Dagblad voor Schiedam en f fififl b«:r f on rr fik De oorlog op den Balkan. Heerlijk,opwekkend is een kop VAN HOUTEN S Gratis Ongevallen verzekering 35*ie Jaargang. Woensdag 18 December 1912 No. 10502. OTereenïoistig op ie polis yeraelde Toorwaarden. Officieele berichten. Kennisgeving. Baitonliifeck Nieuws. Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ4.50, per week 12 cent, per maand 50 ct.; iranco p. post ƒ2,— p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. De verzekering wordt DRANKWET. by levenslunge geheele invaliditeit gewaarborgd door de b« verlies van een hand, voet of oog; Hoilandsche Algeineene I w U eeu duimS (JU wijsvinger; I (J bij verlies bij dood een duim Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam. by verlies van eiken ande ren vinger. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op art. 12 der Drankwet Brengen ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van A. REBERS, om verlof voor den verkoop van alcoholiioudenden drank, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop in de benedenvooi lokaliteit van bet paud Hoofdstraat 42 en herinneren, dat binnen 2 weken na deze bekendmaking tegen het verleenen van het ver lof schriftelijk bij hun College bezwaren kunnen worden ingebracht. Schiedam, 17 December 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. L. HONNERLAGE GRETE. Ua üevrelaris, V. SICKEN GA. De zeeslag bij de Dardanelles Het Grieksche departement van Marine maakt uit het rapport, dat door den bevelhebber van het eskader is gezonden de volgende bizonder- heden over het zeegevecht van eergisteren openbaar. Des ochtends om 9.'Z5 voer onze vloot, gevormd door de schepen sAwerof," »Spetsai," »Hidra" en Dispara" bij Sed ei Bar. Op iaat van den opper bevelhebber voegde ik mij met 9 torpedojagers bij hem. De Turksche kruiser ïBarbarosa," ïTor- goet Reis," sMessoedich" en sAttactef" lagen in gevechtsorde op een afstand van 9 K.M. Wij naderen tot op een afstand van 3 K.M. De kruiser en de forten begonnen op ons te vuren, welk voorbeeld door de nMessoedich" en de lichte vij andelijke flottilje, die onder dekking van het fort Koem Kaleh lagen, werd gevolgd. Om 10.40 hield het vuren op. De vijand was in wanorde teruggetrokken. Volgens particuliere inlichtingen heeft de vijand aanmerkelijke schade geleden. Volgens een telegram uit Athene, zou het Turk sche admiraalschip door zes granaten zijn getroffen- Een reiziger, gisterochtend van de Dardanellen gekomen, bevestigt het ambtelijke verslag van het zeegevecht. Na een langdurige wisseling van schoten, trok ken de kleinere Grieksche oorlogsschepen terug. De sGeorgios Awerof" bleef liggen, blootgesteld aan de volle laag. Hij gebruikte, naar het scheen, alleen zijn kleinere kanonnen en werd een keer of drie, vier door granaatkartetsen getroffen. Ten slotte voer hij langzaam weg. De Turksche vloot keerde na het gevecht terug, met de vlag in top. De muziek speelde. De men- schen die aan de kust stonden te kijken, juichten. Gedurende het gevecht hielden zich de Grieksche torpedoflottielje en de onderzeesche booten gedekt achter de Rabbit-eilanden. De Turksche vlootvoogd heeft geseind, dat' gister-ochtend de Turksche en de Grieksche vloot een nieuw gevecht hebben geleverd. Na een uur vechtens zag men aan den voorsteven van de aAwerof" vlammen verschijnen. Alras helde het schip naar stuurboord over en werd omringd door andere Gieksche schepen. De Grieksche vloot moet zich hebben teruggetrokken, nagezet door de Turksche vloot. De Turksche bevelhebber van de afdeeling op Lesbos seint, dat twee Grieksche tot kruisers getransformeerde transportschepen de haven van Mytelene (de hoofdstad) hebben gebombardeerd en daarbij de kantoren van de Turksche openbare schuld en van de douane, vijf winkels en een hotel in brand hebben geschoten en eenige huizen hebben beschadigd. Er zijn geen menschenlevens te betreuren. De vredesconferentie!. De Londensche correspondent van de „N. R. Crt." seint: Het verloop, dat de Balkanconferentie'gister genomen heeft, was gelijk inen het had verwacht. Toen gisterochtend de conferentie onder voor zitterschap van Danef werd geopend, bleek al spoedig bij het onderzoeik van de geloofsbrieven, dat de Turksche gedelegeerden gteen volmacht haddien, om met de Grieken te onderhandelen. Ik conferentie besloot daarop tot Donderdagmid dag 4 uur uiteen te gaan, om de Turksche gede legeerden in de gelegenheid te stellen f;ë Coinstan- ünr.pr-l nieuwe instructies te vragen. De laatisten begaven zich vervolgens naar hun hotel, terwijl de rest van de gedelegeerden in het St. Jameispal eis hun noenmaal bleven gebruiken. Toen op de vergadering van de vredesconfe rentie gister de Turksche gedelegeerden weiger den met de Grieken onderhandielinglein te ooeneh, daar deze den wapenstilstand niet hadden gere kend, wezen de gedelegeerden der Balkanstateu erop, dat, ofschoon Montenegro den wapenstilstand had 'getee'kend, de vijandelijkheden tusschen Tur kije en. dat land voortduren, omdat de bevelhebber van Skoetari heeft geweigerd den wapenstilstand te erkennen. In verband met de veronderstelling, dat de Oltornansche gedelegeerden tijd trachten Ie win nen, merkte men vanavond in gezaghebbende OKomansche 'kringen op, dat d'e Oltornansche regeering alleen kon onderhandelen op den grond slag van den wapenstilstand, welken Griekenland niet getee'kend had. Ambtelijk was de Ottomiansche regeering er niet mee in kennis gesteld, dat Griekenland voor nemens was aan do vredesonderhandelingen ceel te nemen. Eerst op de vergadering van lieden werd den Tujrfkschen gedelegeerden ambtelijk ken nis gegeven van de bedoelingen van Griekenland. De Turksche 'gedelegeerden waren dus genood zaakt zich tot hun regeeiring om de noodige instruc ties en volmachten te wenden. Intusschen waren zo volkomen bereid om, in afwachting van de volmacht uit Constantieonel met de andere staten te onderhandelen en zij vroegen de gedelegeerden van deze statén, om hun wenscihen kenbaar te maken. Op dit, voorstel ontstond eon aanmerkelijke gedachten wisseling. Doch de gedelegeerden van de drie overge bleven Balkanstaten waren van meening1, da.t op dezen grondslag niet kon worden, voiortgewerkt, omdat de vier staten tezamen één blok vormden. De uitslag van de vergadering van gister is naar Gons tan tinopel geseind en zal daar door den ministerraad van morgen worden overwogen'. Oosten r ij k-Hongar ij e. De Sla venen zetten in de begrootingscom missie van het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden hun obstructie voort. De Slaveensche afgevaar digde Gostincar, die gisteravond om half zes be gon te spreken, bleef tot 's nachts twee uur door redeneeren. Daarop kwamen twee andere Sla veensche afgevaardigden hem aflossen. Terwijl Gostincar zijn redevoering hield, waren slechts hij zelf, de voorzitter en de griffier in de zaal. De andere afgevaardigden vertoefden in de cou loirs, de eetzaal of in de tot slaapvertrek inge richte commissiekamer. Nu en dan verscheen een partijlid van de redenaar in de zittingzaal, om hem door toeroepen te steunen en gelegenheid te geven op adem te komen. Na de redevoering van 16| uur, die de Sla veensche afgevaardigde in de begrotingscommis sie van het Oostenrijksche Huis van Afgevaardig den heeft gehouden, zijn thans de Tsjechen en Zuid-Slaven begonnen obstructie te voeren in de volledige zitting van het parlement. Toen ver scheidene Tsjechische radicalen het woord hadden gevoerd en een groot aantal voorstellen waren ingediend, werden deze alle verworpen, nadat het Huis had beslist, dat geen hoofdelijke stemming zou plaats vinden. Onder groot tumult werd besloten de behandeling der oorlogswetten in tweede lezing aan te vangen. De zitting duurde nog voort. De g1 e z a n t e n-C o n f e r e n t i a. Om half vier is gister-middag de conferentie van ambassadeurs op het ministerie van buitenland- sche zaken te Londen geopend. Grey opende de samenkomst, welke, gelijk men weet, slechts niet formeele en de onderscheiden regeeringen niet bindende besprekingen zal houden; maar desgewenscht de Balkanconfeientie kan voorlichten. Het is onjuist, dat de gezant van Roemenië te Constantinopel van daar naar Londen vertrokken is. De gezant ging naar Boekarest. De consul-kwestie. Het ambtelijke bericht over de zaak van den consul Prohaska (die door de Serviërs heette vermoord te zijn. maar intusschen springlevend is teruggevonden), wordt in de pers scherp ge- critigeerd. Er is veel ontstemming in Oostenrijk over de houdiDg van de regeering. Men spreekt zelfs van een actie om vast te stellen wie ervoor verant woordelijk is, dat de bevolking door de zaak in onrust gehouden is, die nu niets te beteekenen blijkt te hebben. De Tsjechische bevolking verkeert in groote opwinding.- De »Neue Freie Presse" schrijftDe zaak-Pro- haska, die als een wilde stroom begonnen is, is tot een beekje opgedroogd. De vraag zal niet verstommen, waarom de monarchie niet door een tijdige opheldering tot kalmte gebracht is. »De Zeit." Er zijn vergrijpen gepleegd in de zaak-Prohaska, waarvoor ons niet Servië, maar onze eigen regeering verantwoording schuldig is. Het »Neue Wiener Tageblatt" constateert alleen, dat de toestand er gemakkelijker door geworden is en drukt nu de hoop uit, dat er nu aan een overeenkomst met Servië niets meer in den weg staat. Eenstemmig is de pers van oordeel, dat nu alle gevaar voor oorlog uit den weg geruimd is. CHINA. In verband met die opiumkwestie heersdht op het «ogenblik een crisis. De kooplui van Sjanghai en Hongkong klagen erover, dat zij met een vn.r- raad van 10,000,000 blij'ven zitten, daar de Chineesche overheid den uitvoer en den verkoop verhindert en de inlaodsdbe productie toelaat op voorwaarden, die tegen de bepalingen van hel Engelsch-Cihineesche opiumverdrag indruischen.' JAPAN. Reuter meldt dat prins Katsoera bij keizerlijk rescript tot minister-president is benoemd. De Japansche staatsman en generaal-veldmaar- schalk, markies Taro Katsoera, die in 1847 te Ilagi werd geboren, als zoon van een samoerai, onderscheidde zich in den strijd tusschen Sho- goenaar on keizerschap (18671868) in de gele deren der aanhangers van het keizerschap en werd in Sept. 1870 ter bestudeering van de mili taire toestanden naar Berlijn gezonden, waar hij gedurende den Fransch-Duitschen oorlog rijke er varingen verzamelde. Hij' keerde in December 1873 naar Japan terug, werd in 1874 tot majoor be vorderd en was van 1875 tot 1878 militair attaché aan het hof te Berlijn. Na weder naar zijn ge boorteland te zijn teruggekeerd, werd nij: in No vember 1878 tot secretaris in het kabinet benoemd. Nadat Katsoera in 1884 tot majoor en in 1885 tot majoor-generaal was benoemd, werd hij' in 1886 vice-minister van Oorlog en in 1890 luite nant-generaal en bevelhebber van de 3de divisie i te Nag'oja.. In die kwaliteit legde hij gedurende den Chi- neesch-Japansdhen oorlog van 189495 op Korea en vooral in Mandsjoerijie een zeer verdienstelijke werkzaamheid aan den dag, waarvoor hij na het sluiten van den vrede tot burggraaf werd ver heven. In 1897 wrerd hij tot generaal gouverneur, van Formosa benoemd, en van Januari 1898 tot De cember 1900 was hij minister van Oorlog. Toen moest hij wogiens ziekte aftreden en werd hij tot gencraal-veldmaarschalk en in 1901 voer -het eerst tot premier benoemd, om in 1906 weder af te treden. Tijdens Katsoera's eerste premierschap, nl. in 1902 werd het verbond met Engeland gesloten NA Cacao %rV' (102)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1912 | | pagina 1