Dagblad voor Schiedam en f finn °\:r f en rr fiii De oorlog op den Balkan. Gratis Ongevallenverzekering Een avontuur iu een slaap-salonwageu. 35ste Jaargang. Maandag 16 December 1912 No. 10500. overeenkomstig op de polis vermelde voorwaarden. Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. BureauBoterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., iranco p. post f 2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. bii pnnn b« levenslange I i 11 verlies van geheele /[lil een hand, invaliditeitB t,Ü U voet of oog I U U B I U U een duim De verzekering wordt gewaarborgd door de Hoilandsche Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam. by dood bü verlies van eiken ande ren vinger. De Militaire maatregelen van Oostenrijk. Reuter seint uit Parijs.: In een uitvoerig telegram uit Ujvidet (Duitsch Neusatz) aan de »Journal", worden interessante bijzonderheden medegedeeld over de Oostenrijk- sche mobilisatie. Oostenrijk mobiliseert in koorts achtige haast zijn geheele strijdmacht. Alle bruggen en tunnels worden door militairen be waakt en op alle stations in Galicië worden zelfs de sneltreinen op 'n zijspoor gebracht, teneinde honderdtallen recruten-transporten te laten pas- seeren. De 16 corpsen, waaruit het Oostenrijksch- Hongaarsche leger bestaat, zijn verdubbeld en sommige zelfs verdrievoudid. Bij de legercorpsen aan de grens zijn vijf van van de zes lichtigen onder de wapenen. Op het oogenblik schat men het leger, dat gemobiliseerd is, op 800.000 man. Een derde daarvan is in afdeelingen aan de verschillende grenzen verspreid en circa 200.000 man staan aan de Servische grens. De mobilisatie is in anderhalve week tot stand gekomen door middel van persoonlijke oproepingen en wordt nog voortgezet. De mobilisatie is zoo volkomen, dat sommige groote fabrieken in de omgeving van Boedapest en Szegedin stop gezet zijn tengevolge van gebrek aan werklieden, ter wijl ook in belangrijke steenkolenmijnen, als die van Salgo-Farjan, de werkzaamheden voor s/4 gestaakt zijn. Gebrek aan steenkolen doet zich reeds gevoelen. De mobilisatie van de vloot volgt. Een buitengewone bedrijvigheid heerscht sedert drie weken te Pola. De oorlogsschepen hebben steenkolen ingenomen. Alle vroeger toegestane verlooven zijn ingetrokken en de equipages terug geroepen. De verdediging van den Donau is verzekerd door een flottielje van 9 monitors, die tusschen Ujirdek en Semlin voor anker liggen. Aan de vijf grenzen worden alle paarden gere- quireerd. De legerintendance heeft 8UUU vracht- automobielen besteld. Het eerste hospitaalschip voer gisteren op klaarlichten dag den Donau af, om zich bij de monitor-flottielje te voegen. Een tweede wordt in gereedheid gebracht. De O ostenrijksch© gez a n t te Ce ttinj e teruggeroepen. Een Reu ter-telegram uit Cettinje, meldt: De. Oostenrijksche gezant is teruggeroepen. Men schrijft dit vertrek toe aan het feit, dat, graaf Berchtold den gezant zou willen raadplegen over de instructies, aan den Oostenrijkschen gezant inzake de Londensche conferentie te geven. De Grieken zetten den strijd tegen de Turken nog steeds voort. Een telegram uit Athene d.d. 15 dezer geeft ©enige bijzonderheden van gevechten in de huurt i) Reisontmoetingen en reisavonturen zijn dikwijls verhaald, dat is waar, maar een werkelijk origi neel voorval behoeft daarom niet doodgezwegen te worden. Het was op mijn laatste reis naar Weenen. Toen ik te Berlijn van mijn besproken plaats in de sleeping-car bezit nam, vond ik er reeds een reisgezel. Deze had zich al huiselijk ingerichthij had de laarzen voor een paar geborduurde pan toffels en den hoed voor een Schotsche muts ver wisseld het kleine tafeltje, dat straks in een trap zou veranderen, tot het beklimmen van de bovenste bedden dienende, was met verscheidene voorwerpen belegd. Ik onderscheidde onder ande ren een bierglas met geschilderd deksel, een ge- bronsden laarzenknecht, een waaier, een photo- grahie-album en een reusachtigen meerschuimen pijpenkop. Deze voorwerpen behoorden intusschen niet tot het reiscomfort van mijn slaapwagen-kameraad het waren, gelijk hij mij later mededeelde, ge schenken, die hij naar Weenen wilde meenemen. Hij had ze "daar hem zei ven geen tijd meer overbleef door den huisknecht van het hotel van Jauina. Een Grie'ksch detachement aldus Let telegram bezette gisteren ScalapatarmUiia, een belangrijk punt lusschen het district Samouria en dat van Janina. De Turken. lieten een aahzieh- iijke hoeveelheid wapenen en een toestel voor optische telegrafie achter. De Grielken maait ten eengisteren in dien strijd bij: Janina, 60 Turken ■krijgsgevangen. De aanval begon om 7 uur des morgens. De Grieken bestormden met gevelde bajonet de hoogten van Tetorakis. Do Turken openden daarop het vuur. In weinige minuten werden 200 Grieken buiten gevecht gesteld, maar de Grieken gaven geen kamp en bereikten weidia de Turksche stellingen, waar een gevecht van man tegen man begon. De Turken trokken zich terug, 8 kanonnen van, zwaar kaliber achterla tend Het Turksche centrum bood tot het vallen van den avond tegenstand, maar de nederlaag van den linkervleugel dwong d'e Turken ten slotte zich over de geheele linie, terug te trekken. De Griekse he vloot. Een draadbericht va,n den bevelhebber der Griefache vloot in de Egeïsche Zee meldt: Nadat een Turksche torpedojager, ciie Zaterdag morgen bij den inagmig van de üarüanellen ver scheen, zich teruggetrokken had, vertoonde zich tegen den middag de kruiser „Medjidieh", bie het vi.iu'v opende op de Grieksche torpedojagers „Ston den i" en „Longi". Toen daarop zes1 andere Griek sche toirpedobooten zich naar ae „Medjidieh" be gaven, trok deze zich in ae Dardanellen terug. Er had een hevig© kanonna.de plaats. D a n e f, de president van het Bulgaarsche Sobranje werd gister-ochtend te Parijs door Poincaré ontvangen. Het onderhoud duurde ongeveer een uur. Danef zou des namiddags een onderhond met den Russischen gezant hebben gehad en om 4 uur weder naar Londen zijn vertrokken. In een interview met een redacteur van de Parijsche »Temps" zeide Danef, dat Bulgarije op de conferentie te Londen wat betreft Adrianopel niet zal toegeven. Het is bereid, indien Turkije weigert de stad te ontruimen, den oorlog met versche troepen opnieuw te beginnen. De bond- genooten hebben voor de Adriatische kwestie en die der eilanden, wederkeerige hulp beloofd. Zij zijn bereid met inschikkelijkheid de opvattingen te bespreken, die de verschillende mogendheden zouden kunnen formuleeren. Indien geen mede- deeling der mogendheden aan de bondgenooten gedaan wordt, dan zullen deze Turkije vragen aan hun eischen voldoening te schenken. Wat de finantieele kwestie betreft, zullen de bondgenooten een oorlogsschatting eischen en in principe toe stemmen een aandeel in de Turksche schuld te aauvaarden. Aangaande den Balkanbond zeide DanefjWij hebben nimmer van eenige mogendheid raadge vingen ontvangen en nog veel minder aansporin gen. Wij hebben onze besluiten onafhankelijk onder elkaar genomen. Wij hebben gemeend in het belang van den algemeenen vrede van Europa te laten inkoopen en was juist bezig den smaak van zijn Berlijner boodschapper te bevitten, waarbij hij de bemerking niet kon weerhouden, dat hij »die dingen te Weenen veel goedkooper en fraaier had kunnen koopen." Ik kon niet nalaten Berlijn ten koste van diens huisknecht in bescherming te nemen en hem voor toekomstige gevallen den raad te geven, de reissouvenirs dadelijk op den dag der aankomst te koopen. Na deze gedachtenwisseling stokte het onder houd, om eerst kort voor Dresden weer in gang te komen. Mijn reisgezel pakte zijn geschenken, nadat hij ze herhaaldelijk van alle kanten hoofd schuddend bezien had, stuk voor stuk voorzichtig in en leunde daarop in een hoek. Zijn uiterlijk was niet zeer sympathiek; hij zag er niet gezond uit; zijn ongeveer zes voet hooge gestalte was grof en mager en de lange vingers, die een groote behendigheid in het sigaretten draaien verrieden, waren aan de toppen geel aangerookt. Zijn blik had iets schuws; ik voelde hem op mij rusien, en als ik hem ontmoeten wilde, ontweek hij mij. Ik voelde de behoefte wederom een paar woor den tot hem te richten, eenigermate om mij de overtuiging te verschaften, dat ik tegenover een reiziger zat, die niets kwaads in zijn schild voerde. Ik maakt hem opmerkzaam op de visitatie der grensbeambten, die wij in Fetchn te verwachten hadden. Dat scheen hem eenigszins te verontrus ten nadat hij echter iu de coupé om zich heen gezien had, zeide hij slechts »ik weet al raad, ik geef mijn geschenken niet aan, zij kosten my handelen, door met eigen kracht de liquidatie van de Oostersche kwestie voor te bereiden. In geen enkele hoofdstad heeft men getracht onze politiek met een hypotheek te bezwaren. Alle groote mogendheden erkennen in beginsel, dat het doel, dat wij door den oorlog bereikt hebben, thans in het vredesverdrag tot uitdrukking moet komen. Alle Balkan-regeeringen blijven onvervreembaar aan het bondgenootschap vasthouden. De toestand. De „Vo&sische Zeitungi" bespreekt djn interna tionalen polifieken toestand als volgt: „Een groote pauzo is ingetreden. Sommigen meenen, dat het stuk uit is, anderen wachten op het volgende bedrijf en die laatste schijnen gelijk te hebben. Achter de coulissen zet Oos tenrijk zijn mobilisatie voort, die 20 Decem ber afloopt. Om alle opzien te vermijden heeft men in Oostenrijk geen algemeene en off:- ciecle mobilisatie afgekondigd. Volgens ae laatste informaties zijn niet minder dan zes legercorpsen reeds volledig gemobiliseerd. De troepen, die bij deze mobilisatie betrokken zijn, bestaat uit Galiciërs, Magyaren en Roeinee- nen De Tjeschen en de Zuid-Slaven zijn cir piet onder begrepen, wat te denken geeft. „Waartoe, dat alles? Alleen om een haven aan die Adriatische zee? Vele achten het on waarschijnlijk, dat voor zulk een kleine haven zoo'n reusachtig leger op de been zou worden gebracht. Veel meer wordt de opvatting ge deeld, dat men in Oostenrijk vain plan is Servië ie doen weten, wie eigenlijk de baas is. Men schijnt het in Oostenrijk moe te zijn, om voor den onrustige» Servischen buurman ieder jaar het leger te moeten mobiliseer©» en daarvoor honderden millioenen uit te geven. Vooral aartshertog Franz Ferdinand moet er op aan dringen, met Servië oens eindelijk een schoont' lei te' maken. Daarvoor moet keizer Frans Jo zef oorspronkelijk weinig neiging hebben gevoeld, maar ten slotte moet hij van de politieke nood zakelijkheid zijn overtuigd. In Oostenrijk houdt men bovendien de kwes tie Prohaska. nog lang niet voor afgeandheld. In den ministerraad ondier voorzitterschap van den keizer en in tegenwoordigheid van den aartshertog-troonopvolger, gehouden, moeten cle nadere bijzonderheden van de z,aak-Prohaska. op den keizer veel indruk hebben gemaakt. Het zwijgen van 't Weener ministerie v.an Bui- tenlandsche Zaken, doet bovendien de onrast nog voortdurend toenemen. In dit verband moet ook de mobilisatie van Roemenië vermeld worden. Koning Karei heelt einde October betoogd, dat aller blik op Roe- menië iS gevestigd en dat zulte in de toe komst nog meer het'geval zijn. Ditzelfde wordt thans door alle Roemeensdhe staatslieac.n her haald. Roemenië neemt thans tusschen alle mo- gendheaen de eereplaats in het Europeesehe al geld genoeg...." In Dresden verliet ik nog eens den waggon mijn reisgenoot bleef zitten. Toen ik weer instapte, leunde hij nog steeds in zijn hoek en terstond ons vroeger kort gesprek weder voortzettende, zeide hij »Zij mogen gerust zoeken, bij mij vin den zij niets." Daarbij lachte hij als een verstokt misdadigermij was de man hoogst onaangenaam geworden. Hij scheen intusschen met mijn gezel schap volkomen tevreden te zijn, want plotseling begon hij »Het is eigenlijk toch wel recht ge zellig zoo met tweeën in een coupé. Kunt gij slapen Ik antwoordde bevestigend. »Hebt gij een vasten slaap ging de zonderlinge man voort. Naar waarheid antwoordde ik weder be vestigend en uit beleefdheid deed ik hem dezelfde •vragen. sik heb altijd zulke akelige droomen," zeide hij, sik droom altijd, dat er brand is, of dat ik verdrink of er pakt er mij een van achteren vast, dan begin ik te schreeuwen, en als ik mij-zelven hoor schreeuwen, wordt ik wakker, dan gaat het weer voor een uur goed maar de dokter heeft mij gezegd, dat mij daaronder een beroerte kan treffen. Hoe het heden gaan zal, weet ik niet ik reis voor de eerste maal in een slaapwagen." Deze mededeelingen waren mij juist niet zeer aangenaam ik ontwierp in stilte een beeld van den aanstaanden nacht. „Wel beschouwd is het zeer opmerkelijk," ging mijn vis a vis voort, sdat men met een vreemde zoo zorgeloos naar bed gaatwant zie, gij weet immers niet of ik eigenlyk niet een schurk, een concert in, en steunend op zijn uitstekendeh financieel©» toestand en op zijn machtig leg er, kan het met vertrouwen en trots den loop der gebeurtenissen afwachten. Want Roemenië wordt, altijd door klein en groot gevleid. Boe karest is het centrale punt, voor de Eur>poe- sche diplomatie: Keizer Franz Jozef zond den gezant Freiherr van Hützendörff met 'n eigen handig schrijven na,ar den koning; Tsaar Ni- colaas II, laat den koning door een Russisch grootvorst, den maarschalksstaf aanbieden; de bekende Sobranje-president, Danef, verwijt tij delijk te Boekarest om met den koning en de regeering den toestand te bespreken; do Turksche gezant te Berlijn, Osman Nizami pasja., wordt door koning Karei in audiëntie ontvangen en houdt besprekingen met den Roemeenschen minister-president. Dit alles wijst op de huidige beteekenis van Rotmenië. Welk nut zal Roemenië van dit alles hebben? Daarop is op 't oogenblik nog geen duidelijk antwoord gegeven. Moreel succes is dan pas goed als het met daadwerkelijk succes hand aan hand gaat, maar op dit laatste is thans nog weinig uitzicht. Het schijnt, dat ae zegevie rende Balkanstaten het denkbeeld koesteren Roemenië de bloote ©er over te laten. Dat kost niets en de Balkanstaten zullen in hun vuistje lachen, als ze er zoo goedkoop afko. men. In Weenen denkt men er anders over. De -leidende Roemeensche staatslieden zullen wel weten, dat men in Weenen bepaalde schartever. goedingen voor Roemenië op het oog neeft. Meer daarover te zeggen, ware thans den tijd voor- ui tloopen. Evenals Oostenrijk-Hong&rijie, mobiliseert ook Roemenië. Beide zullen zich als het op vechten aankomt, weten schadeloos te stellen. Het is mo- die daarop te wijzen, opdat de wereld niet onver wacht verrast wordt. Maar de allerpijnlijkste ver- rassing' zou Servië dan ongetwijfeld beleven!" Zaterdag' had te Londen geheel onverwacht een conferentie der vier Balkan-missieS; plaats, tee tot middernacht duurde. De kwesties, die betreffende de orde der debat ten ter sprake kwamen, werden in bijzonderheden behandeld. Venizelos stelde voor, den Servischen afge vaardigde, Ncxvakowitsch, die tevens de oudste in jaren was, tot voorzitter te benoemen. I)it voorstel werd aangenomen, maar de afgevaar digden kwamen overeen, dat, indien de Turken tegen deze regeling bezwaar hebben, de eerste gedelegeerde, van iedere missie om de beurt het voorzitterschap zal bekleeden. Wat den wapenstilstand betreft, werd gecon stateerd, dat, toen deze geteekend werd, men den Turken duidelijk mededeelde, bat Grieken land in ieder geval aan de vredesonderhande lingen zou deelnemen. De eerste afgevaardig den der vier missies kwamen eveneens lol een algeheele overeenkomst, in zake de v re des voor- misdadiger ben »Oho 1" antwoordde ik met een hoffelijk gebaar. Daar keek ik hem aan, en het gelaat wilde mij in het geheel niet bevallenhoe jammer, dat er in den trein slechts één slaapwagon is, dacht ik. De akelige man scheen er genoegen in te vinden dat onderwerp nog niet te laten rusten. »Wat zoudt gij doen," zeide hij, »als ik mij op u wierp, als ik u een met bedwelmend vocht gedrenkten doek onder den neus hield en u daarna beroofde Ik kan u ook uit het raampje werpen, geen mensch verneemt er ooit iets van... ik beroof u, uw koffer smijt ik er ook uit... in twee minuten is het gedaan...." Ik deed mijn best de vreeselijke scherts vroolijk op te vatten en te glimlachen. Mijn overbuur zweeg. Ik voelde, terwijl ik naar buiten keek, dat hij mij herhaaldelijk lang aanzaghet was alsof hij de ontzettende gedachte in zijn binnen ste uitwerkte, alsof hij in den geest onze krach ten meten en den buit schatten wilde. Eindelijk kwamen wij aan het grensstation. Een Oostenrijksche tolbeambte drong onze coupé Binnen. De vreemde opende zijn reistascb, waarin hij de geschenken had moeten wegleggen, de tolbeambte knikte en plakte de gereedgehouden etiket stolvrij" op de tasch. Ik erken, dat mij het oponthoud op het door reizigers en spoorwegbeambten öevolkie perron werkelijk goed deed en ik met gemengde gewaar wordingen aan den volgenden nacht dacht. Wordt vervolgd.) I U U een duimI U U wijsvinger; I U

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 1