Stads- en Gewestelijk Nieuws. Gemeenterad De pensioenregeling voor de Dein -Ambtenaren. ;Naar de „Nieuw© Crt." verneemt, zijn de be sturen van de drie grootste steden des lands, nadat het -wetsontwerp op de regeling van de pensioenen der gemeente-ambtenarn verschenen was, aanstonds met elkander in overleg getre den, en hoewel uit den aard der zaak de iijd ontbroken heeft om van de regeling ©en diep gaande studie te maken, zoo moet toch reeds gebleken zijn, dat een ongewijzigde vaststelling van het ontwerp voor de gemeenten overgroot© bezwaren met zich zou brengen. Het is in deze omstandigheden zeker te betreuren, dat niet vóór de indiening het oordeel van eenige gemeente besturen gevraagd is, en dat reeds op 7 Januari a.s. deze gewichtige zaak onderzocht zal wor den in de afdeelingen van d© Tweede Kamer. Thans zullen de gemeentebesturen ternauwernood den tijd hebben om vóór de beantwoording van het afdeeiingsverslag hun inzichten te bevoegder plaatse kenbaar te maken. Bakkerswet. Naar »Het Centrum" verneemt, is het Voor- loopig Verslag op het ontvverp-Bakkerswet van de heeren Aalberse c.s. in het begin van Januari te wachten. Weerbericht Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht in den morgen van 3 Jan. 1913, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerstand 768.5 te Breslau. Laagste barometerstand 730.2 te Seydisfjord. Verwachting tot den volgenden dag zwakke tot matigen wind uit zuidelijke richtingen, nevelig tot halfbewolkt, weinig of geen regen, zelfde tem peratuur. Scheepvaartverkeer. Gedurende het afgeloopen jaar passeerden de Beurssluis in de richting naar de Maas: 3 zee schepen en 6467 binnenschepen en 4 houtvlotten, in omgekeerde richting 3 zeeschepen, 6404 bin nen vaartuigen en 7 houtvlotten. Bovendien werden door de sluis geschut, naar binnen en buiten 10410 spoelingschouwen. Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Overzicht der werkzaamheden over het jaar 1912. Het aantal aanbiedingen van werkzoekenden bedroeg 1104, dat der aanvragen door werkgevers 717, terwijl 582 plaatsingen konden genoteerd worden. Over het jaar 1911 waren deze cijfers resp. 998, 555 en 389 Over 1910 resp. 936, 324 en 175. De heeren C. B. H. Merten en W. Ge nesis alhier slaagden te Rotterdam bij het exa men voor boekhouden der Federatie van Handels- en Kantoorbedienden- vereenigingen. De Wet h ouder van Onderwijs is mergen (Zaterdag) verhinderd zijn gewone spreek uur te houden. Gisteravond 11 uur is de Engel- sche tankboot »Rock Light" (gister was abusief vermeld Rockikat) met petroleum van Port Arthur naar Rotterdam, die voor de Maaskade alhier aan den grond was geloopen, vlot gekomen. Het schip werd door 6 sleepbooten van de Intern. Sleepdieust Mr. afgetrokken en daarna na de Peiroleumkade te Rotterdam gesleept. De Vereeniging van leden van het ötednlijk Muziekkorps, zal evenals vorige jaren een feestavond geven mei bal op a.s. Maandag 6 Jan., s' avonds 8 uur, voor hare leden 'en geïn- trodueeerden in het gebouw Odéon. Gister-avond is de gasfitter H. Rijken, wonende Rozenburgerplein, bij het door hakken van een gasbuis in de Lange Nieuwstraat, door gas bedwelmd. Hij werd in een nabij zijnde boerderij gebracht, waar geneeskundige hulp werd ingeroepen. Eenige tijd daarna kon hij, hersteld, weder naar buiten gaan. G i s t e r - m i d d a g kreeg de politie klachte, dat een van drie onder den invloed van sterken drank verkeerende personen baldadig een glasruit zouden hebben gebroken van eene woning aan de Nassaustraat. De politie spoorde het drie tal op en bracht 't naar de politiewacht aan de Hoofdstraat, waar een van drie bekende de dader te zijn en de schade vergoedde. Hoogwater te Schiedam: Zaterdag 4 Jan. v. m. 1.40 n. m. 2.06 Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 31 December 1912 des namiddags 2 ure (Slot). Grond verkoop. De heer De Bruin heeft zeker geen enkel belang de beraadslagingen nog langer te rekken. Tot tweemaal toe heeft men de groote fout be gaan het nemen van een besluit te forceeren. In de verdediging van den wethouder zijn intusschen zooveel leemten, dat er wel reden was de discussie verder te rekken. Omdat de zaak onvoorbereid is, loopt het debat in het oneindige. Spr zegt verder, dat zijn voorstel niet gekomen zou zijn, als het voorstel van B. en W. wel voorbereid was. Spr. meent, dat het gemeentebelang nigt gediend wordt met een besluit alvorens alle vragen, die dit voorstel uitlokt, zijn gesteld en beantwoord, De Voorzitter weerspreekt, dat dit voorstel slechts is voorbereid er is maanden lang over de betrokken zaak gesproken, maar wij overtuigen elkaar toch niet. Nu is er een klein tipje öpgclieht van den sluier die de oppositie tegen dit voorstel bedektede annexatie bij Rotterdam zit er tus- schen. Dat wij te dezer zake elkaar niet over tuigen, ligt ook hieraan, dat er ook persoonlijke veeten bij deze kwestie in 't spel zijn, »Apollo" heeft indertijd ook geen erfpacht gewild en heeft men daar zoo tegen gesputterd Waarom wil men deze firma dit stuk grond weigeren, waar zij reeds grond daar bezit, die men haar wel inder tijd als „kikvorschenland" verkocht heeft, maar toch zoo dat men heel blij was zich hier een groot-industrie vestigde; en nu deze firma een stuk grond daarnaast tot uitbreiding harer zaak noodig heeft, nu zou men zeggen, dat krijgt u niet, daar blijft u af, wel willen wij 't u in erfpacht geven; is dat fair? Voorz. meent dat men hier met een vrij aannemelijk bod te doen hee-ft. Als Raadslid zou hij steeds de Maasgronden in erf pacht willen geven, maar dat terrein zou hij aan deze firma wel willen verkoopen. Voorz. zou ook liever f8 a f9 voor dezen grond willen betaald zien, en hij heeft dan ook al het mogelijke gedaan, om den prijs te doen verhoogenmaar 't is hem niet gelukt. Bij de stellige verzekering dat niet meer zou worden gegeven, wilde hij dezen grond wel voor f 7 geven, waar toch de prijs van f7 voor deze industriegrond gelijk staat met f 10 voor grond voor woningbouw bestemd, terwijl hier geen rioleeriug of straataanleg gevorderd wordt Waar de heer Van Westendorp sprak van een erfpaehts- canon van 40 ct., meent voorz. dat dit met een verkoopprijs van f7 gelijk staat. Waar men tel kens verkocht heeft voor f7 f 7i/a a f 8, meent voorz. dat men dezen grond wel voor f 7 kan verkoopen, immers door vergelijking komt men tot de waarheid. Bedenkt men, dat de firma het reeds met fabrieken bezette terrein in vollen eigendom bezit, dan kau men begrijpen, dat zij dit stuk, voor uitbreiding noodig, niet in erfpacht wil verkrijgen. De heer Houtman moet er tegen opkomen, dat hij de firma Smulders zou hebben afgebroken. Hij heeft alleen willen zeggen, dat zij voor het land groote waarde heeft, voor de stad niet. De Voorzitter zegt nu gebruik te zullen maken van art. 18 van het reglement van orde »Als de voorzitter het onderwerp voldoende toege licht acht, sluit hij de discussie." De wethouder, de heer Van Westendorp, neemt daarmee geen genoegener zijn dingen gezegd die hij zoo niet door kan laten gaan, o.a. de annexatie bij Rotterdam zit er achterdat meent hij te moeten weerleggen. De Voorzitter stelt voor de discussie te sluiten. De wethouder, de heer Van Westenporp, blijft zijn tegenovergestelde meening handhaven. De heer De Bruin wraakt t evenzeer dat er geen gelegenheid zou zijn voor repliek. Hij komt er tegenop, dat het voorstel voldoende voorbereid, de zaak reeds maanden geleden besproken zou ziju. Dit voorstel dateert van 16 December Hij vraagt ook waarom de firma Smulders een balf jaar geleden een strookje vroeg en nu het heele terrein verlangt. Beroept men zich op het re glement van orde, dan meent hij, dat toch niet de muilkorf moet worden opgezet. Er schijnt hier een hartstocht te zijn om den grond maar weg te smijten en dat kan hij niet beamen. De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, zegt, dat hier volstrekt niet de muilkorf wordt opgezet. De tegenstanders van het voorststel zijn bijna den geheelen middag aan het woord geweest. Hij, wet houder, en de voorzitter hebben slechts kort het woord gevoerd. Hij stem er geheel mee in de discussie te sluiten. De wethouder, de heer Van Westendorp, betreurt dat sluiten der discussie. Hij betreurt 't dat men op deze zaak een licht heeft laten vallen dat hij er niet op laten mag, en men zou daartoe geen gelegenheid geven 1 Op die manier mag men zich niet van een zaak afmaken. Hij vraagt toch waar de voorzitter het persoonlijk element in het debat bracht: welke persoonlijke veeten zijn hier in 't spel. Wat de annexatie betreft, zegt spr. openlijk dat hij hoe eer hoe liever Schie dam bij Rotterdam zag gevoegd maar dat zit niet achter deze bestrijding van dit voorstel maar wel licht achter iets anders. Weth. heeft een zijner collega's toegevoegd jij verkoopt gron^ om nog lang bestuurder van Schiedam te blijven. Verder weerspreekt weth. dat voor deze grond in verge lijking met bouwgrond een prijs van f7 met f10 zou gelijk staan, omdat er geen rioleering en be strating noodig iswant er moet toch een 30 M. breede straat met keien bestraat worden, wat een uitgaaf van f30.000 aan keien vordert. Het verwijt van unfair te zijn tegenover de firma Smulders wijst hij af, waar hij de industrie toch wil hel pen. Weth. wijst er ten slotte op, dat in het vroe gere comité-generaal die grond het dubbele waard werd geacht van hetgeen nu wordt voorgesteld de wethouder Goslinga wilde toen 50 op den geboden prijs leggen. Hoe is die grond nu zoo achteruitgeloopen Weth. acht een prijs van f7 voor dien grond niet te verdedigen en hij begrijpt niet, hoe men tot dien prijs zou durven ver koopen. Den heer De Bruin doet 't pleizier dat hem nog gelegenheid tot repliek gegeven wordt en hij wil daarvan gebruik maken op één conditiedat de vragen die hij stelt ook beantwoord worden. Hij vraagt, waarom de firma smulders een half jaar geleden een strook vroeg en nu het heele complex verlangt. Waarom men nu voorstelt de zen grond voor f 7 te verkoopen, terwijl er kort geleden een bod was om allen grond aldaar vcor den prijs van f10 te verkoopen. De Voorzitter weet daar niets vanwel weet hij, dat een prijs van f10 geboden is voor een klein complex. De heer De Bruin dacht, dat die prijs ge boden was voor een groot complex. De wethouder, de heer Van Westendorp, zegt, dat 't betrof een stuk grond groot 15 hec taren. De heer De Bruin begrijpt niet, dat, waar men denzelfden grond toen voor f10 wilde ver koopen, men nu voorstelt voor f 7 af te staan. De heer Evers onderbreekt, gewagend van de annexatie bij Rotterdam. De heer D e Bruin vervolgt, vragend of men dan kunstmatig de ont wikkeling van Rotterdam in den weg zou willen staan. Als de noodzakelijkheid der annexatie komt, moet men die niet kunstmatig versperren. Spr. meent, dat ook dezen grond op een waarde van f10 per Ma. moet gesteld worden. De Voorzitter zegt, dat de eerstbedoelde grond was grond aan de Maas. De heer De Bruin zegt, dat men in de stad in nauwe straten en afgelegen wijken f7 per ML betaalt, en nu zou men het neusje van de zalm voor dat bedrag laten wegkapen! Wat de grond in Oud-Delftshaven waard is, blijkt, waar die nu reeds met f60 per M2. betaald wordt. Vraagt men of 't fair is, aldus tegen de betrokken firma te handelen, dan zegt spr. dat hij, Raadslid wor dend, heeft beloofd niet gezworen zooals de andere heeren de belangen der gemeente te dienen. Die belofte wil hij houden, waar hij er innig van overtuigd is, dat het gemeentebelang door een verkoop tot dien prijs wordt geschaad. Verwijt men hem nu, dat hij niets gevoelt voor eene uitbreiding der gelegenheid van arbeid, dan zegt hij, dat zijne houding juist bewijst, hij niet het belang van ééne klasse, maar het algemeen belang dient. Daarom gaat hij niet met den heer Goslinga mee, omdat hij hier niet een persoonlijk belang heeft te bevorderen. De Voorzitter meent, dat men over het verschil in prijs strak nog wel kan spreken, maar wil nu de motieDe Bruin in stemming brengen. Die motie wordt verworpen met 13—4 stem men. Voor stemmen de heeren Houtman, De Bruin, Van der Hoek en Van Westendorp. De heer Wittkampt stelt nu voor om aan de firma Smulders, met verwijzing naar de in Mei 1.1. genoemde cijfers en conditiën, te be richten, dat op basis van den thans geboden prijs niet te onderhandelen valt. De heer Van der Velden kan hier spreken uit zijn eigen ervaring als lid der commissie van grondbedrijf. Hij zegt, dat hij de meening van een bekende autoriteit te Rotterdam heeft ge vraagd en deze hem zeidejelui komt vooreerst nog niet aan de helft van den prijs, dien men te Rotterdam voor den grond maakt. Het voorstelWittkampf wordt verworpen met 12-5 stemmen, Voor stemmen de heeren Wittkampf, Houtman. Van Westendorp, Hoek en De Bruin. De Voorzitter wil nu het voorstel van B. en W. in stemming brengen. De heer Houtman vraagt van welke inrich ting in het "Voorstel sprake is. De Voorzitter zegt van de inrichting van een ijzerfabriek. De heer Houtman meent, dat de betrokken bepaling omtrent het bouwen van die inrichting viij onbepaald is dat kan wel 19 jaar duren. De Voorzitter vraagt of de heer Houtman een voorstel doet. De heer Houtman zag gaarne, dat het be stuur dezen verkoop verband deed houden met de electriciteitslevering door de gemeente De Voorzitter constateert, dat de Raad gaarne deze voorwaarde aan den verkoop zag verbonden. De wethouder, de heer Goslinga, meent, dat men de bepaling zou kunnen stellen indien de fabriek n;et binnen een jaar enz. De Voorzitter acht een termijn van 3jaar gewenscht, met machtiging van B. en W. niet te verkooppn voor de electriciteit kwestie is opgelost. De heer Houtman vraagt of hij over het voorstel nog even mag spreken. De Voorzitter zegt, dat de discussie ge sloten is en gaat tot stemming over. Het voorstel wordt aangenomen met 116 stemmen. Tegen stemmen de heeren Van der Hoek, De Bruin, Wittkampf, Houtman, Van Westendorp en Schreuder. Aan de orde is nu nog Burgertuinen. 3. Voorstel om B. en W. te machtigen een proef te nemen met het uitgeven van z.g. bur gertuinen" in het Sterrebosch. De behandeling van dit voorstel wordt uitge steld tot de volgende vergadering. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voor zitter de vergadering. Discussie. Grondverkoop Smulders. Bij de mededeeling der ingekomen stukken werd vooraf de volgende discussie over dit voor stel gevoerd. De heer Van der Hoek meent, waar de voorzitter zegt, dat dit voorstel straks aan de orde komt, dat 't wenschelijk is dit voorstel aan te houden. Voor het gunstig advies van B. en W. vindt spr. geen reden. Van de correspondentie tusschen B. en W. en de firma Smulders gevoerd is nog niets gebleken. Met meerdere leden acht hij 't wenschelijk dit voorstel van de agenda af te nemen en uit te stellen tot de volgende ver gadering. De Voorzitter zegt, dat de heer Van der Hoek om de reden, die hij noemt, zeker het uit stel-voorstel niet moet doen. Correspondentie tus schen B. en W. en de firma Smulders heeft niet plaats gehadde besprekingen zijn mondeling gevoerd. De heer Van der Hoek zegt, dat het eenige wat te dezer zake gebleken is, is het advies om in te gaan op het voorstel van Grondbedrijf dit stuk grond voor f7 te verkoopen en hij meent, dat dit met weg geven gelijk is te stellen. Be heer Houtman zegt, dat hij dit voorstel wel gedeeltelijk kan steunen. De algemeene be schouwingen kunnen wel plaats hebben maar de beslissing moet in deze vergadering niet vallen. Er wordt hier een aanval op onze brandkast ge daan en daar moeten wij voorzichtig mee zijn de tijding van voorbereiding der beslissing is veel te kort geweest. De Voorzitter acht 't het beste even door te gaan, te meer daar er te dezer zake nog een voorstel van den heer Smit is ingekomen. Als de mededeeling zoover gevorderd is, kan het uitstel- voorstel worden gedaan. De heer De Bruin wil, ook om hetvoorstel- Smit, niet doorgaan, maar het uitstel-voorstel-Van der Hoek zien aannemen. Het voorstel-Smit is een principieel voorstel en waar de voorsteller thans niet aanwezig is, kan dat niet zoo verde digd worden als hij dat doen kan. Hij acht 't op den gezelligen Oudejaarsavond geen ramp als er te dezer zake geen besluit genomen wordt, te minder daar het nemen van een besluit de ge- heele zitting in beslag zou nemen. Daarom zou hij het nemen van een besluit willen zien uitge steld niet tot de volgende, maar een volgende vergadering. De heer Van der Hoek blijft zijn uitstel- voorstel handhaven. Hy vindt 't een zeer ongun stige dag om thans te vergaderen zeer vele leden wenschen wat vroeger naar huis te gaan. Het uitstel-voorstel-Van der Hoek blijkt door de heeren Koopmans en De Bruin ondersteund. De heer Evers meent, dat het voorstel-Smit niet direct met dit voorstel tot grondverkoop ver band houdt. Dat voorstel «doelt op gronden aan den Maasoever en nu kan men toch niet zeggen dat deze grond aan den Maasoever ligt. 't Blijkt dat de heer Smit er ook zoo over denkt, anders zou hij wel hier tegenwoordig zijn geweest. De Voorzitter zegt, dat er in dat voorstel vergeten is iets in te vullen, nl. hoever die gron den gaan, tot zekere diepte. Hij zag liever dat de heer Smit zelf het cijfer invulde. De heer Evers meent, dat eerst beslist moet worden over erfpacht of verkoop. Hij merkt op. dat er reeds twee comiié's en eene openbare ver gadering over dit voorstel zijn gehouden en de leden dus wel geacht mogen worden op de hoogte te zijn. lie wethouder, de heer Goslinga, meent, dat het uitstel-voorstel niet alleen het verspreiden van meer licht bedoelt, maar ook een kritiek op het beleid van B. en W. bevat. De heer Wittkampf zal voor dit voorstel stemmen, hopend dat nadere gegevens meer licht in deze zaak zullen brengen. De heer De Bruin meent, dat door een da delijke behandeling van het verkoop-voorstel het voorstel—Smit, waaraan een groot belang vast is, niet moet worden afgemaakt. De leden van den Raad moeten niet het knechtje zijn van den heer Smuldersdat voorstel moet zakelijk bekeken worden. De heer Van der Velden kan verzekeren, dat het voorstel Smit geen verband houdt met het verkoop voorstel de heer Smit was reeds twee jaren geleden voornemens, een dergelijk voorstel te doen als thans door hem is ingediend. De Voorzitter zegt, dat de firma Smul ders aan B. en W'. gevraagd heeft omtrent den verkoop van bedoelden grond voor 1 Januari eene beslissing te nemen. Was die beslissing voor 1 Januari niet gevallen, dan was haar bod verval len. Daarom hebben B. en W. den schijn niet «p zich willen nemen deze zaak tegen te houden en meenden zij, al was 't dan ook op dezen ongele gen dag, den Raad te moeten bijeenroepen. Wil de Raad een ander voorstel doen, dat moet hij weten, maar dan is de heer Smulders vrij uitroep dat is geen ramp. De Voorzit ter herhaalt dan is er geen bod meer. De wethouder, de heer Goslinga, zegt, dat men goed moet weten dat zij die voor het uitstel-voorstel Van der Hoek stemmen, stemmen tegen het voorstel van B. en W. De heer D e Bruin onderbreektSmulders komt voor de zooveelste maal terug. De heer Goslinga vervolgt Zonder discussie en zonder dat het College zijne motieven voor dezen verkoop heeft kunnen doen kennen, gaat dan de heele zaak in de doofpot. De heer Wittkampf vindt dat volstrekt niet erg laat de heer Smulders vrij ziju hij blijve nog jaren lang vrij en gezond. De heer Houtman meent, dat thans eene onvruchtbare discussie wordt gevoerd. Hij acht 't veel beter, dat de Raad thans in principe niet beslist dan hierover een urenlange discussie op Oudejaarsdag te houden, die geen resultaat zal hebben. Hij acht 't beter deze zaak in het nieuwe jaar ten einde te brengen, dan kan de geheele burgerij er nog eens hare gedachten over laten gaan. De heer Schreuder zegt, dat als hij straks voor het uitstel-voorstel stemmen zal, hij dit zal doen, omdat er geen gelegenheid is geweest tot goed onderzoek van het verkoop-voorstel, wijl andere zaken die er bij besproken moesten wor den, nu onmogelijk ter sprake kunnen worden gebracht. De heer mr. Kavelaars zegt, dat hij in het zelfde geval verkeert. De heer Koopmans meent, dat bij deze zaak van geen ultimatum sprake moet zijn. De Voorzitter zegt, dat het bod slechts tot 1 Januari van kracht blijftgaat de Raad daar voor dien datum niet op in, dan is de firma Smulders weer vrij. De heer Van der Hoek handhaaft zijn voor stel uitstel tot een volgende vergadering. Dat voorstel wordt verworpen met 11—9 stemmen. Tegen stemmen de heeren Goslinga, Beukers, Van Katwijk, mr. von Uriel Sasse, Van der Meer Dubbelmau, Van der Velden, Meijer, De Graaf, Evers en Lagerwey. De Voorzitter zegt, dat 't bem spijt het voorstel—Smit niet in orde is. De heer V a n der Hoek meent, dat de heer Van der Velden den heer Smit heelemaal geen compliment heeft gemaakt, waar hij getuigde dat deze zelfs met weet, waar de bedoelde grond gelegen is. Als dat waar was, zou de heer Smit onwaardig zijn nog langer Raadslid te blijven. 8pr. meent dat het voorstel—Smit wel degelijk van toepassing js 0p dit voorstel. De heer Van der Velden zou gaarne den heer Van den Hoek tot de orde geroepen zien hij heeft het recht niet hem als een. leugenaar aan te duiden. De Voorzitter meent ook, dat de heer Van der Velden van den heer Smit zelf wist wat hij mededeelde en dus de heer Van den Hoek niet aldus tegen bedoeld Raadslid moest optreden. De heer Van den Hoek zegt, dat hij 't met de beschouwingen van den heer Van der Velden niet eens is hij tracht zijn optreden te verdedigen. De heer Van der Velden blijft diens op- treden wraken. De wethouder, de heer Goslinga, consta teert, dat men het voorstelSmit in handen van B. en W. wil stellen om daaromtrent meer licht te verspreiden. De Voorzitter meent, dat men daartoe formeel een voorstel moet doen. De wethouder, de heer G o s 1 i n g a betoogt, dat het voorstel—Smit eene verdere strekking heeft dan het verkoopvoorstel hier bedoeld. Laat de Raad 't eenvoudig in handen van B en W stellen om advies. De heer Houtman zegt, dat, waar bij dit voorstel tot grondverkoop aan de firma Smulders een breede discussie over erfpacht te wachten is, hij gaarne toch eens het advies van B. en W. te dezer zake zou willen vernemen en het bedoelde voorstel ampel bespreken. De Voorzitter zegt, dat hij dit toch wel doen kan als het betrokken voorstel aan de orde is. De heer De Bruin zegt, dat er omtrent erf pacht verschillend wenschen bestaan, die niet in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 2