Dagblad mor Schiedam en Omstreken Gratis Ongevallenverzekering 11 HRf) levenslange f 0 0 0 De Oorlog. Onschuldig veroordeeld. rpn b«™rlles rtr ibütlu I 37ste Jaar^aii^, Woensdag 19 Augustus 1914 No. 11005 oTereefltömsüê op de polis vermelde Toonaarden. j UUU inSStI ZUU Officieel* berichten. Kennisgeving. Sluiting Koemarktbrug. Buitenlandscli Nieuws. FEUILLETON. 'i - Bureau: Boterstraat 50, Telef. 85, Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. V n -Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën wLn P t j' elke /egel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal herhaaldelijkHfdverteeren"6 6 6n 35 Ct P" SpCCiale COnditiën voor levenslange f O 11 fl verlies van geheele Mil een hand» invaliditeit3 L U U voet of oogww m De verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemoene Verzekeringsbank De Burgemeester en Wethouders van Schiedam, doen te weten, dat door den Raad dier Gemeen te in zijne vergadering van den lSden Augustus 1914 is vastgesteld de volgende verordening WIJZIGING van de verordening op de tap perijen, logementen, openbare ver makelijkheden, optochten, en den handel in gebruikte roerende goede ren te Schiedam. (Gemeentebladen 1911 no. 43, 1913 no. 16 en no. 27). Artikel 1. Artikel 4 wordt gelezen De gewone tijd waarin de tapperijen gesloten moeten zijn is van middernacht tot 5 uur des vocrmiddags. Onverminderd het bepaalde bij de artt. 186 en 187 der Gemeentewet, kan de Burgemeester in gevallen van oorlog, oorlogsgevaar, oproerige be- weging, samenscholing of andere stoornis der open bare orde een andere sluitingstijd vaststellen. Deze bekint te gelden den dag volgende op dien van openbare kennisgeving. De tappers zijn verplicht bij de intreding van het sluitingsuur alle bezoekers te doen vertrekken en hunne tapperijen te sluiten. Zij mogeD in ge sloten tijd niemand daarin doen verblijven of toelaten. De Burgemeester kan evenwel om bijzondere redenen vergunning geven een tappei ij in gesloten tijd open te houden. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking terstond ba hare afkondiging, welke zal plaats hebben onmid dellijk nadat de verordening is vastgesteld. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland :n afschrift medegedeeld. En is hiervan krachtens Raadsbesluit van heden afkondiging geschied, waar het behoeft, den 18den Augustus 1914. De Burgemeester en Wethouders voornoemd I M. L. HONNERLAGE GRETE. De Secretaris, V. SICKEN GA. Burgemeester en Wethouders van Schiedam brengen ter algemeene kennis, dat de Koemarkt- brug op Donderdag 20 Augustus a.s. en zoo noodig op Vrydag 21 Augustus d.a.v. voor rij en voertuigen gesloten zal zijn, België. I n Ce censuur treedt zeer streng1 op, zuo-dut tot nu toe nog' geen berichten zijn noodgedrongen van de stand van de legereoipsen der geallieer den. Zorgvuldig worden uil alle telegrammen, die berichten bevatten over de troepen de plaats namen geschrapt, Be couranten, zijn eveneens san GROOTE BOEIENDE ROMAN. Naar het Fransch. de militaire censuur onderworpen, zopdat hoe genaamd geen mededeelingen van de opstelling uer trpepen zijn te krijgen. Wij zullen dus vermoedelijk, pas lang; na den afloop weten wanneer en waar de gr'oote slag heeft plaats gehad. Ce wegen naar Brussel zijn versperd en wor den streng bewaakt. En opk de ofticieele berichten doen vermoeden, dat de Duitsche (roepen reeds tot dicht bij Brussel zijn opgedrongen. De reg'eciiing is verplaatst naar Antwerpen en o;ok het hof heelt zich reeds derwaarts begeven. De forten van Luii. De aanvoer van Duitsche troepen wordt steeds voortgezet en zooals uit het otficieele rapport van den Diuitsichen generalen staf blijkt, waren de troepen, die de vorige week op Luik waren afgezonden niet zoo groot in aantal. De forten van Luik hebben dan opk niet stand kunnen hou den tegen het zware geschut, dat de Duitschers er tegen in hebben gebracht. Alle twaalf forten zijn thans in handen der; Duitschers. De forten die door de beschieting veel geleden hadden wor den nu door de Duitschers in orde gemaakt en dienen dan als basis vo|oc do actie van bet Duit sche leger in België. (Een belicht uit Brussel onder telegrammen bevat de ofticieele tegenspraak van do inname der forten do;or de Duitschers). De Duitschers hebben met de inneming' van deze forten een gjnopt voordeel behaald. Op de eerste plaats kunnen zij nu ongehinderd g.' cote troepenmas'sa s over de Maas brengen. Tof nu toe had vooral het fort Pontisse het 'troe pentransport zeer belemmerd vooral door hel tel kens stuk schieten dor bruggen bij Visé. Op de tweede plaats is de terugtocht ile-r Duit sche troepen wanneer zij in België zouden wor den verslagen thans gedekt. Waren ue torten in handen der Belgen gebleven, dan zouden .deze de terugtrekkende troepen in den iug hebben be schoten on hen allicht genoodzaakt hebben over IIeilandsch grondgebied terug; ie trekken. Van het beschieten van een der torten geeft de correspondent van „De Tijd" de volgende be schrijving'. De Duitschers hadden besloten lot ol'ken prijs de forten te nemen. Nu, wat Pontisse betreft zijn ze er in geslaagd, maar de prijs was wel zeer hoog Duizenden manschappen hebben ze er gelaten En ondanks de honderden dood en, die ze er lieten, zagen ze toch nog geen kans hei fort te nemen. Welnu, dan weiden alio inwoners uil. het nabijgelegen dcip 1 ivignes gehaald en opeen gedreven naar het fort, gevolgd door de Duits, he troe pen Daarvoor verstomden de kanonnen. Dan moesten 'de pastoor en 12 notabelen nog' verder gaan en het fort betreden pin te verhinderen, dat de Belgen den gedynamieteerden grond zou den doen springen. Zoo is het lort Pontisse ge nomen. Vanmprg|en heb ik 't dorp Vivigncs bezocht en vond er in vele gezinnen vrouwen en zelfs mannen te bed, ziek van de angsten, die ze had den uitgestaan^ Uit 44 woningen steeg de rook, veroorzaakt door het vuur, dat de Duitschers er gis cmiddag in deden ontvlammen. Er zou weer een schot op de Duitschers gevallen zijn, door een burger gelost, maar niemand weet er iet van en ieder bezweert mij', dat niemand van dit dorp tot zop iets in staat is. Voor ik echter aan dit dorp kwam, had ik gedegenheid, iets' bijzonders mee ie maken, n.J. ere bestorming! van het fort Lierce. Be heftige kanon nade, welke ik vernam, dreef me even in westelijke richting' en ik besteeg daai een berg rug om te trachten uit te vinden, wat er eigten- lijk gaande was. In de verte ontwaarde ik nu oen rook gloed en mijn kaartje van de stelling Duik nagaande, bemerkte ik, dat bet om bet bezit van het fort Lierce ging. Daar stapte ik op af, en nog niel ver was ik gegiap, toen ik dpor mijn kijker een Duitseh Kampement bemerkte. In een groot kwartier was ik er in. Op mijn vraag! of ik niet een en ander van den strijd mocht bijwonen, werd door de Limsche officieren geen bezwaar gemaakt; al leen raadden ze me aan, om wat van de gevaar lijke punten vandaan te blijven. Uit het kamp, dat in de laagte lag, zag; men tegen een kleine berghoogte op, waarachter dan, op aanzienlijken afstand evenwel, het fort Lierce liggen moest. Op verschillende punten tegen die berghoogte wapen m zaglijke stukken geschut opgesteld, die hun bij verlies van een duim gevestigd te Schiedam Hij zegt me achter tevens, steeds groeier wordt en raadt. by verlies van eiken ande ren vinger. nuiotigoiidp granaten in de richting' 82) En zij zwegen, de handen in elkaar gestrengeld, de oogen badend in tranen van geluk. Eindeljjk antwoordde Siméonne met eene vraag op de innige gedachte van Maria Hebt gij hem gezien vroeg zij. Ja. Tweemaal. Hebt gij hem gesproken Neen. Waar, hoe hebt gij elkander weergezien P En Maria moest haar alle bijzonderheden van van deze gevaarlijke reis vertellen. Overigens zij stelde er behagen in deze van dagen van vermoeie nis en koortsigen angst te vertellen. Toen zy ophield met verhalen: Gij zijt dus aan de beterhand Gij zult niet meer wanhoopen voortaan, is 't niet Bemint hij u nog altoos, met dezelfde vurigheid Ja, ik heb het wel begrepen, toen ik hem zag, toen men hem gevangen wegleidde. Hij be mint mij, ik ben er zeker van... maar... Welnu? XI. Maria voleindigde niet. Een droge hoest sneed haar de stem af. Toen het hoesten een weinig ophield - En gij, zeide Maria, hare kleine vermagerde hand op het hart der boerin leggend, en gij, zijt gij genezen? J Ja, aniwoorde het jong meisje zachtjes met het schaamterood op het voerhoofd. ik ben ge nezen. Er ontstond nogmaals eene stilte. Hunne blikken ontmoetten elkander en hunne handen bleven in een geklonken. Maria vroeg Wat is er gedurende onze afwezigheid ge beurd Dan werd het de beurt van Siméonne om te vertellen. 77 1a"es toegegaan als naar gewoonte, zeide zij. Wij hebben een zeer eenvoudig, regel matig en kalm leven geleid. Piéqueur is niet terug gekomen misschien hij, in België gedood in een gevecht met baanstroopersleeft hij nog, dan is hij Rosa mogelijk vergeten. En Josillet vroeg Maria. Siméonne werd rood. De dochter van Madelor glimlachte. wilt gij dat ik van Josillet zegge, meende Siméonne, de handen van Maria los latend. Hij beminde u, gy weet bet wel. ucnting van l.ct fcu'c heenzonden. Ik beklom de hoogte en zócht een eenig&zins minder gevaarlijke plaats, op zij va i het geschut, plat op den grond zittende tUsfcbea wat lage struikjes. Wat ik henéden voru' me zag', was eenvoudig verschrikkelijk. Daar lagen zeker wel een honderd jouden en gewonden verspreid, gevallenen van eene af- ueeling' voetartillerie, die aangewezen scheen om voorwaarts te dringen en met klein geschut een kleinere hoogte Ie bezetten, die gelegen was tusschen den .berg, waar het gk'of geschut 'stond opges.teld, en het fort Lierce. Bij elke poging, om vooruit te ruk- iien, zag' ik er tientallen vallen. Enkelen van hen .stonden weer -op en waren w aar schijn liji; slechts door den luchtdruk neergeworpen, an- do cn bleven liggen. Toen ik dit ontzettend" tejneel eenigen tijd had gadegeslagen, hoorde ik plotseling' een slag, zóó verschrikkelijk, als men zich maar bedenken kan en die zelfs he. gedonder1 van het grof geschut ter zijden van mij: nog' verre -overtrof. Boven l et lort hangt dan een zwarte rookdamp, waarin her, geheel gehuld wordt en een oogenblik meen ik, dat Lierce gpheel vernietigd is. Als ik echter op-p'es'taan en op een Buitschen officier toeg'e- lo-jpen ben, vertelt deze me, dat het slechts oen gedeeltelijke vernieling is, veroorzaakt waar schijnlijk dO|Or een granaat, die diep heeft inge slagen en een gedeelte van den gedynamieteer oen grond deed ontploffen. dat het gevaar me aan om te vertrekken. Niet ongaarne voldoe ik daaraan, want ik begin werkelijk hang te worden. Niet voor het gedonder van het geschut, ■k niet voor de neervallende granaten, want t is of een mensch op het ooriogsterrein geheel verandert en onverschillig tegenover dood en leven gaat staan. Maar' ik ben hang, dat men er ten slotte nog' niet in slagen zal Lierce te nemen en dan. misschien weer een dorp zal leeghalen en de bewoners de richting van het fort uitdrijven En zoo iets, neen, dat wil ik niet zien, de voorstelling: ervan is me al verschrikkelijk génoeg. Als ik weer vertrek, m ik lange legertrossen met geschut tegen, waarschijnlijk ook bestemd voor Liet ice, om op een ander punt den aanval ,e openen. De man nen rocken nog' hun sigaar en lachen, ongevoelig vof.r den loerenden dood. Van de verschillende woningen, die ik op mijn verderen weg van Luik heb zien branden, zal ik niet eens meer vertellen. Alleen zag' ik nojg, dat ook in Herstal en omgeving veel \v- nie'd en verbrand is gedurende de bestorming' van de forten in de laatste dagen. De overdre ven berichten, die de menséhen me deden"over de stapels Duitsche lijken, voor welker aandui ding' t ze hun handen maar niel; hoog genoeg kon -li uitstrekken, die berichten zal ik u hespa ren, doch zeker is, dat de forten duizenden Jonden aan de Duitschers gekost hebben, ik blijk dus wol gelijk gehad te hebben, toen ik u. de vorige wee.c reeds berichtte, dat niet de groote beslis sen le slag' reeds toen elk oogenblik zou plaats hebben, zooals de bladen zich lieten berichten, doch wel een beslissende strijd om de forten, die le Duitschers tot eiken prijs nemen wilden en moesten Nog slechts zes waren er in handen der Belgen, toen ik mij Zaterdag en Zondagochtend in Luik "en omgeving bevond, dóch als de lozer de.-en brief onder de oogen krijgt, zullen ook die wel gtenomen zijn, daar de forten niet be stand blijken tegen het ontzaglijk zware geschut, dat de Duitschers thans hebben aangevoerd en dat het voortrukken van een leger eigenlijk altijd mogelijk is, wanneer men niet let op het an!al slachtoffers, dat er bij valt. Onder die zes forten behoort ook Barchon, aal reeds tot zwijgen gebracht is. In Luik en omgeving heb ik kunnen opmerken, hoe- de Duitschers met koortsachtlgen ijver verschillende versterkingen aan! rengfen en de mogelijkheid zeer g.oed blij ken in te zien, daar ook nog wel eens eene ende houding te moeten aannemen. Hot nemen van de forten is voor de Duitschers van het grootste belang geweest. Destrijd bij Dinant. Hieronder volgen eenige bijzonderheden over den aanval bij Dinant op Zaterdag, gegeven door een hransch officier, die deelnam aan een gevecht, en medegedeeld door het Ministerie van Oorlog stond met mijn compagnie bij den voorpost liet mijn gevechtseenheid, in twee fracties, Ik en Hij bemint mij nog' En gil) zij4 gij onverschillig voor zijne liefde Siméonne aarzelde eensklaps een besluit nemend zeide zij Iloor, ik beminde Jeroom niet, ziet ge. Zooals ik het u zooeven zeide, was dit slechts een oogenblik van verdwaling. En heeft Josillet thans genade bij u ge vonden Mij dunkt dat ik hem bemin. - Zijt gij er niet zeker van De boerin aarzelde nog meer; zij was bleek en zweeg; dan hernam zij op zeer ernstigen toon Ik bemin hem... En een zucht steeg uit hare borst op tot aan hare keel. Maria bemerkte zulks niet. Hetgeen er tusschen Josillet en Siméonne was voorgevallen, hetgeen deze aan Maria niet ver telde, gaan wij zoo vluchtig mogelijk meedeelen. 's Anderdaags na het vertrek van Madelor en van zijne dochter, was Josillet uit de Cendrière naar den dokter gekomen. De boerin was alleen met Rosa. Mam'zelle Siméonne zeide de goede jongeling terwijl Madelor mijnen meester gaat zoeken," zult gij u alleen bevinden en mogelijk hebt gij een kloeken arm noodig. Men voorziet heden niet wat er morgen gebeuren zal. Vergeet dan niet dat ik slechts op twee stappen afstand van u woon en dat ik er genoegen in zal scheppen mijne opoffering op de proef te stellen zoo dikwijls het u believen zal. Ik bedank u, mijnheer Josillet. Aanvaardt gij mijne diensten Ik aanvaard. Mag ik alle dagen naar nieuws over u komen vernemen, weten of er u iets ontbreekt dat ik u kan bezorgen Ik stem toe. Gij maakt mij zeer gelukkig, mam'zelle Simeonne, ja zeer gelukkig I En hij kwam alle dagen onder alle soort van voorwendsels. Bijna altijd bracht hij geschenken mee, honig, een vogel, eene duif, bloemen welke in het bosch zeldzaam begonnen te worden, doch waar de groote hof der Cendrière nog vol van stond. Eindelijk werd hij aan deze bezoeken gewend, hij kwam als vriend, zocht geene voorwendsels meer. Wanneer hij daar was, verslond hij Siméonne met den blik, volgde haar met de oogen overal waar zij ging, had op de lippen een hoop dingen welke hij niet durfde zeggen en welke zijn bevend glimlachen deden raden. Zekeren avond op het oogenblik dat hij henen ging om den weg naar de Cendrière te hernemen en dat hij de boerin groette, zeide deze hem Blijf, mijnheer Josillet. Hij bleet verbluft staan en ging weer naar binnen. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 1