Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Gemeenterad
De pensioenregeling voor de Dein -Ambtenaren.
;Naar de „Nieuw© Crt." verneemt, zijn de be
sturen van de drie grootste steden des lands,
nadat het -wetsontwerp op de regeling van de
pensioenen der gemeente-ambtenarn verschenen
was, aanstonds met elkander in overleg getre
den, en hoewel uit den aard der zaak de iijd
ontbroken heeft om van de regeling ©en diep
gaande studie te maken, zoo moet toch reeds
gebleken zijn, dat een ongewijzigde vaststelling
van het ontwerp voor de gemeenten overgroot©
bezwaren met zich zou brengen. Het is in deze
omstandigheden zeker te betreuren, dat niet vóór
de indiening het oordeel van eenige gemeente
besturen gevraagd is, en dat reeds op 7 Januari
a.s. deze gewichtige zaak onderzocht zal wor
den in de afdeelingen van d© Tweede Kamer.
Thans zullen de gemeentebesturen ternauwernood
den tijd hebben om vóór de beantwoording van
het afdeeiingsverslag hun inzichten te bevoegder
plaatse kenbaar te maken.
Bakkerswet.
Naar »Het Centrum" verneemt, is het Voor-
loopig Verslag op het ontvverp-Bakkerswet van
de heeren Aalberse c.s. in het begin van Januari
te wachten.
Weerbericht
Telegrafisch bericht naar waarnemingen, verricht
in den morgen van 3 Jan. 1913, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bildt.
Hoogste barometerstand 768.5 te Breslau.
Laagste barometerstand 730.2 te Seydisfjord.
Verwachting tot den volgenden dag zwakke
tot matigen wind uit zuidelijke richtingen, nevelig
tot halfbewolkt, weinig of geen regen, zelfde tem
peratuur.
Scheepvaartverkeer.
Gedurende het afgeloopen jaar passeerden de
Beurssluis in de richting naar de Maas: 3 zee
schepen en 6467 binnenschepen en 4 houtvlotten,
in omgekeerde richting 3 zeeschepen, 6404 bin
nen vaartuigen en 7 houtvlotten.
Bovendien werden door de sluis geschut, naar
binnen en buiten 10410 spoelingschouwen.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
Overzicht der werkzaamheden over het jaar
1912.
Het aantal aanbiedingen van werkzoekenden
bedroeg 1104, dat der aanvragen door werkgevers
717, terwijl 582 plaatsingen konden genoteerd
worden.
Over het jaar 1911 waren deze cijfers resp.
998, 555 en 389
Over 1910 resp. 936, 324 en 175.
De heeren C. B. H. Merten en W. Ge
nesis alhier slaagden te Rotterdam bij het exa
men voor boekhouden der Federatie van Handels-
en Kantoorbedienden- vereenigingen.
De Wet h ouder van Onderwijs is
mergen (Zaterdag) verhinderd zijn gewone spreek
uur te houden.
Gisteravond 11 uur is de Engel-
sche tankboot »Rock Light" (gister was abusief
vermeld Rockikat) met petroleum van Port Arthur
naar Rotterdam, die voor de Maaskade alhier
aan den grond was geloopen, vlot gekomen.
Het schip werd door 6 sleepbooten van de
Intern. Sleepdieust Mr. afgetrokken en daarna
na de Peiroleumkade te Rotterdam gesleept.
De Vereeniging van leden van het
ötednlijk Muziekkorps, zal evenals vorige jaren
een feestavond geven mei bal op a.s. Maandag 6
Jan., s' avonds 8 uur, voor hare leden 'en geïn-
trodueeerden in het gebouw Odéon.
Gister-avond is de gasfitter H.
Rijken, wonende Rozenburgerplein, bij het door
hakken van een gasbuis in de Lange Nieuwstraat,
door gas bedwelmd. Hij werd in een nabij zijnde
boerderij gebracht, waar geneeskundige hulp werd
ingeroepen. Eenige tijd daarna kon hij, hersteld,
weder naar buiten gaan.
G i s t e r - m i d d a g kreeg de politie
klachte, dat een van drie onder den invloed van
sterken drank verkeerende personen baldadig een
glasruit zouden hebben gebroken van eene woning
aan de Nassaustraat. De politie spoorde het drie
tal op en bracht 't naar de politiewacht aan de
Hoofdstraat, waar een van drie bekende de dader
te zijn en de schade vergoedde.
Hoogwater te Schiedam: Zaterdag 4
Jan. v. m. 1.40 n. m. 2.06
Vergadering van den Raad der gemeente
Schiedam op Dinsdag 31 December 1912
des namiddags 2 ure
(Slot).
Grond verkoop.
De heer De Bruin heeft zeker geen enkel
belang de beraadslagingen nog langer te rekken.
Tot tweemaal toe heeft men de groote fout be
gaan het nemen van een besluit te forceeren. In
de verdediging van den wethouder zijn intusschen
zooveel leemten, dat er wel reden was de discussie
verder te rekken. Omdat de zaak onvoorbereid
is, loopt het debat in het oneindige. Spr zegt
verder, dat zijn voorstel niet gekomen zou zijn,
als het voorstel van B. en W. wel voorbereid was.
Spr. meent, dat het gemeentebelang nigt gediend
wordt met een besluit alvorens alle vragen, die
dit voorstel uitlokt, zijn gesteld en beantwoord,
De Voorzitter weerspreekt, dat dit voorstel
slechts is voorbereid er is maanden lang over
de betrokken zaak gesproken, maar wij overtuigen
elkaar toch niet. Nu is er een klein tipje öpgclieht
van den sluier die de oppositie tegen dit voorstel
bedektede annexatie bij Rotterdam zit er tus-
schen. Dat wij te dezer zake elkaar niet over
tuigen, ligt ook hieraan, dat er ook persoonlijke
veeten bij deze kwestie in 't spel zijn, »Apollo"
heeft indertijd ook geen erfpacht gewild en heeft
men daar zoo tegen gesputterd Waarom wil
men deze firma dit stuk grond weigeren, waar zij
reeds grond daar bezit, die men haar wel inder
tijd als „kikvorschenland" verkocht heeft, maar
toch zoo dat men heel blij was zich hier een
groot-industrie vestigde; en nu deze firma een
stuk grond daarnaast tot uitbreiding harer zaak
noodig heeft, nu zou men zeggen, dat krijgt u niet,
daar blijft u af, wel willen wij 't u in erfpacht
geven; is dat fair? Voorz. meent dat men hier
met een vrij aannemelijk bod te doen hee-ft. Als
Raadslid zou hij steeds de Maasgronden in erf
pacht willen geven, maar dat terrein zou hij aan
deze firma wel willen verkoopen. Voorz. zou ook
liever f8 a f9 voor dezen grond willen betaald
zien, en hij heeft dan ook al het mogelijke gedaan,
om den prijs te doen verhoogenmaar 't is hem
niet gelukt. Bij de stellige verzekering dat niet
meer zou worden gegeven, wilde hij dezen grond
wel voor f 7 geven, waar toch de prijs van f7 voor
deze industriegrond gelijk staat met f 10 voor
grond voor woningbouw bestemd, terwijl hier geen
rioleeriug of straataanleg gevorderd wordt Waar
de heer Van Westendorp sprak van een erfpaehts-
canon van 40 ct., meent voorz. dat dit met een
verkoopprijs van f7 gelijk staat. Waar men tel
kens verkocht heeft voor f7 f 7i/a a f 8, meent
voorz. dat men dezen grond wel voor f 7 kan
verkoopen, immers door vergelijking komt men
tot de waarheid. Bedenkt men, dat de firma
het reeds met fabrieken bezette terrein in vollen
eigendom bezit, dan kau men begrijpen, dat zij dit
stuk, voor uitbreiding noodig, niet in erfpacht wil
verkrijgen.
De heer Houtman moet er tegen opkomen,
dat hij de firma Smulders zou hebben afgebroken.
Hij heeft alleen willen zeggen, dat zij voor het
land groote waarde heeft, voor de stad niet.
De Voorzitter zegt nu gebruik te zullen
maken van art. 18 van het reglement van orde
»Als de voorzitter het onderwerp voldoende toege
licht acht, sluit hij de discussie."
De wethouder, de heer Van Westendorp,
neemt daarmee geen genoegener zijn dingen
gezegd die hij zoo niet door kan laten gaan, o.a.
de annexatie bij Rotterdam zit er achterdat
meent hij te moeten weerleggen.
De Voorzitter stelt voor de discussie te
sluiten.
De wethouder, de heer Van Westenporp,
blijft zijn tegenovergestelde meening handhaven.
De heer De Bruin wraakt t evenzeer dat er
geen gelegenheid zou zijn voor repliek. Hij komt
er tegenop, dat het voorstel voldoende voorbereid,
de zaak reeds maanden geleden besproken zou
ziju. Dit voorstel dateert van 16 December Hij
vraagt ook waarom de firma Smulders een balf
jaar geleden een strookje vroeg en nu het heele
terrein verlangt. Beroept men zich op het re
glement van orde, dan meent hij, dat toch niet
de muilkorf moet worden opgezet. Er schijnt
hier een hartstocht te zijn om den grond maar
weg te smijten en dat kan hij niet beamen.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a, zegt, dat
hier volstrekt niet de muilkorf wordt opgezet. De
tegenstanders van het voorststel zijn bijna den
geheelen middag aan het woord geweest. Hij, wet
houder, en de voorzitter hebben slechts kort het
woord gevoerd. Hij stem er geheel mee in de
discussie te sluiten.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
betreurt dat sluiten der discussie. Hij betreurt 't
dat men op deze zaak een licht heeft laten vallen
dat hij er niet op laten mag, en men zou daartoe
geen gelegenheid geven 1 Op die manier mag
men zich niet van een zaak afmaken. Hij vraagt
toch waar de voorzitter het persoonlijk element
in het debat bracht: welke persoonlijke veeten
zijn hier in 't spel. Wat de annexatie betreft,
zegt spr. openlijk dat hij hoe eer hoe liever Schie
dam bij Rotterdam zag gevoegd maar dat zit niet
achter deze bestrijding van dit voorstel maar wel
licht achter iets anders. Weth. heeft een zijner
collega's toegevoegd jij verkoopt gron^ om nog
lang bestuurder van Schiedam te blijven. Verder
weerspreekt weth. dat voor deze grond in verge
lijking met bouwgrond een prijs van f7 met f10
zou gelijk staan, omdat er geen rioleering en be
strating noodig iswant er moet toch een 30 M.
breede straat met keien bestraat worden, wat een
uitgaaf van f30.000 aan keien vordert. Het verwijt
van unfair te zijn tegenover de firma Smulders
wijst hij af, waar hij de industrie toch wil hel
pen. Weth. wijst er ten slotte op, dat in het vroe
gere comité-generaal die grond het dubbele waard
werd geacht van hetgeen nu wordt voorgesteld
de wethouder Goslinga wilde toen 50 op den
geboden prijs leggen. Hoe is die grond nu zoo
achteruitgeloopen Weth. acht een prijs van f7
voor dien grond niet te verdedigen en hij begrijpt
niet, hoe men tot dien prijs zou durven ver
koopen.
Den heer De Bruin doet 't pleizier dat hem
nog gelegenheid tot repliek gegeven wordt en hij
wil daarvan gebruik maken op één conditiedat
de vragen die hij stelt ook beantwoord worden.
Hij vraagt, waarom de firma smulders een half
jaar geleden een strook vroeg en nu het heele
complex verlangt. Waarom men nu voorstelt de
zen grond voor f 7 te verkoopen, terwijl er kort
geleden een bod was om allen grond aldaar vcor
den prijs van f10 te verkoopen.
De Voorzitter weet daar niets vanwel
weet hij, dat een prijs van f10 geboden is voor
een klein complex.
De heer De Bruin dacht, dat die prijs ge
boden was voor een groot complex.
De wethouder, de heer Van Westendorp,
zegt, dat 't betrof een stuk grond groot 15 hec
taren.
De heer De Bruin begrijpt niet, dat, waar
men denzelfden grond toen voor f10 wilde ver
koopen, men nu voorstelt voor f 7 af te staan.
De heer Evers onderbreekt, gewagend van de
annexatie bij Rotterdam. De heer D e Bruin
vervolgt, vragend of men dan kunstmatig de ont
wikkeling van Rotterdam in den weg zou willen
staan. Als de noodzakelijkheid der annexatie
komt, moet men die niet kunstmatig versperren.
Spr. meent, dat ook dezen grond op een waarde
van f10 per Ma. moet gesteld worden.
De Voorzitter zegt, dat de eerstbedoelde
grond was grond aan de Maas.
De heer De Bruin zegt, dat men in de stad
in nauwe straten en afgelegen wijken f7 per ML
betaalt, en nu zou men het neusje van de zalm
voor dat bedrag laten wegkapen! Wat de grond
in Oud-Delftshaven waard is, blijkt, waar die nu
reeds met f60 per M2. betaald wordt. Vraagt
men of 't fair is, aldus tegen de betrokken firma
te handelen, dan zegt spr. dat hij, Raadslid wor
dend, heeft beloofd niet gezworen zooals de
andere heeren de belangen der gemeente te
dienen. Die belofte wil hij houden, waar hij er
innig van overtuigd is, dat het gemeentebelang
door een verkoop tot dien prijs wordt geschaad.
Verwijt men hem nu, dat hij niets gevoelt voor
eene uitbreiding der gelegenheid van arbeid, dan
zegt hij, dat zijne houding juist bewijst, hij niet
het belang van ééne klasse, maar het algemeen
belang dient. Daarom gaat hij niet met den heer
Goslinga mee, omdat hij hier niet een persoonlijk
belang heeft te bevorderen.
De Voorzitter meent, dat men over het
verschil in prijs strak nog wel kan spreken, maar
wil nu de motieDe Bruin in stemming brengen.
Die motie wordt verworpen met 13—4 stem
men.
Voor stemmen de heeren Houtman, De Bruin,
Van der Hoek en Van Westendorp.
De heer Wittkampt stelt nu voor om aan
de firma Smulders, met verwijzing naar de in
Mei 1.1. genoemde cijfers en conditiën, te be
richten, dat op basis van den thans geboden prijs
niet te onderhandelen valt.
De heer Van der Velden kan hier spreken
uit zijn eigen ervaring als lid der commissie van
grondbedrijf. Hij zegt, dat hij de meening van
een bekende autoriteit te Rotterdam heeft ge
vraagd en deze hem zeidejelui komt vooreerst
nog niet aan de helft van den prijs, dien men te
Rotterdam voor den grond maakt.
Het voorstelWittkampf wordt verworpen met
12-5 stemmen,
Voor stemmen de heeren Wittkampf, Houtman.
Van Westendorp, Hoek en De Bruin.
De Voorzitter wil nu het voorstel van B.
en W. in stemming brengen.
De heer Houtman vraagt van welke inrich
ting in het "Voorstel sprake is.
De Voorzitter zegt van de inrichting van
een ijzerfabriek.
De heer Houtman meent, dat de betrokken
bepaling omtrent het bouwen van die inrichting
viij onbepaald is dat kan wel 19 jaar duren.
De Voorzitter vraagt of de heer Houtman
een voorstel doet.
De heer Houtman zag gaarne, dat het be
stuur dezen verkoop verband deed houden met de
electriciteitslevering door de gemeente
De Voorzitter constateert, dat de Raad
gaarne deze voorwaarde aan den verkoop zag
verbonden.
De wethouder, de heer Goslinga, meent,
dat men de bepaling zou kunnen stellen indien
de fabriek n;et binnen een jaar enz.
De Voorzitter acht een termijn van 3jaar
gewenscht, met machtiging van B. en W. niet te
verkooppn voor de electriciteit kwestie is opgelost.
De heer Houtman vraagt of hij over het
voorstel nog even mag spreken.
De Voorzitter zegt, dat de discussie ge
sloten is en gaat tot stemming over.
Het voorstel wordt aangenomen met 116
stemmen.
Tegen stemmen de heeren Van der Hoek, De
Bruin, Wittkampf, Houtman, Van Westendorp en
Schreuder.
Aan de orde is nu nog
Burgertuinen.
3. Voorstel om B. en W. te machtigen een
proef te nemen met het uitgeven van z.g. bur
gertuinen" in het Sterrebosch.
De behandeling van dit voorstel wordt uitge
steld tot de volgende vergadering.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voor
zitter de vergadering.
Discussie.
Grondverkoop Smulders.
Bij de mededeeling der ingekomen stukken
werd vooraf de volgende discussie over dit voor
stel gevoerd.
De heer Van der Hoek meent, waar de
voorzitter zegt, dat dit voorstel straks aan de
orde komt, dat 't wenschelijk is dit voorstel aan
te houden. Voor het gunstig advies van B. en W.
vindt spr. geen reden. Van de correspondentie
tusschen B. en W. en de firma Smulders gevoerd
is nog niets gebleken. Met meerdere leden acht
hij 't wenschelijk dit voorstel van de agenda af
te nemen en uit te stellen tot de volgende ver
gadering.
De Voorzitter zegt, dat de heer Van der
Hoek om de reden, die hij noemt, zeker het uit
stel-voorstel niet moet doen. Correspondentie tus
schen B. en W. en de firma Smulders heeft niet
plaats gehadde besprekingen zijn mondeling
gevoerd.
De heer Van der Hoek zegt, dat het eenige
wat te dezer zake gebleken is, is het advies om
in te gaan op het voorstel van Grondbedrijf dit
stuk grond voor f7 te verkoopen en hij meent,
dat dit met weg geven gelijk is te stellen.
Be heer Houtman zegt, dat hij dit voorstel
wel gedeeltelijk kan steunen. De algemeene be
schouwingen kunnen wel plaats hebben maar de
beslissing moet in deze vergadering niet vallen.
Er wordt hier een aanval op onze brandkast ge
daan en daar moeten wij voorzichtig mee zijn
de tijding van voorbereiding der beslissing is veel
te kort geweest.
De Voorzitter acht 't het beste even door
te gaan, te meer daar er te dezer zake nog een
voorstel van den heer Smit is ingekomen. Als de
mededeeling zoover gevorderd is, kan het uitstel-
voorstel worden gedaan.
De heer De Bruin wil, ook om hetvoorstel-
Smit, niet doorgaan, maar het uitstel-voorstel-Van
der Hoek zien aannemen. Het voorstel-Smit is
een principieel voorstel en waar de voorsteller
thans niet aanwezig is, kan dat niet zoo verde
digd worden als hij dat doen kan. Hij acht 't
op den gezelligen Oudejaarsavond geen ramp als
er te dezer zake geen besluit genomen wordt, te
minder daar het nemen van een besluit de ge-
heele zitting in beslag zou nemen. Daarom zou
hij het nemen van een besluit willen zien uitge
steld niet tot de volgende, maar een volgende
vergadering.
De heer Van der Hoek blijft zijn uitstel-
voorstel handhaven. Hy vindt 't een zeer ongun
stige dag om thans te vergaderen zeer vele leden
wenschen wat vroeger naar huis te gaan.
Het uitstel-voorstel-Van der Hoek blijkt door
de heeren Koopmans en De Bruin ondersteund.
De heer Evers meent, dat het voorstel-Smit
niet direct met dit voorstel tot grondverkoop ver
band houdt. Dat voorstel «doelt op gronden aan
den Maasoever en nu kan men toch niet zeggen
dat deze grond aan den Maasoever ligt. 't Blijkt
dat de heer Smit er ook zoo over denkt, anders
zou hij wel hier tegenwoordig zijn geweest.
De Voorzitter zegt, dat er in dat voorstel
vergeten is iets in te vullen, nl. hoever die gron
den gaan, tot zekere diepte. Hij zag liever dat de
heer Smit zelf het cijfer invulde.
De heer Evers meent, dat eerst beslist moet
worden over erfpacht of verkoop. Hij merkt op.
dat er reeds twee comiié's en eene openbare ver
gadering over dit voorstel zijn gehouden en de
leden dus wel geacht mogen worden op de hoogte
te zijn.
lie wethouder, de heer Goslinga, meent, dat
het uitstel-voorstel niet alleen het verspreiden van
meer licht bedoelt, maar ook een kritiek op het
beleid van B. en W. bevat.
De heer Wittkampf zal voor dit voorstel
stemmen, hopend dat nadere gegevens meer licht
in deze zaak zullen brengen.
De heer De Bruin meent, dat door een da
delijke behandeling van het verkoop-voorstel het
voorstel—Smit, waaraan een groot belang vast is,
niet moet worden afgemaakt. De leden van den
Raad moeten niet het knechtje zijn van den heer
Smuldersdat voorstel moet zakelijk bekeken
worden.
De heer Van der Velden kan verzekeren,
dat het voorstel Smit geen verband houdt met
het verkoop voorstel de heer Smit was reeds
twee jaren geleden voornemens, een dergelijk
voorstel te doen als thans door hem is ingediend.
De Voorzitter zegt, dat de firma Smul
ders aan B. en W'. gevraagd heeft omtrent den
verkoop van bedoelden grond voor 1 Januari eene
beslissing te nemen. Was die beslissing voor 1
Januari niet gevallen, dan was haar bod verval
len. Daarom hebben B. en W. den schijn niet «p
zich willen nemen deze zaak tegen te houden en
meenden zij, al was 't dan ook op dezen ongele
gen dag, den Raad te moeten bijeenroepen. Wil
de Raad een ander voorstel doen, dat moet hij
weten, maar dan is de heer Smulders vrij
uitroep dat is geen ramp. De Voorzit
ter herhaalt dan is er geen bod meer.
De wethouder, de heer Goslinga, zegt,
dat men goed moet weten dat zij die voor het
uitstel-voorstel Van der Hoek stemmen, stemmen
tegen het voorstel van B. en W. De heer D e
Bruin onderbreektSmulders komt voor de
zooveelste maal terug. De heer Goslinga
vervolgt Zonder discussie en zonder dat het
College zijne motieven voor dezen verkoop heeft
kunnen doen kennen, gaat dan de heele zaak in
de doofpot.
De heer Wittkampf vindt dat volstrekt
niet erg laat de heer Smulders vrij ziju hij
blijve nog jaren lang vrij en gezond.
De heer Houtman meent, dat thans eene
onvruchtbare discussie wordt gevoerd. Hij acht
't veel beter, dat de Raad thans in principe niet
beslist dan hierover een urenlange discussie op
Oudejaarsdag te houden, die geen resultaat zal
hebben. Hij acht 't beter deze zaak in het nieuwe
jaar ten einde te brengen, dan kan de geheele
burgerij er nog eens hare gedachten over laten
gaan.
De heer Schreuder zegt, dat als hij straks
voor het uitstel-voorstel stemmen zal, hij dit zal
doen, omdat er geen gelegenheid is geweest tot
goed onderzoek van het verkoop-voorstel, wijl
andere zaken die er bij besproken moesten wor
den, nu onmogelijk ter sprake kunnen worden
gebracht.
De heer mr. Kavelaars zegt, dat hij in
het zelfde geval verkeert.
De heer Koopmans meent, dat bij deze
zaak van geen ultimatum sprake moet zijn.
De Voorzitter zegt, dat het bod slechts
tot 1 Januari van kracht blijftgaat de Raad daar
voor dien datum niet op in, dan is de firma
Smulders weer vrij.
De heer Van der Hoek handhaaft zijn voor
stel uitstel tot een volgende vergadering.
Dat voorstel wordt verworpen met 11—9
stemmen.
Tegen stemmen de heeren Goslinga, Beukers,
Van Katwijk, mr. von Uriel Sasse, Van der Meer
Dubbelmau, Van der Velden, Meijer, De Graaf,
Evers en Lagerwey.
De Voorzitter zegt, dat 't bem spijt het
voorstel—Smit niet in orde is.
De heer V a n der Hoek meent, dat de heer
Van der Velden den heer Smit heelemaal geen
compliment heeft gemaakt, waar hij getuigde dat
deze zelfs met weet, waar de bedoelde grond
gelegen is. Als dat waar was, zou de heer Smit
onwaardig zijn nog langer Raadslid te blijven.
8pr. meent dat het voorstel—Smit wel degelijk
van toepassing js 0p dit voorstel.
De heer Van der Velden zou gaarne den
heer Van den Hoek tot de orde geroepen zien
hij heeft het recht niet hem als een. leugenaar
aan te duiden.
De Voorzitter meent ook, dat de heer Van
der Velden van den heer Smit zelf wist wat hij
mededeelde en dus de heer Van den Hoek niet
aldus tegen bedoeld Raadslid moest optreden.
De heer Van den Hoek zegt, dat hij 't met
de beschouwingen van den heer Van der Velden
niet eens is hij tracht zijn optreden te verdedigen.
De heer Van der Velden blijft diens op-
treden wraken.
De wethouder, de heer Goslinga, consta
teert, dat men het voorstelSmit in handen
van B. en W. wil stellen om daaromtrent meer
licht te verspreiden.
De Voorzitter meent, dat men daartoe
formeel een voorstel moet doen.
De wethouder, de heer G o s 1 i n g a betoogt,
dat het voorstel—Smit eene verdere strekking
heeft dan het verkoopvoorstel hier bedoeld. Laat
de Raad 't eenvoudig in handen van B en W
stellen om advies.
De heer Houtman zegt, dat, waar bij dit
voorstel tot grondverkoop aan de firma Smulders
een breede discussie over erfpacht te wachten is,
hij gaarne toch eens het advies van B. en W. te
dezer zake zou willen vernemen en het bedoelde
voorstel ampel bespreken.
De Voorzitter zegt, dat hij dit toch wel
doen kan als het betrokken voorstel aan de orde is.
De heer De Bruin zegt, dat er omtrent erf
pacht verschillend wenschen bestaan, die niet in