Staten-Generaal.
Binnenland.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
gekomen, twee verdachte ziektegevallen zijn ge
constateerd. Het moeten gevallen' van peat zijn. De
„Temps" voegt .aan dit bericht toe, dat het mi
nisterie van binnenlanasche zaken de tijding be
vestigt.
Uit New-York wordt gemeld, dat heden het
proces begint van de hondsjegeering tegen vier
stoombootmaatschappijen, o.a. ae Harnhutg-Ame-
rifcalijn. Dezei maatschappijen worden' beschul
digd het handels- en passagiereverkeer miet Zuid-
Amarika gemonopoliseerd te hebben en daar door
de anti-trust wet overtreden te hebben.
In de Spaansche stad San Sebastian l.eerscht
groote opwinding tengevolge van een verbod der
ttegeering ,op het hazardspel. De groote speel
bank aldaar, het Spaanschei Monte Carlo, heeft
haar deuren gesloten. Do bank heeft besloten de
som van bijna 170.000 gulden, die ze jaarlijks
aan de instellingen van liefdadigheid in San
Sebastian uitkeerde, niet meer ie betalen. Deze
instellingen zijn daardoor van een groot deel
hunner inkomsten beroofd. Ook tal van piarticu
li ere personen zijn in het komende seizoen, door
het wegblijven der bezoekers, die de stad an
ders tejgen dien tijd trekt, van een voorname
bron van inkomsten verstoken.
De diefstal der constructie-teekeningen in 't
artillerie-depot te Spandau is tot op dit oogen.
blik nog niet opgehelderd. Het kan met zeker
heid worden aangenomen, dat de inbraak in 't
bureau en de opening der kasten in oen loop
van Zondag 1.1. heeft plaats gehad, toen zich
in het gebouw, dat niets anders dan kantoor
lokalen bevat, geen beambten bevonden. Hier
door heeft de dief een voorsprong van minstens
24 uren gekregen, die het hem hoogstwaarsc'bijn.
lijk mogelijk heeft gemaakt, de gestolen teeke-
ningen voor de ontdekking van den diefstal over
de Duitsche 'grens te brengen.
Stellig is ook de dief of zijn handlanger te
vinden in de kringen, die met de plaatselijke
gesteldheid zeer nauwkeurig op de hoogte zijn.
De gestolen teekeningen zijn uit een gansohe
reeks portefeuilles uitgezocht en er ontbrekeln
juist teekeningen en ontwerpen, diei ae klein
ste bijzonderheden der geschutconstractie bevat
ten, en die slechts door iemand, die een zekere
technische bekwaamheid bezit, zoo zorgvuldig
konden worden uitgekozen. Deswege heeft het
onderzoek zich in de eerste plaats uitgestrekt tot
militairen en ambtenaren, die in onmiddellijke
relatie staan met de bestolen autoriteiten-
In den loop van Maandag zijn bij verschei
dene militairen, die gedetacheerd zijn of waren
bij het artillerie-depót, huiszoekingen verricht,
die, zooals trouwens te voorzien was, niet het
minste resultaat opleverden. Bij den ongetwij
feld lang van te voren voorbereiden slag viel
nauwelijks aan te nemen, dat het gestolen
goed zoo lang in een gevaarlijke nabijheid zou
worden bewaard. Het betrof dan ook waar
schijnlijk niet anders dan eventueel valsche sleu
tels of ander materiaal te vinden, hetwelk zou
kunnen wijzen op strafbare relaties met spionnen.
Allereerst werd een persoon verdacht, die een
paar dagen geleden verlof had gékregeln en van
wien men vreesde, dat hij dit verlof gebruikt
zou hebben tot uitvoering van zijn misdaad.
Het bleek echter, dat de verlofganger zijn woon
plaats niet verlaten had en dat ae verdenking
geen renen van bestaan hoegenaamd heeft-
De beambten, belast met hef opspoien der
dieven, hebben Dinsdag de sloten der deuren
en kasten in het artillerie-depót laten onder
zoeken, om te kunnen vaststellen of er valscihe
sleutels of loopers gebruikt zijn om ze te ope
nen. Men zoekt ook aan de kastdeuren en op
de teekenvellen naar vingerafdrukken, om die
to kunnen fotografeeren.
Het onderzoek heeft streng in het geheim
plaats. Dezer dagen is de officieele lezing van
hel geval te verwachten.
Uit Bozen seint men, dat de bekende Ita-
liaansche politicus Scipiona Sighele, door de Oos-
tenrijksche regeering uitgewezen werd. Men
schrijft deze verbanning toe aan de artikelen,
welke hij in Italiaansche en Fransche dagbladen
tegen de Oostenrijksche regeering geschreven
heeft.
Uit Washington wordt gemeld, dat het de
partement van Handel en Arbeid binnenkort be
langrijke wijzigingen zal aanbrengen in de Ame-
rikaansche voorschriften omtrent de veiligheid
ter zee. Zoo is men van plan alle schepen der
Vereenigde Staten te verplichten, een voldoend
aantal reddingbooten en -vlotten voor alle pas
sagiers en de geheele bemanning aan boord te
hebben.
TWEEDE KAMER
Zitting van Donderdag 6 Juni.
Ziektewet.
Voortzetting van de algemeene beraadslaging
over de ontwerpen tot regeling van de arbeiders
ziekteverzekering.
Tweede gedeelte van de rede van den heer
Van Idsinga, die gisteren zijn rede heeft on
derbroken. Spr's antirevolutionnair beginsel weer
houdt hem, de arbeidsraden te aanvaarden. Hij
zet dit nader uiteen. Spr. wil in deze dagen van
»stuivertjes spelen" van alle begrippen niet ver
klaren dat zijn leer is sde" anti-revolutionaire
leer, maar vast staat toch wel, dat het voorstel
van minister Talma omtrent de arbeidsraden zijn
grondslag vindt in de doctrine der kathedersocia
listen. 't Stelsel van den minister zegt spr.
verder is het historisch materialisme en action.
Men kan er niet meer van verwachten, dan suc
ces bij de stembus. Kent de minister geen ander
corporatief verband tusschen de burgers, dan de
klasse-indeeling Meent hij een corporatief ver
band te kunnen scheppen door aan bepaalde groe
pen een stembriefje te geven Meent hij anders
te handelen, dan de Fransche revolutionairen
deden? Spr. vindt de handelwijze van den minis
ter eenvoudig opportunisme, dat bovendien incon
stitutioneel is.
De heer Nolens is tegen de motie-De Kan
terRoodhuyzen. Men kan niet wetsontwerpen
bij motie amendeeren. Spr. wil de Raden wet vóór
de Ziektewet behandelen, niet omgekeerd. Hij
verdedigt vervolgens het verzekeringsontwerp als
de toepassing van ethische beginselen op feite-
telijke economische verhoudingen. Hij zet dit
nader uiteen.
Spr. verdedigt ook de beperking van de verze
kering tot arbeiders.
De heer Roodhuyzen verdedigt nader de
motie. Een amendement, om de particuliere kas
sen tot regel te maken, is bij den opzet van het
ontwerp vrijwel onmogelijk. Daarom iseenprin-
cipieele uitspraak - van de Kamer in dezen vorm
noodig. Spr. herinnert eraan, dat bij de collec-
tenwet eveneens een dergelijke motie is ingediend,
en aangenomen. Om een onzuivere stemming te
voorkomen trekt spr. de motie evenwel voorloo-
pig in.
De heer De Visser zet uiteen, dat als men
in de besturen der ziekenkassen de meerderheid
aan de arbeiders geeft, de samenwerking met de
werkgevers wordt verlamd.
Hierop komt de minister van Land
bouw, N. en H. (de heer Talma) voor de tweede
maal aaa het woord. De heer Patijn heeft, meent
hij, bij het vraagpuntendebat geenszins als zijn
verlangen doen uitkomen, dat de openbare kassen
slechts aanvulling zouden zijn. En toen de mi
nister zijn ontwerp had gewijzigd is in de com
missie van voorbereiding ook geen bezwaar ge
maakt. Als de heer Roodhuyzen hier nu met een
motie komt, waarvan de strekking is de particu
liere kassen tot regel te maken, wil dat zeggen
dat het ontwerp terug moet worden genomen, en
dat alle werk te vergeefsch is geweest.
Vervolgens verdedigt de minister de raden van
arbeid tegenover den aanval van den heer Van
Idsinga.
De minister bespreekt hierop de uitschakeling
van de ziektebehandeling uit het ontwerp. Ook
in Engeland is gebroken met het stelsel, dat uit-
keering van ziekengeld en ziektebehandeling in
één hand moeten zijn.
In overleg met den minister van binnenland-
sche zaken deelt spr. mede, dat onderzocht zal
worden, in hoeverre met moreelen en financieelen
steun van den staat het grootste volksbelang, dat
met behoorlijke ziektebehandeling gemoeid is,
kan worden bevorderd.
Spr. ontkent verder, dat zijn ontwerp vermeer
dering van administratieven omslag zal opleveren.
Integendeel de administratie van de Rijksverze
keringsbank zal worden verlicht.
De Minister ontkent vervolgens, dat door het
overbrengen van de kleine ongevallen naar de
Ziekteverzekering de contróle op die kleine onge
vallen zal worden verzwakt, en de risico-overdracht
benadeeld. Vele wenschen worden door de ont
werpen niet bevredigd, maar die wenschen waren
zoo tegenstrijdig mogelijk.
De Minister is echter tot alle concessies bereid,
mits niet in strijd wordt gekomen met hetgeen hij
acht in 's lands belang.
Naar aanleiding van een bewering van den heer
Roodhuysen, dat de afstemming van de Bakkers
wet een afstraffing was van de rechterzijde voor
's ministers koppigheid doet de minister in zijn
peroratie een beroep op de rechterzijde, om niet
het vertrouwen te ondermijnen, door het volk in
de rechterzijde gesteld, en op de samenwerking
der linkerzijde, om te komen tot gemeen overleg
in 's lands belang.
De heer Schaper dupliceert. Hij stelt een
motie voor om de behandeling van de Ziektewet
door die van de Raden wet te doen voorafgaan.
De heer P a t ij n dupliceert.
De motie-Schaper wordt verworpen met 49
tegen 10 stemmen.
Het algemeen debat wordt gesloten.
Aan de orde is artikel 1 van de Radenwet en
het woord wordt gegeven aan den heer T r e u b
tot verdediging van zyn amendementen.
Hij hoopt, dat de minister overtuigd zal zyn,
dat hij niet geleid wordt door partijpolitieke over
wegingen.
Maar hij heeft bezwaar tegen gansch den op
zet van de regeling van de Raden. Deze acht hij
geheel en al onnoodig voor organen, die slechts
een onderdeel van een wet uitvoeren. Dergelijke
organen toch mogen geen autonome instellingen
zijD, zooals de historisch geworden gemeenteraden.
Van het eerste artikel af moet men de Raden-
wet toetsen aan het karakter van de Raden.
Al dadelijk stelt de redenaar nu voor het gebied
van de Raden van Arbeid kleiner te maken (het
gebied, dat de minister op minstens 25.000 inwo
ners wil stellen, maakt het amendement van 5000
tot 25.000 inwoners.)
Daarbij denkt de redenaar zich samenwerking
tusschen de verschillende Raden, immers zóó al
leen is het mogelijk de Raden te maken tot de
krachtige lichamen, welke de minister meent
noodig te hebben.
De Raden eenmaal het autonome karakter heb
bende, dat de minister hun wil verleenen, is het
noodig, dat zij behoorlijke controle uitoefenen
opdat niet »met het geld worde gemorst." De
eerste voorwaarde daarvoor is, dat de menschen
elkander kennen en dat is alleen mogelijk in geval
de Raden niet een te groot gebied bestrijken.
De beraadslaging wordt verdaagd tot morgen.
Voordat de Kamer scheidt, doet de heer
Schaper het verzoek aan den voorzitter om te
bevorderen dat het voorstel van den soc.-dem.
fractie tot wijziging van de arbeidswet nog voor
het reces in de afdeelingen worde behandeld.
De Voorzitter zal er met de centrale sectie
over spreken.
Men meldt uit Apeldoorn
Het Hof keert 21 Juni op Het Loo terug.
Het Kamerlid mr. E. A. Smidt.
Het hoofdbestuur van de Centr. Vrijzinnige
kiesvereeniging »De Grondwet", in het district
Veendam, ontving van mr. E. A. Smidt, lid van
de Tweede Kamer voor dat district, bericht, dat
hij zich bij de periodieke verkiezingen van leden
voor de Tweede Kamer in 1913 voor het district
niet herkiesbaar stelt.
De a.s. Grondwetlierziening.
Naar ons uit alleszins betrouwbare bron wordt
meegedeeld, zal het voorstel der regeering ten
opzichte van het kiesrechtvraagstuk bevatten het
verleenen van het kiesrecht voor Kamer en Staten
aan alle mannelijke Nederlanders, die den vijf-en-
twintig-jarigen leeftijd hebben bereikt en zelfstan
dig in hun onderhoud kunnen voorzien.
De regeering is overtuigd, met dit voorstel de
opinie te vertolken, die betrekkelijk het kies
rechtvraagstuk bij de meerderheid der staatscom
missie bestond en waarvoor het in die commissie
niet mogelijk was een juiste formuleering te
vinden, die een meerderheid op zich vereenigde-
(Tel.)
De afkomst van H. H de Koningin.
In een uitvoerig artikel tracht professor Georg
Galland, te Berlijn, een specialiteit op het gebied
van Nederlandsche geschiedenis, aan te toonen,
dat H. M. de Koningin geen druppel Franseh
bloed door de aderen vloeit. De professor schrijft
o.a.: De mannelijke voorvaderen van H. M. de
Koningin waren met Pruisische en Duitsche, en
ook met Engelsche en Russische prinsessen ge
huwd, doch nimmer met een dochter uit een
Franseh vorstenhuis. Deze voorvaderen behooren
niet meer tot het Oude Huis van Oranje-Nassau,
wiens grondvester Willem I van Oranje met de
dochter van den Franschen admiraal De Coligny
gehuwd is geweest, doch wel tot het Huis Nassau-
Dietz, dat in Duitschland thuis behoort en eerst
na het uitsterven van den oudsten tak der Oran
jevorsten in de 48de eeuw een nieuw Oranje-
Huis slichtte. Dit kon door toestemming van
koning Friedrich Wilhelm I, die toenmaals alleen
het recht bezat op den zetel van prins van Oranje,
geschieden en wel op grond van het verdrag van
Utrecht in 1743.
Het door Lodewijk XIV afgedwongen verdrag,
ontnam het Huis Nassau-Dietz alle rechten op
den staat Oranje, de Pruisische koning behield
alleen het recht op titel en wapen. Geheel vrij
willig stond koning Friedrich Wilhelm den toen-
maligen voorvaderen van koningin Wilhelmina
die rechten af, zoodat haar vorstenhuis niets met
de afstamming van Louise de Coligny te maken
heeft, noch met het bezit van het vorstendom
Oranje.
De Koninklijke Familie.
H. M. de Koningin, Z. K. H. De Prins en H.
K. H. Prinses Juliana zijn in goeden welstand te
Krakow (Dobbin) aangekomen. Zjj begaven zich
in auto's naar Dobbin.
Paleis Raadhuis te 's-Gravenhage.
Naar het »Dbl." verneemt, is dezer dagen van
gemeentewege de waarde geschat van den tuin
achter het Koninklijk Paleis aan het Noordeinde
verkaveld als bouwterrein. Verschillende personen
die meermalen als schatter voor de gemeente
optreden, hebben ieder afzonderlijk het resultaat
van hun bevinding aan den directeur der gemeen
tewerken meegedeeld.
Een en ander staat natuurlijk in verband met
wat wij ook hier de »Paleis-Raadhuiskwestie''
zouden kunnen noemen, zegt het blad.
De winkelsluiting.
Tot het gemeentebestuur van Amsterdam is
door den heer C. H. van der Velden, winkelier
in goud en zilver, Kalverstraat 453, mede namens
honderden voor eigen rekening en persoonlijk
zaken dryvende winkeliers te Amsterdam, het ver
zoek gericht hun te vergunnen gedurende den
tijd van het vreemdelingenbezoek (45 Juni—45
September) hunne winkels tot des avonds elf uur
open te mogen houden.
Staatscommissie Defensie.
Thans kunnen worden medegedeeld de opdracht
en samenstelling van de staatscommissie betref
fende de verdediging van Indië.
De staatscommissie is ingesteld om de inrich
ting van de verdediging van Nederlandsch-Indië
zoo te land als ter zee, van een staatkundig, tech
nisch en financieel standpunt, in beschouwing te
nemen, voorstellen in te dienen, om die inrichting,
voor zooveel noodig, te herzien en voorts in ver
band met de financieele draagkracht van Neder
land en van Nederlandsch-Indië een billijke ver
deeling voor te dragen van de kosten der vloot
tusschen de staafsbegrooting en de begrooting der
koloniën.
Bepaald is verder, dat de comm. de zaken,
waaromtrent zij niet eenparig oordeelt, bij meer
derheid van stemmen zal beslissen, doch dat 't
aan de leden vrijstaat, hun gevoelen, van dat der
anderen afwijkend, in een afzonderlijk advies
telijk met dat der commissie te doen kennen.
Bepaald wordt eindelijk, dat de commissie hare
zittingen zal houden te 's-Gravenhage, ter plaatse
door den voorzitter aan te wijzen.
De commissie bestaat uit:
Voorzitterde minister van Binnenlandsche
Zaken, tijdelyk voorzitter van den Raad van
Ministers
LedenS. de Graaff, Oost-Indisch hoofdamb
tenaar van Marine en van Koloniën.
LedenS. de Graaf, Oost-Indisch hoofdambte
naar met verlof, laatstelijk directeur van Binnen-
landsch Bestuur in Nederlandsch-Indië; A. H.
Hoekwater, vice-admiraalH. J. Hoogeveen, te
's-GravenhageF. A. Lieftinck, directeur van
Financiën in Nederlandsch-IndiëJ. P. Machiel-
sen, generaal-majoor, chef van den generalen staf
van het leger in Nederlandsch-Indië; W. Naudin
commandant van het Nederlandsch eskader in
Nederlandsch-Indiëjhr. L. P. D. Op ten Noort5
te Baarn C. J. Snijders, luitenant-generaal, chef
van den generalen staf, lid en algemeen secre
tarisG. J. Staal, algemeen secretaris van het
gouvernement van Nederlandsch-Indië.
Secretarissen :i R. Zuiderhofï, waarnemend
referendaris bij het departement van Koloniën;
jhr. mr. B. C. de Jong, referendaris bij het de
partement van Oorlog.
Vacantiekaarten.
Gedurende de maanden Juli, Augustus en
September zullen de S. S de H. IJ. S., de
N C. S. en de N. B. D. S. weer de bekende
vacantiekaarten uitgeven. De prijzen zijn 1ste
klasse f4, 2de klasse ƒ3 en 3de klasse ƒ2.
De benoeming van Prof. Noordtzfj.
Verschillende bladen aldus de „Rott." --
bespreken dezer dagen de benoeming van Dr. A.
Noordtzij te Kampen tot hoogleeraar in ae .'heo-
logische faculteit aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, en geven beschouwingen ten beste, raak
of mis. Zoo wordt o. a. bevreemding uitgespro
ken, dat een niet-theoloog zou benoemd zijn tot
hoogieeraar in de theologie. Volkomen ten on
rechte. 't Is blijkbaar niet algemeen hekend, dat
de nieuwbenoemde professor zoowel candidaat
in de Theologie als doctor in de Semiotische
Letteren is.
Gisteravond heeft de theologische faculteit der
Leidsehe studenten vergaderd naar aanleiding van
de benoeming van prof. Noordtzij te Utrecht.
Men wensehte te doen uitkomen, dat de Hervormde
studenten niet ingenomen zijn met deze benoe
ming van een Gereformeerden hoogteeraar te
Utrecht, terwijl immers de Gereformeerden steeds
uiterlijk te kennen geven vijandig gezind te zijn
tegen de Hervormde kerk. Tot een beslissing is
het gisteravond nog niet gekomen. Maanaagavond
zal opnieuw worden vergaderd
Weer bericht.
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
'n den morgen van 7 Juni 1942, medegeaeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te de Bildt.
Hoogste barometerstand 767.2 te Vestmanoer.
Laagste barometerstand 756.6 te Skegness en
Scilly.
Verwachting tot den volgenden dagzwakke
tot matigen zuidoostelijken tot zuidwestelijken
wind, meest zwaarbewolkt, waarschijnlijk regen of
onweersbuien, zelfde temperatuur.
Reorganisatie Financieele Commissie tot een
voor de Financiën en de Belastingen.
B. en VV. zeggen in een schnjving aan den
Raad
In de eerste helft van het vorig jaar deed zich
de behoefte gevoelen aan voorziening in gevallen)
dat voorzitter of leden van de Financieele Com
missie verhinderd zijn tot uitoefening hunner
functiën of zich van de medewerking van een
beslissing hebben te onthouden, welke gevallen
toen veelvuldig voorkwamen en storing in den
geregelden gang van zaken te weeg brachten.
Wij ontwierpen met het oog daarop een wijzi
ging der verordening voor die Commissie, welke
zich vrijwel tot het aangeduide punt beperkte.
Uit den boezem der Commissie kwam toen
echter het verzoek tot ons om een reorganisatie
der Commissie ter hand te nemen in dien zin,
dat de taak der Commissie niet meer zou beperkt
blyven tot het nazien der rekeningen en begroo
tingen, maar zich zou uitstrekken tot het finan-
ciëel beleid.
Met o. a. het voorbeeld van de gemeente Rot
terdam voor oogen, waar inderdaad de Financiëele
Commissie een dergelijke taak vervult, gevoelden
wij voor den ons kenbaar gemaakten wensch en
wonnen wij omtrent den toestand in dezen in
onderscheidene andere gemeenten inlichtingen in.
De overweging der zaak leidde ons vervolgens
tot de overtuiging, dat een dergelijke Commissie
ook in onze gemeente op haar plaats zou zijn.
Wij meenden verder, dat wanneer het geheele
gebied der Gemeente-financiën voor de Commissie
werd opengesteld, daarbij ook de regeling en in
ning der belastingen, als daarmede zoo nauw
samenhangende, behoorden te worden gevoegd
gelijk b.v. ook te Dordrecht geschiedde.
Dit brengt dus mede, dat de Financiëele Com
missie en de Commissie voor de belastingen
niet te verwarren met de reclame-commissie
zullen worden samengesmolten tot éen Commissie
voor de Financiën en de Belastingen.
Volgens de ontworpen regeling zal de Commissie
in de eerste plaats onderzoeken de gemeente
rekening en wordt haar daarbij opgedragen het
onderzoek van andere door den Raad goed te
keuren rekeningen, benevens de begrootingen van
gesubsidieerde instellingen
Verder, wat de financiën betreft, strekt zich
het adviseerend gebied der Commissie uit over
alle zaken waarvan de financieele zyde opzettelijk
behooren te worden overwogen.
Een aantal categoriëen van gevallen zyn echter
met name genoemd.
O. a. zyn genoemd het koopen en verkoopen
i