Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
TWEEDE BLAD.
35ste Jaargang.
Zaterdag 15* Juni 1912.
No. f0346.
OfficiedLe berichten.
Pontyeer Buitenhaven.
In onze Vroedschap.
FEUILLETON.
Staten-G ener aal.
ABONNEMENTSPRIJS:
Dit blad verschijnt dagelijks, uitgezonderd Zon- en Feestdagen, en
kost voor Schiedam per 3 maanden ƒ1.35, per maand 45 cent en per
week 10 cent. Franco per post door geheel Nederland f 2.per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Boter-
straat 50 en bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Bureau: BOTERSTRAAT 50.
PRIJS DER ADVERTENTIëN:
Familieberichten 20 cent per regel.
Handels adv ertentiën van 1—6 regels f 0.92elke regel daarboven 15 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend,
ingezonden mededeelingen 35 cent per regel.
Voor herhaaldelijk adverteeren worden ai gerst bil
lijke overeenkomsten aangegaan.
Telefoonnummer 85, Postbus no. 39.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
noodigen uit gegadigden voor de pacht van het
Pontveer over de Buitenhaven, nabij de Makkers
straat, hunne op zegel geschreven ïnsehnjvings-
biljetteu ten Raadhuize ui te leveren op Donderdag
2ü Juni a.s. voor des middags 12 uur.
De verpachting zal geschieden voor 5 jaar
ingaande 1 Juli a.s.
De voorwaarden der verpachting liggen ter
lezing op de Gemeente-Secretarie (afdeeling A.)
Aangifte van leerlingen voor den Gemeente
lijken Handelsavondcursus.
Ouders, Voogden of verzorgers, welke leerlingen
voor den Handelsavondcursus wenschen aan te
geven worden verzocht zich vóór 30 Juni a. S.
aan te meiden Vrijdags tusschen 's nam 3 uur
en 's avonds 9 uur hij den heer A. H. E. T1JL
{Gedempte Baansloot).
Belanghebbenden worden er opmerkzaam op
gemaakt, dat het schoolgeld bedraagt per leerling
en per schooljaar:
voor het onderwijs in de verplichte vakken f 10.
en daarenboven voor dat in de onverplichte
vakken
voor één vakf3.
voor twee vakkenf5.—
voor drie vakkenf 7.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd voor
leerlingen, voor welke bezwaarlijk het schoolgeld
kan gevorderd worden, geheel of voor de helft
ontheffing te verleenen.
De Schoolgelden moeten worden betaald in 4
gelijke termijnen ingaande respectievelijk 1 Sep
tember, 1 December, 1 Maait en 1 Juni.
Aangifte van leerlingen voor de openbare
Schoien voor meer uitgebreid lager ouder ivys.
Ouders, Voogden of andere verzorgers, welke
leerlingen voor bovengenoemde scholen wenschen
aan te geven, worden verzocht zich vóór 3t> Juni
a. s. aan te melden bij
het Hoold van Sc,hooi A. den heer A. H. E.
TIJD, voor jongens van at het 4e leerjaar en hoo
ger, op Yrydag van 3 tot 9 uur 's namiddags;
het Hootd van School B. mej. A. S. VAN AN-
DEL, voor jongens voor het le, 2e en 3e leerjaar
en voor meisjes voor alle leerjaren, op Dinsdag
en Donderdag van 3 tot 4 uur 's namiddags.
De leerlingen voor het le leerjaar moeten ge
boren zijn vóór 1 Januari 1907.
Auto-Stoom brandspuit. Bosch-
wachterswoning Sterrebosch. Ver
gunning Tuinlaanlokalen. Grond-
verkoop Interpellation.
De Raadszitting op 11. Dinsdag, na verloop van
weder drie weken sinds de vorige zitting gehouden,
is er weer een geweest van ongewone afmeting,
't Duurde tot ongeveer half zes eer het tal agenda
punten was afgewerkt, of liever uitgepluisd met
eene breedsprakigheid die den voorzitter herhaal
delijk tot beperking van het debat deed manen.
Reeds een der eerste agendapuntende benoe-
HET LOT.
{Uit het Duitsch vertaald).
24)
ic.JnvAe £euIiei) zat Bartje, de keukenmeid en
katholiek Zondagsblad, dat Anna haar
f dikwijls had voorgelezen. Zij kon
7'n oosrpn w^eer.mee opschieten. „Eenmensch
ker" zuchte Barn! °°k met de -iaren zwak*
haar schort
opmerkzaamheid de schoone plaat, di"hiYbï
gin van den heiligen vastentijd, de voorziide
van het blad sierde. Het steide den Heiland
voor in het Hofje van Olijven en daaronder
stond te lezen: Vader, niet mijn wil maar Uw
wil geschiede.
Reinout stopte een pijp en zette zich bij
Bartje. Zij waren beiben oude vrienden, sinds
Bartje, vijf en twintig jaar geleden ongenveer,
met de jonge molenaarsvrouw meegekomen
was, terwijl Reinout, toen nog in flinken, man-
nelijken leeftijd, als eerste stalknecht een ge
wichtige rol speelde. „Wat een kruis, wat
pn" tocl1 in de wereld", begon Bartje
i„n„„ weei' met de punt van haar schort
g aie oogen. Toen greep zij naar de kiel
ming van een Hoofd der Herhalingsschool voor
jongens, gaf onzen roodea vroede aanleiding tot
het voeren van een nog uitgebreid debat, dat
zeker gemakkelijk had kunnen vermeden worden,
waar deze vrij onbelangrijke aangelegenheid ge
rust aan de competentie van B. en W. kon wor
den overgelaten.
Het aanschaffen van een nieuwe auto-stoom-
brandspuit was zeker een gewichtig punt op deze
agenda, wijl daarmee een bedrag van f10.500
was gemoeid. Bij de behandeling der gemeente-
begrootingen was reeds telkens de wenschelijk-
heid erkend van het aanschaffen van een nieuwe
mechanische stoom brandspuit en bij den grooten
brand aan den Buitenhavenweg onlangs was de
noodzakelijkheid van een dergelijk afdoend blusch-
middel voor een brand onder ongunstige omstan
digheden te meer gebleken. Opmerkelijk was 't,
dat vooraj de vertegenwoordigers der plaatselijke
industrie de noodzakelijkheid van een nieuw en
snel bluschmiddel gevoelden. Zoowel de heer Hout
man als de heer YVittkamp stelde die noodzake
lijkheid in 't licht. Terecht zeide de laatste, dat
bij de reuzenexemplaren van industrie zooals
»Holiandia" en de zaak van de firma De Kuyper
ons te zien geven een massale brand, die ook
massale bluschmiddelen eischt, niet is uitgesloten.
Het denkbeeld dat tusschen verschillende nabij
elkaar gelegen kleinere gemeenten eene overeen
komst voor verzekering en beveiliging in geval
van brand zou worden getroffen, is ook nu weder
besproken en vond ook blijkbaar ingang bij het
College, dat de zaak nader zal overwegen. De
kosten van deze auto-stoombrandspuit, die trou
wens gedeeltelik door den verkoop van oude, na
het komen der waterleiding met meer gebruikte
handspuiten, worden gedekt, zouden aldus te meer
door bijdragen der naburige gemeenten kuunen
worden bestreden. Hopen wij, dat eene goede
fuiancieele regeling zal worden gevonden voor deze
gewichtige uitgave, die werkelijk diep ingrijpt,
maar toch onze vroeden niet mocht verlokken tot
eene zuinigheid die de wijsheid bedriegt.
Ons heerlijk Sterrebosch, de schepping onder
het bestuur van onzen vorigen burgemeester dr.
Brants, is in deze vergadering ook een onderwerp
van uitvoerige bespreking geweest, die zich echter
meer bewoog om de dingen die om het Sterre
bosch worden gezien dan die binnen de nieuwe
aanplanting worden waargenomen. Terecht
heeft de heer Schellers den toestand op de bui
tenwegen besproken, en al vond hij tegenspraak
bij meerdere leden links die beweren den toestand
ter bedoelde plaatse goed te kennen, er zijn nog
personen genoeg die in tegenovergestelden zin
weten te getuigen. Als de heeren in de welbe
geerde zoele zomeravonden nog eens een luchtje
gaan scheppen, moeten zij hun weg maar eens
nemen langs den Vlaardinger- en Frankelandschen
dijk, zij zullen dan eens zien waarvoor het gras
gewas dient, djjt straks moet verpacht worden.
Wat overigens de betrokken woning van den
boschwachter betreft, die de oude vervallen wo
ning moet vervangen, zeker is 't gewenscht dat
zij ook met 't oog op verschillende gebenrlijk-
van een van de jongens van den molen.
Ik heb den jongen beloofd, dat ik zijn kiel
zou naaien. Hij heeft anders niemand", zeide zij
verontschuldigend
Reinout kniktehij was bezig zijn pijp te
stoppen.
„Is het niet hard twee groote kinderen zoo snel
na elkaar te verliezen eerst Peter in den oorlog
en nu Anna?"
„Zeker, zeker", beveetigde Reinout. Zijn pijp
trok niet: er mankeerde wat aan.
„En eerst ging alles zoo prachtig met de
zaagmachine en al die nieuwe zaken in den
molen. Ik heb dikwijls gedacht of de molenaar
zelf geld kon maken, zóó ging het er naar
toe. Maar de 'dood laat zich niet afkoopen. 't
Spijt mij vooral voor de molenaarsvrouw, 't Is
zoo'n braaf mensch."
„Zeker, zeker", knikte Reinout, die nu flinke
wolken in de lucht pafte, „dat moet gezegd
worden. Maar toen de hoogmoed gekomen is
en al die nieuwigheid, toen heb ik dadelijk
gedacht\vaar moet dat op uitloopen Als
Onze Lieve Heer van den eenen kant iemand
overlaadt met geluk en geld, dan zorgt hij
van den anderen kant ook voor ongeluk en
wL Evenwicht moet er zijn." En Reinout
„,E®, We<Aer en nam tot teeken, dat hij uit-
hiiiden 'let Katholiek Zondagsblad in zijn
In den molen gir.g uiterlijk alles den gewonen
gang. De molenaar wierp zich weer in zfjn zaken
heden, niet te ver van het Sterrebosch worde
geplaatst, 't Zou toch al te dwaas zijn als de man,
ook op ongelegen tijd, van de andere zijde van de
Spuisluis naar het terrein zijner voortdurende
waakzaamheid moest komen.
Na een nog lang wijlig debat over de rechten aan
de Vischmarkt, waarbij het onderhoud van dit eldo
rado van alle vischetersdoor een zoo bevoegd persoon
als het Raadslid dat op den hoek woont, terecht is
besproken, volgde de vrij uitgebreide discussie
over het vragen van eene bijzondere vergunning
voor de vergaderlokalen aan de Tuinlaan, ter
■plaatse van de vroegere woning van der heer Van
Deventer gebouwd. Van meerdere zijden werd
opgemerkt, dat, waar een dergelijke vergunning
alleen gegeven wordt voor een buitengewone in
richting van maatschappelijk verkeer, die aandui
ding op het complex gebouwen daar gesticht, niet
kon worden toegepast. Daar tegenover werd van
anderen kant opgemerkt, dat dit complex gebou
wen als één exploitatie is te beschouwen, één
onderneming onder het beheer van één exploitant.
Ons komt 't, mét het Raadslid dat vooral de be
langen van dien exploitant bepleitte, voor, dat
men werkelijk tegenover den moedigen onderne
mer van deze belangrijke zaak wel wat conciliant
mocht zijn. Dankbaar mogen we zijn, dat, nu
de Officieren-Vereeniging gaat verdwijnen, een
vergaderlokaal in het midden en op het beste
gedeelte der stad aanstonds weer ter beschikking
staat, een lokaal, wellicht niet zoo groot als in
den Tuin, maar toch het grootste dat verder in
onze gemeente wordt gevonden.
De zaakjes van grondverkoop, nagenoeg het
luatet op de agenda staande, hebben, alsgewoon-
lijk, den stroom van welsprekendheid van onze
vroede vaderen, in breede golvingen doen vloeien.
Niet te verwonderen is dat zeker, waar bij der
gelijke materie de oude strijd tusschen erfpach
ters en verkoopers in vollen gloed ontbrandt. Wel
licht niet geheel ten onrechte zei de wethouder
Goslinga, bij ontstentenis van den burgemeester
tijdelijk voorzitter van Grondbedrijf, dat eerstbe-
doelden er tegenwoordig een nieuwe tactiek op
na houden. Nu zij zien dat zij 't niet erfpacht
niet kunnen halen, probeeren zij :t door op den
verkoopprijs aanmerking te maken. Gelukt 't hun
dien te doen verhoogen, dan blijft de grond mo
gelijk onverkocht en bereiken zij aldus toch hun
doel. Opmerkelijk was 't toch, dat de bestrijding
van de voorgestelden verkoopprijs uitsluitend
van de erfpachters kwam en bij de verkoopers
gèen enkele instemming vond. Waar de minder
gunstige ligging van den grond aan de Prins Fre-
derik Hendrikstraat, achter de branderijen der
Westerkade, door den wethouder werd aangevoerd
baseerden zich de erfpachters vooral op het kopje
van dien grond aan de laan dat volgens hen
bijzondere waarde had. Daarbij werd toekomst
muziek gehoord en zelfs de wethouder stemde hier
mee in, waar hij het passeeren van een tram in
uitzicht stelde. Dat moet dan de electrisclie tram
zijn, reeds meer gedroomd die van uit Rotterdam
Schiedam met Vlaardingen verbindt, maar hoe
komt zij over de rails van de paardentram, die de
Hij had zijn gewonen bedaarde zekerheid ver
loren en gunde zich rust noch duur. In den
nacht liep hij dikwijls eenzaam langs den
dijk van de vaart of stond urenlang voor het
venster, waaronder het water door het molenrad
ruischte.
Rosine zag stil toe, hoewel zij deed, of zij
niets zag. Maar nadat de brandende smart van
den eersten rouwtijd was geweken voor rustige
overgeving, rezen groote zorgen voor haar op
en stonden dreigend voor haar. En er was
slechts één middel, die zorgen te verdrij
ven zij wilde eens openhartig met haar man
spreken.
Weer was het avond, rondom heerschte stilte.
Slechts het molenrad klapte. Weer stond Peter
Helbig voor het venster en staarde naar den
donkeren nacht. Daar trad zijn vrouw op hem
toe en legde de hand op zijn schouder.
„Peter wat heb je? Wat bedrukt je
„Vraag je dat? - jij. demoeder? - Twee
kinderen in zoo korten tijd te verliezen, dat is
zwaar te dragen."
Rosine probeerde te antwoorden haaf stem
stokte. Eindelijk begon zij: „Zwaar te dragen;
ja God weet het. Maar, Peter, er is nog iets
anders met je waarom wil je het me niet
zeggen Hebben we niet langer dan twintig
jaar met elkaar gehuisd en lief en leed samen
gedeeld Heb je me niet altijd vertrouwd, altijd
alles met me besproken, eiken voortgang of
achteruitgang in de zaken, zqodat ik er haast
gemeente in hare geheele lengte tot aan het Hoofd
doorsnijden en die zij niet mag kruisen
Aan het eind van deze langdurige zitting kwa
men nog de interpellatiën van de heeren Smit
en De Bruin. De eerste heeft terecht het ge
vaarlijk passeeren van onze nauwe Hoogstraat,
door automobielen ter sprake gebracht en op dit
punt niet onbevredigende toezegging verkregen.
De interpellatie van onzen roode vroede betrof
de plotselinge verbreking van het contract tus
schen de commissie van Gemeentewerken en den
vrachtrijder Van Gelderen aangegaan. Uit de ont
wikkeling van deze interpellatie bleek dat 't den
interpellant minder om de belangen van den
vrachtrijder dan om de verwezenlijking van zijn
denkbeeld, het vrachtvervoer van materialen in
eigen beheer der gemeente te houden, te doen
was. Hij stelde voor, B. en W. uit te noodigen,
te dezer zake van advies te dienen en mocht de
toezegging ontvangen, dat de zaak zal worden
overwogen en er gelegenheid zal zijn haar te be
spreken. Trouwens 't bleek uit de mededeeling
van den wethouder Van Westendorp dat deze
zaak bij Gemeentewerken reeds een punt van
ruime, breede overweging uitmaakt.
Toen hiermee deze interpellatie met een sisser
was afgeloopen, viel eindelijk op het publiek ge-
meente-tooneel het scherm. Er was öimaal geen
comité, de deuren bleven dus open, een heerlijke
spuiing in de duffe raadszaal I
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 14 Juni.
Ziektewet.
Aan de orde is het advies van de Commissie
van Voorbereiding over de wetsontwerpen tot re--
geling der arbeiders-ziekteverzekéring met betrek
king tot hetgeen h. i. geschieden moet met de
amendetnenten-Roodhuyzen.
De heer Nolens voorzitter der commissie,
zegt, dat de meerderheid daarvan tegen verzending
der amendementen naar de afdeelingen is. Alleen
van den heer Lohinan kon een nadere toelichting
verdediging én overleg met de commissie ver
wacht worden. De heer Roodhuyzen achtte zich
niet verplicht de verdediging van de amendemen
ten te voeren.
De heer Goeman B o r g e s i u s kritiseert
de houding van de commissie, die onder den in
vloed van den heer Lobman zichzelf en de Kamer
voor de natie belachelijk maakt. De zeer sterke
argumenten, die de commissie gisteren voor af-
deelingsonderzoek heeft aangevoerd, blijven gelden.
De heer Roodhuyzen kan ook niet elk detail voor
zijn rekening nemen, als de heer Lobman zelf
erkent, dat de details wijziging behoeven. Boven
dien moest de heer Roodhuyzen door ernstige
ziekte van een familielid de stad verlaten. Waren
de amendementen niet overgenomen; dan zouden
den denkbeelden later toch opnieuw in amende
menten zijn opgedoken. Spr. kritiseert nader het
beleid van den heer Lohman en van de com
missie.
Ook de heer Drueker doet dit. Men zou met
het sectieonderzoek althans een vruchtbaar re
sultaat gehad hebben. Nu zal de behandeling van
de wet niet alleen lijden onder de bebeer»ehing
der discussie door de amendementen, doch ook
even goed van op de hoogte was als jij zelf.
Van eiken gulden wist ik, waar hij vandaan
kwam, waar hij heenging. - En nu.
„Waarom- kom je nu met zulke dingen aan,
midden, in ónze droefheid zeide hij ruw en
wendde zich van haar af
„Ik heb me voorgenomen, te spreken en het
moet gebeuren. Peter, je verberg wat voor
me. Je laat me geen blik in je boeken meer
slaanje neemt altijd je sleutel mee, in plaats
van dien mij toe te vertrouwen zooals vroeger
- en moet ik je zeggen, sinds wanneer?"
„Sinds de zaken zijn uitbereid' en ik wel
wat gewichtigs af te sluiten heb."
Zij maakte een ontkennende handbeweging.
„Sinds wanneer? Ik zal het je zeggen. Sinds
den dood van den ouden Melcher."
„De oude Melcher wat heeft die daarmee
uit te staan
„Zeer veel. zooals je zelf wel weet. In het
begin heb ik geen argwaan gehad, eerst later,
eerst nu. 41s ik terugdenk, vallen me verschil
lende dingen in het eene komt bij het andere
en ik kan die gedachten niet van me afzetten.
Ik wil het kort maken, Peter. Het is mij zwaar
genoeg geworden,aan je te moeten gaan twijfelen
maar ik kan het niet helpen, ik moet het je
zeggen als je onrechtvaardig goed in je bezit
hebt, geef het terug."
{Wordt vervolgd.)