Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Afinn f on rr fis Terste BLAD. Gratis Ongevallenverzekering f 36ste Jaargaug. Vrijdag 29 Augustus 1913: No. 10/12 Op den Balkan. Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën 1—6 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. OTereentomstis op ie polis vermelde voorwaarden. bij levenslange geheele invaliditeit De verzekering wordt gewaarborgd door de vernes van een hand, voet of oog Boilandsche Algemeen» I I U U een duim Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam. I UU wijsvinger; B |U bij vérlies van eiken ande ren vinger. Dit nummer bestaat uit twee Waden en een Géi l lu s reerd Zondagsblad. Nieuws. De Grieksche vloot. Huitschland beeft de regeering van Grieken land de benoeming medegedeeld van een opper- °fficier bij de marine tot den nieuw ingestelden Post van maritiem-attaché te Athene. He benoeming van een zee-officier tot maritiem attaché bij de Duitsche legatie te Athene bespre kende, zijn de Grieksche bladen van m'eening, ^at de keizer door deze benoeming de overwin- ölögen ter zee van Griekenland heeft willen waardeeren, waardoor Griekenland een vlootmo- Sendheid is geworden, waarmede men rekening "toet houden. Huitsch schip aangehouden. He Duitsche stoomboot »Ella,«r bevracht door e'gen, en, volgens de DuiLsche lezing, geladen haver, voor Dede Agatsj bestemd, toen die stad nog door de Grieken, was bezet, wilde gister Dardanellen door, waarschijnlijk om naar °ergas te stoomen. De Turksche vloot heeft het schip herwaarts opgebracht, omdat men ver wedt dat het munitie aan boord heeft. Het zal borden doorzocht. Het interview n^et Venizelos. j He correspondent van de „Figaro" te Athene *!e©ft minister Venizelos geinterviewd. Aan dit ^terview in extenso in de „Figaro" gepubliceerd, - Eol volgende ontleend: !°p •een vraag van den correspondent oi de Jhinister te Boekarest niet zekere offers had maa- ^'u brengen terwille van den vrede, antwoordde envzelos bevestigend. „Wiji hebben afgezien" A - ae jlbj. van Port Lagos, van Dedeagatsch, yau de geheele streek van Xanthi en van Melnik. e was een offer, dat Grieeknland zwaar viel, zoozeer niet liet oog op het aantal inwoners het grondgebied, dan wel omdat wij onze s- nooten, die van ons hun bevrijding ver- ac 'tten, onder vreemde overheersching moeten ^h'n. Minstens 750,000 Grieken blijven nog buiten nieuwe grenzen. Wiji deden dit terwille van Vl'ede, maar onze bereidwilligheid had hare nzen en daarom konden wiji tot geen prijs Sianc* doen van Cavalla. Nooit had ons volk ^aian ^gestemd. Een principe leidt ons zoowel r 1 den oorlog als in vredestijd: het evenwicht den Balkan, en hierin zijn wij zoo goed als d(T-da^' *s n0o n'et doenlijk, de vermeer- ing van grondgebied en de uitbreiding) der polking nauwkeurig te becijferen, maar men kan ^Sen, dat ons gebied met 55,000 vierkante kilo- j. d 's is uitgebreid en dat wij' meer dan 2 mil- inwoners er bij hebben gekregen. Maar wat er zegt is, dat Griekenland thans -een zuiver t^ksche bevolking heeft, die 300.000 zielen meer t> 1 ^an de zuivere Bulgaarsche bevolking van "'""rijie" Os, over het algetoeen genomen, is Grieken- d teivreden?" vroeg de correspondent. W aarioirïl zou het dat niet zijn?" was het ant- Qn uHet grondgebied is bijna verdubbeld en q '"'pbronnen hebben zich vermenigvuldigd. 0rllanct beschikt over vruchtbare >treken en werkzame, verknochte bevolking. Het heeft dat azeo, over een uitstekend leged te beschikken, v^r gaf van opofferingsgezindheid en liefde bij j vaderland en wij1 rekenen op dat leger is 'e Nieuwe organisatie van ons land. En dat zware taak. In de eerste plaats' moet het >,0^° gebied bestuurd en productief gemaakt cii:, en' wij> moeten trachten de landbouw-kwestie, v0q a 5 voordoet, op te lossen, grond aankooperi vluchtelingen en uitgebreide irrigatiewer- hinJ^^n- Wij moeten ons onze overwin- ïin<.7r n baardig toon-en, ook jegens de vreemde- Ven ('*e voortaan onder onze wetten zullen ]e- Zvvi;. móeten Wij ons leger versterken, ge- ÖiQei!n Van de vloot, die op het oogonblik vol- e is en pas1 in de tweede plaats komt. Wij hebben hiervoor zeer veel geld noodig, maar de reorganisatie van ons leger kan geen uitstel lij "'en. Dit oorlogsjaar heeft ons een groot aantal officieren gekost en wij) moeten, ook met het oog op ons versterkt leger, het kader uitbreiden. Wiji zullen beginnen met onze onderofficieren, die zich hebben onderscheiden, te bevorderen, en van dit jaar af' zullen! wijt in onze militaire acade mie 200 in plaats van 30 leerlingen aannemen. Wiji hebben een leger noodig', dat in vredestijd 60,000 man telt, terwijl het na een mobilisatie minstens 300,000 manschappen moet tellen. Maar wij moeten inderdaad een modern leger hebben en wij zijn bereid, evenals vroeger, de aanwijzin gen op te volgen van de Franseho militaire mis sie, om ons meet te volmaken". i „Dit is wat heit binnenland betreft", zeide de correspondent", maar hoe zullen voortaan do diplomatieke betrekkingen zijn van 't nieuwe Griekenland met het buitenland?" Minister Venizelos antwoordde hierop: ,,De hou ding van Griekenland is bekend. Zijn onafhan kelijkheid is ons te veel waard, dan dat wij daarvan kunnen afzien. Men weet, waarnaar de sympathie van Griekenland uit gaat. Naar hen, die het land zoowel in goede als in slechte tijden hebben gesteund en blijk hebpen gegeven van hun goede gezindheid. Dat vergeet Griekenland niet. Maar het moet zich niet aansluiten bij een of armere groepeering van de groiote mogendheden. Het moet. zijn kracht zooken en vinnen in don Balkan. Een postunie is reeds tusschen Servië, Roemenië, Montenegro en ons tof stand gekomen, terwijl een commercieel verdrag niet tot de on mogelijkheden behoort, bovendien is een meer rcehtstroeksche politieke toenadering noodzakelijk en in die politiek, die van zuiveren Balkan aard is, --luit ik volstrekt de mogelijkheid niet uit van een aanstaande entente met Bulgarije, zelfs sluit ik hiervan Turkije niet uit, waarmede wij thans in uitstekende verhouding staan. Wat het overige betreft, hopen wij, dat Griekenland even als eertijds, aan de poorten van het nabije Oosten een belangrijke factor zal zijn' voor de beschaving en de cultuur. Maar wij' wenschen de vorming van een Balkan-bond, die alleen.' beheerscht wordt door het algemeen belang en die, zoo noodig, in staal zal zijn, om' 'weerstand.te bieden aan pressie van. buiten. Eerst dan kunnen wij zeggen, inder- <:wad onze volle onafhankelijkheid verkregen te hebben. Deze ligt in handen van ne Balkan- voikeren, die zich weten te vereenigen". Turk ij e en Bulgarije. Te Sofia loopt het gerucht, dat de regeeriug door de Ottomaansche regeering is gepolsd, of zij in de regeling van de Thracische kwestie de be middeling van Italië zou willen aanvaarden. In officieel© kringen te Gons tan tinopel' gaat een gerucht, dat onder voorbehoud dient te worden aanvaard, volgens hetwelk de mogendheden) dezer dagen de regeering: te Sofia hebben uitgencodigd, binnen tien dagen als grens te erkennen een lijn, die bij Ertos begint, de Maritsa tot Soefli volgt en dan rechtstreeks) naad het Noorden loopt, opdat de verdediging van Adrianopel'mogelijk zij, en voorts de oude grens; volgt van Moestafa pasja tot de Zwarte Zee. Men gelooft, dat Oostenrijk het Oostenrijk'seh lid van de internationale oom- missie tot afbakening van de grenslijn Enos-Midia heeft teruggeroepen. 1 OOSTENRIJK-HONGARIJE. Naar reeds uit Weenen gemeld werd, ia sir Fairfax Cartwright als Engelsch gezant aldaar afgetreden. Uit do officieele mededeeling van Sir Cart weights aftreden blijkt, dat hij! om' particuliere reaenen zijn ontslag genomen heeft; hij' komt niet meer voor een nieuwen post in aanmerking, zo-bat zijn diplomatieke loopbaan hiermede een einde neemt. Veel lauweren heeft hij1 niet ge oogst, ofschoon de affaire-Cartwright destijds voor tem een gunstiger verloop had, dan men oor spronkelijk meende. Zoo-als men zich herinneren zal, was hij het, die in den kritieken tijd der Marokko-laffaire in een interview verklaarde, dat van de zijde van Duitschland en den üuitschen keizer, alle provoceering en vredeverstoring uil- ging. Het incident eindigde met' de verklaring; van de Engelsche regieering, dat geen Engelsch niplo- maat voor bet gewraakte interview verantwolfrde- lij'k was. Intusschen kan men het ontslag uit den diplomatieken dienst van sir Cartwright be schouwen als een bewijs voor de verbetering der Dnitseli-Engelsche betrekkingen. SPANJE. iHet Hof van Cassatie te Madrid' heeft Dins dag het. door Sancho Alegre aangeteekende be roep verworpen. Men weet, dat Alegre, die on langs een aanslag pleegde op koning Alphonso van Spanje, dooi- de rechtbank ter dood werd veroordeeld. 'Dit vonnis is thans bekrachtigd. Toch gelooft men, dat. de geëischte straf op het laatste oogen- blik verzacht zal worden, en dat de veroordeelde levenslang in de gevangenis zal worden opgeslo ten. AMERIKA. De correspondent te Washington van de „Dailv Telegraph" seint, dat de Mexicaansche boodschap van Wilson in bet Congres een nuchtcren indruk maakte na het antwoord van Gamboa cp de hem door Lind overgebrachte Amerikaansche voorstel len. De hoorders vonden dit vernederend voor de Amerikaansche regeering en waren geneigd tar tende, oorlogszuchtige taal te gebruiken. i De correspondent van de „Times" le Washing ton daarentegen seint, dat de! boodschap van Wil son 1 gemeen gunstig ontvangen is, wegens haar openhartigheid en gematigdheid, hoewel ze teleur stelling gewekt heeft omdat er geen beleid voor de toekomst in aangegeven wordt. Bezadigde Ame rikanen achten bovendien Gamboa's betoog on weerlegbaar. In het hoofdartikel zegt de „Times" het te betreuren, dat president Wilson niet den eenigen uitweg uit den Mexicaanschen doolhof gekozen heeft, n.l. erkenning van het bewind van Huerta, oncianks Wilson's begrijpelijke bedenkingen daar- legi n, instede van aan te dringen op de klaar blijkelijk onaannemelijke voorwaarde, dat Huerta geen candidaat biji de presidents-verkiezing zal zij n De correspondent te Washington van' 'dó „Daily Telegraph" zegt, dat de Amerikaansche regeering alios doet om de Amerikanen te bewegen uit Mexico weg te trekken. Zij heeft ook de douanei kantoren aan de gfenzen aangeschreven voor Huer ta of voor dei Mexicaansche opstandelingen be stemde zendingen wapens niet door le zenden. De opstandelingen hebben vergeefs geprobeerd om van de Amerikaansche regeering gedaan te knagen, dat door hen in Ameirika gekochte wapens doorgezonden warden. Volgens een telegram uit Mexico bewaart de Mexicaansche regeering het stilzwijgen over Wil son's boodschap aan het Congres. Gamboa heeft de nota van Wilson aan de permanente commis sie van het Mexicaansche congres onderworpen. In een tweede nota heeft Wilson op een onmid dellijk antwoord aangedrongen en verzocht, dat Huerta buiten den verkiezingsstrijd gehouden zou worden. Wilson gaf te verstaan, dat, zoo Mexico onmiddellijk volgens zijn voorstellen handelde, hij aan de Amerikaansche bankiers' zou doen weten, dat de regeering van) de Vereenigdo Staten een onmiddellijke leening aan Mexico, groot ge noeg om in de behoeften van de overheid van het ocgenblik te voorzien, zou begunstigen. Gam boa antwoordde, dat er geen leening, die aange boden werd, groot genoeg' zou kunnen zijn om hen, in wier handen de waardigheid aer natie berustte, er toe te brengen, die waardigheid' prijs te geven. Hij: voegde hieraan toe, dat het onmo gelijk was gehoor te geven aan het verzoek be treffende Huerta's deelnemen aan den verkiezings strijd, daar Mexico aldus niet slechte van zijn soevereiniteit afstand zou doen, maar nok zijn toekomst in gevaar brengen, daar de toekom- sige presidentsverkiezingen aan het vetoi van dein president der Vereenig'de Staten onderworpen zou den zijp. CHINA x Volgens den correspondent van de „Times" te Sjanghai, duurt de strijd om Nanking xriet ver bittering voort. De opstandelingen bieden wan hopig,en tegenstand. Zij vreezem, dat generaal Sjangsoen, als hij de stad binnentrek^., zich bloedig op hen zal wreken. Yerspreide berichten. - Vijfduizend-vijfhonderd arbeiders van de al- gemeene eleetrieiteitsmaatschappif te Riga hebben den arbeid neergelegd. De bladen uit Badajoz melden, dat er- ver schillende gevallen van vlektyphus voorkomen in de gemeente Malpartide. Turkije laat op het oogenblik te Londen een nieuwe reeks postzegels drukken, van 2 paras tot 200 piasters, 22 in het geheel. Zij zullen allerlei afbeeldingen te zien geven, als de zuil van Kon- stantijn, de Zeven Torens, het monument op den Vrijheidsheuvel, de sterkten aan de Europeesche en de Aziatische zijde van de Dardanellen, een gezicht op de haven en den vermaarden kruiser Hamidié. Terwijl minister Asquith zich te Lossiemauth vermaakte met golfspel, werd hij door twee suf fragettes aangevallen. De twee vrouwen grepen den minister beet trokken hem mee, onderwijl zijn hoed afslaand. Miss Asquith snelde haar vader te hulp. Twee detectiven voerden de vrou wen naar het politie-bureau. De omstanders floten de suffragettes uit en riepen ïW'erp ze in zee 1 Binnenland. Het nieuwe Kabinet. De «Staatscourant" van heden bevat de benoe ming van het nieuwe ministerie. De namen der nieuwe ministers zijn zooals reeds dezer dagen werd gepubliceerd. Over de loopbaan der nieuwe ministers ver neemt het «Centr." het volgende Mr. P. W. A. Cort van der Linden kabinetsformateur en als zoodanig tijdelijk voor zitter van den ministerraad, was in 1870 advo caat te Utrecht; vervolgens vele jaren commies griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid te Amsterdam en aan de rijksuniversiteit te Groningendaarna raad-adviseur bij het depar tement van Justitie van 1897 tot 1901 minister van Justitie in het kabinet Pierson. Hij is sedert 1902 lid van deu Raad van State. Als minister van Justitie heeft hij in 1901 als vertegenwoor diger der burgerlijke overheid het huwelijk vol trokken tusschen H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins. Onder zijn bestuur van het departement van Justitie werden de grondslagen gelegd voor de Kinderwetten onder zijn opydger ingevoerd. J h r. dr. J. Loudon, minister van Buiten- landsche Zaken, zoon van wijlen den oud gouver neur-generaal van Ned. Indië, mr. John Loudon, is 47 jaar oud. Hij promoveerde te Leiden tot doctor in de staatswetenschap op een proefschrift getiteld De drie regelen van het tractaat van Washington. Hij ging dadelijk in de diplomatieke carrière en was, na een korten werktijd aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken, achtereen volgens gezantschapsattaché te Londen en te Romelegatiesecretaris in laatstgemelde stand plaats, chef van het kabinet aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken, secretaris bij de ge zantschappen te St. Petersburg en Londen, ge- zantschapsraad aldaar, later te Parijs, totdat hij 'n 1905 benoemd werd tot gezant in Tokio, gevolgd in 1908 door zijne overplaatsing naai den gewichtigen post te Washington als opvolger van den thans attredenden minister van Buiten- landschen Zaken, jhr. mr. De Marees van Swin- deren, wien hij als hoofd van dat departement gaat vervangen. Dr. Loudon staat bekend als een man van artistieke zin en kennis. Men meent te weten, dat de heer Loudon zich beschikbaar stellende, gehoor gegeven heeft aan den aandrang om het departement van Buiten landsche Zaken door een lid van het diplomatieke corps beheerd te zien. M r. B. Ort, minister van Justitie, heeft alle ambten van het openbaar ministerie doorloopen in het begin als ambtenaar bij de kantongerech ten te Oostburg-Terneuzenlater te Amsterdam. Vervolgens was hij substituut officier van Justitie te Zierikzee, Amsterdam en 's-Gravenhagelater officier van Justitie te Winschoten en Amsterdam. In 1897 trad hij uit de rechterlijke macht en werd hij benoemd tot raadadviseur aan het de partement van Justitie, in welke hooge betrekking hij is opgetreden bij de voorbereiding en redactie ftie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1913 | | pagina 1