Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
EERSTE BLAD.
p 34ste Jaargang.
Zaterdag 30 September 1911
iVo. 10132,
Biane&laa4.
Dit nummer bestaat uit DRIE
bladen en een Geïllustreerd
Zondagsblad.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland 2.—per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel.
Handelsadvertentiën van 1—6 regels 0.92elke regel daarboven 15 cent.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiterst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
De Koningin-Moeder.
H. M. de Koningin-Moeder zal 11 October
Soestdijk verlaten en na een kort bezoek aan H.
M. de Koningin op Het Loo naar Zuid-Tyrol ver
trekken. Omstreeks midden November zal Hare
Majesteit naar het vaderland teruggaan, om als
dan na een sejour op Het Loo in de residentie
terug te keeren.
De minister van Buitenlandsche Zaken.
De minister van Buitenlandsche Zaken, jhr. De
Marees van Swinderen, heeft thans zijn jaarlijksch
verlof genomen. Hij vertrok gisteravond naar hel
buitenland en zal ongeveer een maand, alzoo tot
begin November, afwezig zijn.
Cholera aan boord.
Volgens een Lioyd s-bericht is het stoomschip
»Koningin der Nederlandenvan de Stoomvaart
maatschappij ^Nederland", op weg van Batavia
naar Amsterdam, te Colombo (Ceylon) aangeko
men met cholera aan boord. Van de lijders zijn
twee overleden.
Pin coli's f.
Het sRott. Nwsbl." herinnert o.m. aan de ver
schillende maatschappijen, door Pincolls gesticht,
en komt dan tot het oogenblik, 13 Mei 1879,
waarop bekend werd, dat de Afrikaansche Han-
delsvereeniging haar betalingen zou staken en
dat PincofFs gevlucht was.
Zooals hij 't zijn zwager Kerdijk verklaarde
»Als het was om de Afrikaansche Handelsveree-
niging, daar zou ik geen voet voor verzetten, daar
zou geen haar op mijn hootd aan denken, daar
kan ik mezelf voor verantwoorden, zelfs voor een
rechtbank. Maar ik heb zoodanige kredieten bij
de Rotterdamsche Handelsvereeniging, bij de Com
manditaire Bankvereeniging, bij de Rotterdamsche
Bank, bij de Gasmaatschappij, ik heb zooveel ga-
rantiën, zooveel engagementen, dat ik weg moet,"
Deze vlucht heeft door het Rotterdamsch ban-
de mms-aim
Een carnavalsherinnering
uit het Duitsch
VAN
PAUL VON SCHöNTHAN.
Het is lang, lang geleden, toen ik op een dag
aan een mijner intiemste vrienden het volgende
briefje schreef:
Beste Willem,
Vanavond is het juristenbal. Ondanks mijn he
bei aan bals, moet ik daar toch komen. Je kunt
makkelijk begrijpen waarom „zij" zal daar
Z1jn. Wil-je zoo goed zijn mij je claque te lee-
nen; je krijgt hem netjes terug.
Willem antwoordde per omgaande:
Beste kerel
Je doet mijn claque te veel eer aan. Hoe gaar
ne zou ik je het prachtstuk aan den brenger
"Van je brief dadelijk meegegeven hebben, als ik
niet zelf plan had om naar het juristenbal te
gaan.
Zooals je weet, houd ik niet van dansen; ik
trek me tamelijk gauw in de restauratiezaal te-
rug, waar men den chapeau-claque missen kan.
Het ding is dan tot je beschikking. Tot van
avond I
We ontmoetten elkander toevallig' dadelijk in
0 garderobe; Willem had een makkelijken vilten
hoed afgezet en onder zijn rok een claque
0 n z e n gemeenschappelijken claque te voor
schijn gehaald. Het liep alles prachtig!
Ik hield me voorloopig in een klein zaaltje
ap, in afwachting van mijn vriend, die me plech-
Hg Beloofd had, me na een half uur het nood-
delsleven een storm van drift en verschrikking
doen gaan, daar was een oogenblik, waarin he^
geheele huis van onzen handel, welks opbouw in
eeuwen wij hebben geschetst, op zijn grondvesten
stond te waggelen.
Rotterdam had zijn commercieel vertrouwen op
eenmaal verloren. Op buitenlandsche beurzen werd
papier op Rotterdam eenvoudig als onverkoopbaar
afgewezen.
Feite ijk is het de Nederlandsche Bank ge
weest, die, door het verleenen van groote kre
dieten, ook op effecten, die zij anders, in haar
stugge soliditeit, niet zou hebben aanvaard, onze
bankiershuizen, voor zoover noodig, in de gele
genheid stelde om alle opzeggingen te honoreeren
en ook desposito's, op langeren termijn gestort,
desgevorderd, dadelijk te voldoen. Hierdoor is
voorkomen een run op de kleinere banken en een
financieel bankroet van velen, die door borgtoch
ten bij de banken betrokken waren.
Pincoffs heeft vertrouwen misbruikt, zeker,
maar men vergete niet, dat hij veel vertrouwen
te vergaren had zóólang tot de groote zaken in
uitvoering waren.
Als Kerdijk, zijn compagnon, of Boterman, zijn
procuratiehouder, hem hun bezwaren tegen val-
sche dividenten of foute boekingen openbaarden,
zei hij en wij kunnen geen reden vinden het
te betwijfelen »dat hij alles deed in het waar
achtig belang van de aandeelhouders, dat de com
missarissen hem dank zouden zeggen, dat hij de
maatschappij over zulke moeilijke keien had heen
geholpen en dat hij alles gedaan had voor zijn
eigen verantwoordelijkheid. Dan zou lnj prachtig
staan tegenover commissarissen
Aan het werk van den heer H. A. van IJssel-
stein over de Haven van Rotterdam is het vol
gende aangaande den heer Pincoffs als raadslid
ontleend
»Deze merkwaardige man had zich allengs een
zeer domineerende positie in de stad verworven-
sedert jaren werd door hem in vereeniging met
zijn zwager Kerdijk een niet orfbelangrijken handel
op Afrika's Westkust gedreven. Het donkere
werelddeel kwam toen in de mode en Pincoffs
wist zich, o.a. door het ten geschenke geven van
etnografische voorwerpen aan musea en vorste
lijke personen, die destijds in het bijzonder in
Afrika belang stelden, m het buitenland een voor
die dagen zeldzame bekendheid te verwerven.
Nauw verbonden met de in 1863 opgerichte Rotter-
zakelijk hoofddeksel te leenen.
De verlokkende .walsen drongen uit de bal
zaal binnen, toen volgde een polka een ma
zurka een galop; ik dacht verlangend aan
haar, die misschien juist met Willem door de
zaal zweefde en hem daardoor verhinderde, zijn
woord te houden.
Eindelijk, eindelijk kwam hij, we ruilden de
hoeden, hij zette mijn niet juist mooien cylinder
op zijn verhit hoofd en ging naar de restauratie
zaal. Ik oefende me vluchtig nog om een paar
gracieuze bewegingen met het waarlijk ook niet
geheel onberispelijke „prachtstuk" te maken en
betrad de zaal.
Natuurlijk duurde het niet lang of ik vond
do gezochte; tot mijn geluk was ze pas kort
op het bal en op haar balboekje had mijn naam
nog zeven of achtmaal een plaatsje kunnen vin
den.
Wie zal het me kwalijk nemen, dat ik nu
aan alles eerder dacht, dan aan mijn vriend Wil
lem in het restaurant?... Als hij nu zijn claque
teruggevraagd had, geloof ik, dat ik hem wat
gedaan zou hebben 1 Tot zijn eigen geluk scheen
hij bij het tweede deel van zijn balgenoegens
te willen blijvenhij liet zich ten minste niet
meer zien.
Het hal was uit. Diegenen, die tot het laat
ste oogenblik gebleven waren, gingen haastig weg.
Ook zij verliet met mama de zaal, nadat men
mij veroorloofd had haar te begeleiden.
Eerst nu, op de trap; dacht ik weer aan Wil
lem, maar waar zou ik hem nu vinden in het
gewoel der voortdringenden, aan de zijde van
de beide dames. Ach wat, hij had toch mijn
hoed en zijn eigen vilten hoed; er bleef mij niets
anders over, dan den terugweg met zijn claque
op af te leggen.
darnsche Bank, wist hij door te dringen in meni-
gen kring der dhaute finance," waarin de Rotter
dammers toen weinig waren ingewijd. Reeds op
jeugdigen leeftijd werd Pincoffs, die tot de fa-
miliën behoorde, waar uit de gemeenteraad in dien
tijd gemeenlijk werd samengesteld en voor wien
aanvankelijk als Israëliet de toongevende kringen
gesloten waren, tot lid van genoemd college ge
kozen waarin hij zich spoedig door groote werk
zaamheid onderscheidde. Aan hem was het te
danken, dat in 1860 het financieele plan door den
gemeenteraad werd aangenomen en dat de 3%
premieleening, een in dien tijd in Nederland als
'n groote merkwaardigheid beschouwde financieele
operatie, door de bankiers geplaatst weid.
Toen in 1871 bleek, dat het bedrag van
13.800.000, dat voor de werken op Feyenoord bij
dit financieele plan gereserveerd was, geheel on
voldoende zou zijn om de brug over de Maas en
oen noodzakelijken havenaanleg op den linker
oever tot stand te brengen, was Pincoffs de eerste,
die het college van B en W. daarover heftige
verwijten maakte. Het bedrag, noodig voor de
geheele voltooiing dier werken, werd nu zelfs op
bijna f9.000.000 geraamd van welk bedrag bijna
onmiddellijk f 4.600.000 zou moeten worden afge
geven. Aldus werd het door Pincoffs in 1867 met
zooveel moeit volbrachte werk voor een groot deel
bedorven 1
Als een ware uitredding werd dan ook het
voorstel begroet, dat hij, enkele maanden later,
uit naam der Rotterdamsche Handelvereeniging
kan doen. Aan deze zoude de gronden gelegen
tusschen Maas en Noorderhaven (Noordereiland),
in eigendom worden afgestaan, terwijl haar de
terreinen tusschen den spoorwegdam en de spoor
weghaven, voor 99 jaar in erfpacht zouden wor
den gegeven. De maatschappij zon voor een en
ander f2.500.000 betalen. De gemeente verbond
zich, de brug voor gewoon verkeer over de Maas
en bruggen over de Noorder- en de Spoorweg
haven te maken, den gevorderden stratenaanleg
op het Noordereiland tot stand te brengen pn
kaaimuren te maken langs de Noorderhaven, de
Maas, de Zuidzijde van het Noordereiland en langs
de Oostzijde der Spoorweghaven. De nieuwe
maatschappij zou op het erfpachtterrein ten Noor
den der Noorderhaven groote werken voor den
handel en de scheepvaart maken het havengeld
kwam in de gemeentekas. De Rott. Handelsver
eeniging had het recht, speciale tarieven te heffen
voor het gebruik der kaden, kranen, pakhuizen
In den foyer wilde ik het ding opzetten, maar
wat was dat? Het ging niet open...
Ik herhaalde nog eens de ijverige pogingen
achter den rug van de dames en energieker
maar tevergeefs. Intusschen waren we aan de
hoofdtrap gekomen; ik hield den hoed bij het
licht van een gasluster en deed een verschrik
kelijke ontdekking: de bol van het oude meubel
was direct op den rand gelijmd, de opstaande
randen van den cylinder en het mechaniek ont
braken geheel!
Ik vloekte half luid. Wat moest daarvan komen!
Met een bloot hoofd steeg ik de trappen af; men
moest me voor gek houden.
Ik troostte me in stilte:
Nog een trap af, dan haastig groeten en
je bent er af in één minuut zitten ze in het
rijtuig, dan bindt je het gelijmde hoofddeksel met
^en zakdoek op je hoofd en rent naar huis.
Toen waren we reeds beneden gekomen. Z ij
fluisterde achter den voorzichtig opgeheven fij
nen zakdoek de volgende woorden:
We zullen naar huis loo pen, wilt u mama
niet een arm geven...
Ik .schrikte me dood. Nog voor ik goed wist
wat er gebeurde, hadden moeder en dochter een
arm van me genomen en we stonden op straat.
Gelukkig was het een zachte nacht van den
scheidenden winter en in mijn toestand kwam
het gevaar voor kouvatten in het geheel niet in
mij op. De nachtlucht woei mij de verwarde haren
in het gezicht, zoodat ik nauwelijks voor me uit
kon zien; ik kon het niet verhinderen, want mijn
armen waren niet vrij; in de eene hand- hield ik
immers nog bovendien den gelijmden claque!
De .dames keken naar mij en een paar maal
elkander verwonderd aan.
Waarom zet die man toch zijn hoed niet
op schenen ze elkander met de oogen te vragen.
enz., welke tarieven zouden worden vastgesteld
door een commissie, waarin het gemeentebestuur
een belangrijke stem had.
Kwam de transactie tot stand, dan was er in
het gebrek aan geld voor de naaste toekomst
voorzienimmers dan zou het vatt de leening
van 1867 voor de havenwerken gereserveerde
bedrag, vermeerderd met deze f2.500.000, vol
doende zijn om de uitgaven der eerste jaren te
dekken
Den 9en Dec. werd de ontwerp-overeenkomst
met de Rotterd. Handelsvereeniging bij den ge
meenteraad ingediend. De wijze, waarop Burge
meester en Wethouders deze hoogst belangrijke
zaak aan 'sraads oordeel onderwierpen, getuigde,
allerminst van deferentie voor dit college. Dit
moest toch binnen korten tijd, nadat het voorstel
was ingediend, beslissenuitstel werd niet ge
doogd. Up hoogen toon verklaarde de directeur
der Rott. Handelsvereeniging, die als raadslid
ijverig deelnam aan de discussiën, dat zijn com
binatie zich niet meer gebonden achtte, indien
de raad niet vóór den 28sten December zijn ad-
haesie aan de voorgestelde transactie verleend had.
Menig scherp woord werd gewisseld tusschen hen,
die óf uitstel verlangden, óf de geheele overeen
komst in het nadeel der gemeente achtte en
slechts schoorvoetend werd de overeenkomst in
den laten avond van genoemden datum met 28
stemmen tegen 7 goedgekeurd.
Al had Pincoffs bij de verdediging van de over
eenkomst allerminst gezwegen, toch meende hij,
dat op den duur voor hem, den directeur der
maatschappij, die zulk een nauwe verbintenis met
de stad had aangegaan, geen plaats meer was in
het gemeentebestuur, den len Mei 1873 nam hij
dus zijn afscheid als lid van den raad.
De Haagsche Gemeente-Secretaris.
In de gister gehouden vergadering van den
gemeenteraad hield burgemeester jhr. Van Kar-
nebeek, alvorens: tot de installatie van den nieuw-
benoemden gemeentesecretaris jhr. mr. Van Kee
ner; over te gaan, een toespraak, waarin hij' de
verdiensten herdacht vaim don aftredenden titula
ris, den heer Evers1. Onder luid applaus deelde
de burgemeester med'e, dat de heer Evers was
benoemd tot ridder va-n dien Nederlandschen
Leeuw en hechtte hem hef ridderkruis persoonlijk
op de borst, terwijl d!e feden zich van hun zetels
Verhieven.
Het was een smartvolle wandeling over de
markt en door veel donkere straten, tot we einde
lijk aan het doel waren. Mama haalde een grooten
sleutel uit den zak van haar zijden japon ik
ontrukte haar dien en stopte hem haastig in het
slot; daarbij viel op het laatste oogenblik het
beroerde claque-fragment.
Door den val scheidden zich de kunstig sa
mengevoegde deelen en een donkere schijf rolde
vlug over de straat.
U hebt iets laten vallen I riepen moeder
en dochter.
Ach, dat is niet de moeite waard! zei ik
en met de haast van een misdadiger schoof ik
do twee dames in huis want ze waren in
staat geweest me te helpen zoeken en als ze het
geheim ontdekt hadden
Vlug nam ik den rand van den hoed van het
trottoir op en nu in draf naar huis!
Den volgenden morgen zond ik het ding met
eenige, niet zeer vriendelijke woorden aan Wil
lem
„De bol kun-je zelf in de Hovenierstraat zoe
ken" voegde ik er bij.
Nauwelijks had mijn loopjongen het huis ver
laten, of daar verscheen een besteller, die mij
den zorgvuldig verpakten claquebol bracht;
haar teedere hand had er de volgende woorden
bijgeschreven
„We hadden toch gelijk; we zijn nog eens
omgekeerd. U hebt wat verloren. Het zou me
spijten, als u door ons zoo'n schade geleden
had
Het waren de laatste woorden, die ik van haar
ontving. Want ik meende, dat ze me uitgelachen
had.