voor Schiedam Omstreken.
I bU113
handels a von imju itsus.
Gratis Ongevallenverzekering f
Onschuldig veroordeeld.
3?ste .laariratiiJ.
Woensdag 22 Juli 1914
No. 10982
jp n n biü veriies iM r
Op den Balkan.
oyereentomstig op ie polis Termelie yoorwaarden.
Officieele berichten.
Aangifte yan leeriingeii
FEUILLETON.
Buitenlandsch Nieuws.
by
Dan weer waren zij dof, diep gepaard met
hevige trillingen.
BureauBoterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
50 ct., franco p. post 2.-
De verzekering
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regelHandelsadvertentiën
1—6 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
by
levenslange
geheele
invaliditeit
wordt gewaarborgd door
de
by
verlies van
een hand,
voet of oog;
lioUandsche Algemeene
by verlies
van
een duim
Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam.
verlies van
eiken ande
ren vinger.
voor DEN-
GEMEENTELIJKEN
GROOTE BOEIENDE ROMAN.
Naar het Fransch,
59)
In de eerste dagen stelde Madelor alles in het
^erk om zijn dochter te verstrooien.
..Hü wandelde met haar, liet haar leunen op
JCen arm, bespiedde hare woorden, hare gebaren
hare blikken.
..Hij poogde haar te ontrukken aan hare droome-
J'Óen, aan hare herinneringen, aan haar smartelijk
hartewee, hare aandacht af te lijdeD, er haar
?e te brengen zich bezig te houden met de ge
oogste zaken welke haar omringden.
Hij moest weldra deze wandeling staken.
Na eenige stappen, was Maria verplicht stil te
h°uden gansch buiten adem dikwijls voegde
Zlch eene kleine droge hoest, die zeer vermoeiend
Was, bjj deze bevangenheid.
Siméonne deelde den schrik van Madelor.
zocht ook, zjj, het jong meisje te verstrooien
®h verzond al de verrassingen welke hare teeder-
heid met knaging gepaard haar kon ingeven.
Ouders, Voogden of verzorgers welke leerlingen
^oor den handelsavondcursus wenschen aan te
geven, worden verzocht, zich voor '1 Augustus
aan te melden Vrijdags tusscben 7 en uur
snamiddags aan School A (Gedempte Baansloot
ho. 31).
Belanghebbenden worden er opmerkzaam op
gemaakt, dat het schoolgeld bedraagt per leerling
en per schooljaar
*an het onderwijs in de verplichte vakken flO.—
en bovendien voor dat in de onverplichte vakken
voor één vak 13. voor twee vakken 15.
v»or drie vakken f7.
De schoolgelden moeten worden betaald in 4
gelijke termijnen, ingaande respectievelijk I Sep
tember, 1 December, 1 Maart, 1 Juui.
'e Durazzo zijn 240 Rumeensche vrijwilligers
aangekomen, waaronder meerdere o.'lkieren.
Naar verluidt zouden de opstandelingen door
de regeeringsgezinde bevolking uit Berat verdre
ven zijn.
De Tebellen hebben in hun antwoord aan de
gezanten verklaard, dat zij met de verleg en woor-
'Dgërs der mogendheden willen ondemhandeleny
hïaar alleen in Sjiak. Zij achten het van het
grootste belang te midden van hun volk te
onderhandelen. De vertegenwoordigers der mo
gendheden hebben in overweging genomen of zij
"aar S-jiak zullen gaan.
Men weet thans, dat de militaire leider der
opstandelingen een gewezen officier van den
goneralen staf van Forget Pascha is.
De Londensehe correspondent van de «Echo de
Paris" zegt uit uitstekende bi on te hebben ver-
n°men, dat de Roemeensche regeering thans be
reid is zich te belasten met de bezetting en het
°t rust brengen van Albanië en wel op de vol
gende voorwaarden
Ie. Alle mogendheden moeten aan de Roemeen
sche regeering een uitnoodiging hiertoe richten.
2e, Een gedeelte der internationale troepenmacht
Vab het garnizoen te Skoetari moet aan de Roe
meensche strijdmacht worden toegevoegd, om aan
de bezetting een internationaal karakter te geven.
De correspondent voegt hieraan toeIndien
deze plannen van de Roemeensche regeering weldra
tot uitvoering zullen komen en ik heb alle
redenen dit te gelooven dan zou het Albanee-
sche probleem zich op een zeer gelukkige manier
Wljzigen. Het bewijs is nl. geleverd, dat deAlba-
Oeesche staat, om te kunnen leven, behoefte heeft
aan een gewapende macht, dat zij die gewapende
macht zelf niet scheppen kan, maar een militaire
macht van buiten noodig heeft. Daar nu de staten
van de drievoudige entente niet tusschenbeiden
willen komen en een internationale expeditie
dientengevolge onmogelijk is, zou die noodzakelijke
buitenlandsche hulp alleen hebben kutmen komen
van Oostenrijk en Italië en dit zou groot gevaar
voor den vrede op den Balkan en in Europa op
geleverd hebben. Dat Roemenië ten tooneele ver
schijnt, zou dus een gelukkige oplossing van het
probleem kunnen zijn.
De «Times"- correspondent te Walona heeft
vluchtelingen in een deerniswaat'digen toestand
aangetroffen. De regeering verleent nu dagelijks
tijdelijken onderstand aan 12000 menschen. De
Epiroten bevinden zich nog in de richting van
Dukati op zes uur gaans afstands en het is zeer
onwaarschijnlijk, dat zij verder zullen rukken. De
stad biedt een goede stelling voor een verdediging
tegen de opstandelingen en er worden ijverig
toebereidselen gemaakt. Buiten de stad verheffen
zich hoogten en verder op ligt een vlakte, die
over haar geheele lengte door een rivier wordt
doorsneden, die slechts op sommige plaatsen door
waadbaar is. Door toedoen van vele invloedrijke
mannen, onder wie Isanael Kemal bei, is een
motie, voorgesteld door het comité voor de open
bare veiligheid te Walona en met algemeene
stemmen aangenomen in een vergadering van de
burgerij van Walona en de in leven gebleven
trouwe bevolking van Berat, Koritsa, Permeti,
Kolonia, Leskovits, Argyrokastro, Delvino, Simara
en Tepelen aan' den Mibrét en aan de meeste
vertegenwoordigers van de mogendheden gezonden.
Het stuk verzoekt den Mbret en de beschermende
mogendheden, om het kabinet te ontslaan en de
regeering geheel in handen van de internationale
commissie van toezicht te stellen. Het verklaart
dat noch liet tegenwoordige kabinet noch welk
ander Albaneesch kabinet ook de crisis baas kan
worden. Alleen de commissie kan den rechtrnati-
gen souverein op den troon handhaven en de
nationale eenheid en de onschendbaarheid van
gebied verzekeren en ruim 100.000 vluchtelingen
van een wissen docd redden.
Opmerkelijk is dat de vluchtelingen, die mee-
rendeels moslim zijn, aan den persoon van den
prins verknocht schijnen te zijn en zijn verwij
dering als een zwaren slag zouden beschouwen.
De mogendheden wisselen op het oogenblik van
gedachten over een voorstel, of de prins voor
onbepaalden tijd het land zal verlaten. De prins
is totdusver niet genegen gebleken om het Alba-
neesche kabinet opzij te schuiven. Maar als men
hem kan overhalen om de regeering geheel aan
de commissie toe te vertrouwen, zal hij misschien
in het land kunnen blijven. Op andere voorwaar
den is dit gladweg onmogelijk.
FRANKRIJK.
Het proces Caillaux.
Gister is het strafproces tegen mevrouw Caillaux
voortgezet.
De heer Caillaux heeft in de zitting van gister
een uitvoerig overzicht gegeven van zijn huiselijk
leven en verhaald hoe zijn vrouw er toe kon zijn
Maria bleef droevig en verkwijnend.
Zij was ten prooi aan eene soort van loomheid
des lichaam en van den geest die haar drong
alle soort van verstandelijke beweging of werk
zaamheid te vermijden.
Zonder ophouden gekweld door sombere gedachten
en voorgevoel, was haar slaap zeldzaam of gestoord
door pijnlijke droomen.
Zij was op zonderlinge wijze zenuwachtig en
gevoelig geworden.
Bij de minste tegenkanting, bij de minste
aarzeling welke haar vader liet blijken in het
voldoen harer grillige verlangens, werd zij door
hartkloppingen aangedaan en dreigde in bezwijming
te vallen.
Zij leed aan duizeling in het hoofd, suis in de
ooren, en men was verplicht haar uit te strekken
op haar bed, zonder dat zij besefte wat er rond
haar omging.
In de palm der handen, werd zij eene bijtende
hitte gewaar de koorts werd eiken avond heviger
en zij zweette overvloedig.
Madelor nam haar bij de hand wanneer zij
sliép en tastte naar die gewaarwording van be-
wegeloosheid welke een der kenteekens is van de
ziekte.
En in die oogenblikken wanneer Maria hem
niet zag, aanschouwde hij haar langdurig met eeD
diepe smart.
Al de zorgen welke hij haar tr»»die ide waren
nutteloos.
Hij was woedend en kwam tegen zichzelven
gekomen om een aanslag op Calmette, den hoofd
redacteur van »de Figaro", te plegen.
Aan het slot van de zitting kreeg men een
kijkje in de Fransche politiek.
De Parijsche correspondent van de »N. R. Ct."
meldt over het einde der zitting het volgende
Caillaux begint dan te zeggen, dat de campag
ne van Calmette tegen hem vooral zoo heftig wasi
omdat hij de voorstander was van de inkomsten
belasting. Hij houdt daaromtrent een kort en
duidelijk politiek beloog. Dan spreekt hij zich
n>g uit omtrent hot gedeelte van de campagne
van Calmette, nopens den financieelen werkkring
van Caillaux. Caillaux zegt o.a., dat hij als mi
nister nooit eenige flnancieele operatie voor zich
zelf gedaan heeft en verder, dat hij bij den dood
van zijn vader 11.200.000 geërfd had en dat op
het oogenblik zijn fortuin niet grooter is en hij
zich dus in zijn politieke loopbaan niet verrijkt
heeft, zooals Calmette het steeds heeft willen doen
voorkomen. Hij zegt verder «Calmette heeft 13
millioen nagelaten en ik wil niet nagaan, hoe hij
daaraan gekomen is". Dat wekt protest bij de
vrienden van Calmette in de zaal, maar de be
weging wordt snel onderdrukt. Caillaux keert
zich dan tot de zaal en tot de advocaten en zegt:
»Men zal misschien meenen, dat ik hier aan het
pleiten ben, maar mag een politiek man niet
pleiten Hoewel politieke mannen zijn er niet
onder de leden der balie en hoeveel politieke man
nen tevens leden der balie, houden zich niet met
lioancieele zaken bezig, en pleiten in belangrijke
liuancieelen zaken Indien men wil zeggen, dat
financiën en politiek niet kunnen samen gaan.
meent men dan, dat balie en financiën wél goed
samen kunnen gaan En degenen, die willen,
dat politieke mannen zich niet met financiën be
moeien, willen die ook, dat advocaten geen finan-
cieele zaken moeten doen Uit de advocaatbanken
gaat gelach op, en een groot aantal roept«Zeer
zeker, wij vinden dat
Dan kwam tegen half zes Caillaux tot de kwes
tie van de diplomatieke documenten en op dat
punt valt een heftig1 incident voor.
De redacteur Van de „Figaro", LaUarus, had
in de instructie ook gesproken over de afschrif
ten van diplomatieke documenten, die Caillaux
in een zeer kwaad licht zouden stellen. Cal
mette had ze in zijn bezit gehad, doch uit vader
landsliefde niet gepubliceerd. Van deze documen
ten is herhaaldelijk sprake geweest, zoowel voor
als na den dood van Calmette. Zij betteffen waar
schijnlijk onderhandelingen met lluitschland over
koloniale kwesties en de publicatie zou uit diplo
matiek oogpunt bezwaren hebben en tot verwik
kelingen kunnen leiden. Hiervan maken nu de
vijanden van Caillaux sedert lang! gebruik om het
voor te stellen alsof in die documenten het be
wijs ligt van Caillaux's verwerpelijke politiek en
of zij alleen uit vaderlandsliefde Ie publicatie
hebben nagelaten. Caillaux heeft al bij vroegere
gelegenheid uitgeroepen„Laat men ze maar pu-
blic?eren 1 Men zal zien, fat zij mijn eer en
vaderlandsliefde in het minst niet raken." Zoo
in opstand omdat hij zich tegenover deze zwak
heid onmachtig gevoelde, tegenover dit verlies
van klachten en den dood die langzaam naderde.
Zonder te weenen kon hij die slapen en die
wangen door het lijden verwoest niet aanschouwen
Wanneer hij haar vroeg«Maria, hoe bevindt
gij u I" antweordde zij met een droeven glimlach
waarin ondanks haar, de wanhoop harer ziel
doorstraalde: «Alles gaat."
De kleine zenuwachtige hoest onderbrak haar.
Zij legde de hand op haar hart en voegde er
bij
Bekommer u niet met mij, vader. Ik ver
zeker u dat ik zeer wel te pas ben en dat ik niet
iijd.
Hij durfde niet aandringen.
Zij leed niet, het arme kind, maar van stond
tot stond namen hare krachten af. Zij zou eens
uitdooven gelijk eene lamp zonder olie.
Hij verrastte haar soms gedurende de dagen
der groote hitte, in volle zon gezeten, op eene
steenen bank, dicht tegen den weg.
Zij droomde, hare ziel dwaalde in de verte, zij
zocht naar het geliefkoosd beeld wiens herinne
ring haar hart vervulde, wiens afwezigheid haar
leven vergalde en haar deed sterven.
Rosa, he haar zelden verliet, bleef hij h
vergezelde haar, hechtte hare voet.st,a >oeo
de hare.
Or I
(iï>C
Vertangi gy tets, Maria
deed Caillaux o;ok heden in de meest krachtige
termen. „Ik ben bereid", zei de hij, „ze hier open
lijk te bespreken, indien iemand de verantwoor
delijkheid pp zich neemt, er mee aan te komen.
Ik laat hem natuurlijk de verantwoordelijkheid,
maar dat insinueeren o-mtient die documenten
moet juit zijn. De bewering, dat men ze niet
wil publiceeien uit, vaderlandsliefde, om op die
wijze te trachten, mijn vaderlandsliefde aan te
tasten, dat gaat niet langer aan." .De getuige
Latzarus van de „Figaro" wordt geroepen. Hij
laat zich O', a. deze uitdrukking ontvallen; „De
heer .Caillaux, die mijn chef Calmette heeft la
ten vermoorden." Dit wekt groote opschudding.
Caillaux protesteert met w,oedende woorden en
blikken. De advocaat van de civiele pat tij, mr.
Chenu, komt dan tusschenbeide. Hij deelt mede,
dat de afschriften der bewuste documenten die
Calmette bezat, door Calmette'» broeder aan den
president van de republiek Poincaré afgestaan
zijn. Zij zijn dus buiten discussie, zegt Chenu en
hij zal er zich ook niet van bedienen.
Maar dan staat mr. Labori op en met zijn
geweldige stem roept hij1 uit: „Er zweeft over
dit alles een atmosfeer van onzekerheid en dub
belzinnigheid, die niet te dulden is. In het par
lement neemt men daar misschien genoegen mee,
maar hier kan dat niet. Ce president van de
Republiek heeft die documenten zeker aan den
minister van buitenlandsche zaken overgedragen
(Caillaux knikt van ja), de huidige regceiing
heeft die dus. Welnu, wij willen en moeten een
uitlegging hebben. Het zijn stukken die gevonden
zijn in een portefeuille van het slachtoffer van
hel. huidige drama. Die stukken kunnen niet ach
tergehouden worden, of althans kan men er geen
twijfel omtrent laten beslaan. Ik vraag dus aan
den procureur-generaal, die hier de openbare
macht, dat is de regeering, vertegenwoordigt, dat
hij een uitlegging zal geven of van de regeering
zal verkrijgen. Wij moeten van Ie regeering zonal
niet de stukken, dan toch een vet klaring hebben,
of deze stukken al of niet de eer en de vader
landsliefde van den heer Caillaux aantasten.'"
De heer Caillaux roept dan uit: „Ik doe niet.
aandrang hetzelfde verzoek aan den procureur-
generaal." De procureur-generaal staat op en leest
voor een verklaring door den heer Poincaré, toen
hii nog' minister-president en minister van bui
tenlandsche zaken was, den löcien Maart 1912,
bij een discussie in de Kamer over de Ma rok-
kaansche zaken afgelegd, en waarin gezegd wordt,
dat de voorgaande regeeringen ieder op hun ma
nier en ieder met groote loyaliteit en eerlijkheid,
al naar hunne politieke inzichten, ie Marofekaan-
sche zaken geleid hebben.
De procureur-generaal zegt dan, dat deze ver-
klaring: voldoende moet zijn en duidelijk aangeeft,
wat de lieer Poincaré in 1912 dacht over al zijn
voorgangers, die zich met de Marokkaan se he zaken
bezig gehouden hadden.
Mr. Labori staat dan weder op en zegt, dat
hij daar geen genoegen mee nemen kan. Het
Zij schudde het hoofd.
Willen wij te zamen op reis gaan f
Neen. Ik wil hier blijven.
En zij zeide tot zich zelve, binnensmond pratend
glimlachend
Ik wil hier sterven.
Eens dat hij haar weenend verraste, omdat zij
dacht alleen te wezen, nam hij haar vast bij de
handen, plaatste zich op de knieën vóór haar en
aanschouwde haar met droefheid.
Alhoewel hij daar was had zij de kracht niet
hare tranen te weerhouden die langzaam langs
hare vermagerde wangen, een voor een, op de
handen van Madelor vielen.
Waarom weent gij, Maria
Zij zweeg.
Is er in de wereld iemand die u troosten
kan
Neen.
Denkt gij aan Jeroom 'l
Zij zeide tweemaal ja, het hoofd buigend de
snikken die opstegen in hare keel, belette haar
to spreken.
Zoudt gij genezen, indien hij hier was
Haar oogsiag drukte eene goddelijke teederhf>id
ijjt en was v1np*v,P>oi Mil-a.
zich in truir 1» -au
- Waa» i* lui •-< mi-l>