Blflncnland.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Gemeenteraad.
Departement ran Buitenlandsche Zaken.
Met April a.s. betrekt het departement van
Buitenlandsche Zaken de nieuwe bureaux op het
Plein te 's-Gravenhage. De oude bureaux op het
Buitenhof aldaar worden dan tijdelijk in dienst
gesteld van andere bestuurs-departementen.
Verkiezing Provinciale Staten.
De Centrale Roomsch-Kath. Kiesvereeniging te
's-Gravenhage heeft gisteravond met algemeene
stemmen candidaat gesteld voor de Provinciale
Staten den heer C. D. Wesseling.
Deze candidatuur zal gesteund worden door de
anti-revolutionnaire en de christelijk-historische
kiesvereeniging.
Kardinaal r. Rossum.
Volgens bericht van onzen Romeinschen corres
pondent heeft mgr. Lega, deken des Rota en deken
van het kapittel van Sint Eustachius, namens zijn
kapittel den titel van genoemde kerk aan Kardi
naai van Rossum aangeboden.
Dit aanbod is voorloopig door Z.Em. aanvaard,
zoodat na goedkeuring van den H. Vader hoogst
waarschijnlijk Sint Eustachius de titelkerk zal
worden van den Nederlandschen Kardinaal.
Deze kerk ligt in het midden der oude stad,
dichtbij de vermaarde Sapienzahoogeschool. Zij
is in den baroktijd geheel vernieuwd, maar de
oorspronkelijke toren, uit de 9e eeuw, staat nog
overeind tusschen de omringende huizen. De
Romeinsche veldheer Sint Eustachius, die onder
keizer Trajanus den marteldood stierf, ligt er
begraven en is schutspatroon dezer eerbiedwaar
dige kerk, nog behoorende tot de oude diakoniën
van Rome. («Tijd.")
Voor de protestmeeting te Utrecht.
Men meldt ons
Door de afd. Haarlem van den Ned. R. K. Volks
bond zal Zondag a. s. te Utrecht op de motie,
die aldaar ingediend zal worden, het volgende
amendement worden voorgesteld
Aan de zinsnedeSpreekt hare diepe afkeuring
uit over de wijze, waarop de arbeid van minister
T a 1 m a wordt belemmerd", toe te voegen
«inzonderheid over de verkapte obstructie, gebleken
o. a. bij de behandeling der Militiewet".
De verschillende afdeelingen worden verzocht
hunnen afgevaardigden Zondag a. s. betreffende
dit amendement ook een mandaat mede te geven
en deze publicatie te beschouwen als een officieele,
daar de tijd om iedere afdeeling nog afzonderlijk
aan te schrijven, ontbreekt.
Een vorstelijke gift.
In de gister gehouden vergadering van den
gemeenteraad van Hilversum, kwam in behande
ling een schrijven van den heer B. W. Blijden-
stein, waarin deze ter gelegenheid van het 50-
jhrig jubileum der Twentsche Bankvereeniging
aan het Burgerlijk Armbestuur van Hilversum
een som van f50.000 aanbood, als de helft der
kosten voor een op te richten oudemannen- en
vrouwenhuis, of voor een ander weldadig doel.
Op voorstel van B. en W. besloot de raad, dat
eene commissie benoemd zal worden, om deze
zaak met de raadslieden van den heer Blijdenstein
te onderzoeken en daarna rapport uit te brengen.
De voorzitter benoemde tot leden van deze
commissie, de heeren C. de Groot Jzn., mr. J.
Hingst, A. G. v. d. Linden, H. Nieuwenhuijzen
en mr. V. Rutgers, die allen deze benoeming
aanvaardden.
Arbeidsinspectie.
Vanwege het departement van Landbouw,
nijverheid en handel is verschenen het centraal
verslag van de Arbeidsinspectie in Nederland over
1910.
De directeur-generaal van den arbeid, de heer
H. A. van IJsselsteijn, merkt in zijn voorwoord op,
dat aan het voornemen om in dit verslag ook een
overzicht te publiceeren aangaande den aard en
den omvang van de in ons land bestaande voor
naamste fabrieksinstellingen in het belang van
werklieden, geen uitvoering kan gegeven worden,
daar het bijeenverzamelen van de noodige gege
vens bij het samenstellen van dit verslag nog
niet kon worden beëindigd.
De inhoud van het centraal verslag is verdeeld
°ver 15 hoofdstukken betreffendelo. inleiding
en wijziging van de wettelijke bepalingen2o.
samenstelling van het personeel3o. algemeen
overzicht van de werkzaamheden van het perso
neel 4o. naleving van de arbeidswet5o. naleving
van de veiligheidswet6o. ongevallen 7o. rech
terlijke beslissingen, die met het oog op de hand
having van de arbeids- en veiligheidswetten van
belang kunnen worden geacht8o. werktijden
9o. huisindustrie; lüo. mededeelingen omtrent
beroepsziekten en onderzoekingen naar den ge
zondheidstoestand van arbeiders; llo. eenige
mededeelingen omtrent de arbeidstoestanden in
bedrijven, samenhangende met de visscherij 12o.
het onderzoek naar de mogelijkheid om de lood
houdende glazuren, gebezigd in aardewerkfabrie
ken, door loodvrije te vervangen13o. schade
veroorzaakt door eenige fabrieken aan de omge
ving 14o. arbeid van brikkenbakkers en stuka
doors in de Maasdorpen van Zuid-Limburg 15o.
de bij het verslag behoorende staten.
In het jaaroverzicht zijn onder meer ook opge
nomen eenige afbeeldingen van in verschillende
industrieën toegepaste hygiënische en veiligheids
maatregelen.
Weerbericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 15 Nov. 1911, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 719.9 te Breslau.
Laagste barometerstand 742.9 te Bodo.
Verwachting tot den avond van den volgenden
dag matige tot krachtigen tot zuidwestelijken
wind of westelijken wind, meest zwaar bewolkt,
waarschijnlijk regenbuien, zelfde temperatuur.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
Teleph. Nr. 24i.
Geopend dagelijks van 1 en van 2—4£ uur,
bovendien Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
van 7 8 uur.
Gevraagde Arbeidskrachten.
Bankwerker (h'.w
Behanger (halfw.)
Blikslager1 (halfw.)
Blikslagersjongen.
Distillateursj ongen.
Gasfit ter
Jongen v. kuxkfabr.
Jongens voor rijwielzaak.
Kcrumakers.
Kistelnmakersjongen.
Kuipers jongen.
Loopjongen.
Mac bin. houtbewerker
halfwas
Met aaldraaiers, (halfw.)
Monteur
Metselaars.
Aangeboden
Brandersknechts.
Dastillateursknochts.
Gis (bewerkers.
Ka ntoorbedienden.
Letterzetters.
Pakhuis- ein loop
knechts.
De Directeur verzoekt aan hen, die verzuim
den te berichten of zij aan een opgegeven adres
zijn geslaagd, bedoeld bericht ten spoedigste te
bezorgen.
Mouters jongen.
Plaatwerker.
Schoenmakersjongen.
Si garemmakers j ongens.
Slagersjongen.
Smidsjongen
Smoutzetter (halfw.)
Snelpersdrukker
(blikwerk).
Timmerman.
Timmerman
(halfwas).
Timmermansjongen.
Wagenmakersjongen.
Zadelmaker.
Dagdieinsthode
Arbeidskrachten.
Schilders
Siga re'ns or teerder.
Stoker.
Warmoezier.
Werksters.
Jubiló—M. Struik.
De agent van politie le klasse M. Struik her
dacht heden den dag, waarop hij voor 25 jaren
bij de gemeentepolitie alhier in functie trad.
In de kwistig met groen en draperieën versierde
wachtkamer der agenten op het Politiebureau,
aan de Markt, werden de jubilaris en zijn echt-
genoote heden-ochtend om 10 uur ontvangen.
In tegenwoordigheid van een groote schare
politieagenten, de hoofdagenten enz. werd de
Jubilaris daar hedenochtend toegesproken door
den commissaris van politie, den heer J. L. C.
WolfFensperger.
De commissaris wees op de uitstekende wijze,
waarop de agent van politie Struik gedurende 1 4
eeuw zijn betrekking heeft vervuld. Trouw, ijver
en groote plichtsbetrachting heeft hij aan den
dag gelegd. Slechts éénmaal is hij voor een kleine
correctie vatbaar geweest, overigens is hij al die
jaren zonder straf gebleven. Tal van belooningen
zijn hem wegens betoonde activiteit toegekend
geworden. Het groote vertrouwen, hetwelk zijn
superieuren in hem hebben gesteld, is nimmer
beschaamd geworden.
Hij is steeds een goed en ijverig politie-agent
geweestspr. zegt dit met nadruk, omdat het
geen gemakkelijke taak is zulks te zijn. Hij is
een sieraad van het politiekorps, en bij zijn chefs
staat hij dan ook hoog aangeschreven.
Spr. hoopte, dat het geschenk, hetwelk hij hem
heden had doen toekomon, naar genoegen zou zijn
en in aangenaam aandenken zal blijven. De Ge
meente zal zeker ook niet ten achterblijven.
De commissaris feliciteerde ook de echtgenoote
van den jubilaris, die in hem zulk een braaf
echtgenoot en goed huisvader heeft.
Spr. sprak er zijn voldoening over uit, dat de
burgemeester zoo welwillend is geweest bij deze
feestelijkheid tegenwoordig te zijn. Voor den
jubilaris is dit een bewijs, dat de hoogste autori
teit der gemeente-politie vandaag met hem
meeleeft.
De burgemeester, de heer M. L. Honnerlage Grete>
thans het woord nemend, zeide dat het geen kleinig
heid is geweest wat hij omtrent Struik zooeven door
den commissaris heeft hooien zeggen. Dat waren
groote woorden geweest, getuigend van veel waar
deering en erkentelijkheid. Het is voor het hoofd
der politie aangenaam te hooien, dat zóó door
den chef over den jubilaris werd gesproken. Spr.
voegt ook zijne hartelijke gelukwenschen bij die
door den commissaris geuit, daarbij den wensch
uitend dat Struik nog vele jaren met trouw en
toewijding bij de politie werkzaam zal mogen zijn.
Namens de gemeente overhandigde de burge
meester den jubilaris het gebruikelijke geschenk
in couvert.
Door den hoofdinspecteur van politie, den heer
J. C. Norenburg, die thans den jubilaris, compli
menteerde, werd er op gewezen, dat het de eerste
maal is dat een jubilé bij de politie op zulk een
buitengewone wijze werd gevierd. Dit vond zijn
oorzaak in de omstandigheid, dat de agenten
meer aan het vereenigingsleven zyn gaan doen
en de agentenvereeniging deze feestviering had
voorbereid.
Namens de inspecteurs, de agenten en den
veldwachter bood hij den jubilaris een geschenk
in enveloppe aan.
De agent van politie D. Immerzeel, voorz. van
de agentenvereeniging «Onderling Vertrouwen",
sprak mede eenige waardeerende woorden tot den
jubilaris. Hij prees daarbij de medewerking
die de vereeniging «Ons Vertrouwen" van de
superieuren heeft mogen ondervinden, toen zij
deze feestviering voorbereidde. Spr. wees op het
streven der vereeniging, welke de eenheid onder
de politieagenten wenscht te bevorderen en tevens
het plichtsbesef wil hoog houden.
Nadat hij den jubilaris en diens echtgenoote
de hand had gedrukt, dankte deze mede namens
zijn echtgenoote, voor de hem gebrachte huideen
de geschonken cadeaui;, waarvoor hij zeer erken
telijk was.
Een strijkorkestje, op de Markt voor het Poli
tiebureau opgesteld, bracht nu en dan eenige op
wekkende muziekstukjes ten gehoore.
Giste r-m iddag is de paardentram
op de Broersvest ontspoord en daarbij tegen een
lantaarnpaal gereden, waarvan de kap vernield
werd.
Giste r-av ond is door een bewoner
van de Grofbaan aan de politie kennis gegeven,
dat hij uit zijne woning vermiste een nikkelen
horloge.
De politie nam het horloge in beslag in een
huis van koop met recht van weder-inkoop't
bleek uit de woning te zijn weggenomen door
een buurmeisje, die 't in bedoeld pandhuis had
verkocht.
AGENDA VAN VERGADERINGEN ENZ.
Schiedam.
Donderdag 16 Nov. 8 u. S. O. V. «Polyhymnia'
uitvoering «Die Schöpfung".
Woensdag1 24 u. Stedelijk Muséum. Doeleplein.
Rotterdam.
Donderdag 16 Nov. 8 u. Doele. 2e. Avond-Concert.
R. O. V.
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Dinsdag 14 Nov. 1911, des
namiddags 2 uur.
(Vervolg)
Bezwaarschrift.
4. Behandeling van het bezwaarschrift der
N. V. Maatschappij van Onroerende Goederen «De
Maas" tegen haar aanslag in de plaatselijke be
lasting op de gebouwde eigendommen, dienst 1910,
waaromtrent B. en VV. adviseeren afwijzend te
beschikken.
De heer N o 1 e t vraagt of in deze zaak het
hoor en wederhoor is toegepast. Of na het nog
drukken van het advies van mr. Loeff en het
inkomen van een nieuw adres der betrokkenen
te dezer zake nog verdere besprekingen zijn ge
voerd.
De Voorzitter zegt dat wel inliet College
te dezer zake besprekingen hebben plaats gehad,
maar niet met de gegadigden. B. en W. meenden,
dat zij na het ontvangen advies niet anders konden
doen dan deze zaak verder aan het oordeel van
den Raad te onderwerpen.
De heer N o 1 t wijst er op, dat de maat
schappij «De Maas" gelegenheid heeft gehad op
het advies van mr. Loelï te adviseeren en er dan
ook werkelijk een nieuw adres van de maatschappij
is gekomen. Beide bedoelde stukken zijn het
werk van deskundige advocaten. Spr. meent dat
onder deze omstandigheden het betrokken geval
moeilijk is te beoordeelen.
De Voorzitter, in betrekking tot dit geval
sprekend van een addertje onder het gras, zegt,
dat B. en W. door het deskundig advies versterkt
zijn in hun meening, op het bezwaarschrift in
afwijzenden zin te moeten adviseeren.
De heer R i s verzekert, dat al beweert men
dat dit geval moeilijk is te beoordeelen door een
leek in rechtszaken, hij 't toch wel doen zal. Hij
meent dat er in heel deze kwestie een fout is ul.
dat men zich grondt op de nieuwe verordening,
terwijl toen deze panden overgingen niet de nieuwe
verordening, maar de nog bestaande verordening
figeerde. Spr. vraag dan ook beslistzijn alle
pogingen in 't werk gesteld om van de recht-
voorgangster der tegenwoordige maatschappij
de maatschappij «Vooruitgang" bedoeld bedrag te
innen. Hij vindt 't geen tactiek om te zeggen:
nu ik 't van Jan niet krijgen kan, zal ik trachten
't van Piet te innen.
De heer Wittkampf meent, dat men zich
in deze zaak niet uitsluitend moet stellen op het
juridisch standpunt, maar ze ook van moreel
standpunt moet bezien en dan staat de maat
schappij «De Maas" sterk Ook deze spreker be
toogt, dat toen de maatschappij «De Maas" de
goederen kocht, zij die kocht onder de vigeur dei-
oude verordening en dus volgens die verordening
niet de kooper, maar de verkooper aansprakelijk
was. Spr. zou alleen het standpunt van B. en W.
kunnen deelen als hier een fictieve verkoop had
plaats gehader schelmerij was gepleegd, maar
dat blijkt niet het geval te zijn. Spr. vraagt zich
af of er op de actie in deze niet is terug te
komen en alsnog de primaire eigenaar voor het
betrokken belastingbedrag kan worden aangespro
ken. De eerstbedoelde maatschappij heeft toch
niet wettelijk opgehouden te bestaanzij hangt
slechts in de lucht; er zijn nog wel aansprakelijke
personen. De heer Van der Velden zegt,
dat zij in eene andere maatschappij is getrans
formeerd. Spr. b 1 ij f t van meening dat de
oorspronkelijke maatschappij voor het verschul
digde bedrag moet worden aangesproken.
De heer De Jong zegt, dat deze zaak hem
geen hoogen dunk heeft gegeven van het wetge
vend talent van het gemeentebestuur; maar hij
meent toch, dat volgens de verordening van 6
Dec. 1910 «de Maas" dit belastingbedrag ver
schuldigd is, wijl men aan die verordening eene
terugwerkende kracht heeft gegeven. Spr. stelt
in 't licht dat de straatbelasting eene persoonlijke
belasting is en 't spijt hem daarom, dat men op
dien aard der belasting niet is doorgegaan. Hij
betoogt, dat de gemeente met veilingsconditiën
niets te maken heeft en de maatschappij «De
Maas" volkomen terecht voor het verschuldigde
bedrag is aangesproken.
De heer R i s merkt op, dat gezegd is, de
gemeente hier juristisch gelijk heeft, maar hij
acht de toepassing der nieuwe verordening in dit
geval onbillijk. Hij deelt mee, dat de heer Van
Bergen Walraven heeft voorgesteld, het bedrag
van «Vooruitgang" te innen en mocht de ge
meente 't van de oude maatschappij niet krijgen
dan zou de nieuwe 't voldoen. Spr. legt den na
druk op de veilingsconditien en blijft van oordeel
dat de maatschappij «Vooruitgang", en niet «De
Maas" het belastingbedrag had te voldoen.
De heer Wittkampf is 't met den heer De
Jong eens, dat juridisch de gemeente gerechtigd
is het verschuldigd bedrag te inneu, maar uit
billijkheidsstandpunt acht hij het bedoelde geval
niet te verdedigen.
De Voorzitter constateert dan, dat meer
dere leden erkennen, het standpunt van B. en W.
juridisch juist is, maar moreel niet. Voorz. be
toogt verder, dat B. en W. wel degelijk getracht
hebben, het verschuldigde bedrag eerst van de
maatschappij «Vooruitgang" te innen en doet
daartoe mededeeling van verschillende brieven van
directeuren van «Vooruitgang" in antwoord op de
aanmaningen van het gemeentebestuur ontvan
gen, totdat men vernam, de oude maatschappij was
ontbonden en de nieuwe maatschappij (eveneens
«Vooruitgang") niet voor dat belastingbedrag aan
sprakelijk was. Toen B. en W. aldus zagen, dat
er in de oude verordening een fout school en zij
als 't ware waren beetgenomen, hebben zij ge
tracht die fout goed te maken en de gemeente te
sauveeren voor het bedrag haar hier toekwam.
Zelfs beloopt de gemeente hierbij nog een ban-
kroetje, want haar gewordt maar volgens de ver
ordening het belastingbedrag over 9 maanden,
terwijl haar het volle belastingbedrag over een
jaar moest worden betaald. In dit verband stelt
voorz. in 't licht, dat, als men hier spreekt van
een «luchtje", men een heel klein luchtje in an
dere richting moet zoeken.
't Spijt voorz. dat iemand van juridische be
kwaamheid die ons zoo dikwijls van dienst was,
helaas thans niet meer in ons midden is. Hij
maakt zich sterk dat wijlen mr. Jansen, ware hij
nu hier, het gemeentebestuur in 't gelijk zou
stellen hij toch erkende in een dergelijk geval
het goed recht der gemeente en erkende te moe
ten betalen wat zij vorderdetoen hij de zaak
goed had onderzocht, verklaarde hij voor mij is
ze nu uit; ik ben verplicht te betalen. Voorz.
meent, dat het Dag. Best. in deze heeft gedaan
wat 't kon en het ingenomen standpunt het
juiste is.
De heer De Jong zegt, dat als hij 't goed
begrijpt, de gemeente nu slechts s/4 van het be
lastingjaar voldaan krijgt.
De Voorzitter bevestigt deze opvatting
niet voor het volle jaar heeft de gemeente «De
Maas" aangesproken.
De heer De J o n g is 't daarmee niet eens en
wil voorstellen «De Maas" alsnog voor het volle
belastingjaar aansprakelijk te stellen.
De Voorzitter zegt, dat de nieuwe veror
dening het aantal maanden bepaalt, waarvoor de
nieuwe eigenaar kan worden aangesproken.
De heer De Jong blijft van meening dat «De
Maas" krachtens de bepalingen der verordening
voor het volle bedrag aansprakelijk is.
De Voorzitter beroept zich op de formeele
bepalingen der betrokken verordening.
De heer De Jong blijft desondanks zijne
meening handhaven
De wethouder, de heer G os li n ga, stelt in 't
licht dat die gegrond is op een verkeerde opvat
ting van de bepalingen der nieuwe verordening,
die wel gelegenheid geven ze het heele jaar door
toe te passen, maar niet aan te slaan voor het
volle jaar. Hij stelt verder in 't licht dat «De
Maas" niet weigerachtig was te betalen, maar zij
liever had dat «Vooruitgang" betaalde en zij met
die maatschappij kon verzekerendat was haar
belang, maar niet het belang der gemeente.
De heer R i s zegt, dat men zich beroept op
brieven van directeuren van «Vooruitgang"; maar de
vraag is of dat solide personen zijn; hij heeft er
zeer kwade noten van hooren kraken; die brieven
hebben dus voor hem geen waarde. Hij vraagt
zich alleen af, met welk recht kon «De Maas"
voor de belasting aansprakelijk gesteld worden;
of dit kon krachtens een verordening die er nog
niet was, toen zij de panden kocht. «De Maas",
de panden koopend, wist niet beter of zij had,
volgens de veilingsconditiën, de belasting niet te
betalen. Spr. meent dat er hier een fout is ge
maakt en er door het Dag. Best. niet recht is
gehandeld.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
meent, dat de heer Ris niet zulke dikke woorden
moest gebruiken. B. en W. hebben in deze ge
daan wat zij konden om aan de gemeente het
belastingbedrag te verzekeren dat haar toekwam.
In plaats van aldus het College er door te lialen,
had weth. eerder verwacht dat men 't hulde zou
gebracht hebben voor hetgeen 't in deze heeft
gedaan, 't Is zeker heel mooi voor beweerde ver
ongelijkten op te komen; maar dan moet men de
zaak eerst ernstig onderzoeken en dit niet doen
op de wijze als de heer Ris 't deed.
De heer R i s wil zich verantwoorden op het
standje hem gegevener is hier geen sprake van
dikke woorden maar hij heeft iets verweten en
dat doet hij nog. De gemeente had niet het recht
de penningen waarop zij volgens de veilings
conditiën geen recht had, van de nieuwe eige
naars te innen. Als hij verwijt dat er hier een
fout is begaan, dan is dit zoo erg nietdaarmee
staat of valt de gemeente niet. Hij betwijfelt of
hier heusche pogingen zijn gedaan, om het be
lastingbedrag van de vroegere eigenaars te innen;
'tgaat toch niet aan, dat per briefkaart te doen.
De wethouder van Financien, de heer Lager-
w e y, had zich voorgenomen zich in dit debat
niet te mengenmaar nu moet hij toch mede-
deelen, dat de gemeente-ambtenaren dagen
achtereen zijn bezig geweest om dit bedrag van
«Vooruitgang" te innen en zich daartoe persoon
lijk buiten de stad hebben begeven. Alle pogingen
zijn daartoe aangewend maar ten slotte bleek
dat er niets anders over bleef dan eene herzie
ning der verordening, die zou mogelijk maken