geleerd hadden, dat de kinderwetten niet tot
volkomen ontwikkeling konden komen zonder
samenwerking van den staat en d particuliere
liefdadigheid en daarvan was het gesticht hier
het bewijs.
De aanwezigen werden hierna uitgenoodigd eeni
ge ververschingen te gebruiken, waarna ze ge
legenheid vonden tot bezichtiging van het gesticht.
400 schilderijen cadeau.
Aan de gemeente Breda is door mej. M. M.
Manisse, te Prinsenhage, de schilderijenverzame
ling van wijlen jhr. S. Van Nispen van Sevenaer
aangeboden, onder voorwaarden, die de aanvaar
ding voor Breda bezwarend maken.
Van deze verzameling uit circa 400 stuks be
staande, zijn volgens het oordeel van jhr. B. W. F.
Van Riemsdijk, directeur van, het Ryks-Museum,
en den heer A. W. M. Mensing, lid van den
kunsthandel Frederik Muller en Co., slechts 95
schilderijen die kunstwaarde genoeg bezitten om
in een museum geplaatst te wordeu. tvpSÜÜI
Mej Manisse wenscht nu, dat Breda bij aan
vaarding van dit geschenk deze 95 schilderijen
zal onderbrengen in een behoorlijk ingericht
museum, dat tegen billijke vergoeding voor een
ieder toegankelijk zal zijn. Het onderhoud van
dit museum zal door Breda moeten geschieden;
het zal den naam moeten dragen van ïVan Nis-
pen's Schilderijengalerij" aan het portret en aan
de bronzen buste van jhr. Van Nispen zal een
eereplaats gegeven moeten worden, de collectie
mag wel uitgebreid, doch nooit verminderd wor
den. De circa 300 overige schilderijen uit de
verzameling van jhr. v. N. v. S. mag Breda ver-
koopen, maar uit de opbrengst moet een fonds
gesticht worden, dat kan strekken tot instand
houding van de verzameling. De heer J. B. baron
Van Keppel zal voor het leven als secretaris van
dit museum benoemd moeten worden en hem
zal jaarlijks f200 voor administratiekosten ter
beschikking gesteld moeten worden.
B. en W. van Breda wenschen, alvorens tot
aanvaarding over te gaan, door twee door
hen aan te wijzen deskundigen een onderzoek
naar de kunstwaarde dezer verzameling te doen
instellen, maar dit wil mej. Manisse niet toestaan.
Toch achten Burgem. en Wethouders dit nood
zakelijk, omdat zij thans niet de volle overtuiging
hebben, dat het offer der gemeente, een jaarlijk-
sche onkosten van 2 a 3 duizend gulden, in eenige
evenredigheid staat tot het nut, dat de verzame
ling aan kunst, wetenschap en beschaving kan
bewijzen.
Woensdagmiddag had de Raad zich uit te
spreken omtrent het al of niet aanvaarden der
schenking. Na breedvoerige besprekingen werd
eindelijk besloten, dat B. en W. zich tot de hee
ren jhr. Van Riemsdijk en Mensing zouden wen
den met de vraag of deze heeren hen van uit
voerig advies willen dienen omtrent de kunst
en verkoopwaarde der collectie.
Daarna zal de Raad vóór 28 September, den
datum door mej. Manisse gesteld als uitersten
termijn, waarop zij het antwoord van den Raad
inwacht, vergaderen, ten einde een definitieve
beslissing te nemen.
Weerbericht
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 15 Sept. 1911, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 772.6 te Stornoway.
Laagste barometerstand 748.7 te Christiansund.
Verwachting tot den volgenden dagzwakke
tot matigen noordoostelijken tot noordwestelijken
wind, half tot zwaarbewolkt, weinig regen, zelfde
temperatuur, mogelijk nachtvorst.
Brand Noordvestsingel.
Gisteravond, omstreeks 11 uur, terwijl het be
drijf in vollen gang was, brak een felle brand uit
in de Glasfabriek »Uto" van de N. V. »Ned.
Branderij, Gistfabriek en Distilleerderij v/h de
firma s H. Jansen en Co., H. C. Jansen en Herman
Jansen", aan den Noordvestsingel.
Twee werklieden, Ary Gordijn en Ary Jongsten,
waren, met behulp van een olielamp, bezig naar
den stand van den inhoud van een ijzeren bak
met teerolie te kijken. Vanuit dezen bak en nog
een paar andere bakken worden de vuren in de
glasovens gevoed. Door de een of andere omstan
digheid de betrokken personen verklaren dat
een vonk van de lamp in de teerolie zou zijn ge
vallen vatte de teerolie vlam en onmiddellijk
sloegen reusachtige vlammen, vergezeld van dikke
rookwolken omhoog.
Het werkvolk, meenende dat een groot gevaar
dreigde, nam in allerijl de vlucht, nauwelijks ge
legenheid vindend de kleeren mee te nemen.
De brandweer werd terstond gewaarschuwd en
het materiaal van kring I en II was spoedig ter
plaatse.
Aangezien het gebouw der glasfabriek nagenoeg
geheel van steen en ijzer is, bepaalde zich de
brand aanvankelijk alleen tot den oliebak, het
houten schot aan den voorkant en de latten, waarop
de dakpannen rusten.
Onder leiding van den commandant der brand
weer, den heer Chr. Krijger, werd het vuur aan
het houtwerk spoedig gebluscht, door het inwer
king stellen van de stoombrandspuit en een slang
op de waterleiding.
De oliebak liet men kalm uitbranden en de
belendende gebouwtjes werden nu en dan nat
gehouden.
De brand in den oliebak woedde zo'ó fel, dat
niet kon verhinderd worden, er om 11 uur nog
een tweede bak eveneens in brand geraakte.
De vlammen laaiden nu weer hooger op en de
zwarte rookkolom, die boven den vuurgloed in
het luchtruim trok, nam ook in omvang toe.
Aan blusschen van de brandende teerolie door
middel van water viel natuurlijk niet te denken.
Toen alle gevaar voor uitbreiding geweken was,
werd order gegeven dat alleen de stoombrand
spuit iq werking moest blijven.
Inmiddels was men op het denkbeeld gekomen,
om den brand in de oliebakken met zand te
blusschen. Een groote hoeveelheid zand werd
daarop in de nabijheid van de bakken gebracht
ea aaen begon aaet vareende krachten het