Binnenland. Prov. Staten van Zuid-Holland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. moties-Arts en -Ter Laan, Welke de Voorzit- ter in Februari aan de orde hoopt te zien. De heer Van Wijnbergen sluit zich aan bij den heer De Visser ten aanzien van het sub sidie voor M.U.L.O. Hij bespreekt verder de wijze van oproeping bij onderwijzers-vacatures in het district Eindhoven en wenscht de deelneming van Limburgers in de examencommissies. Hij verdedigt de gedragslijn der gemeentebesturen in Z.-Lim burg ten opzichte van het openbaar onderwijs. Hij behandelt de salarisactie der onderwijzers, waaraan men aandacht moet wijden. Spr. is het met dr. Kuyper eens, dat het subsidiestelsel voor het bijzonder onderwijs milder moet werken. Hij hoopt, dat de Reg. in dien zin een oplossing ont werpen zal. De heer Vander Molen zegt, dat de school strijd nog niet uit is en dringt aan op salaris verbetering voor onderwijzers. Het aan traktemen ten te besteden geld kan productiever gebruikt worden voor hetzelfde doel door concentratie van onderwijsinrichtingen en vermindering van lesuren. De heer Ketelaar vraagt salarisverbetering voor de handwerk-onderwijzeressen en wil beter schooltoezicht. Bij de subsidieregeling voor bijzonder onderwijs wijst spr. op praktijken om zoo veel mogelijk geld te krijgen. Spr. behandelt het geval van den onderwijzer Wetzel, waarbij de geestelijkheid aanspoorde tot overtreding van de Leerplichtwet. Spr. kan in dr. Kuyper's middel, de bijzondere school, geen reme die zien tegen de oude grief der tuchteloosheid van de jeugd. De heer De Geer wil geen verband gelegd zien tussschen de kwestie van onderwijssubsidie en regeling van de gemeentefinanciën. Spr. behandelt het K. B. betreffende subsidiee- ring van M U.L.O. scholen. De heer Tjdeman wenscht gegevens nopens de ontwikkeling van het M.U.L.O. De heer Roodhuyzen vraagt subsidie voor de Vereeniging voor M.U.L.O. De Minister van Binnenlandsche Zaken (de heer Heemskerk) wijst op verblij dende" ontwikkeling van het bijzonder onderwijs. Hij vreest van verruiming van het gemeentelijk belastinggebied geen bevoorrechting van het open baar onderwijs ten plattelande noch in de steden. Daar het bijzonder onderwijs in de grpote steden in ongunstigen positie is, zint de /minister op middelen, als bijv. een gemeentelijke schoolbelas- ting, om dit te verhelpen. Met tuchteloosheid der jeugd heeft de kwestie van openbaar en bijzonder onderwijs niets te maken, maar de geest van het openbaar onderwijs laat te wenschen over. De Min. behandelt dan de salariskwestie en waarschuwt tegen wettelijke vaststelling van de bezoldiging. Aanneming van de moties laat de vraag open, of de Min. er gevolg aan zou kunnen geven. Na bespreking van de gevallen te Gendt en te Scheveningen, zegt de Min., dat te overwegen zou zijn om het subsidie te verminderen, indien er kwade trouw bij de telling van de kinderen mocht blijken. De schoolvereenigingen waren tegen een rege ling als de heer De Visser wenschte voor de bouwkosten van bijz. scholen. De minister wraakt de geuite critiek op uitla tingen van predikanten. Hij behandelt de bijz. scholen te Zuilichem en te Emmen en het K. B., dat op de M. U. L. O. wet steunt. Geen replieken. Het alg. debat wordt gesloten over de afd. Lager Onderwijs. Daarna komt de Waterstaatsbegrooting aan de orde. Deze wordt na verwerping (52 tegen 20 stemmen) van het amendement-Ketelaar tot ver krijging van andere lotsverbetering van personeel) aangenomen met twee kleine ontwerpen van wet. Vervolgens voortzetting van de begrooting van Binnenlandsche Zaken, waarbij de heer Kete laar betere jaarwedderegeling van onderwijzers bij de leerscholen vraagt en zich verzet tegen vermindering van het aantal beurzen aan de kweekscholen. De heer Blum verdedigt het standpunt van den Min. om de toelage voor kweekelingen niet te verhoogen, waarmede de heer Oosterbaan het oneens is. Deze wil het aantal toelagen ver minderen en voor de bijz. kweekelingen ook toe lagen uitkeeren. De heer Roodhuyzen wil hooger toelagen De Minister zegt, dat het nog blijken moet, dat de toelagen te gering zijn. Hij zal overeenkomstig den wensch van den heer Tydeman zooveel mogelijk gegevens ver schaffen over het M. U. L. O. De heer Ter Laan klaagt over te weinig Rijksnormaallessen. Hij wil hooger toelage voer de directeuren, verplichte akten M. O. en wedu wen- en weezen-pensioen. De heer Roodhuyzen sluit zich hierbij aan. De Minister acht de salarissen voldoende. Het wetsontwerp voor de pensionneering komt zoodra mogelijk. De heer Roessingh bepleit verhooging van subsidie aan de gemeente Emmen voor het lager onderwijs in het belang van gewenschten school- bouw. De heer Ter Laan ondersteunt dit betoog. De Minister zegt, dat de steun zoo geregeld is, dat Emmen den achterstand geleidelijk kan inhalen. Den heer Ter Laan antwoordt de Minister pensionneering van leerkrachten aan de scholen voor zwakzinnigen te zullen overwegen. De heer Ketelaar bespreekt de subsidie aan den Bond voor lichamelijke opvoeding en oefent kritiek op de wijze waarop de Bond dit geld aanwendt. De heer V e r h e y wenscht, dat geen certificaten van bevoegdheid voor gymnastiekonderwijs worden gegeven buiten het Dep. v. Binnenl. Zaken om. De hegr Ter Laan ondersteunt het betoog der heeren Ketelaar en Verhey. De Minister zegt een opgave van de beste ding van het subsidie aan den Bond voor Licha melijke Opvoeding toe. Een speciaal toezicht op de besteding is in overweging. Bij een volgend artikel licht de heer Ter Laan een amendement toe, waarvan de bedoe ling is, geen subsidie te verleenen aan de Veree niging van christelijke bewaarschool-onderwijze ressen in Nederland, teneinde deze vereeniging in staat te stellen examens van bewaarschool-onder wijzeressen af te nemen. Spreker meent, dat het in beginsel is af te keuren dat vereenigingen zelf het peil der examens zullen vaststellen. Zulks behoort de overheid te doen: De heer Ketelaar ondersteunt dit amende ment, terwijl de heer Oosterbaan en de Minister het bestrijden. Het wordt verworpen met 39 tegen 17 stemmen. Naar aanleiding van eenige opmerkingen van de heeren De S t u er s en B 1 u m betoogt de Minister, dat er urgenter zaken te regelen zijn op het oogenblik dan de archiefkwestie en bestreed dat er niets gedaan zou worden tot behoud onzer oude monumenten. Hij acht het niet noodig wettelgke voorziening te treffen. Wat de Amsterdamsche Paleis-kwestie betreft, deze is op het oogenblik bij den Amsterdamschen Raad aanhangig en in dat stadium kan de Mi nister zich niet verder over zijn gevoelen uitlaten. De heer Blum vestigt bij het verder debat 's Ministers aandacht op Rijkssubsidie voor den herbouw van de afgebrande kerk te Vlissingen. De heeren Ter Laan, Limburg, Thom son, De Visser, Pat ij n, Van Vuuren en v. d. Velde dringen aan op de lotsverbetering van het personeel der Kon. Bibliotheek. De Minister zet uiteen, dat hij nooit lots verbetering van het Bibliotheekpersoneel heeft afgewezen. Spreker zal de zaak goed nagaan, alvorens een toezegging te doen. De heer Thomson betreurt dit antwoord en had een formeele toezegging verwacht tegenover dit algemeene verlangen der Kamer. De Minister betoogt, dat er een reden moet zijn voor dit gezamenlijk optreden der Kamer. Daar wil hij het fijne van weten en daarom wil hij de zaak goed en degelijk onderzoeken. De heer De Stuers brengt hulde aan den heer en mevrouw Drucker te Londen voor hun koninklijke geschenken aan het Rijksmuseum, waarbij Minister Heemskerk zich namens de Regeering volgaarne aansluit. De heer Van Vuuren acht zijn standpunt tegenover de openbare leeszalen bekend, maar hoopt dat de voorwaarden die de regeering voor subsidieering aan die inrichting gesteld heeft, iets zal uitwerken. Intusschen hebben de katholieke leeszalen nog steeds geen subsidie en heeft de regeering nog niet de voorwaarden, vastgesteld waaronder de katholieke leeszalen subsidie kunnen verkrijgen. De Minister zal de oplossing dier zaak be spoedigen. De heer Marchant pleit voor steun aan het Concertgebouw te Amsterdam. Vervolgens criti- seert spr. de toestanden aan het Koninklijk Con servatorium voor muziek te 's-Gravenhage. De Minister erkent, dat de Regeering zich tegenover het Conservatorium in een moeilijke positie bevindt. De Minister herinnert dat er een commissie van toezicht is ingesteld, maar desniet temin zal de Minister het door den heer Marchant te berde gebrachte onderzoeken. Intusschen acht de Minister deze zaak niet aanmoedigend om Rijkssteun te geven aan een andere toonkunst-inrichting, nl. het Concertgebouw te Amsterdam. Ook andere moeilijkheden zijn er, zooals het geven van concerten op Zondag. De Minister kan geen subsidie toezeggen. Hiermede was de begrooting van Binnenlandsche Zaken afgehan deld. De begrooting werd z. h. s. aan genomen, benevens eenige bijbe- hoorende ontwerpen. De vergadering werd ten half zeven gesloten tot heden. Van het Hof. H. M. dei Koningin zal a,s'. Donderdag den eere-voorzitter van en den eersten gedelegteèr1- dem op de internationale opiiumciomferentie1, ten hove een maaltijd aanbieden, waaraan ook de minister van koloniën is genoodigd. Z. K. H. de Prins heeft gister als voorzitter eien Vergadering van het hoofdbestuur van de Kom. Noder 1. Landbouwvereeniging bijgewoond. Het bezoek van Koningin Wilhelmina aan Parjjs. In den «Figaro" vinden we vermeld, dat H. M. Koningin Wilhelmina bij haar aanstaand bezoek in het voorjaar - aan den president der Fransche Republiek te Parijs, een retrospectieve tentoonstelling georganiseerd door artisten van de Champs de Mars zal openen van schilde rijen en curiosa, betrekking hebbende op de dans kunst, zooals die aan het Fransche hof en in de aristocratische Fransche kringen beoefend werd onder Lodewijk XIV, den Zonnekoning, en diens opvolger, «Ie roi bien-aimé." Jhr. mr. van Swinderen. f Jhr. mr. P. J. van Swinderen, de gister over leden vice-president van den Raad van State, gesproten uit een Groningsch adellijk geslacht, maakte zijn studiën aan de hoogeschool te Gro ningen, in welken tijd hij een beantwoording inzond op een rechtskundige prijsvraag van de Leidsche academie, een wetenschappelijke arbeid die met de zilveren medaille bekroond werd. Zijn laatste rechterlijk ambt was dat van kan tonrechter te Groningen. Daarnevens vervulde hij het herhaaldelijk hernieuwde mandaat van lid der Prov. Staten van Groningen, die hem in 1881 benoemden tot buitengewoon lid van Gedeputeerde Staten. In 1888 werd de heer Van Swinderen benoemd tot commissaris des Konings in de provincie Drente. Tot 1 Dec 1903 stond hij aan het hoold van het provinciaal bestuur van dat gewest, toen hij door de Koningin, op voordracht van het ministerie-Kuyper, geroepen werd, wijlen jhr. mr- Schorer als vice-president van den Raad van State op te volgen. In dat Staatscollege fungeerde hij tevens als president van de afdeeling voor de geschillen van bestuuur. De overledene was een man van christelijke beginselen, die hij tot richtsmoer nam ook in het staatkundig leven en weike hij beleed met bezadigdheid, zonder partijgeest. De heer Van Swinderen was commandeur der orden van den Ned. Leeuw en de Oranje-Nassau. Het stoffelijk overschot van den vice-president Van dem Raad van State,1 jhr. mr. van Swinde-ren zal Vrijdag of Zaterdag a.s. worden overgebracht naar Noordlaren (gem. Harem), in Groningen, om daar in hief. familiegraf te worden bijgezet. Nederland en Portugal. önze oorrespondent te Lissabon schrijft, dd. 15 dezer Heden heeft onze gtezant, 'mr. Doude van Troost wijk, den president van !die Portugeeschie repu bliek zijn geloofsbrieven overhandigd, wat ge paard ging met het gewone korte ceremonieel. De gezant werd daartoe in ee,n rijtuig, door cavalerie geëscorteerd, afgehaald en daarna weer naar het gezantschap teruggevoerd. Mr. Doude van Troostwijk zal binnen enkele dagen weer naar Madrid vertrekken. (N. R. Crt.) De Braakman. Reuter seint uit Brussel dd. gisteren: In de heden gehouden zitting van den Senaat heeft de interpellatie plaats over de maatregelen noo dig gewofden door heit plan tot indijking van een groot gedeelte van de Braakman, door de Nedexlandsdüe reg'eeiing. De Minister van Landbouw betwist, dat Bel gische belangen geschaad kunnen worden te,n gevolge van de maatregelen door de Nederland- scbe regeering genomen. Alle kwesties, die opge worpen kunnen worden, zullen maar billijkheid en vriendschappelijkheid opgelost worden, dank zij de goede betrekkingen mieit Nederland. Wat betreft het visChrecht op de Schelde, verkèeren onzie visschers in een zeer moeilijken toestand. Er zal onderzocht kunnen worden of de werken misschien niet uitgevoerd zullen worden. Het incident werd gesloten. Mosselvisschers. Reuter seint dd. gisteren uit Brussel: Die Karn,et' bespreekt een interpellatie over de bepalingen door de Nederlandscbe regeering ten opzichte van de mosselvisschers genomen. Er wordt gevraagd maatregelen te nemen om de visschers in staaf te steilten de mossalen te Bouchaute te lossen. De: Minister van buitenlandsche zaken ant woordt, dat hij diei zaak zal nagaan en dat liij hoopt, dat aan het verzoek gevolg zal kunnen worden gegeven. Staatspensioneering. Het hoofdbestuur van den Bond voor Staats- pemsionnieering heeft iii eten adres aan de Tweede Kamer in overweging gegeven, ten spoedigste in behandeling te nemen de motie van mr. Troel stra, betrekking hebbende op art. 357 van het ontwerp van wet tot verzekering van werklieden tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en. ouder dom. Ziekteverzekering. Minister Talma heeft dezer dagen bij de com missie van voorbereiding uit de Tweede Kamer voor het ontwerp-ziekteverzekering zijn schriftelijk antwoord ingediend op de schriftelijke mededee- ling, welke de commissie als leiddraad voor het mondeling overleg met den Minister dezen had toegezonden. Dei Provinciale Staten van Zuid-IIo]1and kwa men gister weer bijteen. Heit nieuwbenoemde' lid, mr. dr. Van Gijn, nam zitting. De voorzitter, commissaris Sweerts de Landas, bracht hulde, aan de nagedachtenis van den heer Van Hoeken, die voor Leiden zitting had, en het bericht van diens overlijden de vergadering had bereikt. Het zal met een brief van rouwbeklag beantwoord worden. Na de pauze verkreeg de heer Nol et verlof tot het doen van een vraag, aldus luidende«of Ged. Staten eenige medededeeling kunnen doen omtrent den stand van zaken betreffende de a f- scheiding van den Hoek van Hol land van de gemeente 's-Gravenzande. Onder herinnering aan den vroegere voorstellen van Ged. Staten te dier zake en aan de benoeming eener commissie uit de Staten die daarover rapport uit bracht en tot de conclusie kwam dat verbetering van de hygiënische toestanden urgent was, waarop de Staten een bedrag van f30.000 toestonden. Hierop volgde het voorstel om Hoek van Hol land bij Rotterdam te voegen, maar sedert heeft die zaak geen voortgang gehad tot nadeel van de bewoners van Hoek van Holland. Interpellant deed een beroep op de energie van Ged. Staten ten behoeve van de bewoners van Hoek van Holland, waar de toestaad verslechterd is. Daarom doet spr. deze vraag aan Ged. Staten in de hoop dat deze gewichtige kwestie spoedig moge worden opgelost. Namens Ged. Staten beantwoorde jhr. von Fi- senn e den interpellant. Aan de mededeelingen van den heer Nolet voegde hij toe waarom de indie ning van het w. o. vertraagd is. In de omstandig heden konden Ged. Staten weinig doen, maar zij zullen niets nalaten om de onderhandelingen zoo spoedig mogelijk tot gunstig resultaat te brengen. De heer Nolet betuigde zich weinig voldaan over dit antwoord, dat trouwens bekend was, uit 's ministers antwoord in de Tweede Kamer. Hij meende evenwel dat H. v. H. niet de dupe kan worden van de onderhandelingen, terwijl verbetering van de toestanden daar dringend noo dig blijft. Hebben G. S. dan niet meer macht om in deze krachtiger op te treden ter uitvoering van de overeenkomst. Nader verwacht hij G. Sj met Rotterdam te gaan overleggen om de moei lijkheden op te lossen en daarvoor wilde hij gaarne aan G. S. een ruimen termijn toestaan. De heer von Fisenne antwoordde dat Ged. Staten de macht die de heer Nolet hun toekent, niet bezit. De beslissing over de indiening van het w.o. berust bij den min. van binnenl. zaken, maar hij herhaalt Ged. Staten zullen trachten de zaak zoo spoedig mogelijk tot een goed einde te brengen. De heer Brunt deelde mede, dat 's-Grave- sande kort geleden nog een poging heeft gedaan de zaak te bespoedigen, ook met de gemeente Rotterdam want 's-Gravensande steunt zeer de toevoeging van den Hoek bij Rotterdam. (Een stem: Jammer genoeg!) Intusschen is t noodig, dat men het standpunt van Rotterdam behoorlijk kent. De voorzitter meent dat het debat kan gesloten worden nu gebleken is dat ook uit de Staten een stem is opgegaan om deze zaak te bespoedigen. De heer Gerretson komt op tegen den indruk die hier zou kunnen achterblijven dat Rotterdam een spaak in het wiel zou steken en impotent zou zijn de moeilijkheden op te lossen. De Voorzitter acht het niet mogelijk Rotterdam en «impotent" in een adem te noemen (gelach). De heer Nolet zegt dat hij het woord impo tent alleen gebruikt heeft in dien zin dat Rotter dam niet de bezwaren zou kunnen oplossen, want hij blijft overtuigd dat als de min. van financiën op zijn stuk blijft staan, Rotterdam impotent is te noemen. De Voorzitter. U bedoeld niet bij machte. De heer Nolet. Niet bij machte nu dat is precies hetzelfde. (Vroolijkheid.) De interpellatie is hiermede afgeloopen. Aan de orde werd' nog gesteld de toekenning van bijslag op de jbezoldigingen van provinciale ambtenaren en bedienden met het voorstel-de Wilde c.s. om de maxima der traktementen van enkele beambten inmiddels te verhoogen. De heeren v. Vessem c.s. stelden voor, dat voorstel om advies te zenden aan Gedep. Staten. De heer De Wilde bestreed het geven van toeslag wanneer men van meening is, dat het personeel behoorlijk is bezoldigd. Nadat de voorzitter had verzekerd dat Gedep. Staten ten opzichte van de salarisverbetering dili gent zijn, kwam het amendement-Van Vessem te vervallen. Voor den bijslag verklaarden zich nog de heeren Gerretson en Pera, terwijl de heer Van W i c h e n er nu vóór zou stemmen, omdat Ged. Staten eenmaal een voorstel hebben gedaan. Het voorstel van Gedep. Staten evenwel werd verworpen met 34 tegen 21 stemmen. Na afdoening der wijziging van de prov. be grooting, werd de vergadering in naam der Ko ningin gesloten. Weerbericht. Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 20 Dec. 1911, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te de .Bildt. Hoogste barometerstand 766.G te Nice. Laagste barometerstand 731.8 te Seydisfjord. Verwachting tot den volgenden dagkrach tige tot stormachtige, later tydelijk afnemende zuid westelijke tot zuidelijken wind, betrokken met regen, later tydelijk opklarend, zelfde temperatuur. Mr. Kavelaars. Men seint ons uit Den Haag: Bij Koninklijk betsluit is bevestigd het besluit valt den Raad dezer gemeente, waarbij de heer mr- M. J. C. M. Kavelaars tot lid van dien Raad werd toegelaten. Subsidie Bewaarscholen. B. en W. zeggen in een schrijven aan de» Gemeenteraad Bij adressen gedateerd resp. 20 en 24 Febr- 1911 richtten zich tot Uwen Raad de Directeuren der Departementale Bewaarscholen en de Veree niging tot bevordering van Christelijk Onderwij3 alhier, met verzoek het subsidie voor de Bizon- dere Bewaarscholen te verhoogen. Eerstgenoemde corporatie de Nutsbewaarscholen verzocht een verhooging van f 500. laatstgenoemde drong alleen aan op verhooging. Deze adressen werden door Uw College in onze handen gesteld om na vies. Bij de bespreking van de adressen in ons Col' ege bleek dat in principe bij ons geen bezwan1" bestond een verhooging van het subsidie voor te stellen. Toegegeven werd dat de vigeerende regeling, waarbij f 1per kind wordt uitbetaald) als onvoldoende moest worden beschouwd. Boven dien bleek dat ook het stelsel van een zeker bedrag per leerling te subsidieeren aan ernstige bedenking onderhevig was. Er was evenwel meer. Van de subsidieregeling die in 1906 door Uwen Raad werd getroffen, hebban niet alle te deze® stede bestaande Bewaarscholen gebruik gemaakt- De oorzaak hiervan was dat het subsidie te gerin# was tegenover de vrij zware eischen in de be treffende verordening gesteld. Burgemeester etl Wethouders meenden dat, wanneer overgeg»911 werd tot een herziening dezer materie, er m"est worden beproefd ook voor deze scholen de ver krijging van het gemeentelijk subsidie mogelij'' te maken. Immers eerst als dat het geval was' zou het particulier initiatief, zich in verschillend® kringen der bevolking openbarend, tot volle ont wikkeling kunnen komen. Wy zouden hetm-»^' ongewenscht achten aan twee der bestaand® scholen een hooger subsidie uit te keeren, zond®1" alles wat redelijkerwijze van ons gevergd kn11 worden, te hebben gedaan om de overige scboleI> ook van de betere regeling te doen profiteered' hetwelk ook dit voordeel meebrengt, dat in geval nagenoeg het geheele Bewaarschooload®® wijs te dezer stede onder ons toezicht zal kov*e0'- 4 I o I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1911 | | pagina 2