Dagblad voor Schiedam
TWEEDE BLAD.
34gte Jaar^an^
Vrijdag 27 October 1911
No. 10155
Gemeenteraad.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden f 1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland 2 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan p?s Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel. ;|i v*[#j Aj 4
Handelsadvertentiën van 16 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend.
Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren woi
lijke overeenkomsten aangegaan.
>rden uiterst bil-
Telefoonnummer 85. Postbus no. 39.
Voortgezette Vergadering van den Raad der
gemeente Schiedam op Woensdag 25 Octo
ber, des namiddags 2 uren.
Gemeent e-b e g r o o t i n g.
{Vervolg.)
De Voorzitter zegt, dat ter bedoelde plaatse
moet staan: het geraamde cijfer van 19x0.
Het eerste hoofdstuk wordt zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Bij hoofdstuk IIkosten van toezicht op en
invordering van de plaatselijke belastingen, volgn.
98, jaarwedden, zegt de Voorzitter, dat de
beantwoording van liet sectie-verslag daar ter
plaatse niet geheel en al juist is.
De heer Koopmans betuigt zijne vreugde
over het voorstel tot reorganisatie van de controle.
Hij is ingenomen, met het denkbeeld den deur-
waarder der stedelijke belastingen een vast salaris
te geven. Zijn salaris moet niet afhangen van het
al of niet .vervolgen der betrokken belastingschul
digen.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, kan tot
aanvulling van het memorie van antwoord nog
mededeelen, dat het stelsel van vaste belooning
nog niet in alle consequentie bij 's Rijks belastingen
is ingevoerd; het oude stelsel is daar nog niet
geheel opgeheven.
De heer Koopmans wijst op het immoi'eele
van het oude stelsel: de ambtenaren moeten niet
afhangen van de goede of kwaadwillige belasting
schuldigen dat werkt immoreel op de lagere
rangen.
Bij volgn. 99verdere kosten op de invordering
vallende, wijst de heer De Bruin er op, dat
bij de belastingbiljetten boven de f 10 vroeger geen
zegel was te betalendat is een zeer versche
maatregel.
De Voorzitter zegt, dat men hierin heeft
te zien een verplichte toepassing der zegelwet.
Na goedkeuring van hoofdstuk II, komt in be
handeling hoofdstuk IIIkosten van de openbare
veiligheid en van de brandweer.
Bij volgn. 105kosten van de inspecteurs,
dienaars en verdere beambten van politie, mits
gaders van de veldwachters, vestigde de heer
Koopmans de aandacht op de laatste tirade:
reorganisatie der politie en vraagt dan boe staat
't met de algemeene reorganisatie Het antwoord
daar ter plaatse acht hij niet bevredigend, maat
niet 't oog op het adres der politie-agenten zal
hij daarop niet verder ingaan. Toch moet hij be
spreken de opmerking: voor de rechercheurs komt
ons een hoogere jaarwedde met noodzakelijk voor,
hem komt dat wèl noodzakelijk voor: In Amster
dam, Haarlem, Den Haag en Rotterdam krijgen
de rechercheurs wel een hoogere belooning. Voor
dat werk worden toch de beste agenten uitgezocht;
van den i-echercheur worden toch heel andere
bekwaamheden gevorderd dan van den gewonen
agent, wiens vak niet heel veel studie vereischt.
Hij moet zich in verschillende kringen voordoen
en zijn oogen meer den kost geven dan de gewone
agenten in en buiten Schiedam het gezag vertegen
woordigen. Toch moet de rechercheur hier van een
schraal salaris leven, zoo zelfs dat een hunner hier
in een hofje woont. Spr. stelt dan voor den re
chercheurs eene belooning boven de politie-agenten
te geven van f52 per jaar en dus de betrokken
post met f208 te verhoogen.
De Voorzitter meent te moeten opmerken,
dat de rechercheurs niet bepaald wortlen aange
steld, maar voor dat werk personen uit de beste
agenten worden genomen.
De heer Koopmans zegt, dat dit practised
hetzelfde is: die agenten zijn toch feitelijk recher
cheurs. lutusschen moet hij zijn voorstel zoo ver
beteren, dat voor de twee rechercheurs niet een
bedrag van f208, maar f104 hooger moet worden
uitgetrokken.
De heer De Bruin wenscht van het College
te vernemen of de voorgestelde uitbreiding van
het politiekorps zoo hoog noodig is. Hij wijst er
°p, dat men het keurloon zal moeten missen en
dit tekort op de begrooting weer moet worden
aangevuld. Hij vraagt of de uitbreiding den dienst
zal verlichten en meent, dat zij nog wel kan
wachten.
De Voorzitter antwoordt, dat de zaak van
de uitbreiding van het politiekorps meermalen in
het College ter sprake is gekomen maar dat zij
telkens uit geldgebrek moest worden uitgesteld
Wsd nu wordt voorgesteld is een practisch begin,
Gat past in het groote reorganisatieplan. Hetgroote
plan omvat 46 agenten, afgescheiden van den
nachtdienst. In de laatste jaren is toch gebleken,
dat 't wenschelijk is den nachtdienst auders in te
nichten't is een dringende eisch dat er meer
gewaakt wordt, vooral buiten de stad. Nu men het
grootere plan niet kan uitvoeren, komt het kleinere
onder de aandacht, volgens 'twelk er 5 agenten
bijkomen, hetgeen past in het grootere plan,
Voorz. heelt eens nagegaan, hoe 't in andere ge
beenten, bijv. Delft, gaat en kwam daarbij tot de
ervaring, dat wij hier in een zeer exceptioneelen
toestand verkeeren, omdat het grondgebied van
de gemeente, in tegenstelling met laatstbedoelden
gemeente, zoo uitgestrekt is en er telkens geklaagd
wordt, dat er vooral in de buitenwijken zoo weinig
gewaakt wordt; daarbij moet men ook met absen-
tiën van agenten door ziekten als anderszins
rekenen. Vraagt men nu aan B. en VV. of het
betrokken voorstel nog niet een jaar kan wachten,
dan zegt voorz. zeker, waarom niet, mits de Raads
leden de verantwoordelijkheden voor den toestand
op zich nemen. In den laatsten tijd is er juist
niet zeer ernstig geklaagdalleen is gebleken, dat
de politie onmachtig is om het geheele grondge
bied der gemeente te bereiken.
De heer G e r 1 a c h wil het voorstel van den
heer Koopmans ondersteunen, maar heeft nog een
enkele vraag tot het hoofd der politie te richten.
Zondagnamiddag na den storm was hij in de Plan
tage en zag, dat de lieve jeugd daar bezig was
de pei-ken, het plantsoen, te beschadigen; politie
was er niet aanwezig; spr. wenscht dus te vragen
waarom zij er niet was.
De Voorzitter zegt, dat dit een vraag is,
die den inwendigen dienst van de politie betreft,
welke, natuurlijk, aan den commissaris van politie
is overgelaten voorz. meent intusschen toch dat
er altijd een vasten politiepost bij de Plantage is;
constateert, dat de opmerking betreft Zondag
1 October en zegt, dat hij de klacht zal onderzoeken.
De heer G e r 1 a c h zegt nog, dat er op dien
tijd de gewone post bij de afgescheiden kerk ook
niet was.
De V o o r z i 11 e r zal inlichting bij den com
missaris van politie vragen en dan in de volgende
vergadering het antwoord geven.
De heer R i s bespreekt de wenschelijkheid om
de politiewacht aan het Hoofd te versterken, daar
de uitbreiding der gemeente ook vooral gaat in
de richting van het Hoofd en de Gorzede
politiewacht is daar onvoldoendespr. waarschuwt,
met 't oog op de inperking der uitbreiding, voor
eene zuinigheid die de wijsheid bedriegt.
De V oorzitter merkt op, dat nu aan de
orde is het voorstel—Koopmans om den betrokken
post met f'104 te verhoogen; voorz. zegt, dat hij
er met den commissaris van politie ovei gesproken
heeft en dut deze 't niet noodig oordeelde het
salaris van de rechei-cheurs te verhoogen.
Den heer Koopmans verwondert'tniet dat
iemand die een goed gesalarieerd ambt bekleedt, voor
de verhooging van de jaarwedde van andere amb
tenaren niets gevoelt; maar hij meende toch, dat
men er in het College wel iets voor zou gevoelen
en met hem overtuigd zijn, dat het salaris van de
rechercheurs eenige verhooging verdient.
De Voorzitter tracht het sniet noodig"
van den commissaris in betex-en zin te verklaren
dan de heer Koopmans dit doet, betoogt dat de
evenredigheid in de jaarwedden der politie-be-
ambten moet bewaard blijven en meent dat de
verhoogiug van de rechercheurs in verband met
het adres der politie-agenten moet beschouwd
worden.
De heer Koopmans meent, dat bedoelde
agenten boven de andere uitsteken en dat de
verhooging voor hen bedoeld, niets te maken heeft
met de hoogere belooning der politie-agenten
t betreft hier eene verhooging die in alle grootere
steden vun Nederland gegeven wordt.
De heer Wittkampf meent, dat er ten
om echte een blaam op den commissaris geworpen
isuit het antwoordt blijkt niet welke motieven
den commissaris geleid hebben. Spr. meent, dat
men hier de zaak in het geheel moet beschouwen
en is dus voor uitstel en getijktijdige behandeling
der verschillende verhoogingen moet zijn.
De heer Koopmans geeft eene nadere ver
klaring van zijne bedoeling en acht zich wel in
staat de positie der kleine ambtenaren te beoor-
deelen.
De heer R i s meent ook, dat men te dezer
zake eex-st de leidende motieven moet hooren en
is er eveneens voor, het betrokken voorstel later
te behandelen.
De heer Koopmans zegt, dat hij bij het
sectie-onderzoek dezelfde opmerking heeft ge
maakt en dus dat voorstel niet ï-auwdauw in den
Raad is gebracht.
De Voorzitter handhaaft de te dezer zake
uitgesproken meening en zegt nu tot stemmen te
zullen overgaan.
De heer De Jong vraagt of de ï-echercheurs
zijn agenten eerste of tweede klas.
De Voorzitter kan daar niet beslist op ant
woorden hij meent, dat de een is een agent
eerste, de andere een agent tweede klas.
De heer Wittkampf zegt, dat hij nu tegen
het voorstel zal stemmen, omdat hij niet voldoende
is ingelicht.
Het voorstel-Koopmans, den betrokken post
met f'104 te verhoogen, wordt verworpen met
'136 stemmen. - Voor stemmen de heeren
De Graaf, Gerlach, De Bruin, Koopmans, Van
der Meer en Schreuder.
De Voorzitter merkt nog op, dat men op
deze zaak kan terugkomen bij de behandeling van
het ingekomen adres der politie-agenten.
De heer De Bruin vraaagt of de voorgestelde
kleinere uitbreiding van het politiekorps eene ver
lichting van den dienst zal medebrengen.
De Voorzitter zegt, dat zij geen verlich
ting zal brengen.
De heer De Bruin constateert dus, dat de
dienst dezelfde blijft.
De Voorzitter vult aan maar met dezelfde
rusturen; want de agenton loopen geen 12 uren
achter elkaar, al maakt men groot vertoon met
het cijfer84 wekelijksche diensturen 1
De heer Koopmans vraagt of 't met de
Zondagen en de vrije dagen minder wordt.
De Voorzitter antwoord ontkennend: eerder
beter.
De heer Schreuder wil ter sprake brengen
de nachtpolitie.
De Voorzitter merkt op, dat die eerst bij
volgn. 107 aan de orde is.
Volgn. 105106 worden vastgesteld.
Bij volgn 107, onkosten voor de nacht en stille
wachten, zegt de heer Schreuder, dat hij
gaarne zou zien der nachtpolitie meer vrijheid
werd gegevennu moeten de agenten een be
paalden wijk loopen en mogen niet daar buiten
gaan spr. vindt 't niet doelmatig dat zij altijd den-
zelfden wegmoeten gaan en eenige kwaadwilligen
dus precies weten, hoe de agenten gaan. Ver
trouwend dat die agenten hun plicht zullen doen,
zou hij hun wat meer vrijheid willen laten.
De Voorzitter zegt, dat ook deze opmer
king den inwendigen dienst der politie betreft;
maar hij wil de opmerking dankbaar aanvaarden
en er met den commissaris van politie over spre
ken of 't zoo kan.
De heer R i s begrijpt wel de bedoeling van
den heer Schreuderals zij in een anderen wijk
onraad vermoeden, mogen de agenten niet uit lian
wijk gaan.
De Voorzitter zegt, dat hij den belang
rijken wenk zal overbi'engen.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
bepleit de wenschelijkheid om den agenten die
het diploma met aanteekeningen bezitten, ook
eens een blijk van vertrouwen te geven door hun
met een bijzonderen dienst te belasten totnogtoe
wordt hun dat blijk van vertrouwen altijd ont
houden.
De Voorzitter merkt op, dat aan bedoeld
diploma toch eene geldelijke belooning verbonden is.
De heer Van Westendorp zegt, dat 't
daarom niet gaatde wetenschap dat bepaalde
verdiensten erkend worden, is dikwijls aangena
mer dan een geldelijke belooning.
De heer R i s vestigt de aandacht van het hoofd
der politie op den nachttelefonist. Laat de dag
telefoniste zich ook wel wachten, bij den nacht
telefonist is dit in nog grootere mate het geval.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, zegt, dat
hij voor de enkele keeren, hij in de noodzakelijk
heid is, 's nachts te telefoneei'en, geen klach
ten heeft.
De heer R i s verzekert, dat hij meer dan de
heer G o s 1 i n g a 's nachts telefoneert.
De heer G o s 1 i n g a geeft dat gaarne toe.
De Voorzitter zegt, dat de klacht geno
teerd is.
Volgn. 107 is vastgesteld.
Bij volgn. 108kosten van wacht, gebouwen en
bureaux, alsmede licht en brandstoffen voor die
lokalen, zegt de heer Wittkampf 't bepaald
noodzakelijk te achten, als de financiën wat rui
mer zijn aan de Koemarkt een politiewacht in te
richten.
De Voorzitter zegt, dat dit verlangen meer
malen is geuit en als 't eenigszins kan, er gevolg
aan zal worden gegeven.
Volgn. 108—113: worden vastgesteld,
Bij volgn. 114, onderhoud van brandblusch-
middelen en reddingsmiddelen zegt de heer
Wittkampf, dat 't hem genoegen doet, B. en
W. verklaren de tegenwoordige middelen niet
hunne tevredenheid wekken en blijft hij aandrin
gen op een tweede rijdende stoomspuit van de
zelfde capaciteit als de nMentor," die er niet
altijd bijster vlug bij is, waar zij door bruggen en
sluizen wordt teruggehouden. Door de »Mentor"
af te schaffen, zullen wij een bedrag uitsparen,
dat voor de nieuwe rijdende stoomspuit en éen
motorbootje voor den havenmeester kan gebruikt
worden. Als er dan ijs moet gebroken worden
in de havens zal er nog wel een andere
sleepboot te krijgen zijn. spr. meent dat wij met
de tegenwoordige bluschmiddelen bij eengrooten
brand groot gevaar loopen.
De Voorzitter zegt, dat deze belangrijke
kwestie iu het College zal besproken worden.
Zeker is 'tdat wij ons nog voor eenigen tijd aan
het contract met den eigenaar van den Mentor"
te houden hebben.
De heer Van der Meer vraagt nog bij het
zelfde volgnummer of er bij de stearine-kaarsen-
fubriek sApollo" een gewone dregt komt of één
kast, zooals bij de boeien.
De wethouder van gemeentewerken, de heer
V a n Westendorp, meent, dat de heer Van
der Meer bedoelt, of er niet een dreg, maar een
boei zal geplaatst worden.
De heer Van der Meer zegt, dat er wel
een reddingsboei noodig is bij den tegen woordigen
toestand aan de Oosterhaven. Het hout neemt den
publieken weg zoo in, dat er slechts een pad van
een meter breed overblijft en dan heeft men den
afgrond van de haven. Spr. hoopt ook, dat.de
boei zal geplaatst worden, niet binnen de grenzen
van »ApólIo," maar bij den lantaarn aan den
wegdan is die voor iedereen te grijpen.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
zegt, dat men op een verandering van de hout
opstapeling bedacht isde kast voor de boei le
vert geen bezwaar op.
Volgn. 114—116 worden vastgesteld. De
begrooting voor de Gasfabriek zal later behandeld
worden.
Het derde hoofdstuk wordt bij acclamatie goed
gekeurd.
Bij hoofdstuk IVkosten der plaatselijke zorg
voor volksgezondheid en huisvesting, stelt de heer
Evers bij volgn. 117, toelage aan de Gezond
heidscommissie f700, in 't licht, dat er hier een
velschil bestaat tusschen de Gezondheidscommissie
en het College, de Gezondheidscommissie achtte
eene verhooging van den post met 't oog op de
vei'betering van het woningtoezicht gewenscht;
maar B. en W. oordeelden dat niet noodzakelijk.
De post van f 1000 op de begrooting van de Ge
zondheidscommissie is dus geschrapt, wijl B. en
W. liever zelf het woningtoezicht in handen heb
ben. Spr. meent intusschen, dat de Gezondheids
commissie wel degelijk recht heeft dezen post op
hare begrooting te brengen. Die stelling is aan
vechtbaar, maar dan moet de Hoogere Macht,
Gedeputeerde Staten of de Kroon, 't maar uitma
ken. Dus wendt spr. dien post van f1000 weer
op de begrooting te brengen, tenzij B. en W. den
port op volgn. 126 met f500 a f600 voor een
ambtenaar op het woningtoezicht willen verhoo
gen.
De Voorzitter meent, dat de heer Evers
een verkeerde voorstelling van zaken geeft. Het
Dag. Best. is niet tegen de Gezondheidscommissie
zooals hij denkt, B. en W. zullen wel degelijk de
zaak van het woningtoezicht ter hand nemen en
ondei zoeken of de controle moet worden uitge
breid; alleen zijn zij tegen een bureau van°de
Gezondheidscommissie, waar deze zaak bij Ge
meentewerken behoort Het doel kan even goed
bereikt worden als B. en W. voor beter woning
toezicht zelf het initiatief nemen.
De heer Evers klaagt over de eenzijdige toe
lichting te dezer zake en blijft zijne meening
handhavenhij verzekert, dat het woningtoezicht
thans slecht is.
De wethouder van gemeentewerken, de heer
Van Westendorp, zegt, dat hij gaarne
in den heer Evers een medestander ziethij
neemt hetzelfde standpunt in als hij en oordeelt,
dat het wonintoezicht moet ter hand genomen
worden en dat het bestaande toezicht het doel
niet kan doen bereiken; maar hij meent ook, dat
deze zaak veel beter in handen der gemeente als
in die der Gezondheidscommissie, wier ijver hij
intusschen prijst.
De wethouder, de heer Go sl in ga, bestrijdt
de wettigheid van den post door de Gezondheids
commissie op hare begrooting gebracht. Volgens
de betrokken wet is 't haar wel veroorloofd voor
accidenteele zaken, bijv. het onderzoek van melk,
een bureau in te richten, maar mag zij geen
permanent bureau stichten. Intusschen staat te
dezer zake altijd de weg open van beroep op Ged.
Staten.
De heer Evers verklaart, waar de betrokken
zaak zeer urgent is, zich bij de meening van B.
en W. te zullen neerleggen.
De heer Van der Velden geeft nog eenige
nadere verklaring van het betrokken onderwerp.
De begrooting van de Gezondheidscommissie,
waarop de post van f1000 is geschrapt, wordt
goedgekeurd.
Volgn. 118—119 worden vastgesteld.
Bij volgn. 120, kosten ter voorkoming en be
strijding van epidemische ziekten, bepleit de heer
De Bruin vergoeding van schade bij ontsmet
ting in geval van epidemische ziekten, wijzend
op het voorbeeld van Rotterdam, waar ook bi?
ontsmetting ten algemeenen nutte vergoeding
wordt gegeven.
De oorzitter meent, dat men dan goed
zal doen dezen post aan te houden.
De heer R i s meent, dat er van schade geen
sprake kan zijn als er goed gedesinfecteerd wordt.
In het ziekenhuis heeft dit toch ook zoo dikwijls
plaats.
De Voorzitter verklaart, dat het College
bereid is eene uitbreiding van de kosten der ont-
smetting in overweging te nemen.
De heer Wittkampf meent, dat alleen
vergoeding moet gegeven worden als de ontsmet-
ting gedaan wordt ter bevordering van het alge
meen belang.
Volgn. 120 worden vastgesteld.
De heer Koopmans merkt op, dat hier moet
ingelicht worden een volgnummer 120a voor de
garantie van f900 voor het Volksbadhuis.
Bij volgn. 121 kosten voor de openbare zwem
plaats merkt de heer D e B r u i n op, dat hij
volgaarne noteert de toezegging van enkele uren
voor schoolgaande meisjes. Is de secties heeft hij
echter ook aangedrongen op betere reinheid in de
kamertjes, die veel te wenschen overlaat, zoodat
men na druk gebruik huivert er in te gaan
De Voorzitter zegt, dat bij het sectie-
onderzoek is gebleken, dat er een bewaar was te-r