Dagblad voor Schiedam en Omstreken. f on rr fis EERSTE BLAD. De oorlog op den Balkan. Gratis Ongevallenverzekering flflflfl levenslange Q 0 F) RIENZI. 36**ie Jaar^ap£« Zaterdag 31 Mei 19S3 No. JÖ636. Officieele berichten. Gymnasium te Schiedam. FEUILLETON. Binnenland. Bureau: Botersïraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2.cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk ad verteeren. oyereenkoistig op de polis verielcle voorwaarfleii. UUU inSïïeit; I £UU De by dood by verlies van verlies van een hand, voet of oogE E U U I IUU een duim de Uollandsehe Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam, I (JU wysvinger; I |J bij verlies van eiken ande ren vinger. Dit nummer bestaat uit twee bladen en een Geïllustreerd Zondagsblad. Candidaten voor het toelatingsexamen, dat ge houden zal worden in de eerste helft van Juli, gelieven zich vóór 1 Juli a s aan te melden bij Dr. J. L. LIEZENBERG. Om tegen nader te bepalen tijd in dienst te treden wordt te Schiedam gevraagd een Havenmeester tevens Controleur der haven-, brug- en slnisgeldeu. Bezoldiging f 1200. met 4,3 jaarl. verhoogingen van f 100.benevens vrije woning en uniform- kleeding. Sollicitatiestukken gericht aan den Gemeente raad worden ingewacht tot en met 7 Juni a.s. Alleen aan de Candidaten die daartoe worden opgeroepen, kan gelegenheid tot persoonlyke kennismaking gegeven worden. Bnüenlftstdsch Nieuws. De voorloopige vrede geteekend. Reuter seint uit Londen Het voorloopig vredesverdrag is gister te 12 uur 40 geteekend, vijf minuten nadat de vredesafge- vaardigden bijeen waren gekomen. Minister Grey kwam enkele oogenblikken na de afgevaardigden en sprak hun in het Fransch toe. Hij zeide, dat het den koning en de regeering van Engeland genoegen deed, dat het verdrag in liet paleis van Sint James geteekend wordt en achtte het't best daartoe aanstonds over te gaan, om vervolgens den afgevaardigden uitvoeriger toe te spreken. Afschriften van het verdrag werden daarna den afgevaardigden overhandigd, die ze dadelijk teekenden. Toen dit gebeurd was, stond Grey opnieuw op en sprak de afga vaardigden in het Fransch toe. Hij gaf uiting aan de voldoening des konings over de onderteekening van het verdrag en bood de hartelijke gelukwenschen der Engelsche re geering aan bij het sluiten van den vrede. Ik.vlei mij met de hoop ging spr. voort dat bij u allen het besluit, 't welk gij zooeven genomen hebt, gevoelens van voldoening en ver lichting zal wekken. De mogendheden, die on zijdig zijn gebleven, maar steeds hebben verlangd naar het herstel van den vrede in het belang van de rust in Europa, deelen die gevoelens. "Wij weten dat er nog kwesties zijn, die op een oplossing wachten, voor volkomen overeenstem ming zal zijn bereikt, maar ik ben overtuigd dat 38) Deze was de taal, welke, zelfs meer dan de verzekeringen van getrouwheid en het streelen- de gevlei, aan den overvloed des harte ont- stroomd, den trotschen en ijdelen geest van Nina in het juk hadden gebogen, dat zij zoo gewillig droeg. Misschien schetste haar, in Rienzi's afwezigheid, haar zwakker gemoed de zegepraal af, de hoog geborene Signora.s te ver nederen en de barbaarsche pracht der hoofden van Rome door de hare te verduisteren; maar in zijne tegenwoordigheid, luisterde naar zjjne meer verhevene en edelmoedige eerzucht, tot heden door geen eigenbelang bevlekt, de hoop op haar uitgezonderd, eene zelfzoekend heid, door Nina zoo gemakkelijk vergeven, ontwaakte haar edeler gevoel en deelde zij in zijne plannen, trachtte hare ziel zich tot de hoogte der zijne te verheffen, en dacht zij min der aan hare eigene verheffing, dan aan zijnen roem. Het streelde haren trots, de eenige ver trouwelinge zijner geheimste gedachten en stou- ste ondernemingen te zijn, dien geest vol raad sels en aanslagen voor haar te zien blootliggen het sluiten van dezen vrede de regeling dier aan gelegenheden zal vergemakkelijken en de welwil lende belangstelling der mogendheden te uwen opzichte zal doen toenemen. Spr. prees zich daarna gelukkig met de afge vaardigden zoo dikwijls en vriendschappelijk in overleg te zijn getreden en besloot: »Van gan- scher harte hoop ik dat de hier gesloten vrede een algeheel bevredigend resultaat mag hebben, opdat elke staat zijn zoo zwaar beproefde hulp bronnen kan herstellen, zijn gebied tot ontwikke ling kan brengen, het welzijn en het geluk van zijn volk en de voorspoed van zijn nationaa leven kan verzekeren." Skoeloedis, als oudste afgevaardigde, antwoordde met een woord van dank aan den koning en de regeering van England. Osman Nizami pasja sprak in gelijken geest, waarna Danef nog in herinnering bracht, dat hij van de mogendheden nopens de grens tusschen Bulgarije en Turkije bepaalde verzekeringen heeft ontvangen. Hij voegde er bij, dat men mag aan nemen dat de bondgenooten ter ünancieele con ferentie te Parijs dezelfde bevoegdheden zullen hebben als afgevaardigden der mogendheden. De Balkanstaten onderling. Het onderhoud tusschen Gesjof en Pasjits zal heden-avond op de Servisch-Bulgaarsche grens plaats hebben. De chef van den Griekschen generalen staf is belast zich met generaal Iwanof te verstaan over de afbakening van de scheidingslijn tusschen Bulgaren en Grieken. De Servische kroonprins heeft zich naar Weles, waar Servische troepen ten getale van 90 a 100 000 man zijn samengetrokken, begeven. De Grieksche minister-president Veuizelos heeft gisteren een bezoek gebracht aan den Bulgaarschen generaal Hessaptsjef. DÜÏTSCHLANÜ- In antwoord op de interpellatie der sociaal democraten over de beperking van het recht van regeering en van de vrijneid van drukpers in Elzas-Lotharingen, heeft de rijkskanselier gister in den Duitsche Rijksdag o. m. gezegd De voorstellen der regeering van Elzas-Lotha ringen gaan buiten de grond wet van Elzas-Lotha ringen, welke onveranderd blijft, om. Zij zijn alleen gericht tegen die elementen, welke een vreedzame bemiddelingspolitiek willen onder mijnen. Het nationalisme uit zich in Elzas-Lotharingen bijzonder sterk, wanneer de nationale gevoelens in Frankrijk sterk spreken. Daarin ligt het groote gevaar van dat nationalisme. De voorstellen der regeering van Elzas Lotha ringen zijn bestemd om de uitwassen van het recht van vereeniging en van de vrijheid van drukpers, die in laatste instantie een revanche oorlog van Frankrijk tegen Duitschland prediken, te onderdrukken. Het mag niet worden geduld dat de pers in Duitschland zeil nog erger te keer gaat dan de Duitschland vijandig gezinde pers in en toegelaten te worden, zoo wel tot de kennis zijner zwakheden en twijfelingen, als tot die van zijne macht en heldhaftigheid. Niets kon in sprekender tegenstelling zijn dan de liefde van Rienzi en Nina met die van Adri- ano en Irene. In de laatste waren de droomen, de alle grenzen overschrijdende verbeelding der jeugd, allesZij spraken nimmer van de toe komst. Zij mengden geen ander verlangen in dat der liefde. Eerzucht, glorie, de hooge goe deren dezer wereld waren niets voor hen, wan neer zij te zamen warenhunne liefde had de wereld verzwolgen, en liet niets dan zich zelve onder de zon zichtbaar. Maar de hartstocht van Nina en haar minnaar, was die van meer saam- gestelde gemoederen en rijpere jaren. Hij be stond uit duizenderlei gevoelens, het eene uit zijnen aard van het andere afgescheiden, maar in één brandpunt vereenigd door het alvermogen der liefde. Hun onderhoud rolde over de wereld het was uit de wereld, dat zij het voedsel daarvoor ontleenden, het was de toekomst, van welke zij spraken en aan welke zij dachten. Zij schiepen zich uit hare gedroomde heerlijkheden een te huis en een altaar; hunne liefde had meer verstandelijks dan die van Adriano en Irene. Zij was geschikter voor deze harde aar de. Zij had tevens meer van den zuurdeesem der latere en ijzeren dagen, en minder van het dichterlijke der eerste, gulden eeuw in zich. „En moet ge mij thans verlaten zeide Nina, hare wang niet langer aan zijne lippen het buitenland (instemming aan de rechterzijde). Wij moeten de kuiperijen der vereenigingen, wien het een doorn in het oog is, dat Elzas-Lo tharingen onverbreekbaar met Duitschland ver bonden is, bestrijden (levendige toejuichingen.) SPANJE. Het ministerie is afgetreden. Na voorlezing van het koninklijk besluit, waarin het ontslag van het ministerie wordt aanvaard, hebben Kamer en Senaat hun zittingen opgeheven. Min. Regout contra jhr. De Stoers. „Niet dan mot zekeren tegenzin" plaatst „De Tijd" een interview, dat haar Haagschon redac teur met Minister Regout had over, het bekende geschil tusschen dezen en het Kamerlid voor Weert jhr. De Stuwers. Waarom het Katholieke blad het interview dan t,oeh opnam? Omdat bij niet-opneming door „De Tijd", dezelfde informa tion langs anderen weg het publiek zouden be reiken. De Minister noemde de brochure van uen heer De Stuers een opeenstapeling van eenzijdige, zelfs absoluut onjuiste voorstellingen van zaken. „Het heele verhaal in de brochure over het incident in mijn kabinet aldus de Minister is pure fantasie. Vooreerst wordt het voorgesteld, alsof het gebeurd is in 1912, toen de heer De Stuers mij! verzocht, de plannen tot verbouwing van binnenlandsche zaken tehuis te motgen heb ben, terwijl ik duidelijk in de Eerste Kanier heb geezgd, dat het eenige maanden na mijn optre den, dus niet in 1912, doch begin 1909 heelt plaats gehad. Het gehoede verhaal, dat in de brochure ei' ter verontschuldiging aan wordttoegevoegd, is wellicht door den beer de Stuers er hij ge dacht, doch nóóit tegenover mijl uitgesproken. Ik heb pok nooit gedacht, dat hiji uit ijdelbeid in de commissie der Grafelijke Zalen wilde zit ten, doch wel om in zake dei Landsgebouwen zijn zin beter te kunnen doorzetten en er ver moedelijk op speculeerende, dat ik niet onbe kend kon zijn met het feit, door hem zelf in de brochure vermeld, nl. dat hiji iemand is „die gewoon ia in de Kamer rondweg zijn jneening uit te spreken, zelfs tegenover Mi nisters van eigen party." „Aan mijne pertinente weigering, om aan zijn verzoek te voldoen, heb ik steeds toegeschreven, dal de heer de Stuers kort daarna in Mei 1909, totaal ongemotiveerd op hoogst onvriendelijke wij ze tegen' 'miji in de Tweede Kamer is opgetreden." Hetgeen den Minister in het geheelo optreden van den heer de Stuers het meest hindert, is ",dat hij zichzelf voorstelt als de vertrapte on schuld, wiens grootmoedigheid door den Minister van Waterstaat met zoowel ondankbaarheid wordt beloond en dat, terwijl juist ik ten aeze dc ver trapte onschuld zou mogen worden genoemd. De Minister lachte eens. Ik, die in weerwil van onvriendelijk© bejegeningen steeds weer, (als- onttrekkende, noch hare leest uit zijne omar ming loswikkelende, „de maan schijnt nog, ge hebt mij nauwelijks een uur geschonken I" „Een uur, heïaas!" zeide Rienzi, „het is bijna middernacht, onze vrienden verbeiden mij." „Ga dan, beste helft mijner ziel 1 ga, Nina zal u geen oogenblik afhouden van die hoogere voorwerpen, welke u aan haar zoo dierbaar maken. Wanneer wanneer zullen wij elkan der wederzien „Niet," zeide Rienzi trots, en zijn voorhoofd teekende de aandoeningen zijner ziel, „niet al dus, niet ter sluik! neen, noch zoo als ik u tot heden ontmoette de onbekende en versmaadde lijfeigene! wanneer gij mij weder ziet, zal het aan het hoofd der zonen van Rome zijn, als haar kampvechterhaar hersteller 1 of "en zijn stem hield aarzelende op. „Er is geen of!" viel Nina in, hem met hare armen omstrengelende, door zijne geestdrift aangevuurd, „gij hebt uwe eigene bestemming verklaard „Nog een kus, vaarwel! de tiende dag na morgen bestraalt de herstelling van Rome TWAALFDE HOOFDSTUK. Wat Walter de Montreal dien nacht wedervoer. Het was op denzelfden avond en terwijl de vroegste starren de stad der Caesars bestraal den, dat Walter de Montreal, alleen terugkee- of er niets gebeurd was, een tegemoetkomende houding aannam." „Excellentie", meende de berichtgever te mogen opmerken, „in de brochure zegt do heer de Stuers, dat zijne persoonlijke aanrakingen met uwe Excellentie steeds correct waren." De Minister: „O, dat is maar oen kwestie van appreciatie. Vóór mijn optreden als Minister was onze verhouding steeds uitstekend; maar nu? De heer de St. liet opzettelijk aan het slot zijner aan mij egrichte brieven het gebruikelijke „hoog achtend" achterwege. Ik zette verwonderde oogen op. Ja, nog sterker. Toen ik na de behandeling van het wetsontwerp betreffende de verbouwing van, binnenlandsche zaken, welke met aanneming zonder hoofdelijke stemming was af- geloopen, den beer de St. nog even in de ver gaderzaal na afloop der zitting wilde aanspreken en p.m. wilde toelichten, hoe ik de belichtings- proeven van het Mauritshuis wilde nemen, werd ik bejegend met- de woordenMijnheer, ik heb met u niets te maken" en volgens getuigenis van meerdere Kamerleden werd ik nageroepen met de woorden: „Ruk uit!" Wanneer nu de lieer de Stuers onze persoonlijke aanrakingen steeds correct noemt beklaag ik degenen, die door hem minder correct worden bejeigend." Ik vroeg nog„Bestaat er ook thans nog ver- bittering tusschen u en den heer de Stuers?" De Minister: „Heelemaal niet. Althans niet van mijne zijde. Ik waardeer de goede eigenschap pen van den heer de Stuers ten volle en heb dat ook herhaaldelijk bewezen. Over zijne on vriendelijke bejegening ebn ik ook al weer ver zoend, sedert hij zich boos heeft gemaakt ovcï mijn verklaring, dat zijn optreden niet geheel vrij was van een persoonlijken ondergrond. Die hoos- Leid bewijst, dat hij zich zelf te goeder trouw verbeeldt, dat hij' zich niet door persoonlijke over wegingen laat beinvloeden. Daaruit volgt, dat hij er zich geen rekenschap van geeft dat, juist alle personen, die in eenig opzicht niet naar zijn zin handelen, er zich over beklagen, dat de aanvallen van den heer de St. steeds een persoon lijk karakter dragen. Waar de heer de St. het dus blijkbaar zk>o erg goed meent, mag men niet boos op hem zijn. En dat ben ik ook niet, lachte de Minister. Ik heb alleen kort na mijn optreden begrepen, dat ik te kiezen had tusschen niel-bouwen en goed vriend blijven met uen heer de Stuers óf wel bouwen en opgenomen worden in de groote broederschap der martelaren, die op een of andere manier den heer de St. hebben mishaagd. Ik heb toen het laatste maar gekozen, mij opgeofferd voor de góede zaak en ik heb er geen apijt van, want nu wordt ten minste in het algemeen belang iets tot stand gebracht." De E. N. T. O. 8. Nader meldt men ons uit Amsterdam In de Donderdagavond gehouden vereadering van het bestuur van ENTOS werd door den voorzitter, mr. Smeenge, medegedeeld, dat Z. K. H. rende naar het klooster van Sancta Maria del Priorata, toen nog niet van de kerk van dien naam gescheiden, (die beide den Tempelieren toebehoorden en in het eerste van welke hij zijn intrek genomen had) tusschen de bouwval len, om hem heen, onwillekeurig stilstond, Schoon weinig met de klassische herinneringen en gedenkwaardigheden der verlaten plek be kend, moesten de hem omringende bewijzen van gezonken grootheid indruk op hem maken, het was, zoo wij ons dus mogen uitdrukken, het groote geraamte der gestorvene reuzin. „Hier," dacht hij, op de dakenlooze zuilen en verbrijzelde muren starende, alom door het starrenliicht beschenen en in het verschiet dooi de dreigende vestingen der Francipani's be grensd, welke half door het donkere gebladerte der tusschen de vroegere tempels en paleizen opgeschoten boomen verborgen waren, de natuur over de broozer kunst zegevierende, hier," dacht hij, „zoude een geleerde zich in droomen en mijmeringen over het verledene verdiepen. Maar voor mij leveren deze gedenk- teekenen van grootsche eerzucht en koninklijke pracht slechts beelden van het toekomstige op. De diadeem van de stad der zeven heuvelen, dit Rome kan nog, gelijk het voren was, de buit wor den der sterkste hand en des stoutsten oorlogsmans in het leven teruggeroepen, nier door haar ei gen ontaarde kinderen, maar door het in hare ade ren overgestorte bloed van een nieuw geslacht. Wordt vervolgd.) by

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 1