Gemengd Nieuws. Gemeenteraad. inzake verkoop en koop van terreinen aan het Buitenhof en den Hofsingel aldaar. Tegelijk hiermede komt in behandeling de in dertijd ingediende motie-Dolk, luidende »De Kamer, van oordeel dat door de regeering de wenschelijkheid en uitvoerbaarheid dient onderzocht te worden van de verkrijging van alle terreinen, gelegen tusschen den nieuwen verkeers weg Spui, Buitenhof, de Kapelsbrug, de Hofstraat en den Hofsingel, ten einde te kunnen komen tot een doelmatige uitbreiding van de Rijksge bouwen aan de Zuidzijde van het Binnenhof, gaat over tot de orde van den dag." De beer Dolk licht zijn motie uitvoerig toe. Spreker, die breedvoerig de geschiedenis der zaak naging, betreurde het, dat het Departement van Binnenlandsche Zaken zich niets heeft aan getrokken van het historisch monument, dat het Binnenhof is, niettegenstaande alle vereenigingen op bouwkundig en aesthetisch gebied, zich in den geest der motie hebben uitgesproken. Spreker wil dat eerst alle terreinen die in aanmerking komen, worden onteigend, dan kan men later over de bebouwing spreken, in verband met de rich ting van den verkeersweg. Er had eerder toe nadering moeten verkregen worden tusschen Rijk en Gemeente. De Minister is 't blijkbaar met de motie eens, maar het misverstand tusschen Rijk en Gemeente heeft de zaak blijkbaar opgehouden. De heer De Steurs vindt de motie sympa thiek. Hij maakt er echter den Minister geen grief van dat hij afgeweken is van het plan van de stad 's Gravenhage, omdat naar spreker's overtuiging de geheele politiek van den Haag inzake de verkeerswegen, allerdroevigst is te noemen. Zoo wijst hij er o.a. op, dat door de nalatigheid van het gemeentebestuur het Hotel de Twee Steden is komen ontsieren den inham van 't Buitenhof. Het Rijk heeft eigenlijk geen belang bij het verdwijnen van het pand Meddens, dat den hoek vormt, maar in het aesthetisch belang der gemeente is zulks dringend noodig. Men ia'e den Minister dus vrij zoo goed mogelijk te handelen en daaibij rekening te houden met het feit, dat de stad wil bijdragen. Heden voortzetting. Wilde ganzen. Men schrijft uil Twente De Twentsche landbouwers zien in de wilde ganzen echte weerprofetengaan zij vroeg in den herfst naar 't Zuiden, dan komt er een vroege winter; gaan ze reeds in Februari of begin Maart naar 't Noorden terug, dan is de lente reeds in aantocht. Maar als er gebeurt, wat ons dezer da gen een landman vertelde, dan wordt de winter streng. Hij zag begin dezer week op een zijner roggevelden een troep dezer dier neerdalen, om zich aan 't jonge gras te goed te doen en krach ten te verzamelen voor den verderen tocht. Dat gebeurt alleen, wanneer een strenge winter in aantocht is, meende deze zegsman. De brand te Aerdenhout. De familie KI. van de „Rose Glorane" te Aerdenhout, in welke villa Dinsdag-avond door tot nu toe onbekende oorzaak brand is ontstaan, heeft dien avond niet te Haarlem, doch te Overveeu, bij den burgemees ter van B.oemendaal een verhoor ondergaan. Zoo als trouwens na iederen brand gebeurt. We hebben er reeds op gewezen, dat het on dergaan van een verhoor na een brand vol strekt niets bewijst omtrent gepleegde kwaad willigheid. Dit is ook hier gebleken. De familie KI. is, no op de vragen van den burgemeester te hebben geantwoord, naar Haar lem vertrokken. Van kwaadwilligheid is niets ge bleken. De familie KI. meent, dat de brand door kortsluiting is ontstaan. (Tel.) Een Hollandsche ond erzeo.b.o.o.t in de 17e eeuw. De Hollandscho dominé Rist, die in de 17e eeuw leefde, maakt in zijn geschriften melding van een onderzeebootEen wonderbaar lijk en avontuurlijk schip is gedurende den jong- sten oorlog, die Holland en Engeland voerden, ge bouwd. Het werd „De schrik der zee'' genoemd. Men zeide van dit schip, dat hij de vijandelijke vloot onder water zou vernietigen. De brutale Engelschen waren echter voor deze „Schrik der zee" volstrekt niet bevreesd. Zij beschouw de hetgeen over dit schip gezegd werd als een ptaatje. Men vergeleek het met den borg, die een muis gebaard had." De „Neue Freie Pres- se'Vt voegt hieraan toe, dat de dominé niët veel vertrouwen in deze onderzeeboot scheen te hebben. In zijn geschriften maakt hij ook mel ding van een luchtschip, dat echter niet om hoog wilde. Had de uitvoerder echter zijn proe ven voortgezet, zoo schrijft de geestelijke, dan zou het luchtschip stellig omhoog zijn gegaan.''' Een hazen- en konijnenplaag. Men schrijft ons uit Kaatsheuvel: Doen de muizen in deze streken, vooral in de akkers langs de Langstraatsche polders gelegen, aan den landbouw veel schade de laatste we ken hebben zij een bondgenoot gekregen en wel een heel leger hazen en konijnen. De uitgestrekte heidevelden tusschen Tilburg, Kaatsheuvel, Udenhout en Dongen wemelen van deze diertjes. De langdurige droge zomer heeft het voedsel op de heidevelden zelf zeer beperkt, zoodat zij, door den honger gedreven, de akkers en tuinen van de in deze streken wonende land bouwers met onophoudelijke bezoeken vereeren. De te veld staande gewassen, de winterrogge, al les heeft veel van hunne vraatzucht te lijden. En kele boeren zijn zelfs genoodzaakt geweest, wil len ze hun geheele wintervoeder niet prijsgeven, om de akkers met gaas te omspannen. Van en kele landbouwers zijn de akkers zoo goed als geheel kaalgevreten. Volgens het zeggen van onze landlieden kan er een waggonlading hazen en konijnen opge ruimd worden, om nog een talrijk leger over te laten. Voor de boeren op den zandgrond is het een ware plaag, die vooral voor de menschen, die op het „gehuurd" zitten, niet gering is te schatten. Werkstaking van typografen. Ter boekdrukkerij van de firma F. J. Belinfante v/h A. D. Schinkel, te 's-Gravenhage, is gisteren een werkstaking uitgebroken. Een groot gedeelte van het zetterspersoneel, en ook eenige drukkers leg den den arbeid neder, naar aanleiding van de weigering van den patroon, om oen conferentie te hebben met het looncomité. Staking geëindigd. De staking onder de expeditiewerkers van het Handelsveem te Rot terdam is geëindigd, .nadat de directie de eisch tot loonsverhooging van ƒ2.50 tot ƒ2.75 per dag had ingewilligd, doch uitsluitend voor koperwerk. De postroof te Berlijn. Over de postroof te Berlijn wordt nog gemeld, dat het sorteeren van de stukken, die zich nog in den gestolen postzak en in de woning van Cavillo bevonden, gisteren beëindigd werd. Buiten do 152.000 Mark aan baar geld, die het eerst gevonden werd, kwamen nu - nog voor 250.000 Mark effecten en andere gelds waardige papieren voor den dag, die alle nog in goeden staat waren. Hoeveel er verbrand is, kon men nog niet vaststellen, men gelooft ech ter niet, dat er veel van waarde in de vlam men is opgegaan, doch stellig wel een 100.000 Mark. Voor zoover men is te weten kunnen komen, zat er Voor een half millioen Mark waarde in den postzak. Faillissement. Het faillissement van de bekende oude Berlijnsche bankiersfirma Her mann Baasch, die kort geleden te Berlijn over leed, heeft een verrassende wending genomen. Het blijkt dat Baasch zich aan verduisteringen heeft schuldig gemaakt, waarvan het bedrag nog niet kan worden vastgesteld, maar die minstens 600.000 Mark bedragen. Tegen den zoon van den bankier is een aanklacht ingediend. De uitsluiting in de metaalindu strie een feit. Terwijl gisteren verscheidene Berlijnsche bladen nog het lericht versphreidden, dat de uitsluiting in de metaalindustrie voorko men was, is zij gister-avond reeds een feit ge worden. De beslissende vergadering der gieters, waar over de begiddelingsvoorstollen gestemd moest worden, had heden-middag plaats. Er ston den 14 paragrafen over de voorwaarden der pa troons op de agenda, maar reeds bij het begin der vergadering was een besliste stemming tegen het voorstel waar te nemen en het resultaat was dan ook negatief. De bemiddelingsvoorstellen sche nen de vergadering niet voldoende gespecifeerd en geen fondament voor een duurzame overeen komst. Het vergelijk werd met overweldigende meerderheid verworpen en het resultaat aan de vereeniging van metaalindustrieelen medegedeeld. Dit besluit beteekende definitieve beslissing. De algemeene uitsluiting in alle bedrijven treedt morgen in werking. De patroons waren op dezen uitslag reeds heden-middag voorbereid. Eenige van hen, o.a. de Electricitatsgesellschaft waren reeds 's middags om drie uur de uitsluiting begonnen. De arbeiders hebben welinwaar besloten verder te onderhandelen, maar intusschen begint gelei delijk de uitsluiting der bepaalde 60 o/0. Reuter seint uit Berlijn: Gisteren-middag werd door de vergadering van vormers in de metaalindustrie de aanvaarding van het door de patroons voorgestelde vergelijk met overwegende meerderheid van de hand gewezen. Hiermede wordt dus van morgen af de uitsluiting van kracht. De werkgevers besloten tot de uitsluiting van 60 o/o der arbeiders over te gaan, waardoor bij de 70.000 arbeiders getroffen worden. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 28 Nov. 1911, des namiddags 2 uur. (Slot). Vergunningsrecht. 12. Adres van de afd. Schiedam van de ver eeniging ^Vergunning" waarbij wordt verzocht in de verordening op het vergunningsrecht de wijze van herschatting bij reclame te wijzigen, met advies van B. en W. De heer De Jong zal stemmen voor de voor dracht van het College, maar is 't niet geheel eens met het benoemen van deskundigen. Hij kent het advies van deskundigen al te zeer. Art. 6 heeft niet zijn sympathie, wijl de Raad daarin als hoogste rechter wordt erkend, en de beslis singen van den Raad, salve reverentia, te zeer door nevenbedoelingen worden beheerschtmaar hij zal er zich bij neerleggen als hem verzekerd wordt, dat in alle zaken de commissie voor de belastingen zal worden gehoord. De Voorzitter verzekert, dat binnenkort een voorstel in zake de commissie voor de be lastingen den Raad zal bereiken. B. en W. heb ben heelemaal geen bezwaar bedoelde toevoeging in het voorstel op te nemen ze ligt geheel in de lijn van het nieuwe voorstel. De heer Koopmans zegt dat hij 't als lid van de commissie voor de belastingen met het geheele voorstel eens ismaar hij wensclit hier nog eens te doen uitkomen, dat niet dezelfde deskundige die de eerste schatting verrichtte, met de herschat ting wordt belast. De Voorzitter meent, dat de heer Koop- mans daarvan wel behoorlijk overtuigd is. De heer Evers dacht toch, dat dezelfde schatter, die de eerste schatting verrichtte, ook met de herschatting was belast. Hij prefereert een regeling als bij de rijkssuccessiebelasting, waarin éen schatter wordt benoemd door den belang hebbende, éen door de administratie en waaraan dan een derde schatter wordt toegevoegd, die de beslissing in handen heeft. De heer De Jong zegt, dat bij de rijkssuccessie belasting drie deskundigen door de drie daarbij betrokken elementen worden benoemd maar hij raadt daarop niet te diep in te gaan een 25-jarige ervaring bij de administratie heeft hem geleerd, dat het advies van deskundigen altijd subjectief is en daarom hecht hij daaraan niet veel en acht hij in hoofdzaak een goede rechter beter dan de schatter. Vooral in kleine plaatsen worden de uit spraken der schatters te veel door nevenbedoelin gen beheerscht. De heer Wittkampf acht het belang der betrokkenen bij de bestaande regeling onvol doende behartigd. Hij oordeelt 't beter, dat de betrokken partij een deskundige benoemt, de Raad een tweede en de ontvanger der belastingen een derde. Spr. toont overigens veel waarde te hech ten aan de uitspraak van eene commissie van arbitrage die normaal is samengesteld hij meent daarin den besten waarborg voor eene juiste be slissing te zien. De heer De Jong zegt, dat men wel kan be merken, de heer Wittkampf geen jurist is an ders zou hij zoo niet spreken. Veel meer dan aan het oordeel van arbiters hecht spr. aan een rech terlijke uitspraak. Hij verzekert dat zijn persoonlijk gevoelen is, het oordeel van deskundigen altijd subjectief is. Ook arbitrage in handelszaken, acht spr. niet zoo gewenschtintegendeelhij acht het oordeel van den rechter beter dan dat van scheids mannen. De wethouder van Financiën, de heer Lage r- w e y, verzekert, dat B. en W. met de bestaande regeling zijn gekomen na rijp beraad geleid door de eischen van den dienst. Weth. zegt, dat als de heer Wittkampf niet op de hoogte is, B. en W. wel op de hoogte zijn. Hij verklaart, dat het in stituut van de ar bitrage-commissie, zooals 't vroe ger geregeld was, niet deugde, niet voor de praktijk geschikt bleek daarom stelden B. en W. deze nieuwe regeling voor. Weth. maakt hier het woord van een Rotterdamsch wethouder tot het zijne 't ware te wenschen dat voor en na alle Raadsleden eens als wethouder konden optreden, dan zouden zij den feitelijken toestand zien, de dingen zien, zooals zij zijn en zouden zij zich niet door inferieure belanghebbenden laten beïnvloe den, maar daar ver boven staan. De heer Wittkampf repliceert nog kortelijk op het betoog der beide laatste sprekersden wethouder van Financiën verzekert hij, dat 't in zijn brein niet opkomt de ambtenaren der ge meente te beschuldigen. Waar de heer De Jong 't meest aan rechterlijke uitspraak hecht, is hij meer voor arbitrage gestemd, waar men hier toch recht behoeft naar den geest en niet naar de letter der wet. Spr. erkent intusschen, dat hier het laatste woord is aan den Raad. De Voorzitter zegt. dat B. en W. handha ven hun afwijzend prae-advies Dat wordt daarna aangenomen met 414 stemmen. Tegen stemmen de heeren Evers, Gerlach, Houtman en Wittkampf. Meerdere leden heb ben de vergadering reeds verlaten. Voorkoming van brandgevaar. 13. Voorstel tot vaststelling eener verordening houdende bepalingen ter voorkoming van brand gevaar en ter regeling van het blusschen van brand en in verband daarmede wijziging van de veror dening op het gebruik van de havens en wateren (havenreglement) Wordt om het late uur van de agenda afge voerd. Noordel ij k Uitbreidingsplan. '14. Rehandeling van het ontwerp-plan van uitbreiding van het Noordelijk gedeelte met het daaromtrent ingediende bezwaarschrift van den heer Herman Jansen. De Voorzitter geeft een overzicht van de ge- geschiedenis van het plan welke wij hier laten volgen Het ontwerp is 3 Juni 1910 ter visie gelegd. 12 Augustus d.a v. berichtte de Gezondheids commissie dat bij haar geen bezwaren tegen het pian zijn gerezen. '16 September d.a.v diende de heer H. Jansen bezwaren in tegen het tot grondslag genomen peil. Hij verzocht het peil, bij het plan op 0.60 Me ter N.A.P. aangenomen, te stellen op hoogstens 0.70 Meter boven de gemiddelde hoogte van het maaiveld. Door hem werd die gemiddelde hoogte aange nomen op 1.80 Meter N.A.P. Hij wenschte dus vaststelling van het peil op 1.10 Meter N.A.P. Volgens opmetingen van den oorspronkelijken ontwerper van het uitbreidingsplan, den heer Paul, wisselde de hoogte van het maaiveld voor Nieuwland tusschen 1.20 Meter en 1.60 Meter N.A.Pen voor 's Graveland tusschen 0 60 Meter en 0.80 Meter N.A.P. Naar aanleiding van ingekomen aanvragen om in Nieuwland te bouwen is in 1905 door Burge meester en Wethouders een deskundig advies ingewonnen omtrent het daar aan te nemen peil. Ook toen wenschten belanghebbenden een lager peil dan de Directeur der Gemeenteweiken aan gaf. Deze laatste wilde geen polderstad doch een boven boezempeil. Voor dezen boezem, waartoe de Schie behoort er, die staat onder beheer van Delfland geldt Delflands peil dat is 0.40 Meter N A.P. Volgens den Directeur der Gemeentewerken loopt het peil in werkelijkheid dikwijls op, ja tot bo ven N.A.P. Het maalpeil is 0.25 Meter N.A P. d.i. het grenspeil waarboven de polders niet meer op den boezem mogen uitmalen. Geraadpleegd werden de heeren De Jongh en Lindo, directeuren van Gemeentewerken te Rot terdam en Den Haag, die 31 Mei een gezamen lijk advies uitbrachten. Zij stelden voor het peil te bepalen op 0.35 M. N.A.P. zulks in verband met een gewenschte diepteligging der riolen, doch geheel onafhankelijk van het boezempeil, waarover in hun rapport geen< woord werd gesproken. Als tijdelijke waterberging nooduitlaten bij heftigen regen valj— zou de polder blijven dienst doen en wanneer dit niet door het polderbestuur werd toegestaan, of door volbouwing onmogelijk werd, door in de riolen afloopende weteringen die op polderpeil werden gehouden en uit den boezem ververscht. Daardoor zou tevens een vast grondwaterpeil aan het stadskwartier verzekerd worden. Opgemerkt werd dat men bij het uitbreidings plan van Rotterdam dergelijke weteringen in elk gedeelte der polderstad aantreft. Aangegeven werd dat in het onderhavige geval een dergelijke wetering zou kunner worden gegraven op den gemeentegrond langs de - Damlaan, die daardoor het karakter van den Eendrachtsweg of Noorder singel zou verkrijgen. Bij schrijven van 5 Juli 1905 heeft de Direc teur der Gemeentewerken tegenover dat advies zijn stelsel verdedigd van nooduitlaten op den boezem. Door de grootte van de bergruimte zou bij het gebruik van den boezem het peil daarvan niet steigen en had men een groote mate van zeker heid. Daardoor werd ook een aanmerkelijk verlies aan bouwterrein, voor de weteringen, uitgespaard. Als nadeelen werden erkend, dat dit principe een ophooging tot 0.60 Meter NAP. eischte, en dat het grondwater in het stadskwartier niet zou blijven zooals het thans is, wat echter door den Directeur niet zoo'n groot nadeel werd geacht, daar het nooit zoo hoog kan stijgen dat het na- deelig zou worden voor niet zeer diepe kelders. Bij het ontwerp werd nu. gelijk gezegd, het stelsel van den Directeurnooduitlaten op den boezem, aangenomen. Bij de behandeling in den openbaren raad op 7 Februari 1911, handelingen blz. 76 tot 83, heeft de heer rar. Jansen bij motie voorgesteld het peil te brengen op 35 cMeter N.A.P. Dit was gelijk aau dat van de heeren De Jongh enLindo,maar steunde niet op den zelfden grondslag. Want de heer mr. Jansen erkende, dat het stadsgedeelte een behoorlijke hoogte boven den stand van het boezemwater moest liggen en dan achtte hij boven den boezemstand 0.75 Meter, gelijk bij zijn voorstel, voldoende. Blijkbaar had hij hoofdzakelijk het oog op het grondwater, dat na ontpoldering zich zou rege len naar den boezemstand. Volgens advies van de heeren De Jong en Lindo zou daarentegen het water in de wateringen door bemaling op polderpeil worden gehouden en het grondwater in het stadskwartier zich dus daar naar regelen. Door den Wethouder van Openbare werken werd den heer mr. Jansen tegemoet gevoerd, dat wilde hij ongeveer 0.75 Meter boven den stand van het boezemwater blijven, het peil bij het ontwerp aangenomen, juist goed was als men zich niet richtte naar het officieele boezempeil maar naar het maalpeil, dat 0.25 Meter juist het verschil tusschen hem mr. Jansen en Burgemees ter en Wethouders hooger is. Na bespreking van de zaak over en weer in de openbare vergadering werd de zaak aangehouden opdat men technisch nog eens zou worden in gelicht. Naar aanleiding van het in die openbare raads vergadering behandelde, heeft de heer. H. Jansen een nadere uitvoerige memorie bij den Raad in gediend. daar hem was gebleken, dat zijn bezwaar niet volkomen was begrepen. In die memorie werden naast de bestrijding van eenige misvattingen, volgens adressant, door Burgemeester en Wethouders bij de indiening van het plan reeds kortelijk besproken bezwaren n.l. de hooge kosten en de vorming van ver stuivende zandvlakten waarop geen vegetatie zou kunnen tieren nader ontwikkeld. Naar aanleiding van het door Bugemeester en Wethouders aangehaalde Vlaardingsche voorbeeld werd door adressant nog opgemerkt, dat een hoog te ten opzichte van N.A.P. op zich zelf niets zegt voor een behoorlijk drogen toestand der gron den, maar dat het hier op neerkomt dat men op een behoorlijke hoogte blijft boven een goed geregelden waterstand, hetzij deze hoog of laag is als zij in het laatste geval maar goed wordt bemalen. Nog werd er door hem op gewezen, dat zelfs bezwaar is gemaakt tegen een bestaande nooduit- laat op den boezem, hoeveel te grooter zou dit zijn tegen geheel nieuwe uitlaten. En wat, zoo de gemeente daartoe geen verlof kreeg Ik merk op, dat de heeren raadsleden in co mité-generaal alle gewenschte technische in lichtingen hebben kunnen ontvangen. Ik meende echter goed te doen nog eens een overzicht van het in deze zaak verhandelde te geven. Ik kan ten slotte mededeelen, dat het College blijft bij het eenmaal voorgestelde peil hetwelk het het juiste blijft achten (n.l 60 c.M. -}- N.A.P.) Daar in comité-generaal de gemaakte opmer kingen en bezwaren voldoende zijn besproken, gaat de Raad er zonder verdere discussie toe over het uitbreidingsplan voor het bedoelde deel der gemeente vast te stellen. Op het bezwaarschrift van den heer Herman Jansen wordt afwijzend beschikt. De heer Koopmans zag gaarne in twee ge deelten over het plan gestemdmet het eerste gedeelte, het peil, kan hij zich wel vereenigen maar met het tweede gedeelte, het geheele uit- breidings lan, niet. De Voorzitter wil nu in stemming brengen het peil en het geheele plan. De heer Koopmans zal dan tegen stemmen. De heer Van der Velden zegt, dat toch elke tien jaar opnieuw over het uitbreidingsplan moet beslist worden. De Raad besluit daarna tot goedkeuring van het peil op 0.60 M. boven N.A.P. en tot vaststel ling van het uitbreidingsplan van het noordelijk deel der gemeente met 14—1 stemmen. Tegen stemt de heer Koopmans. De heer Koopmans verkrijgt nog aan het eind der vergadering het woord. Hij herinnert er aan, dat de wethouder van gemeentewerken in den loop van het debat zeide, dat hij eerder een pluimpje dan een reprimande had verwacht. Hij brengt dan, waar hem tot heden de gelegenheid ontbrak, nog op dit oogenblik hulde aan de commissie en den wethouder van gemeentewerken voor den vaardigen spoed waarmee het brug wachtershuisje aan de Appelmarkt is tot stand gekomen. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voor zitter de openbare vergadering.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 6