Binnenland. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gemeenteraad. Tan het Loo. Met den trein van 1 u. 40 min. is gister H. M. de Koningin-Moeder, vergezeld van hetzelfde ge volg als bij haar aankomst, t. w. jkvr. van de Poll, barones van Ittersum en jhr. mr. Schimmel- penninck, kamerheer-thesaurier, van het Loo naar Apeldoorn vertrokken. De Koningin-Moeder werd tot den trein bij het paleis-perron uitgeleide gedaan door H. M. de Koningin, Z. K. H. den Prins en hun gevolg, bestaande uit freule Six, hofdame, en jhr. von M'uhlen, adjudant van H. Mbenevens jhr. van Suchtelen van de Haare, 's Prinsen adjudant. De burgemeester van Apeldoorn, mr. Roosmale Nepveu, was op het perron aanwezig. De Ko ningin-Moeder wisselde met hem een handdruk. Een talrijk publiek juichte de vorstelijke personen toe. Nederland en België. Reuter seint uit Berlijn In de beerootingscornmi s's i e uit, den Rijksdag heeft, bij de behandeling' van de militaire wets- ontwerpien, een lia van het centrum de" vraag opgeworpen of België ©n Nederland, in geval' van verwikkelingen, hun onzijdigheid konden verde digen. Duitschland, vond hij, moest zorgen, dat dat mogelijk was. Kiderien-Wachter antwoordde-, dat de onzijdig heid van België internationaal is gewaarborgd. Minister De Marees van Swinderen te Londen. Minister Grey bood heden aan jhr. Marees van Swinderen een lunch aan in het ministerie vah Buitenlandsche Zaken. Even-eens zaten aan baron Gericke, de minis ters Morley Holdane en Churchill, de onder staatssecretarissen van Buitenlandsche Zaken, sir Nicolson en Ackland, de oud-minister Hague, sir Howard, sir Crowe van het ministerie van Bui tenlandsche, Zaken en de heer Tyrrell, particulier secretaris van minister Grey. Afschaffing kermis. In de Raadszitting der gemeente Velsien van Woensdag werd met 8 tegen 7 stem-men (rechts tegen links) besloten, de kermis te IJmuiden in 1913 af te schaffen. De Nederlandsche afdeeling der Souvereine Orde van Malta te Lourdes. Ons wordt verzocht het volgende te plaatsen De hoogwelgeb. heer K. A. M. Ridder de van der Schueren, burgemeester te Bemmel, die dit jaar de Nederlandsche bedevaart naar Lourdes zal mede maken, is door het kapittel der Neder landsche afdeeling der Souvereine Orde van Malta aangewezen om de Orde aldaar officieel te ver tegenwoordigen. Als zoodanig heeft by eene uitnoodiging van het bestuur der bedevaart ontvangen, om eene eereplaats in de processie met het H. Sacrament te vervullen. De heer De van der Schueren heeft zich aan gegeven als brancardier, ten einde zooveel mogelijk werkzaam te zijn volgens het doel der Orde, welke hij vertegenwoordigen zal. Het Kapittel heeft bepaald, dat de Ridders, die met de bedevaart medegaan, zullen dragen ter onderscheiding een rooden band waarop een wit Malthezerkruis en in zwarte letters «Malihezer Orde". Bij de processie met het H. Sacrament zal de vertegenwoordiger het kruis der Orde dragen. (Tijd-) De Mei-betooging. De Schiedamsche Bestuurdersbond, wiens kleur niet twijfelachtig is, heeft, der meerjarige traditie getrouw, gisteravond weder den gewonen optocht door een groot deel onzer gemeenten gehouden, 't Was het gewone vertoon van vaandels en chassinets, waaronder wij ditmaat ook >n lich tende letters zagen verkondigd dr. Kuyper's his- historisch woord: «Zij kunnen niet wachten, geen dagen en geen nacht" en het up to date «Wij eischen afschaffing van den Nachtarbeid." Na tuurlijk figureerde het «algemeen kiesrecht" en de «achturige arbeidsdag" allereerst in de reclame. 't Was over geheel een weinig opwekkende betooging, waaruit op 't oogenblik dat wij haar zagen, van de weinige muzikanten die tusschen de rijen liepen, zelfs geen enkel toontje opging, Omstreeks half tien trokken de betoogers met «stille trom" weder «Constantia" binnen, van waar zij ruim 8 ure waren uitgegaan. Het groot ste publiek, dat, voor zoover 'tzich uitlaat, de roode betoogers pleegt te omstuwen met een krachtig «Oranje boven" of een verwijzing naar de «harington", blijkt ook voor een dergelijke betooging al heel weinig te gevoelen. Alleen in den kring der vakvereenigingen die aan den leiband der S. D. A. P. loopen, blijkt de roode Mei-be tooging nog eenige beteekenis te hebben. Een geschil. Be afdeeling van den Raad van State voor de geschillen van bestuur heeft gisteren in de eerste plaats een geïchil behandeld tusschen co ge meentebesturen van Schiedam, Rotterdam en 'sdlertoge-nbosoh, o-ver de betaling van de ver plee,gkos ten ten behoeve van een armlastige krank zinnige. i Het bestuur van de gemeente 's-Hertogenbosch meende, dat de- bedoelde armlastige e,p grond o. a van het feit, dat hij als hersteld uit 'het krankzinnigengesticht Reinier van Arkel was ont slagen, niet zijne woonplaats meer had te 's-Her- togen-bosch; de besturen van Schiedam eri van Rotterdam daarentegen oordeelden, dat men hier mei eene voortgezette krankzinnigheid 1e doen haa, waardoor een dezer laatste twee gemeenten niet de aansprakelijke woonplaats zoude kunnen geworden zijn. Ged. Staten sloten zich bij die meening aap, evenals ook de inspecteur over het staatstoezicht op. het krankzinnigen wezen. Nadat staatsraad, mr. de Nerée van Babbe-rich, verslag had uitgebracht over deze zaak, werden de belangen van Schiedam nader toegelicht dooi den heer Van Luik, ambtenaar ter secretarie, van die gemeente. Ambachtsschool. In de Dinsdag gehouden vergadering der ver- eeniging «de Ambachtsschool voor Schiedam en Omstreken" zijn het jaarverslag, de rekening en verantwoording en de begrooting voor 1913 onge wijzigd en zonder debat goedgekeurd. De rekening over 1911 sloot met een nadeelig saldo van f1604 85 (f 147.57 in 1910 De begrooting voor 1913 sluit met een bèdrag in ontvangst en uitgaven ad. f40.200. Volgens het jaarverslag waren op 31 December 1911 187 leerlingen op de school, waarvan 95 woonachtig buiten de gemeente, t.w. 2 te Delft, 3 te Kethel, 17 te Maassluis, 9 te Overschie, 16 te Rotterdam, 39 te Vlaardingen, 2 te Vlaardinger- Ambacht, 1 te Vrijenban, 4 te Pernis en 2 te Hoek van Holland. Deze 187 leerlingen waren over de ambachten verdeeld als volgt Bankwerkers en smeden 45 le kl., 34 2e kl., 14 3e kl. Totaal 103; Timmerlieden 19 le kl., 14 2e kl.. 14 3e kl. Totaal 47. Meubelmakers 5 le kl., 1 2e kl., 1 3e kl. Totaal 7 Schilders 61e kl., 2 2e kl., 4 3e kl. Totaal 12. Metselaarsle kl., 1 2e kl., 1 3e kl. Totaal 2. Electriciens le kl., 13 2e kl., 3 3e kl. Totaal 16. De aftredende bestuursleden de heeren J. M. v. d. Schalk, J. Vormer, W. M. Kloppers, J. H. Scheuerman en G. v. Meurs werden herkozen. De leden en pl. vervangende leden der com missie voor het nazien der rekening 1911 werden eveneens herkozen. Jubilé. Heden herdenkt J. F. de Vette den dag' waarop hij voor 25 jaar bij den heer G. 1. Wittkampf iri dienst trad, waarna hij eenige jaren later wijlen zijn vader als baas opvolgde. Moge bij nog v-ele jaren in zijine eigenaardige betrekking werkzaam zijn 1 H e den-tai or gen deed een 25-jarig in- drager van de glasfabriek der firma Melchers bij dc politie aangifte, dat hij: in de fabriek door den baas met een gloeiende flesch tegen' het hoofd was geslagen, waardoor hij- eene bloedon- de verwonding bekwam. De indrage-r werd in de- fabriek voorloopig'. ver bonden. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 30 April 1912, des' namiddags 2 uur. (Slot). Loonen Gemeent e-w e r k 1 i e d e n. 6. Voorstel ten aanzien van de regeling der loonen der Gemeentewerklieden, met wijziging van het werkliedenreglement en vaststelling dei- loongrenzen voor de verschillende soorten van werk ter uitvoering van de in de in dat regle ment nieuw op te nemen bepaling. De Voorzitter zegt, dat uit het besluit ge nomen wordt klasse 12 die klasse wenscht men te doen vervallen, omdat de daarbij bedoelde amb tenaar, de opzichter bij de waterleiding, niet in het werliedenreglement is opgenomen. Verder stellen B. en W. nog voor, art. 21 in dien zin te wijzigen, dat de leden niet voor 1 jaar, maar voor 3 jaar zitting hebben. Stelt men dien tijd op 1 jaar, dan zouden er jaarlijks algemeene verkie zingen in de verschillende bedrijven noodig zijn, wat veel last en moeite zou geven. Om meer stabiliteit te verkrijgen, stelt voorz. voor, het ar tikel zoo te wijzigen, dat in plaats van 1 jaar gelezen wordt 3 jaar. De Voorzitter constateert, dat tegen deze wijziging geen bezwaar is en ze dus wordt goed gekeurd. Den heer De Bruin doet het genoegen, dat dit voorstel zoo spoedig behandeld wordt. Hij wil voor dien spoed hulde betuigen alleen kan hij niet zeggen, dat in dit voorstel over 't alge meen een drang naar hooger loon is gelegen, zooals de loonen nu zijn voorgesteld, hoewel de loonen wel voor een verhooging in aanmerking komen en de loonkwestie reeds zoo lang aanhan gig is. Spr. merkt op, dat in het voorstel wat betreft de gemeente-reiniging wordt voorgesteld, het loen voor de koolaschschippers, straatvegers enz. te brengen van f 11 op f13; maar waarom wordt dan ook het loon voor een opperman en stalknecht niet verhoogd De waarde van het verschil in beide categoriën van werklieden is hem niet zoo duidelijk: Veel meer zal spr. met dit voorstel in zijn schik zijn, als allen hier wor den gelijk gesteld en het loon voor allen van f 11 op f13 wordt gebaacht. In een plaatselijk blad, het «Volksblad", is gezegd, dat het verschil tus schen spr.'s voorstel, dat de Raad naar den kel der geholpen heeft, en dat van B. en W. niet zoo groot is, daar ook volgens dit voorstel de loonen bij de gemeente-reiniging verhoogd worden. Spr. hoopt, dat 't waar is, «Schiedamsch Volksblad" goed op de hoogte blijkt, maar uit dit voorstel zelf blijkt hem die verhooging niet. De Voorzitter zegt, dat dit voorstel geen algemeene verhooging der loonen bedoelt. Zooals uit de uivoeringe bespreking van dit onderwerp in een vorige vergadering is gebleken, heeft de Raad den wensch te kennen gegeven, in de loonlijst voor de verschillende bedrijven meer uniformiteit te brengen maar de verhoogingen behooren tot den werkkring der commissies. Een ander geval is. dat de heer De Bruin van de behandeling van dit voorstel gebruik maakt om verhoogingen voor te stellen. Waar de klassen niet naar zijn zin zijn, merkt voorz. op, dat wel in wezen ieder als mensch waardeering verdient; maar dat 't hier uit maatsohappelijk oogpunt om iets anders gaat: zij die een school hebben doorloopen, zekere voor bereiding voor hun betrekking hebben gemaakt, hebben recht de kosten van hun opleiding in den vorm van loon terug te krijgen men moet niet alle arbeiders over éen kam scheren. In dit voor stel wordt bereikt wat te bereiken is de loonen zijn naar boven afgerond. Daarmee wil voorz. volstrekt niet zeggen, dat de commissie gehouden is het vastgestelde maximum ook uit te betalen, dat is geheel het werk der bedrijfscommissie. De heer Van der Meer dacht bij den eerste oogopslag, dat dit voorstel den werklieden der ge meente-reiniging gunstig was; maar bij nader inzien blijkt 't hun mindergunstigte zijn. Spr. kan m$t de loonen, zooals die hier zijn voorgesteld, niet mee gaan er is een groep bij de reiniging die niet verhoogd is. Hij dacht, dat er verhooging zou ko men en daarom stemde hij tegen het voorstel - De Rruin. Spr. merkt hier op, hoe voor de hoo- gere ambtenaren, den directeur van gemeentewer ken. den heer Wichern enz., herhaaldelijk ver hoogingen zijn toegestaan. Ook de directeur der Arbeidsbeurs is nog onlangs verhoogd, waarom dan ook niet het personeel der reiniging 7 Daarom moet hij zich tegen het voorstel, zooals 't nu luidt, verzetten en is hij veel meer geneigd met het voorstelDe Bruin mee te gaan. De heer Van Katwijk zegt, dat hij geheel meegaat met het voorstel van B. en W., dat lang in voorbereiding is geweest. De heer De Bruin schijnt voor de n enschen op de tribune en voor de lezers van een enkel blad steeds als een soort menschenredder te willen poseerenmaar het voorstel van B. en W. in zake het loon heeft spr. volle sympathie, niet het klakkeloos opvoeren van de loonen door De Bruin voorgesteld. De Voorzitter verzoekt de sprekers zich meer bij de algemeene beschouwingen te houden; bij de behandeling van de tweede paragraaf kun nen eventueel amendementen worden ingediend. De heer Koopmans is 't eens met zijn buur ter rechterzijde (De Bruin). Ook hij wenscht bij de vaststelling der klassen geen uitsluiting het verschil tusschen een straatveger en een grond werker en baggerman is hem niet recht duide lijk hij wenscht bedoelde klassen te splitsen in 3 en 4. De Voorzitter merkt op, dat de bestaande toestand tot leiddraad van het voorstel genomen is: de bedoeling is niet een geheele omwerking der loonen in de bedrijven dit ligt niet in de bedoeling bij het indienen van dit voorstel. De heer mr. Kavelaars meent, dat bij de personen onder 3 zoowel het maximum al het minimum fl.verhoogd wordt. De Voorzitter bevestigt dat. De heer De Bruin zegt, dat in de 5 jaar hij het genoegen heeft hier in deze zaal door te brengen, 't er meer malen warm is toegegaan maar dat beteekent nietswij zijn vertegenwoor digers van richtingen en menschen van overtui ging maar dat wij hier elkander uitschelden heeft hij nog niet beleefd de heer Van Katwijk neme 't hem niet kwalijk, maar hij schijnt de fatsnensvorri'en niette kennen.De Voorzit ter roept spr. tot de orde. De heer D e Bruin vervolgt, dat voorz. niet hem tot de orde moest roepen, maar verplicht was dat den heer Van Katwijk te doen. De orde moet hier gehand haafd en een persoonlijk beleediging niet toege laten worden tegen die persoonlijke beleediging moet spr. opkomen. Aan den heer Van Kat wijk heeft spr. verder natuurlijk niets te zeggen. Aldus weder komende tot de algemeene be schouwingen, zegt spr., dat hem het onderscheid tusschen koolaschschippers en straatvegers niet heel duidelijk is men kan toch niet zeggen, dat een stalknecht of een opperman door studie meer rechten op hooger loon heeft verkregen dan een koolaschschipper of straatveger. Spr. kan het verschil hierfdoor B. en W. gemaakt, niet inzien en is dan ook niet bereid 't te sanctionneeren. Een vraag van groot belang blijft echter of de commissie nu werkelijk het vastgesteld maximum zal gevenspr. hoopt, dat zij den moed zal heb ben 't uit te betalen en hierbij rekening zal hou den met de wenschen van den Raad. De Voorzitter zegt, dat de aanval op de wijze waarop hij de opmerkingen heeft beant woord, geheel is misplaatst; het antwoord blijkt niet begrepen het verschil in de werklieden ligt slechts aan de eischen die voor de verschillende categoriën gesteld worden, hierbij van de studie te spreken is natuurlijk belachelijk en leidt tot hilariteit. Voorz. moet erkennen, dat hij niet goed toegeluisterd heeft en 't spijt hem. dat een Raadslid woorden gebruikt heeft, die een ander prikkelen dat is onaangenaamdaarvan moest men zich onthouden. Waar nu de vorige spreker gewaagde van den moed die de commissie moest hebben om het maximumloon uit te betalen, zegt voorz., dat zij volstrekt niet verplicht is daartoe over te gaan. De bevoegdheid blijft alleen aan de commissie in verband met de bestaande ver ordening. Voorz. vindt 't in 't algemeen ongepast, in den Raad vooruit te loopen op de beslissingen der commissiehier geldt slechts de verordening en van moed is geen sprake. De commissie is volkomen vrij om te handelen en de loonen te regelen, zooals zij dat wenscht. (applaus). De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, geeft eenige verklaring van de laatste alinea van het eerste lid van het betrokken artikel en stelt in 't licht, dat het daarin vervatte, alleen wordt toegepast bij moge lijk ongeval, niet als de werklieden door ouder dom minder geschikt worden. In het eerstbedoelde geval krijgen de werklieden uitkeering van de Rijksverzekeringsbank en waar de betrokken werklieden wellicht in gemeentedienst hun ge schiktheid gedeeltelijk hebben verloren, krijgen zij dan ongeveer 25°ó van het rijk en 75°/0 van de gemeente, zoodat zij toch geholpen zijn. Die laatste alinea is dus beslist niet geschreven voor hen die door ouderdom hun geschiktheid eenigs- zins hebben verloren. De Voorzitter sluit zich aan bij de aan merkingen door den heer Goslinga gemaakt, waar deze zaak in het College behoorlijk is besproken. De heer Van der Meer zegt. dat hij een voorstel in zake de klassen had willen doen. De Voorzitter zegt, dat hij daartoe aan stonds gelegenheid zal hebben en stelt daarna eenige wijzigingen in art. 12 voor. De heer Koopmans geeft nog eenige om schrijving van de reeds besproken laatste alinea van het eerste lid van bedoeld artikel. De wethouder, de heer Goslinga, acht die zeer juistde betrokken werkman kan gerust zijn. Weth. acht de meest juiste omschrijving «die zijn geschiktheid anders dan door ouderdom ver loren heeft." De Voorzitter geeft nog eenige nadere toelichting en zegt, dat men wenscht te bepalen voor kolenaschschipper minimum f10, maximum 112. De heer Van der Meer vraagt of"B. en W. de betrokken bepaling niet willen herzien. De Voorzitter zegt, dat een ander voorstel beslist niet van het College te wachten is. Voor een kleine redactie-wijzing behoeft het voorstel ook niet in den Raad terug te komen. De heer Van der Meer zegt, dat, waar aan de koolaschschippers een loon van f 10f 12 ver zekerd wordt (buiten de winst van de te verkoo- pen koolasch), hij hier de verschillende categoriën van werklieden gelijk zou willen stellen, aan allen een gelijk loon van fllf 13 zou willen verze keren en deze klasse dan bij 4 voegen. De heer Houtman meent, dat hij misschien het zelfde voorstelt als de heer Van der Meer; maar hij meent, dat de klassen beter bij elkaar moeten worden gebracht en dan stelt hij voor, hier het loon te bepalen van 110 f 13 Daarmee wil hij der commissie eenige vrijheid geven, waar er toch werkelijk eenig verschil in dienstbewijzing bestaat: een koetsier is niet met een straatveger gelijk te achten de commissie zal aldus eerlijk het verschil kunnen overwegen. Wellicht wil de heer Van der Meer met dit voorstel meegaan. De heer De Bruin geeft de voorkeur aan het voorstel van den heer Van der Meer, die als lid van de commissie voor de gemeente-reiniging met kennis over de zaken kan oordeelen. Spr. acht 't beter voor de koolaschschippers eene uit zondering te maken hij hoopt, dat de heer Van der Meer zijn voorstel zal handhaven, dan wil hij. dat ondersteunen. De Voorzitter wijst er op, dat de opbrengst der koolasch ten bate van de werklieden komt. In de» tijd dat de koolaseh goed verkocht wordt, is dan ook het loon der betrokken werklieden veel hoogeralleen voor den tijd dat de verkoop der koolasch met vlotten wil, is eene verhooging voorgesteld. Voorz. merkt op, dat het loon van deze categorie van werklieden vrij hoog is en meent dat in de kwestie verhoogen of niet ver- hoogen, het bemiddelend voorstel van B. en W. de voorkeur verdient; hij acht dat beter dan elk ander samengesteld voorstel en beveelt 'tdus aan de aandacht van den Raad, die hier op degelijken grond goed kan oordeelen. Het voorstel van den heer Van der Meer, door de heeren De Bruin en Koopmans ondersteund, is nu eerst aan de orde. De heer De Bruin merkt op, dat heel kort geleden er nog op gewezen is, dat de commissie voor de gemeente-reiniging geen verhooging kon toestaan dan onder het begrip der betrokken ver ordening de noodige regeling lag aan den Raad En nu er een voorstel komt, zou men willen be- toogen, dat de commissie 't niet wenscht. Spr. meent, dat hij zich niet goed heeft uitgedrukt of dat men het verkeerd begrepen heeft, als men hem toeschrijft te hebben willen zeggende com missie moest eens durven het maximum niet uit te betalen. Hij hoopt intusschen, dat de bedrijfs commissie zich naar den wensch van den Raad zal gedragen. De Voorzitter verheugt er zich over dat de kalmte is teruggekeerd en de zaak daardoor zuiverder beoordeeld wordt; maar laten wij haar nu ook zuiver houden. Voorz. herinnert nog eens aan de geschiedenis dezer loonkwestie en wijst er op, dat de 'commissie voor de gemeente-reini ging verslaarde, dat zij vooralsnog eene verhoo ging der loonen niet noodig, de loonen voldoende achtte steeds is het advies geweest dat 't nu niet de tijd was tot verhooging over te gaan. Hij wijst er op, dat tweemaal in de laatstverloopen jaren de loonen verhoogd zijn en meent ook op het bij de gemeente-reiniging bestaande premiestelsel te moeten wijzen. De wethouder, de heer Goslinga, merkt op, dat de Raad alleen het maximum vaststelt, maar zich over de toekenning van dat maximum niet wil uitspreken. Hy'meent, dat de vporstellen van de heeren Van der Meer en Houtman de ver schillende klassen doorheen haspelen en blijft aan het voorstel van B en W. de voorkeur geven. De heer H o u t m a nazegt, dat hij de practische kwestie aan de competentie der betrokken com missie wil overlaten; hij heeft alleen de grenzen iets wijder willen maken. Bestaat er echter tegen zijn voorstel practisch bezwaar, dan is hij bereid *t in te trekken. De Voorzitter kan op de betrokken kwestie moeilijk antwoorden. Geven de menschen reden tot tevredenheid, dan zullen zij voor en na gelij kelijk profiteeren van het hooger loon. De heer Van der Meer zegt, dat ziin voor stel alleen ten doel heeft, de personen bij ge meente-reiniging, die het minste inkomen hebben, wat meer inkomen te bezorgen. De Voorziter constateert, dat het voorstel- Van der Meer behoorlijk ondersteund wordt. De heer Houtman sluit zich aan bij het voorstel van den heer Van der Meer. Dat voorstel beoogt de koolaschschippers onder 3 te brengen en de straatvegers tot baggerlieden onder 4. De wethouder, de heer Van Westendorp, meent, dat men dan weer voor dezelfde moeilijk heid komt. Hij meent, dat 't beter is zich te ver eenigen met het denkbeeld van den heer Gos linga en te handelen in overeenstemming met de commissie. Da heer De Bruin vreest, dat men hier geen zuivere stemming zal verkrijgen. Hy acht 't beter hier alleen een groep tusschen te brengen, daar hij 't altijd jammer vindt als een voorstel valt wegens technische bezwaren. De heer Van der Meer merkt op, dat hij alleen gesproken heeft van het personeel der ge meente reiniging. De Voorzitter meent, dat men hier in ieder geval met een zelfstandig voorstel te doen heeft. De heer Houtman meent, dat het voorstel goed geformuleerd moet worden voor wij gaan stemmen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 2