Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
fonn finn ,4, finnM t
7
i
Gratis Ongevallenverzekering f 1 (1 f| fl
BESTE
VLIEGER DIE ALTIJD
37ste Jaargang.
Donderdag 26 Maart 1914.
No. 10885
Op den Balkan.
\t
oYereenioistig op 4e polis Yemelie voorwaardea. y U (J
Buitenlaiidsch Nieuws.
BureauBotersiraat 50. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., tranco p. post ƒ2.— p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentien: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentien
16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maai
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
iwww invuMUeit; I L U li voSt«if'oogI U I U U een duim
De verzekering words gewaarborgd door de Uollandsche AlKOiretmeNrerzek©^^
b\j verlies
van een
wys vinger;
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Albanië.
Be Grieksche Regeeriug zond een circulaire»
Waarin de aandacht der Mogendhoden gevestigd
Wordt op de oproerige beweging in Epirus, die
z'ch steeds meer uitbreidt. Hoewel de Regeering
0vertuigd is, dat de voorstellen, die door de
Albanische Regeering aan Zografos zijn gedaan,
°vereensiemmen met de inzichten der Mogend
heden, meent zij de aandacht te moeten vestigen
°P het gevaar, dat vertraging van het ant
woord aan Griekenland na zich moet sleepeu.
BELGIë.
Antwoordend in den Senaat op een interpella
tie van den senator Lafontaine, over cte internatio-
nale plichten van Beigië en over de deelneming
aan de derde vredesconferentie, zeide dé minister
van Buitenlandsche Zaken, na den heer Lafon-
tairie gelukgewenscht te hebben met de onder
scheiding. die hem van het Nobel-instituut ten
deel gevallen was, dat een commissie, die een
onderzoek zal instellen naar het program der vol
gende conferentie, tot stand was gekomen. Verder
verklaarde de minister, dat België Je arbitrage-
Verdragen nog steeds gunstig gezind i; en zoo
het een dergelijk verdrag nog niet met Nederland
besloten had, dan was dit omdat men het over
den definitieven tekst nog niet eens was.
ENGELAND.
Be documenten, welke gepubliceerd zijn en waar
in de laatste gebeurtenissen in Ierland verhan
de la worden, geven ook het antwoord van gene
raal Gough op het op 23 Maart ingesteld onder
hoek. Be adjudant-generaal machtigt hem de
officieren van het leger mede! te deelen, dat dé
ministerraad er z,ich bevredigd over toonde,
dat de ontslag-aanvragen te wijten zijn aan
een misverstand. Be regeering moet het reclit
behouden, alle troepen in lenand -en elders aan
ie wenden om ae burgerlijke macht in die ge-*
W-one uitoefening van haar plicht bij te staan,
maar de regeering is niet van plan hiervan
V-oordeel te trekken om de politielke oppositie
te verpletteren of de principes van u-e Home
rille bill op te dringen. Generaal Paget meelde
den 20 Maart te miudernacht aan het ministe
rie van Oorlog mede, dat do .brigade-generaal
e-h 57 officieren van de cavalérie-brigadei ver
hozen hun ontslag te nemen, als men hen naar
hel No,orden zou zenden. Minister Seely mach
tigde onmiddellijk generaal Paget eikel hoold-
°H icier, die ontslag; nam, te schorsen en beval
generaal Gough en anderen zonder uitstel het
ministerie van Oorlog er van in kennis te stel
en, dat zii van hun commando ontheven wa
ren.
Be avondbladen maakten gister in tamelijk vage
termen melding over het aanstaande ontsiag van
zekere ministers in het bijzonder ran den minister
van Oorlog Seely. Tot nu toe werden deze ge
ruchten niet bevestigd.
Ben artikel in de liberale „Westminster Ga
zette" zegt, dat een leger, hetwelk voorwaar
den aan de regeering kan stellen, oe vrijheid
en de openbare orde bedreigt.
Be „Westminster" eischt, dat de regeeriug
onmiddellijk krachtig en duidelijk haar mieening
2egge.
Terwijl het kabinet vergaderde werd gene
raai sir John French naar Diowningstreet ont-
htoden.
Alvorens in "het Lagerhuis' de spannende lcger-
debatten begonnen, kwam het tot een stormach
tig tooneel, waarbij de minister van Marine,
tV ins ton Churchill, tot de orde werd geroepen.
Churchill had verklaard, dat aan een eskader
hevel gegeven was, om zich naar de Witstkust
Van Schotland te begeven en zich voorbereid te
houden op onlusten, die zich eventueel in Ier
land zouden kunnen voordoen. Later was ait
hevel ingetrokken, daar men een vredelievende
afwikkeling der gebeurtenissen in Ulster ver
nachtte.
Hierop sprak de unionist Amery dei veron
derstelling uit, dat Churchill gehoopt had, uat
voorbereidende militaire maatregelen tot
een gevecht en tot bloedvergieten geleid zou
den hebben. Churchill noemde deze beschuldi
ging van Amery een helsche insinuatie. Et
voorzitter beval den minister deze woorden in
te trekken ien na een tooneel van algemeene
opwinding: stemde Churchill er ten slotte in
toe, het aanstoot gevende adjectief terug te
nemen.
Vervolgens werd het woord gegeven aan den
minister van Oorlog', Seely, om een verklaring
af te leggen.
Seely sprak langdurig over da oorzaken der
militaire voorbereidende maatregelen en over
de besprekingen, die hij met Gough g-'had had
na de ontslagneming der officieren. Gough
had hem verklaard, dat zij ontslag namen daar
zij in de meening verkeerden gebruikt te zul
len worden om Ulster tot onderwerping te
noodzaken. Hierop had Seely geantwoord, dat
er geen aanleiding voor deze meening be
stond, maar dat de regeeiring het recht nad
om de officieren te bevelen de burgerlijke
macht te ondersteunen. Tevens had Seely hier
aan toegevoegd, dat de regeering niet van
plan was om een beroep op liet leger te coao,
ten einde oen politiekem tegenstand te breken.
Eeze verklaring had Seely in iwe© paragrafen
toegevoegd aan het document, dat reeds door
het kabinet definitief was behandelci en aan
genomen, maar dat hij nog niet had kunnen
inzien. Deze beide toegevoegde paragrafen ver
wekken inderdaad den indruk, dat de officie
ren voorwaarden konden stellen. Hij neemt
echter alle schuld voor oe misleiding van zijn
ambtgenooten op zich en verzocht Asquith zijn
ontslag te aanvaarden.
Hierop nam de minister-president Asquith 't
woord. Hij zeiae, dat het kabinet, toen het den
23sten Maart bijeen was, van het ministerie
van Oorlog het concept van o-en brief voor
Gough ontving. Toen de brief aoor het kabinet
werd goedgekeurd, bevatte hij slechts *!e eer
ste van de drie bekende paragrafen. Er werd
dus aan officieren geen enkele: verzekering
gegeven, maar wel werd uiteengezet welke
nunne verplichtingen zouden zijn. Toen hij
verklaarde, dat de officieren zonder voorwaar
den te stellen naar hun post waren terugge
keerd, was hij niet op de hoogte van hetgeen
Seely aan het document had toegevoegd. Het
was zijn besliste overtuiging, dat een ivgoe-
ring aan officieren niet van te voien viragen
kon wat zij bij eventueel© gebeurtenissen zou
den. doen of niet doen, nog minder mochten
officieren zulks aan de regeering vragen en
evenmin kon de regeeiing zich jegens hen bij
voorbaat aan zekere voorwaarden binden.
(Langdurige toejuichingen bij de ministeriee-
len). Zoo lang als de liberalen voor ae regee-
ring van het land verantwoordelijk zouden
zijn, zouden zij1, welke gevolgen het ook
mocht hebben, er niet in toestemmen aan per
sonen, die in dienst van de kroon zijn, bij
voorbaat te verklaren, welke hun taan zou
zijn onder omstandigheden, waarvan het nog
niet zeker was, dat zij zich zouden voordoen!
(Luide toejuichingen bij de- ministerieelen).
Asquith protesteerde met nadruk tegen die
weinig correcte en niet te verdedigen poging
om den koning in deze kwestie te betrekken.
te Stockholm gehouden redevoering, beschuldigde
prof. Mittag-Lefiler er den oud-premier Staaf van,
dat deze gedurende zijn minister-presidentschap
twee voor de landsverdediging uiterst belangrijke
rapporten uit het buitenland had achtergehouden
jn plaats van er onmiddellijk den ministerraad
en de legerautoriteiten vau in kennis te stellen.
Het eene rapport had Staaf gedurende 14 maan
den, tot zijn aftreden, in zijn particulier bezit
gehouden, terwijl hij het andere buiten het leger
bestuur om naar een der parlementaire defensie
commissies had verwezen, waar het 19 maanden
lang, tot de kabinetsverwisseling, bleef. Aan Staaf's
verlangen over deze rapporten nadere bijzonder
heden mede te deelen, gaf Mittag-Leffler gisteren
gehoor door de volgende aan Staaf gerichte nota
te publiceeren
»De beide documenten, welke ik bedoel en
die op de landsverdediging betrekking hebben,
staan met elkaar in verband. Het eene werd den
23en Juli 1912 naar een defensie-commissie ver
wezen en bleet daar liggen tot verleden week
Zaterdag. Over het andere document geeft het
volgende getuigenis de noodige opheldering »Op
verzoek wordt hiermede bevestigd, dat de gewezen
minister van Marine Jacob Larsson in Februari j.l.
kort vóór de laatste kabinetsverwisseling een
schrijven van geheimen aard aan het departement
van Marine overhandigde, met de opmerking, dat
het sinds Novemoer 1912 in de schrijftafel van
Staaf gelegen had en gevonden werd, toen Staaf
zijn papieren voor zijn aftreden doorzag.
Stockholm, 21 Maart 1914. Harald Aekermarke,
Aspenberg, adjudanten in het ministerie van
Marine."
Be aangelegenheid heeft overal zeer groot opzien
gebaard.
DUITSCHLAND.
Uit Straatsburg' wordt gemeld: De Eerste Ka
mer nam een motie aan, waarin verklaard wordt,
dat zij steeds van meening blijft, dat de represen-
tatie-ionkosten van den stadhouder niet in ver
houding staan tot zijn grondwettelijke positie Bij
de toelichting van de motie verklaarde afgevaar
digde Moiitor o.a.Be beteekenis van, en het
honorarium, verbonden aan het stadhouderschap,
in verband met de gebeurtenissen te Zabern,
thans te willen verminderen, ware een uitdagende
politiek en een revisie van de grondwet in terug
werkende richting'.
Burgemeester Blumental verklaarde, dat de
gebeurtenissen der laatste maanden het bewijs
leverden, dat die rijkskanselier de leider der
Elzas-Lotharingsohe politiek was. liet stad
houderschap en de nieuwe bepalingen veran
derden niets aan den Pruisischen invloed en
nog steeds bestaat bet feit, dat men van Ber
lijn afhankelijk is. De rijkskanselier had dit
bevestigd door zijn verklaringen over de stem
ming in den Bondsraad. Zoolang Je rijkskan
selier niet op wettelijke wijze in zijn bevoegd
heid beperkt wordt, zal geen menseh gelooven,
dat men met een politiek te doen heeft in den
geest van de grondwet.
De stadhouder moest vallen, daar hij op het
optreden van den rijkskanselier gestrand was.
Daarmede ontving de instelling van het stad
houders chap een slag, waarvan zij zich niet
meer herstellen kan.
FRANKRIJK.
De begrootingscommissie uit de Kamer heeft
met 14 tegen 11 stemmen de inlassching van het
wetsontwerp tot heffing: van een aanvullingsbe
lasting op het inkomen in de wet op de middelen
goedgekeurd.
Deze maatregel kan de definitieve goedkeuring
der begrooting vóór de verkiezingen doen mis
lukken. i
RUSLAND.
Met betrekking tot het bericht, door Peters-
burgsche bladen gepubliceerd, dat een dignita
ris een rechtstreeksche opdracht uit hoogt' krin
gen ontvangen had om te Parijs en te Berlijn
besprekingen te voeren over de mogeiijklieia
van een nieuwe groepeering' der mogendheden
op grondslag van een verdeeling van Oosten
rijk, verklaart de officieus© „Rossija", uat ae
oaam van den dignitaris niet genoemd zal wor
den. doch dat in ieder geval kan gezegd worden,
dat ae door hem geuite denkbeelden al be
staat hij dan zelf niet alleen en uitsluitend in
de fantazie van sommige journalisten geen
weerspiegeling zijn van de denkbeelden welke
in leidende Russische kringen worden gekoes
terd.
De minister van Oorlog heeft bij de Doema
een wetsontwerp ingediend, waarin een ciediet
var. 5.756.121 roebel gevraagd wordt, let dekking
der- kosten, die veroorzaakt zijn ooor het onder
de wapenen houden van de manschappen, ge
durende November en December 1912.
Het Telegr aaf - age n tse hap verneemt, 'lat de
Hij verklaarde met de grootst mogelijke
slistheid, dat de koning, wat deze aangelegen
heid betrof, steeds opgetreden was op eene
wijze, die met de waardigheid en pos it is van
een constitutioneel souverein overeenkomt. (Toe
juichingen.)
Vervolgens zeide Asquith, dat hij bet ont
slag van Seely weigerde te aanvaarden. „Seely"
zeide hij „had zijn instemming' betuigd
met de verklaring, welke hij (Asquith) voor
het Huis had afgelegd en de minister van Oor
log kan daarom blijven rekenen op de loyau-
leit en welwillendheid van zijn collega's."
Balfour verklaarde hierop', dat Seely correct
gehandeld had met zijn ontslag in te dienen,
terwijl Asquith goed gedaan had met het te
weigeren, daar Seely aan het land we waarheid
gezegd had.
de
ZWEDEN
In den loop van een verleden week Dinsdag
UTEN
t15
Ulj