Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Gemeenteraad.
resultaat het gisteren alnm met teleurstelling ver
nomen gerucht.
Gisteravond deelde men ons echter mede, dat,
alhoewel H. M. de Koningin inderdaad, zij het
dan ook gelukkig niet ernstig, ongesteld is, er
kans bestaat, dat men in de hoopvolle verwach
ting niet teleurgesteld zal behoeven te worden.
Prof. Kouwer en zeer waarschijnlijk ook dr. Roes-
singh waren voornemens, ook dezen nacht ten
paleize te verblijven. Eerst heden zal, indien
zulks noodzakelijk zal blijken, een officieele mede-
deeling aangaande H. M'sgezondheidstoestand ver
schijnen. (Tel.)
Middenstandscongres.
Naar wij vernemen zal het Middenstandscon
gres op 10 en 11 Juli 1912 te Deventer gehouden
worden.
De minister van Marine.
Werd voor het uiteengaan der Tweede Kamer
de kans groot geacht, dat men den minister van
Marine in Februari niet meer terug zou zien
vooral omdat ditmaal Zijne Excellentie persoon
lijk neiging toonde om de portefeuille neer te
leggen thans vernemen wij dat dit voornemen
geheel is losgelaten. De minister stelt zich voor.
zijn pantserschip met kracht te handhaven en
alleen voor overmacht het veld te ruimen. Aan
het departement is nalle hens aan dek" om na
dere gegevens te verzamelen voor de verdediging
der begrooting.
Nu de zaak zoo staat, mag het vrijwel uitge
sloten heeten, dat de Kamermeerderheid de gelden
voor de nieuwe Indische pantservloot zal weige.
ren, hoe vernietigende critiek daarop ook van
deskundige zijde werd uitgebracht (Tel.)
De Zondags-étiquetten.
Naar de N. Haarl. Ct. verneemt, is op tele
grafische order van de directie der Posterijen
en Telegrafie de verdere verkoop der sZondags-
étiquetten" van gisteren af reeds verboden.
Een ziekenhuis te Tlissingen.
B. en W. van Vlissingen stellen den Gemeen
teraad v.oor tot benoeming van een raadscom
missie 'voor onderzoek naar de mogelijkheid tot
stichting van een. ziekenhuis.
Grond met woning aan landarbeiders.
Het centraal bestuur van den Nederl. Tuinbouw-
raad heeft een commissie benoemd ter bestu
deering van het wetsontwerp betreffende verkrij
ging. door landarbeiders van land met woning-
in eigendom of van loe land in pacht. Deze
Commissie zal op de eerstvolgende algemeen©
vergadering praeadvies uitbrengen.
Z. D. H. Mgr. Tan De Ten.
Men seint ons uit 's Bosch
De ziekte heeft een zeer gunstige wending ge
nomen. Z. D. H. genoot dezen nacht een goeden
en rustigen slaap, wat tot heden nog niet het
geval was. Mgr. toonde zich reeds nu zeer opge
wekt. Z. D. H. is de crisis thans te boven.
Het bulletin van gisterochtend luidde als volgt:
De beterschap blijft aanhoudener bestaat
thans gegronde hoop op algeheel herstel Z. D. H.
gevoelt zich thans ook veel beter De nacht was
volkomen rustig. (Tyd.)
Men seinde gisterenavond uit 's-Hertogenbosch
aan de »Msb."
Bij zijn bezoek van hedenavond verklaarde dr.
Freericks, dat de toestand van den doorluchtigen
patiënt zeer veel vooruitgegaan is.
Ook de temperatuursverhooging, die tengevolge
der koorts was ontstaan, neemt meer en meer af.
flij verwacht dan ook een gestadige beterschap,
hoewel deze met het oog op den hoogen leeftijd
van den patiënt slechts zeer langzaam zal vorde
ren.
Z. D. H. gevoelt zich zeer opgewekt.
Minister ColyH.
Men meldt uit Den Haag:
Gisterochtend begaf de minister van Oorlog
zich, zooals was aangekondigd, naar Utrecht. Het
doel was een bezoek aan de infanteriekazerne
aldaar en het bijwonen van eene oefening van
het korps genietroepen, in 't bijzonder van het
technisch gedeelte.
Men meldt uit Utrecht:
De minister van Oorlog, de heer Colijn, verge
zeld door luitenant-kolonel Stuten, chef der 5e
afrieeling van het departement van Oorlog, en de
adjudant van den minister, de kapitein van den
generalen staf, De Quay, bracht gister een bezoek
aan de infanterie- en geniekazerne om de mo
bilisatie-werktuigen te inspecteeren.
Gistermiddag zou de minister eenige forten
om Utrecht bezoeken. De minister vertrekt heden
naar Harderwijk.
De inspecteur der cavalerie.
Men deelt ons mede, dat de inspecteur der
cavalerie baron Van der Capellen, onmiddellijk na
de besprekingen over de gehouden legermanoe-
vres, waartoe verschillende autoriteiten op last
van den minister van Oorlog zich in de residentie
vereenigd hadden, zijn aanvrage om ontslag heeft
ingediend.
Door den leider dier besprekingen, den com
mandant van het veldleger, moest een dusdanige
vernietigende critiek over het trouwens al te
bekende optreden van den cavalerie-generaai
bij de oefeningen in de Betuwe worden uitge
sproken, dat deze opperolïicier begrijpen kon, wat
hem te doen stond.
Het is te hopen, dat door dit incident de tac
tische opleiding van ons ruiterwapen in betere
banen geleid wordt, d.w.z. dat er een zuiverder
appreciatie komt van de waarde van het vijan
delijk vuur en dat de zoogenaamde ïsabeltactiek''
voor goed een einde neme. (»Tel.")
ïPlan 1913."
Te Haarlem is Zaterdag j.l. de, eerste ver
gadering gehouden van de centraio commissie
voor „Plan 1913". Aanwezig waren de vertegen
woordigers van 15 vereeni;giugien, bonden en
maatschappijen.
Prof. Kraus', voorzitter van de Maatschappij
van Nijverheid, opende de vergadering en zette
nog eens uiteen, wat men zich voor otoigpn heeft
gesteld. De Maatschappij1 van Nijverheid, over
tuigd, dat het vreemdelingenverkeer in Neder
land bevorderlijk is aam algemeene nijverheids
belangen, was begeerig een stap te doen om
dat verkeer te bevorderen, en wel op eén wijze,
die zou kunnen strekken tot zoo mogelijk nau
were samenwerking tusschen de verschillende ver-
eenigingen, die zich de; bevordering van het vreem
delingenverkeer ten doel stellen. Daartoe achtte
de Maatschappij het jaar 1913 zeer geschikt. En
voorts werd het hoofdbestuur der Maatschappij
geïnspireerd door de denkbeelden van zijn se
cretaris,. den heer Die Clercq, die in 1913 Ne
derland zoo aantrekkelijk mogelijk v.oor den vreem
deling wil maken, door het organiseeren van
vele kleine tentoonstellingen, sportfeesten of an
derszins in verschillende plaatsen van het land.
De Maatschappij wilde over de uitvoerbaarheid
van dit „plan 1913" de commissie laten beslis
sen.
Mr. Everwijn, hoofd van de afdeeüng Handel
van het departement van Landbouw, N. en H,
verklaarde zich bereid van raad en voorlichting
te dienen en de oud-voorzitter der Mpij. van
Nijverheid stelde zich voor het presidium der
centrale commissie, beschikbaar.
De heer Kraus verklaarde de commissie ge
ïnstalleerd en droeg het voorzitterschap over
aan jhr. Fan de Poll, die den heer G. S. de
Clercq verzocht het secretariaat op zich te ne
men.
Deze, hieraan voldoende, deed medeeéling van
reeds bij hem ingekomen plannen, waaruit bleek,
dat reeds in een 10-tal gemeenten besprekingen
worden gehouden om in 1913 iets' bijzonders op
touw te zetten. De vraag: „Is het „plan 1913"
wenschelijk en uitvoerbaar", wlerd algemeen toe
stemmend beantwoord, het laatste gedeelte on
der dit voorbehoud; dat voldoende gelden kunnen
worden verkregen voor een reclame op onbekrom
pen schaal in het buitenland.
Teneinde een practische werkwijze te bevor
deren, werd overgegaan tot het aanwijzen van
een uitvoerend comité en vijf sub-commissies,
n.l. voor het verkeer, voor de huisvesting, voor
de reclame in binnen- en buitenland, voor het
geven van advies voor plaatselijke tentoonstel
lingen en voor de reclame voor nijverheid en
handel.
De taak der sub-commissies werd vastge
steld.
Tot leden van het uitvoerend comité werden
aangewezen de voorzitter, de secretaris en de
hoeren Van Aseh van Wijck, Bergsma, Fockema
en Van Tuyll van Serooskerken.
Na eenige werkzaamheden van hu is'hou del ijken
aard werd de vergadering gesloten.
Be volgende bijeenkomst der centrale commis
sie zal plaats hebben op Zaterdag 10 Febr. a.s.
in Hotel des Pays Bas, te Utrecht.
Weerbericht
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 18 Jan. 1912, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 788.7 te Hernösand.
Laagste barometerstand 753 5 te Vestmanoer.
Verwachting tot den volgenden dagafne
mende tot matigen oostelijken tot zuidoostelijken
wind, gedeeltelijk bewolkt, weinig of geen neer
slag, slechte tot matige vorst.
R. K. Kiesvereeniging.
Wij herinneren onze lezers, leden van de R. K.
Kiesvereeniging sRecht Plicht en Orde", aan de
vergadering welke morgen (Vrijdag)avond 8'/*
ure in het Bondsgebouw wordt gehouden.
Waar mèt de candidaatstelling voor den Ge
meenteraad ook die voor de Kamer van Koophan
del en Fabrieken weer aan de orde is en ook
in een bestuursvacature moeten worden voorzien,
is een talrijke opkomst zeker alleszins gewenscht.
Sociale Cursus.
Vrijdag 19 Januari zal op de vergadering van
den socialen cursus al spreker optreden de wel-
eerw. heer H. B. J. Warnink, kapelaan der O
L. Vrouw Visitatiekerk alhier, met het onder
werp ^Lijkverbranding."
De vergadering wordt gehouden in de boven
zaal van het Bondsgebouw, des avonds half negen,
en is toegankelijk voor alle Katholieken, dames
en heeren.
Gister-mid dag heeft de politie
met den extincteur een schoorsteenbrand in een
pand aan de Hoofdstraat gebluscht.
Heden-morgen is een paard dat
voor een spoelingschouw trok, uitgegleden en in
de Schie gevallen.
Het paard is aan den overkant van de Schie op
het land gebracht.
AGENDA VAN VERGADERINGEN ENZ.
Schiedam.
Vrijdag 8(4 u. Bondsgebouw. Vergadering B. K.
Kiesvereeniging; „Recht, Plicht en Orde".
Woensdag 24 u. Stedelijk Museum. Doelepiein
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Dinsdag 16 Jan. 1912, des
namiddags 2 uur.
(Slot).
Subsidieregeling Bewaarscholen.
9. Behandeling van het voorstel tot wijziging
van de subsidieregeling der bewaarscholen,
waarmede tevens beschikt zal zijn op de verzoeken
van de directeuren van de departementale be
waarscholen en van de Vereeniging tot bevordering
van Christelijk Onderwijs alhier tot verhooging
van het subsidie van de gemeente.
In ons nummer van 11 dezer deelden wij mede
de amendementen door verschillende Raadsleden
op dit voorstel ingediend.
De heer Wittkam pf zou de verdere be
handeling van dit voorstel willen uitstellen tot de
volgende zittinghij ziet over het geheel het nut
van algemeene beschouwingen niet in.
De Voorzitter ziet dat heelemaal niet in
maar hij wil er den Raad gelegenheid toe geven
en constateert dan dat men met de behandeling
wil doorgaan.
De heer De Jong wil geen algemeene be
schouwingen houden. Hij heeft zich-zelven afge
vraagd of hij wel aan deze discussie zou deelne
men in zijne kwaliteit van directeur der Depar
tementale Bewaarscholen maar met 't oog op het
algemeen belang wil hij te dezer zake toch ook iets
zeggen, zijn stem over de verordening voorbehou
dende, terwijl hij zal zwijgen bij de behandeling
der amendementen.
De heer Van der Drift zegt, dat hij zijne
meening over deze zaak gestand doet, maar hij
zal zich houden aan de beslissiug door de meer
derheid van den Raad genomen.
De heer mr. von Briel Sasse vindt in deze
verordening zoo deftig het woord „uit de ge
meentekas", genomen uit de oude verordeninger
wordt toch altijd uit de gemeentekas geput.
Art. 2 komt nu in behandeling.
De Voorzitter constateert, dat daarop
amendementen zijn voorgesteld door de heeren
De Jong c.s., beoogend om de daarin genoemde
cijfers van f 150 en f175 te veranderen in f 100
en f200
De heer De Bruin zegt, dat als hij 't goed
begrijpt, de subsidie alleen gegeven zal worden
voor een bepaald getal onderwijzeressen en dus
voor dè meerdere geen subsidie zal worden ver
strekt. De prikkel om door het aanstellen van
meer onderwijzeressen het onderwijs beter te ma
ken zal dus ontbreken. Hij zou dus de beperking
alleen voor de helpsters willen toegepast zien.
De wethouder van onderwijs, de heer Gos-
1 i n g a, opmerkend dat de heer De Bruin sub
sidie voor elke onderwijzeres boven het verplichte
aantal wil geven, ziet daarna een gevaarlijke be
paling. Hij wijst op de subsidieregeling voor de
openbare lagere scholen, waar toch ooit voor de
surnumerairs geen subsidie wordt gegeven.
De heer Koo pmans meent, dat het bezwaar
kan worden ondervangen door te bepalen dat
niet subsidie zal worden gegeven voor elke meer
dere onderwijzer, maar voor éen onderwijzeres
boven het verplichte getal.
De heer De Jong meent, dat dit beter be
handeld kan worden bij art 7.
De heer De Bruin, releveerend den toestand
bij het lager onderwijs, waar voor het aantal onder
wijzers boven het vereischte getal geen cent sub
sidie wordt gegeven, zou 't zeer jammer vinden
als de zelfde onbillijke toestand ook voor de be
waarscholen werd geschapen. Hij kan niet toe
geven, dat door het aanstellen van meer onder
wijzeressen luxe wordt ten toon gespreid en zou
alleen eene bepaling willen voor de helpsters.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, merkt op,
dat wij bij het lager onderwijs worden gesubsidieerd
en hier subsidieeren wij. Niet voor iedere surnu
merair moet subsidie worden gegevener moet
voor gewaakt worden, dat de klassen niet al te
klein worden. Als men zich hier baseert op de
susidiewet voor het lager onderwijs, die de proef
heeft doorstaan, bevindt men zich in goed gezel
schap. Het subamendement— Koopmans op het
araendementDe Jong acht weth. bevredigend.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
zegt, dat men bij art. 7 wil inlasschen de bepa
ling omtrent de meerderen onderwijzeressen;
maar art. 7 heeft er niets mee te maken
De heer De Bruin formuleert de redactie
van zijn amendement met eene beperkende bepa
ling alleen voor de helpsters.
De Voorzitter wijst op de moeilijkheid van
de toepassing van dat amendement, dat afwijkt
van dat van den heer Koopmans.
De heer Koopmans en Van Westen
dorp wisselen van gedachten over het punt, bij
welk artikel, 2 of 7, de voorgestelde amendemen
ten omtrent de subsidie voor het meerdere per
soneel moeten geplaatst worden.
De wethouder, de heer Goslinga, meent,
dat men die kwestie alsnog kan ontwijken. Men
kan nu beslissen over de voorgestelde zaken en
bij de eindredactie van het voorstel de plaats
aanwijzen waar de aangebrachte wijzigingen moe
ten worden ingelascht. De heeren De Jong c.s.
willen voor elke helpster ook subsidie zien toege
kend. De heer De Bruin wil alleen voor elke
surnumerair-onderwijzeres subsidie toekennen en
gaat dus minder ver dan de andere, terwijl het
subamendementKoopmans nog een stapje nader
aan het voorstel staat.
De Voorzitter meent ook dat men nu eerst
de cijfers kan vaststellen en dan nader de redac
tie regelen. Het voorgestelde amendement-De Jong
c.s., behoorlijk ondersteund, beoogt de voorge
stelde cijfers zöo te wyzigen, dat gelezen wordt
f200 en f100.
De heer De Bruin zegt, dat hy tegen het
niet-verleeuen van subsidie aan de surnumerairs
is alleen voor de helpsters wil hij een beperking.
De Voorzitter zegt, daar gaat 't nu niet
om: dat komt bij art. 7.
Het amendement— De Jong c.s. komt nu in
stemming.
Dat amendement wordt verworpen met 116
stem men.
Voor stemmen de heeren Klein, Houtman, Ger-
lach, De Jong, Koopmans en De Bruin.
De heer De Bruin zegt, dat over zijn amen
dement beslist moet worden bij art. 2bij art. 3
kan 't niet.
De wethouder, de heer Goslinga, meent,
dat de laatste regels van den betrokken zin moe
ten geschrapt worden.
Het artikel, waarin de cijfers f150 en f175
voor de subsidie genoemd worden, wordt nu bij
acclamatie vastgesteld.
De Voorzitter merkt bij de verdere arti
kelen op, dat gelezen moet worden, in plaats van
1 April, 1 Mei.
De heer N o 1 e t stelt voor, in plaats van meer-
deijarige, te lezen 21 jaar.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. over
nemen bet amendement om 21 jaar te lezen in
plaats van 25 jaar.
Art. 7 komt nu in behandeling en daarmede
de amendementen door de heeren De Jong c.s.
en Evers c.s. voorgesteld.
De Voorzitter zegt, dat wat betreft den
leeftijd, B. en W. beide amendementen goed
achten.
In behandeling komt nu eerst het amendement
Evers c.s.
De heer N o 1 e t zegt, dat hij bij nader inzien
meent, voor dat amendement een wijziging te
moeten voorstellen. Deze luidt als volgtEene
helpster, die de lagere school met vrucht heett
doorloopen, komt v<.or de berekening van de sub
sidie eerst in aanmerking na een jaar op die
school (bewaarschool; in functie te zijn geweest.
Spr. meent daarbij dat een helpster niet veel vroe
ger dan op 13-jangen leeftijd als zoodanig zal op
treden.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
merkt op dat er meisjes zijn, die al voor den
12-jarigen leeftijd de school gaan verlaten, die zij
begonnen zijii op 5^ jarigen leeftijd te doorloopen
daarom is de 14-jarige leeftijd door B. en W,
voorgesteld.
De heer Wittkampf meent, dat het streng
vasthouden aan laatstbedoelden leeftijd leiden zou
tot inconsequentieimmers alle helpsters worden
toch tot de scholen toegelaten.
De wethouder, de heer Goslinga, zegt, dat
de leeftijd der helpsters primitief op 15 jaar was
bepaald de heeren De Jong c.s. stelden den 14-
jarigen leeftijd voorde heeren Evers c.s. stelden
voor, de leeftijdgrens te schrappen daar tusschen
in beweegt zich nu het voorstel van B. en W.
Weth. bespreekt verder het amendement—Evers
c.s. en het sub amendement door den heer Nolet
ingediend en acht het laatste niet aanbevelens
waardig, maar toch ook niet van zoo ingrijpenden
aard dat daarop het tot stand komen van de ver
ordening zou moeten afstuiten.
De heer D e J o n g kan eenigszins met het
amendement van den heer Nolet medegaan, maar
acht 't ten slotte toch maar beter ronduit de
leeftijdgrens van 14 jaar te stellen.
De wethouder, de heer Van Westender p,
had verwacht, dat de wethouder van Onderwijs
ten aanzien van het punt in kwestie lang en
breed in het College besproken, zich zou houden
aan het besluit door B. en W. omtrent de leef
tijdgrens van 14 jaar genomen. Hij vindt, dat de
ouders, die hun kinderen voor het bewaarschool-
ouderwijs willen opleiden, er dan ook maar iets
voor over moeten hebben en voor een jaar de
subsidie van f30 moet gemist worden; anders
krijgt men grut van 12 en 13 jaar dat op andere
kinderen moet passen.
De wethouder, de heer L a g e r w e y, merkt
op, dat de subsidie gegeven wordt via het per
soneel in afwijking van de vroegere verordening,
waarbij de subsidie per hoofd en per kind bere
kend werd. Wat nu den 13- of 14 jangen leef
tijd der helpsters betreft, het subamendement
Nolet verbindt daaraan de bepaling, dat de help
sters 1 jaar in de bewaarschool werkzaam moe
ten zijn geweest en stelt dus te meer eischeii.
Weth. meent dat hiermee de brug van overeen
stemming geslagen wordt en juicht dat zeer toe,
er aau herinnerend, dat het voorstel, nadat het
adres van de Maatschappij tot Nut van 't alge-
gemeen in zake de Departementale bewaarscholen
den lln Febiuari 1911 was ingekomen, langen
tijd in bespreking is geweest. Hij meent dan het
subamendement—Nolet te moeten aanbevelen en
wil 't gaarne ondersteunen.
De heer De Jong meent, dat de beteekenis
van het subamendement Nolet allerminst door
den heer Lagerwey is.afgeschilderd. Hij meent
dat de gevolgen van dit subamendement zullen
zijn, dat er verschillende kleine klassen zullen
gevormd worden, waarvan er een ten slotte aan
een jeugdige helpster zal zijn overgelatenbeter
dan de kinderen door anderen kinderen van 12
en 13 jaar te doen bewaren, acht hij de bepaling
dat de helpsters den 14-jarigen leeftijd moeten
bereikt hebben, die volkomen in het voorstel van
B. en W. past.
De heer mr. Kavelaars merkt op, dat wan
neer de bepaling »boven de 14jaar" mocht worden
aangenomen, de eerste woorden sniet in aanmer
king komen zij die beneden den leeftijd van 14
jaar zijn," volkomen overbodig en ook gevaarlijk
moeten geacht worden want zij zouden er toe
leiden dat -de bedoeling van B. en W. verkeerd
begrepen wordt; helpsters, die geen 14 jaar zijn,
zouden dan geen subsidie krijgen, maar wel mee
tellen in de berekening van het personeel
aan iedere school verbonden. Hij meent dus in
overweging te moeten geven, bedoelde woorden
te laten vervallen en art. 2 (boven de 14 jaar) vol
gens het subamendement Nolet zoo te wijzigen,
dat elke helpster minstens 1 jaar in dienst moet
zijn geweest.
De heer mr. ton Briel Sasse acht ook
voor het behandelde voorstel, waarmee hij niet
dweept, het subamendement Nolet eene verbete
ring en meent, dat daarvoor veel is te zeggen. De
vrees dat meisjes van 12 a 13 jaar op andere
kinderen zullen moeten passen, acht hij niet zoo
ernstig gegrond en meent integendeel de bepaling
de helpsters 1 jaar hij het bewaarschoolonderwijs
werkzaam moeten zyn geweest, zeer goed zal
werken.
De heer Nolet merkt op, dat de leeftydsbe-jj