De Vaandrig. H Zaterdag SO Sept.1911 Telefoon no. 85. DERDE BLAD. jVo. 10132. Uemeiigd Nieuws. Zuivering van regenwater. Op tal van plaatsen van 't platteland vormt regenwater nog het ©enige drinkwater der bevolking. Het wordt van do daken opgevangen en meestal' in open tonnen of putten bewaard, waar 't, aan tal van verontreinigingen blootstaat. Al is dit laatste niet 't geval, dan nog is 't regenwater allesbehalve zindelijk, en dus een afzonderlijke reiniging zeer wenschelijk. Naar E. P. Minett in het „Journal of the Royal institute of public health" mee deelt, heeft men in Britsch-Guinea uitnemende resultaten opgedaan, door maandelijks een kleine hoeveelheid chloorkalk aan 't water toe te voe gen. Dit wordt er voldoende door gezuiverd en de bruikbaarheid als drinkwater vermindert er niet in 't minst door. B o omen zonder jaarringen. De jaar ringen in boomen ontstaan, naar algemeen wordt aangenomen, tengevolge der jaarlijks lerugkee- -r-e-nde gro-eipauze der boomen. Het in de lente gevormde hout is van anderen aard dan bet in den zomer gevormde, doordien Je celilen in den loop van 't jaar steeds meer afplatten. Daar nu in den winler geen hout gevormd wordt, ziet men op de plaats, waar in het voorjaar de- groei begint, eien scherpe grenslijn, den z.g.n jaarring. Hoewel nu in zuidelijke .ahden de te genstelling lusschein zomer en winter minder scherp is dan in 't noorden, heeft men toch ook daar steeds jaarringen aan de hoornen w.ir- gmomen, in overeenstemming met de periodieke afwisseling van warme, vochtige en droge, koude seizoenen. Naar het „Journal of Geology even- we,! uericht, zijn in triasflora van Noord-Caro- lina. Yirginië en Arizona, groote hoeveelheden fossiele boomen gevonden, die geen spoor van jaarringen aanwijzen. Het zijn reuzenstammen, diti tot 2.5 M. dik en 36 ,M. lang zijn. Tot veialaring van dit verschijnsel' blijft alleen de hypothese over, dat de hoornen onafgebroken door gegroefd zijn. Dat was evenwel slechts dan mogelijk, zoo bet klimaat voortdurend gelijkmatig vochtig is geweest, met vermoedelijk een sub tropische warmte, dus onder bepaald© seizoen- "wisseling. Plotseling grijs worden der haren. In besliste tegenspraak met de mededeelingen, door ons aan de „Gen. Crt." ontleend, dat de verhalen omtrent het plotseling grijs worden van haren fantasietjes zijn, staat 'n mededeeling van Gustav Fritsch in de „Deutsche Mediz. Wo-chen- sclirift", die dat plotseling grijs worden heeft opgemerkt bij een vrouw, die voor haar oogen haar beide kinderen in de vlammen zag omko men. De uitvlucht, dat door den schrik de vrouw enkele dagen zou nagelaten hebben het haar te verven hetwelk, naar Stieda in 't door ons aangehaalde artikel meent, voldoende verklaring zou zijn voor 't plotseling grijs worden gaat hier niet op, want slechts het haar van de eene hoofdhelft werd grijs; het andere bleef normaal makkelijk© terrassentrap (gebouwd in een tuin waarin zich onder andere rariteiten eene wo Vin en een paar arenden als levende emblemen van de stad bevinden), komt men, tus-schy-n de L->: Ie bekende groote „Paardentemmers" doorgaande, op de kleine maar wonderschoon© Piazza del Campidaglio, welke evenals, volgens de Ro mejnen, bijna alles wat in de 16e eeuW voor schoons in Rome is gebouwd naar het om werp van den grooten bouwmeester, beeldhou wer, schilder en dichter Michel Angel© is uit gevoerd. In hel midden van dit plein is geplaatst het beroemde antieke bronzen ruiterstandbeeld van Marcus Aureiius. Recht vooruit ziet men net Palazzo del Senator©, dat met.zijh fraai©:i Cam panile zoo schilderachtig het bekende Forum Horna nu m thans aan de westzijde begrenst; links is het Kapitoolsche Museum; rechts hot Palaz zo del Conservatoria waarin zich de verg ad..'zalen van dein Romeinsohen gemeenteraad bevinden en ook in andere zalen, in gangen, hof rne tuin de schatten zijn tentoongesteld, welke 10 de laatste halve eeuw bij ontgravingen in of nabij Rome zijn gevonden. Ftne van die vondsten is eene merkwaardige antiquiteitt op topographisch gebied. Ben tuin binnentredende, ziet men ze tegen den no-or der grensm-uur, n.l. de Fo-rma urbis", zeker hel oudste plan van Rome. Op een muurvlakte van pl'm. 12 meter hoogte en 8 meter breedtte zijn daar in onderling juist verband aangebracht ©eni ge stukken, welke van dit, in wit marmer gebei telde plan gevonden werden tusschen den Pa- latijnsehen- en den Esquilinoheuvel, achter; de aldaai (boven elkander) gebouwde kerken der Santi C-os-ma en Damiano, jinks (west) van den basiliek Gonstantijln op het Forum Roiuauum. Het plan werd gemaakt onder Septimus Sevtvus, ongeveer in het jaar 205 na J. C. Het is op eene schaal van plm. 1: 250 ein georiënteerd naar het Zuiden. De overblijfselen geven zeer duide lijk de ligging en afmetingen aan van een deel der oude stad. Het overige, deel is zoo nauwkeurig mogelijk volgens archaeologisdhe gegevens nieuw bijgewerkt, gelukkig zoodanig, dat duidelijk zicht baar is wat van dit plan origineel is en wat Werd bijgewerkt. (T. v. h. Aarclr. Clcn.) De oudste topog ra phi s c'h-e k-a-a-M i n E u r 0 p a. Als miein in Rome den Kapitooisebe.n heuvel aan de westzijde bestijgt Jarigs de ge- (Naar het Fransch.J Het regiment stond in slagorde op een hel ling van dein spoorweg en diende het ge-heefe Pruisische leger tot mikpunt. Men fu si leerde el kaar op een afstand vain vier en twintig meter. Officieren riepen„Liggen I" maar niemand wilde gehoorzamen en het fiere regiment bleef staan, dm zijn vaandel geschaard. Op de uitgestrekte door de ondergaande zon beschenen vlakte ge leek deze menigte mannen, in dikken rook ge huld, ten kuddie, in heit open veld door een geweldig onweer verrast. Ei' viel een regen van kogefö op die helling! Men hoorde niets dan het geknetter van het geweervuur, het doffe gier aas, waarmee de eet keteltjes in de slloot rolden en de kogels, die Hikten over het slagveld als die gespannen ena- Tcn van. een akelig en luidklinkend instrument. tijd tot tijd verdween het vaandel, dat. bo- Ven de hoofden uitstak, in diein rook; dan klonk een ernstig© en fiere stem boven bet geweer- vnur, het kermen der gewonden uil: „Het vaan del, jongens, het vaandel!Onmiddellijk wierp ZK;E een officier in d|ein roo-den damp en het vaandel wapperde-, alls herleefd, -opnieuw hoven het veld. Twiee en twintigmaal viel het 1Twee en Hvintigmaal werd zijln nog lauwe stok, ontglipt aa» die hand van een stervende, gegrepen weer omhoog gestokenen toen, na het ondergaan Va-n de zon, wat er nog over was van het regi ment -nauwelijks eien handvol manschappen migzaam den aftocht blies, was het vaandel meer dan een doorschoten lap in de handen Slangengif als geneesmiddel. Aan de „Münch. Mediz. Wochenschrift" ontleenden we voor enkele, dagen het bericht, dat door enkele Amerikaanscho en Duitsche geneesheeren met good gevolg toevallen waren behandeld door toe diening van crotaJin, hot vergif van de ratelslang. Op de gunstige werking van dit vergif was men door Amerikaansche inboorlingen opmerkzaam ge maakt. Naar Fritz Loeb in dezelfde periodiek thans meedeelt, is slangengif reeds in vroeger tijden als geneesmiddel gebruikt. Zoo beval Palaziiio Bergamo in 1835 het aan tegen hondsdolheid. De ziekte-symptomen van slangenbeet en hondsdol heid waren precies eikaars tegengestelde, ineen.de Bergamo. Loeb acht 't niet onmogelijk, dat er een kern van juistheid steekt in Bergamo's mede deelingen en dringt op proefnemingen aan. De snelheid, waarmee regen valt, De snelheid, waarmee regen valt, is gemeten door van sergeant Hornus, den drie en i.wintigsten vaandrig van dien dag. II. Die sergeant Homus was een oude siuorre- baard met drie strepen, die nauwelijks zijn u-aam wist t-r spellen on twintig jaar noodig had ge had om zijn ondieirofficiersstrepen te halen. Zijn laag, bol voorhoofd, zijn rug, gebogen onder den ranse], drukte al de ellende van den vondeling uil. Daarbij1 stotterde hij een beetje, maar om vaandrig te zijln behoeft m,em niet welsprekend to wiezien. Op den avond na den slag zei de kolonel tot hem: „Je hebt het vaandel, kerel; welaan, behoud het". Eu op zijn armoedige ka- potjas naaide do marketentster -dadelijk de gou d-en tweede-lui tenanfebies Dal. was heit eenigic- -oioigletoblik van trots in dit leven van vieirnie-d-ering. Oogenbtik'kelijk richtte de gestalte van den ouden militair zich op. De arme man, gewend krom t-e- loop-eu, met de OiQgten naar -den grond, bad voortaan een fiere houding en keek altijd -opwaarts om het vaandel te zien wapperen -en bot geheel recht, heet ho-og te ho-uden, bo-ve'n dood, verraad, vlucht. Ge hebt n-ooit een man zoo- gelukkig* gezien als Hornus, wanneer lrijl den met koper besla gen stok met heide handen vasthield. Hij sprak niet, hij vertrok gieen spier. Ernstig' als een pries ter, zou men gezegd hebben, dat hij iets heiligs droeg. Heel zijn leven, al zijn krach,t was in zijln vingers, die Krampachtig de mooie lap, het mik punt. der kogels, omhoog hielden en in den uit dagen-den blik waarmee hij de Prui-ssen te gemoe-t ging, alsof hij zeggen wilde: „Probeer eens, het mij te ontnemen Niemand probeerde liet, zelfs niet de dood. Na B.orny, na Graveilotte, de bloedigste slagen, ging het vaandel n-og overal mee, doorboord, dr. Schmidt, in Weenen. Zijn toestel bestond in hoofdzaak uit twee horizontale schijven, op een verticale as bevestigd, en daarmede ronddraai ende. In de bovenste schijf was een radiale ope ning, op de onderste lag speciaal geprepareerd filtrcerpapier. Het apparaat werd in den regen gezet, en door de sectorvormige opening in de bovenste plaat konden regendruppels het filtrcer papier op de onderste plaat bereiken. Daar de schijven draaiden, waren dus de regendruppels op de onderste schijf verschoven tegenover de opening in de bovenste. Uit deze verschuiving, de snelheid van draaiing en den afstand der beide platen laat zich de gevraagde snelheid der re gendroppels vinden. De grootst gevonden snel heid is 8 meter per seconde. (De Natuur.) Dubbel handigheid. In „Moleschott" schrijft B. In de vergadering van de Amsterdamsche schoolcommissie van October 1908 is door mij voorgesteld B. en W. te verzoeken „zoodanige maatregelen te nemen, die er toe leiden, dat op de scholen aan alle leerlingen schrijfoefeningen ook met de linkerhand gegeven worden; in elk geval, dat, als blijkt, dat een leerling liever zijn linkerhand gebruikt dan zijn rechter, hem dit toegestaan zal worden." De rede, die ik daarbij uitgesproken heb, is afgedrukt in no. 15 van den 3en jaargang van dit weekblad en ik heb toen tevens medegedeeld hoe en met welk oen geweldige meerderheid mijn voorstel verworpen is. Na over de beteekenis dier verwerping te heb ben uitgeweid, vervolgt B. „Dat mijn voorstel niet slecht en zeer zeker het overwegen waard was, blijkt uit aflevering 5 der Blatter für Yolksgesundheitspflege van 15 Mei jl. In een artikel over „De beteekenis der dubb-ethandigheid voor school en staat", wordt het' volgende meegedeeld In Japan is de dubbelhandigheid ingevoerd. In Zweden en Denemarken worden proeven ge nomen. Prof. Liberty Tadd bericht over groot succes te Philadelphia, In Londen bestaat een Ambridextralcultuurvereeniging, die haar .schitte rende resultaten in de „Infant School Teacher" gepubliceerd heeft. In Koningsbergen zijn proe ven genomen door den schoolinspecteur Trom- nau en wel aan 4 volksscholen. Over het re sultaat dezer proeven is hij zeer tevreden. Dr. Frankel verwacht in het oefenen der lin kerhand verbeterde houding, verbetering des licha melijke en geestelijke krachten, afname der rugge- graatsverkromming en der oogaandoeningen. Door het oefenen der beide handen zag hij niet alleen normale kinderen zich beter ontwikkelen, maar ook op de verstandelijke vermogens van zwakzin nigen werd hierdoor een gunstige invloed ver kregen, zooals hij ook andere artsen liet con- trolceren. Dr. Schilfer, schoolarts te Berlijn, vond, dat onder de 18.000 leerlingen van het 7e school district 4.06 pCt. van alle kinderen linkshandig waren (van de jongens 5.15, van de meisjes 2.97 pCt.) en dat onder de ongeveer 6000 onderwij zers 1.20 linkshandigen zijn. Geheel eensluidend met het tweede deel van mijn voorstel schrijft dr. Schater: De linkerhand mag bij de linkshandigen niet braak liggen, haar moet bij de opvoeding dezelfde rol toebedeeld worden, die de rechter hand bij de rechthandigen reeds lang geniet. Het aankweeken van de dubbelhandigheid wordt algemeen als een krachtig hulpmiddel ter be vordering der volkswelvaart beschouwd." Slaapziekte. Over 't geheel wordt de slaap ziekte der inboorlingen van bepaalde gebieden in Afrika beschouwd als een ziekte van recenten datum. Zulks is evenwel onjuist. Want allereerst heeft Thomas Winterbottom, geneesheer der kolo nie van Sierra Leone, in 1803 in een tweedee- lig werk gewezen op het voorkomen van slaap ziekte in deze streken. Maar voorts is er nog een ouder werk, dat 't bestaan van slaapziekte vermeldt. Het is geschreven door een officier van gezondheid der Engelsche marine, John Atkins, en werd in 1742, dus 150 jaar geleden, te Londen uitgegeven. Atkins had de slaapziekte gediagnosti- seerd bij de inboorlingen der kusten van Nieuw- Guinea. Champagne. De op de heuvels van Cham- pagne geoogste druiven worden onmiddellijk in de kelders van Reims gebracht, om te beletten, dat de beginnende gisting de kleur der druiven aan dein wijin meedeelt, want de champagne wordt bijtoa uitsluitend uit roode druiven bereid. Be m-ost wordt in gr-oote vaten in de kelders verzameld en komt vo-ore-erst nog niet in de diepte Hij gist hier tot bet begin van den winter: de koude maakt hem helder en brengt de on rust van het gistingsproces tot stilstand. Hij wordt thans veirtond en in het voorjaar wordt dan de beslist wetenschappelijke operatie toe gepast. van welke de h-eelte roem van een kel der afhangt: de- „typen" worden „gecreëerd',' (geschapen). De wijnen, die van verschillfende grociterrei- nein komen, moeten in hoeveelheden, welker gro >t- te van jaar tot jaar wisselt, gemengd worden met het d-oel de wijntypen voort te brengen, die de specialiteit en bet geheim van iederen produ cer) 1 zijn. Na afloop van het mengingsproces wordt de wijn in flesschen gedaa-n, die met stoppen zoo groot als een vuist worden gesloten, om het snelle ontkurken te- vergemakkelijken. De wijn gaat dan naar ©en lagere verdieping voor het nieuwe gis tings-proces. De champagne begint than® te schuimen. Lange maanden rust bij hier en ontwikkelt een druk, die honderden flesschen doet springen en 's zomers het flesschendepot tot eien ontploffingsoord maakt. Wordt de gisting voldoende geacht, dan gaat de wijn jiaxr de laagste verdieping, waar een frissche en gelijk matig© temperatuur wordt ge-handhaaft. Daar be gint ook de- neteligste operatie. Be flesschen wor den nu niet meer in rijen naast elkaar gelegd, maar in groote met gaten voorziene ramen, met den kop naar onder geplaatst. Het door de twee de- gisting gevormde bezinksel moet zich in den hals der ftesch afscheiden. Tot dat doel wor den de llesscbem op bepaalde tijden door ar beiders geschud, die zich door jarenlange oefe- ni-ng tot deze moeilijke en gewichtige taak heb ben bekwaam gemaakt, want de bezinksel-deeh tj-es moeten zich ten slotte in den vorm van van een prop achter den kurk verzamelen. Is het zoover, dan treed een tweede kunstenaar doorschotenmaar het was altijd de oude Hor nus, die hel droeg. III. Daarop September, het leger le Metz, de inslui ting, het slijk waarin de kanonnen roestten, tie beste troepen gedemoraliseerd door nietsdoen, gebrek aan levensmiddelen, tijdingen stervend van koorts en verveling. Noch aanvoerders, noch soldaten hadden vertrouwen op- de toekomst; alleen Hornus koesterde nog hoop. Zijn drie kleurige-lap was voor hem alles, en zoolang men die- nog ha-d, scheen er niets verloren. Ongeluk kig bewaarde de kolonel1 het vaandel in een der buitenwijken va-n Metz, omdat e-r niet- meer ge streden werden d,e brave H-onn-us gevoelde zich -ongeveer als een moeder, die van haar kind gescheiden is. Hij dacht er onophoudelijk aan. Werd het verdri-et hem te g-root, dan liep- hij' i-n één adem naar Metz, -cm als hij bet dan maar altijd weer op dezelfde plaats heel rustig tegen een mnur vond staan, kwam hij- vol moed, vol geduld te-rug en droomde i-n zijn doornatte tent van veldslagen, van vo-orwaartsrukkein, waarbij de drie kleuren, wijld ontplooid; daarginds boven de- loopgraven der Pruisen wapperden. Een oider van maarschalk Bazaine vernietigde zijn illusies. Op zdkenem morgen, (oen Hornus wakker werd, vond hij1 't geheel© kamp in be weging, de soldaten stonden in groepen, zeer opgewonden, ©11 balden woedend de vuisten in de richting van de stad, als-o-f zij een schuldig© bedreigden, die zich daar bevond. „Laten wij hem oplichten I" werd er geroepen„Fusi- leerl hem!" En de- officieren zeiden niets' Zij liepen terzijde-, met gebogten hoofd, als schaam- den zij zich v-o-or hun manschappen. Het was -ook wel om zich te schamen. Aan honderd-vijftig- duizeno goed gewapende, strijdbare soldaten, was juist de order van den maarschalk voorgelezen, die- hen z-ondier strijd aan den vijand overleverde. „En de vaandels?" vroeg Hornus verblee- Ec-'ndDe vaandels waren overgeleverd met d-e- rest, met die geweren, wat er van de uitrus ting over was, alles »EiDrDrommelsstotterde de arme man. Zij zullen het mijne toch niet heb ben. En hij liep hard naar de stad. IV. Ook hier heerschte groote opwinding. Bupger- wacht an burgers liepen schreeuwend heen en weer. Afgevaardigden, trillend van toorn, waren op weg naar den maarschalk. Hornus zag niets, hoorde niet-s. Terwijl hij voortholde-, dacht hij in zich zelf. „Mij mijn vaandel afnemen!Och kom! Is 't mogelijk? Heeft men 't recht niet toe! Laat hij de Pruisen geven wat van hem is, zijn gou den koetsen, en zijln mooi zilveren vaatwerk uit Mexico! Maar dat, dat is' van mij;Dat is mijn eer. Ik verbied dat men er aan raakt." Al die korte zinnen werden afgebroken onder het loopen en door zijn stotteren; maar de oude had toch een plan! Een heel duidelijk on goed vastgesteld plan; hjet vaandel meenomen, naar het regiment, en zich een weg banen dwars door do Pruisen hie-ein met allen die hem wilden volgen. Toen hij daarginds aankwam, tiet men hem zelfs niet binnen'. De kolonel, die -ook al woe dend was, wilde niemand zienMaar Hor nus nam daarmede geen gienoegen. Hij schreeuw de, duwde den oppasser op zijde: „Mijn vaan delik wil' mijn vaandel hebbenEin delijk werd het venster geopend. „Ben jij het, Hornus?" „Ja, kolonel', ik

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 9