Dagblad voor Schiedam en Omstreken, 35ste Jaargang. Donderdag 6 Juni S912. No. 10338. Ofiideele berichten. Kennisgeving. Nieuws. FEUILLETON. het eot. ABONNEMENTSPRIJS: Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en kost voor Schiedam per 3 maanden 1.35, per maand 4ö cent en per week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f2.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter- straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Bureau: BOTERSTRAAT 50. PRIJS DER ADVERTENTIëN: Familieberichten 20 cent per regel. Handelsadvertentiën van 16 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 cent per regel, Voor herhaaldelijk adverteeren worden uiferst bil- lijke overeenkomsten aangegaan. Telefoonnummer 85. Postbus no. 39. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het Kohier No. 0 der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1911/1912, door den gemeenteraad vastgesteld in zijn vergadering van den 21 en Mei 1912 en den dUsten daaraan volgende door heeren gedeputeerde staten dezer provincie goedgekeurd, aan den ontvanger der gemeente ter invordering is uitgereikt en in af schrift gedurende vijf maanden, te rekenen van heden, op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Wordende voorts een ieder aangemaand zijnen aanslag op de bepaalde termijnen te voldoen, op straffe van vervolging volgens de wet. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort den 6 Juni 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd LAGERWEIJ, W.B. De Secretaris, V. SICKEN GA. DE OORLOG TUSSCHEN ITALIË EN TURKIJE De Turksche regeering deelt mede, dat zij bij Smyrna een aanzienlijke hoeveelheid troepen laat samentrekken om een poging van de Italianen te beletten om bij Smyrna of Skalanova te landen. Volgens de «Sabat" zouden de Italianen 18U0 soldaten hebben ontscheept op het eiland Cebon. Het Turksche gezantschap te Parijs loochent in een nota uitdrukkelijk, dat de Turksche vloot zou muiten ingevolge van de weigering van den be velhebber de Dardanellen te verlaten. Het Italiaansche oorlogsschip «Piemonteheeft Jn de laatste dagen in het Zuiden van de Roode Zee langs de kust gekruist. Bij Mokka werd een boot met ge wapenden, uitgelaten om Zamboek te bezoeken, ontvangen met een regen van geweer kogels, afkomstig van een troep geregelde Turk sche troepen. Een matroos werd licht gewond. De «Pimoente" bombardeerde daarop krachtig het vijandelijk kamp en veroorzaakte groote schade. Zamboek staat in brand. BELGIS. Ee verkiezing voor den Senaat heeft den vol genden uitslag gielhad. De oude Senaat telde, öl katholieken, 46 liberalen en socialisten,, aus 18 stemmen katholieke meerderheid. Er moesten Zon dag 93 senatoren direct gekozen worden, van wie er 10 nieuwe zetels in zouden nemen. De katholieken hebben 54 zetels verkregen; de libe ralen en socialisten 39. De volgende maand moe ten de provinciale raden een aantal senatoren aanwijzen. Totdusver beschikt de regeering dus Over 15 stemmen meerderheid. Gisteravond zijn er te Luik weer ongeregeld heden geweest; de lantarens in vele straten zijn stukgegooid evenals de ramen van de St. Ja- cobsserk. Een bende apachen1 schoot op agen ten. Er zijn twaalf aanhoudingen gedaan. Het hoofdbestuur van de socialistische partij Uit het Duitsch vertaald). 17) Wedeiom verliep een sombere dag. Als een berg diukte het de gemoederen terneder. „De w Sevecht geweest. Vreeselijk bloedig is 1 et toegegaan," zoo zeide de een tot ofte denken g niet verderte vra&en „De ooi log is een kwaad ding," zeide de oude Reinout tot den staljongen, dien hij hielp het paardentuig op te poetsen. „Hoe menigeen zal er verminkt uit terug keeren 1" „Of in 't geheel niet." Rosine, de molenaarsvrouw, was onrustig in de weer. Geen enkel werk kon haar volle aan dacht in beslag nemen. Iets zwaars, iets vreese- lijks zweefde boven haar en drukte haar neder, zoodat zij, gedurig, bang hijgen moest naar adem, en haar hand brengen aan haar onstuimig kloppend hart. r 1Va8 va4er toch maar thuis," zuchtte zij. uelijk zoo dikwijls in den laatsten tijd was de molenaar ook heden weer van huis. De zich steeds uitbreidende zaken maakten het nood zakelijk, zeide hij. heeft besloten een oproeping tot de bevolking te richten, om haar tot kalmte te vermanen en tegen 30 Juni een congres bijeen te roepen, ter beraad slaging over de indiening van een wetsontwerp herziening van de grondwet, als de Kamer weer bijeenkomt. De burgemeester van Brussel heeft alle samen scholingen en het rondtrekken van betoogingen verboden. Trots het verbod van den burgemeester is een troep van driehonderd betoogers verscheiden stra ten doorgeloopen. De betoogers hielden de rij tuigen tegen. De politie voerde met de blanke sabel een charge op hen uit. Verscheiden betoogers werden gewond en enkelen opgebracht. Nadat de betoogers verstrooid waren, vormden zij ver schillende kleinere troepen. Op een van deze troepen voerde de politie nog een charge uit) waarbij er weer gewond werden. Toen de gen darmes te paard aankwamen, werden zij met ge fluit begroet. De charges duren voort. Tegen middernacht keerde de rust terug. PORTUGAL. In den loop der debatten over het lager einder- wijs werd bij het bureau van de Kamer een mo tie van wantrouwen in het beleid van den mi nister van Binnenlandsehe Zaken ingediend. Die ministerpresident zeide, zicih niet te kunnen uit spreken over de kwestie of de overige ministers zich met den minister van Binnenlandsche Za ken solidair verklaarden, voordat er een minis terraad gehouden was. Een motie van Alimeida, waarin 't ontslag van alle ministers' gevraagd werd, werd met 73 tegen 37 stemmen verwor pen. In den ministerraad besloten de ministers vervolgens hun ambt neer te FRANKRIJK. PARIJSCHE KRONIEK. Van onzen Parijsclien correspondent.) II. Even als bijna al de souvereinen, die hier op bezoek komen, zijn de Koningin en de Prins Zondag den dienst in de Temple du Saint Esprit, in de Rue Roquepine gaan bijwonen. De hooge gasten, van welken godsdienst zij ook zijn mogen, mankeeren nooit hun kerkelijke plichten hier met een zekere devotie te vervullen en gevoelen zich meer als de vertegenwoordigers en uitgeko zenen, wanneer zij aan 't altaar nederknielen en hun trouw aan 't hoogste ideaal waarin zij als hun voorvaders gelooven en de "Steun hunner macht en de glans hunner majesteit zien. Aan den ingang der kerk werden zij door onzen ge zant, de Ridder De Stuers, met de leden dei- legatie en den heer Lacheret, president de l'Union nationale der hervormde kerken en predikant van het Hof in Holland, ontvangen. Op verzoek was aan den dienst niets veranderdalleen twee fauteuils van rood fluweel waren voor de hooge gasten in 't midden der kerk aangebracht. Er waren ongeveer achthonderd aanwzeigen. De re denaar had tot tektst gekozen het 24ste vers, hoofdstuk 9 van 't Evangelie van St. Marcus Zij ging naar beneden om Jacob te zoeken, die, zooals zij wist, vóór de afreis, een bijzondere opdracht van zijn vader had gekregen. Het schonk haar een-ge verlichting hem aan het werk te vinden. De korte, koude dagen, misschien ook een ernstig woord van zijn vader, hadden hem oppassender en vlijtiger gemaakt. Bij den ingang waren de twee jongste kinderen, Theo en Martha, aan 't spelen. De vrede, die al een heelen tijd geduurd had, daar Theo's door zicht zijn zusje liet winnen, stond op punt ver broken te worden. Martha werd steeds brutaler en veroorloofde zich enkele kunstgrepen, -die Theo niet kon verstaan: „Dat geld niet. Dat is geen spelJe hebt tweemaal achter elkaar gegooid I" Martha ging heftig te keer, maar nam spoedig haar toevlucht tot tranen, het zekerste middel, om haar broeder te verteederen. Buiten werden snelle mannenstappen gehoord. Theo, die meende, dat er een helper voor hem kwam opdagen in den persoon van Jacob, zijn ouderen broer, liep naar de deur en riep den aankomende in 't halfdonker tegen „Jacob Martha speelt valsch." Het was echter Jacob niet, die binnenrrad, maar een jonge geestelijke, wiens gelaatstrekken een ernstige, droevige uitdrukking hadden. „Mijnheer kapelaan 1" riep Theo verrast, maar aanstonds bezon hij zich en groette: „Geloofd zij Jezus Christus 1" „In alle eeuwigheid 1" antwoordede geestelijke. «Ik geloof, help mij in mijn ongeloof". Hij wilde door dezen kreet het vertrouwen en de rust in de harten, van hun, wier geloof geleden heeft, doen wederkeeren. Na een breedvoerige bespre king der redenen, welke 't geloof doen verliezen en de middelen tot zijn behoud, eindigde hij ieder een die wankelde te vragen, de genade van God als hulp in te roepen om te gelooven en steeds beter te gelooven, om altijd beter te leven. Met een gebed voor Frankrijk, zijn regeering en zijn hooge gasten werd de plechtigheid besloten. Aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken teruggekeerd, ontving de Koningin in de groote salon verschillende corporatiën, vereenigingen en personen, vooral landgenooten, onder anderen de Nederlandsche consuls en vice-consuls in Frank rijk, het Comité van de.Vereeniging voor liefda digheid, de Nederlandsche Vereeniging en Hol- landsche werklieden-vereeniging, de Nederl. Ka mer van Koophandel te Parijs en eenige Holland- sche persoonlijkheden en kunstenaars, waaronder ook de violoncellist Hollman en ten slotte de de delegatie der stad Orange gepresideerd dooi den afgevaardigde Pourquery de Boisserin. De niaire van Orange, Aug. Lacour, bracht in een schoone aanspraak de eerbiedige hulde en warme gelukwenschen aan de Koningin en de Koninklijke Familie, waarop Hare Majesteit in zeer goed gekozen woorden ant woordde en wederkeerig hare beste wenschen voor de ontwikkeling, den vooruitgang en den voorspoed der stad Orange en het departement Vaucluse uitsprak.Aan 't dejeuner aan 'tNederlandsch gezant schap, wat ten een uur plaats vond, zaten slechts 20 gasten aan, waaronder president Fallières en de presidenten der beide Kamers, de minister-presi dent Poincaré,allen met hun dames, de prefecten van de Seine en Politie enz. met den gezant, Ridder de Stuers, en den legatieraad baron van Asbeck. Er werden geen toosten gebracht. In haar rede op het Elysée uitgesproken had de Koningin gezegd dat Zij trots was Fransch bloed in hare aderen te hebben en dat de naam van haar geslacht aan Frankrijk verbonden was. Daarom heeft Zij zeker door een particuliere daad en buiten de officieele bezoeken, een hulde aan haar voorvader Ad miraal de Coligny, wiens marmeren standbeeld zich achter de kerk de l'Oratoire in de rue de Rivoli verheft en voor deze gelegenheid met bloe men getooid was, willen brengen. Ongeveer hall vier kwam zij met den Prins en werd aan den ingang der kerk door den pasteur Benjamin Couvé president der consistoriale Unie, en nog eenige predikanten ontvangen en voorgesteld. Vlug gaat de Koningin en gevolg de kerk onder het spelen van 't orgel door, plaatst zich voor het standbeeld en spreekt met verheven stem de volgende woor den, welke om hun relegieuse strekking vermel ding verdienen. «Mijne Heeren, Ik ben U zeer' erkentelijk voor «de woorden mij toegesproken. Admiraal de «Coligny heeft het geheim gekend van den held- «haftigen moed op het vast vertrouwen in God «gebouwd en heeft ons het voorbeeld van een «leven geheel aan God gewijd, gegeven. Met dit Martha klom van de bank achter de tafel en kwam half schuw, half blijde naar voren. Met den persoon van den kapeleaan verbond zich in haar kinderkopje de herinnering van mooie stichtende geschiedenissen en bonte heiligen beelden. Zij gaf hem vertrouwvol de hand „Is je vader thuis Je moeder „Vader niet, maar moeder zal wel in de keuken zijn. Ik zal ze halen" antwoorde Theo en was al weg. De geestelijke bleef met Martha achter. Hij had slechts weinige woorden voor haar, hoe wel hij anders zoo gaarne met kinderen sprak. Hij Zag naar den hoek, waar het kruisbeeld hing. Theo vond zijn moeder niet in de keuken. Zij is naar beneden gegaan, zeide Bartje, die bij den haard stond. De knaap holde de trap af. Aan de deur, die uit het woonhuis in het molenruim voerde, stond Rosine en zag naar Jacob, die een zwaren zak door de gang droeg. Het was druk. Diep gebogen liep Jacob voort onder zijn zwaren last, met de bewegingen van een ouden man. Hoe krachtig zou zijn broeder Peter onder zoo'n last voortgeschreden zijn. Met welk een doorzicht zou hij alles hebben kunnen regelen. - Sinds haar eerstgeborene naar het oorlogsveld getrokken was vertoefde de gedachten der moeder steeds bij hem, maar vandaag was het nog meer dan anderszij dacht niet slechts aan hem, neen, zij was bij hem; zij voelde zijn nabijheid. „Moeder, mijnheer kapelaan is boven." De helle knapenstem riep het zóó luid, dat het «standbeeld op te richten heeft het dankbaar «voorgeslacht hem een hulde willen brengen, waar- «mede ik heden gelukkig ben mij te vereenigen. «Bij dit standbeeld verzameld, verheffen wij ons «hart tot God en zoeken wij voor alles Zijn glorie. «Ik hoop oprecht, dat elke ziel, die in Christus «als onze Verlosser gelooft, zich' in dat geloof «moge versterken en dat wij meer en meer de «vurige getuigen van den Heer worden mogen. «Gaspard de Coligny, admiraal van Frankrijk, «groot strijder voor de zaak van God, voorvader «van het Huis van Oranje-Nassau, ik breng aan «uw voeten mijne nederige huldebewijzen." En de souvereine legde een groote krans van klimopbladeren met de kleuren van Oranje op het voetstuk neder. Weder aan 't ministerie van Buitenlandsche zaken teruggekeerd zijnde, bood president Fal lières de Koningin een gouden koffertje, een kunstwerk van Falize, aan en zonder veel rustte nemen gaan de Koninklijke gasten weder in gala koetsen en door curassiers geëscorteerd naar het schitterend getooide «Hötel de Ville" (stadhuis) waar de Parijsche gemeenteraad met zijn voor zitter, het hooge gezelschap wacht. Naar den wintertuin door president Fallières en den heer Cesar Caire geleid, nemen Zij, de President en madame Fallières op vier fauteuls plaats. Op een zeer mooie fijn gestyleerde toespraak van den president van den gemeenteraad, door die van den prefect der Seine, Delaumey gevolgd, antwoordde de Koningin door het voorlezen van een even fijnen en hartelijken groet en dankbetui ging aan den gemeenteraad en de geheele bevol king van Parijs voor de schitterende ontvangst Hasr «bereid en waarvoor geheel mijn volk zeergevoe- «lig zal zijn. Parijs, dat tooverwoord, wat zooveel «herinneringen van verschillenden aard opwekt «historische gebeurtenissen van af het oude Lu- «tèce, evenzoo het schouwspel van den vreedza- «men strijd op het terrein der kunsten en we stenschappen, waar mededingen overwinnen «werd. Ik ben bijzonder getroffen door de warme «ontvangst van de zijde der Parijsche bevolking «ondervonden en met vreugde zag ik haar sym- «pathie voor mijn landgenooten, een sympathie, «gij weet het, welke wederkeerig gedeeld wordt." Met de beste wenschen ook namens den Prins, voor het geluk en den voorspoed van Parijs besloot Zij, bij vlijende teekenen van goedkeuring, hare rede- Onder het spelen van 't Wilhelmus en de Mar seillaise begeeft de Koningin zich naar de zalen waar de genoodigden Haar en den Prins eene ovatie brengen. In de Salon des Arcades teekent Zij, evenals de Prins en president Fallières in het «livre d'or de la ville." Na een glas cham pagne gedronken te hebben, verzocht zij ook nog de vergaderzaal van den gemeenteraad te zien, waarna de terugtocht aanvaard werd. De Zondag werd met een diner aan het ministerie van Bui tenlandsche zaken de Koningin en den Prins der Nederlanden door den president van den minis terraad en mad. Raymoud Poincaré aangeboden, besloten. President Fallières nam aan dit diner, waar 150 gasten aanzaten, deel. Behalve het ge- boven het suizen en klappen van den molen uitkwam. De molenaarsvrouw schrikte op uit hare af gedwaalde gedachten en staarde Theo aan, als was hij een spook. „Mijnheer kapelaan?" wertuigelijk bond zij haar schort los en reikte het aan Theo over. Mijnheer kapelaan 1 wat kon hij hebben op dit uur Waarom was zij zoo verschrokken over dit bezoek Langzaam bewoog zij zich de trappen opmet iedere trede werden haar voeten zwaarder en zwaarder. Zij wist hetnu kwam het, wat haar den ganschen dag beangstigd had, - nu kwam dat vreeselijke, wat in de lucht zweefde en zoo ontzettend zwaar op hare ziel drukte Eindelijk was zij boven. De geestelijke stond onder de half geopende deur. Een straal dei- lamp viel op zijn doorschijnend, anders zoo vrien delijk gezicht; het was nu ernstig droevig. Nu wist zij wat komen zou. Zij hoorde ternauwernood zijne eerste woorden. Het suisde in hare ooren de kamer danste voor hare oogen. Toch kon zij den bezoeker nog een stoel aanbieden en zich tegenover hem stellen. De kinderen trokken zich op een wenk terug - en nu luisterde zij, roerloos, als naar haar doodvonnis. Als van verre kwamen de woorden tot haar: Veldkape- laan, studievriend - brief, op het slagveld geschreven en heden-middag aangekomen bloedig gevecht vele, vele offers overgeving aan Gods wil. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 1