Dagblad voor Schiedam en Omstreken toUw^JIO t De Oorlog. Gratis Ongevallenverzekering f 1 f) f] f] Onschuldig veroordeeld. 37ste Jaargaug. Donderdag 20 Augustus 1914 11006 oiereeflioistis op Je polis yermelie yoorwaarden. f f (J|JU f fin Terlies cm r Officieel* berichten. Bekendmaking. Kennisgeving. FEUILLETON. Kennisgeving. Buiteulaudsch Nieuws. BureauBoterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 1— b regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. bjj verlies van levenslange 0 0 jl verlias van geheele 11g1 «en hand, - invaliditeit(.UU voet of oogI U U 1 I U U een duimI U J^^^^^^^^^^^^^^^I^S^^^^^^^^^^^^^^^II^^^v^teringsbank^gevestlgdteSehiedam bij verlies van eiken ande ren vinger. Hedenmorgen bracht de telegraaf ons de onverwachte en pijn lijke mare, dat onze Heilige Vader Pius X, dezen nacht te half twee in den Heer is ontslapen. Het is ons, die nog weinig van 's Pausen ziekte en ziektever loop vernamen, ol daar in Rome iets heel tragisch en onuitsprekelijks droevigs is geschied. Deze Man des vredes, met zijn hoogstaand en hoogedel karakter, met zijn zachtaardige en gevoelige natuur, is stelselmatig uit den Raad der Mogendheden gedrongen, is met pijnlijk voorbijgaan uit de Vredes conferenties geweerd. Machteloos heeft Hij het moeten aanzien, hoe over Europa, dat niet meer luisteren wilde naar zijn stem, een zee van bloed en vuur, van ellende en dood kwam losgezwalpt. Als de starende Wachter op de tinne heeft Hij een nacht van barbaarsehheid zien aan- donkeren voor de volkeren die het Licht den rug toekeerden en in zijn Cor altum, zijn diepe en trouwe hart, hèeft hij het lijden zijner kinde ren vooruitgeproefd en vooruitmeegeleden. En toen heeft droefheid zijn leven verkort en is het hart van den grijzen Iloogepriester gebroken van weedom en deernis en bittere ontgoocheling, als eens het hart van den het is genoeg, o Heere, neem nu mijn ouden miskenden profeet ziele van mij weg Nog deze week hopen we onzen lezers een uitvoerig levensbericht van dezen goeden en grooten Paus voor oogen te leggen. En in ons dagelijks bidden om den vrede, willen we God met bewogen harten vragen, dat Hij zijn welverdiende rust en vrede schenke aan dezen Pius X, dien trouwen Herder zijner Kerk, opdat gelijk zijn voorbeeld een licht was voor onzen voet, zijn voorbede bij God, de Kerk en de wereld tot redding zij. De Burgemeester van Schiedam maakt bekend De 3e uitkeering der geldelijke tegemoetkoming aan echtgenooten of familieleden van miliciens en landweermannen (Kostwinners) die daarvoor in de termen vallen zal uitgekeerd worden Zaterdag 22 Augustus a.s. van 8-12 uur voor miliciens en des namiddags van 1-4 voor de landweermannen, in het huis aan de Nieuwstraat do. 26 (bewoond door wijlen Dr. Vaillant). Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Gelet op de bepalingen der Hinderwet Brengen ter algemeene kennis, dat door de Gedeputeerde Staten dezer provincie aan Burge meester en Wethouders dezer Gemeente vergun ning is verleend tot uitbreiding van het pompver- mogenjder Gemeentelijke Drink waterleiding staande GROOTE BOEIENDE ROMAN. Naar het Franscli. 83) Wilt gij mij spreken, mam'zelle Siméonne Ja. Welnu, ik luister. Wees niet bevreesd mij eenen dienst af te smeeken. Of liever, vraag mij zonder omwegen wat gij verlangt. Ik zou mij in stukken laten kappen om u te zien glimlachen. Zyt gjj dan waarlijk te mijnen opzichte niet veranderd, mijnheer Josillet Ho neenzeide hij zeer naïef, terwijl hij rood werd. Gjj wilt mij nog altijd het hof maken Wel jagij hebt het geraden dat ik nooit ophield aan u te denken. Nooit, overigens, zou ik u van die zaken hebben gesproken, indien gij zelve het niet scheent te verlangen. Eene uitlegging tusschen ons is noodig, mijn vriend. Welnu, zeggen wij vlakaf wat op ons hart ligt. Zet u neer, Josillet. De boer schoof eenen stoel vooruit, zette zich Burgemeester en Wethouders van Schiedam Gezien artikel 1 der verordening betreffende de makelaardij alhier, vastgesteld den 7den Maart 1899 (Gem. blad no. 3) Brengen ter openbare kennis, dat de Gemeente- raad in zijne openbare vergadering van den 18 Augustus jl. tot makelaars in koniale waren heeft aangesteld de heeren W. J en J. G. VAN DUS- i SELDORP. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 21sten Augustus 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. L. HONNERLAGE GRETE. De Secretaris, V. SICKENGA. neer, beet in zijne klak, leunde vervolgen op dan steel zijner zweep en begon dan, zeer ontsteld Wat hebt gij mij dan zóó gewichtigs mee te deelen, mam'zelle Siméonne Josillet, vermits gij met mij vrijen wilt, en ik den schijn heb het u toe te laten, moet ik u niets verbergen, niet waar Zeg alles wat believen zal, mam'zelle Si- meonne, ik luister zóó gaarne, begin maar... Indien ik u zoo hard heb van mij gestooten in hét bosch den eerstenkeer dat gij mij hebt ge zegd dat gij mij bemindet, het was. ziet ge, om dat ik niets voor u gevoelde, Josillet, ik beminde u niet... Ik wierd het wel gewaar Maar dit is nog alles niet. Ha I zeide de pachter, eenigszins onrustig. Ik zag iemand anders gaarne... De arme jongen glimlachte wanhopend en schudde met het het hoofd!.. Hij stond op. Gij wilt zejggen dat ik maar van door zou gaan, niet waar, mam'zelle Siméonne, en dat mijne plaats hier niet is, waar ik u tot last ver strek Wel neen, Josillet.., wel neen... Zij aarzeldé opnieuw en werd ontsteld. De boer zelf ook zeer ver ontrust, had reeds eenen stap gedaan nftar de deur. Hoor, Josillet, ik zal oprecht zijn tot het einde toe... Het was uw meester, dien ik alsdan bemindé... Jèroom en Mej. Maria P J op perceel, kadaster Sectie K no. 240, door bij plaatsing van vier electromotoren, van respectie velijk 55, 45, 20 en 35 P.K., ter vervanging van de bestaande stoommachine van 40 P.K. Schiedam, den 20 Augustus 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd M. L. HONNERLAGE GRETE. De Secretaris. V. SICKENGA. De groote slag is begonnen over het geheele ront, luidde een telegram in ons blad van gis teren. Diest en Tongeren staan in vlammen. Zou dit nu werkelijk het begin zijn van den grooten slag of hebben we hier weer te doen met uitgebreide voorpostengevechten Wij weten het niet. Maar dit is zeker dat de Duitschers stelselmatig voortrukken naar midden België. In het noorden hebben zij alle dorpen bezet. Hun voorposten zijn zelfs tot vlak bij Brussel gezien. En al worden de voorposten telkens ver slagen door de Belgen, eenige dagen later trekken gewoonlijk de troepen binnen op de plaats waar de Belgen kort te voren een schitterende over winning hebben behaald. Een der kleine forten van Namen moet reeds ;n handen van de Duitschers zijn. Of het werkelijk zoo is, kan natuurlijk niet worden vastgesteld, evenmin als er met zekerheid is te zeggen, wie in het bezit zijn der Luiksche forten. Duitsche berichten zeggen, dat alle forten in hun bezit zijn. Ooggetuigen, waaronder ook Belgen, zijn van dezelfde meening. En toch werd gisteren nog officieel uit Brussel gemeld, dat de forten niet alle in handen der Duitschers zijn. De correspondent van de sTelegraaf" geeft duchtig af op de zoogenaamde officieele mededeelingen van het ministerie van oorlog. Hij heeft een verkenningstocht ondernomen en geeft als zijn meening, dat de terugtocht der Belgische troepen, die gisteren plaats had als een nederlaag der Belgische troepen is te beschouwen. Dat de regeering het zoo nauw niet neemt met de officieele berichten blijkt ook nog uit de verklaringen van een soldaat, die bij Leuven gewond was, en in de officieele bulletins was heelemaal niet gerept van een gevecht bjj Leuven. De algemeene indruk is, dat de Duitschers hun doel bereiken en met een groote troepenmacht gereed staan voor den grooten slag. Vandaag was ik getuige van eenige gevechten in de omstreken van Thienen. Aan de uiterste Belgische voorposten woonde ik een ontmoeting bij van een troepje van 14 uhlanen tegen 3 Bel gische ruiters. Ik was juist met mijn auto de laatste post voorbij gereden toen ik van achter een heuveltop de uhlanen zag verschijnen. Zoodra hadden de Belgische ruiters hen niet opgemerkt of zij stegen van hun paarden lieten deze neer leggen en, ze als verschansing gebruikend begon nen er achter vandaan den vijand te beschieten. Met de grootste kalmte laadden de moedige kerels hunne karabijnen en schoten eerst af wanneer zij zoo goed als zeker van hun schot waren. Bijna elk schot was raak en binnen enkele minuten lagen 6 uhlanen, doodelijk ge- Welnu, ik was jaloersch op haar en ik zou misschien een groot ongeluk vermeden hebben hadde ik Jeroom verwittigd met hem het ge heim van Madelor toe te vertrouwen, met op slimme wijze mijne vriendin hiervan kennis te geven... Ja. deze geschiedenis is mij bekend. Gij ziet hoe plichtig ik ben geweest. 't Is waar, gij hebt niet wel gehandeld doch gij hebt nu berouw over het geen gij hebt gedaan. Ik weet wel dat gij mej. Maria gered hebt in den afgrond der Lesse. Gij hebt die zaken reeds uit geboet. Misschien, Josillet. Hebt gij mij nu alles gezegd Zult gij het mij vergeven indien ik u nog maals leed veroorzaakt, indien ik u opnieuw be droefd maak? Zeg maar, Siméonne, spreek... Ik bemin nog steeds uwen meestor, Josillet: het is mijne schuld niet, ziet ge, en maak u niet kwaad over hetgeen ik u daar toevertrouw. Ik heb mij opgeofferd voor Maria, omdat ik moeët, omdat het versphrikkelijk was wat ik dacht wanneer ik haar kwaad wilde. U, Josillet, bemin ik ook, maar enkel.,., als vriend nog niet genoeg om uwe vrouw te wezen... Ik heb te veel trotschheid en eer om uwen naam te aanvaarden wanaeer. ik in mijn hart een gevoel heb gelijk datgene welke ik u kom te bekennen. Heb geduld, mijn goede Josillet, verlaat mij niet en blijf hier dagelijks komen troffen in het zand te bijten, terwijl de andere 8, waarvan verscheiden verwond waren, aftrokken. De Belgen keerden daarna 'na Thienen terug om zich te laten verbinden, want ook zij hadden wonden gekregen. Ik vertel U dit voorval waar van ik zelf getuige was als staaltje van koelbloe digheid van de Belgen. Zoo gebeuren er dagelijks tientallen. Ook de Franschen houden zich prachtig. - Een kamerlid voor Namen, die getuige was van den aanval der Duitschers op de brug van Chinay, vertelde mij, gezien te hebben hoe nadat de Duit schers de brug stormenderwijze hadden trachtten te veroveren de zouaven een tegencharge verricht ten. Een woedend gevecht ontstond op de brug, dat eindigde in een volkomen nederlaag der Duitschers. Toch zijn deze ontmoetingen niet veel meer dan schermutselingen de groote slag moet nog ko men en men verwacht dien thans eiken dag. Het aantal Duitsche soldaten dat zich thans in België bevindt, moet enorm groot zijnals het groote samentreffen plaats heeft kan men zich dan ook op een verschrikkelijken slag voorbereiden. Het bombardement van Dinant. Een ooggetuige verbonden aan het station te Dinant verhaalde over het bombardement het volgende Als door een wonner ben ik en mijn familie gered. Het was - zes uur zaterdagmorgen, toen een verschrikkelijke slag gevolgd door een zwaar- knetterend geluid ons wekte. Een Duitsche bat terij .opgesteld bij de Steengroeve van Drenance kondigde door de eerste granaat aan, dat zij haar moordend werk was aangevangen en projectielen op de stad begon te werpen. Dadelijk volgden nu vijf granaten. Achtereenvolgens werden ge troffen het hospitaal, het café, het seinhuisje, het goederenkantoor en het bureau voor kaartenver- koop, twee projectielen waren in den spoordijk gedrongen. Het meeiendeel der bewoners redde zich door in de kelders te vluchtten. Niet vóór het avond werd durfden zij hun schuilplaatsen te verlaten. Tegen den avondconcentreerde de Duitsche bat terij haar vuur op de wijk St. Meday. Achter eenvolgens werden nu door het vuur getroffen het Hotel de la Gare, het Hotel du Nord, de Bank en andere gebouwen, De Franschen, van wie steeds twee secties de brug en de omtreken bewaakten, antwoordden. Het bleek echter al dadelijk dat de Franschen in de^minderheld waren. Des ondanks wierpen de mitralleuses den Duitschers massa's schroot op het lijf, hetgeen deze niet verhinderd zich van de citadel meester, te maken, waarop zij onmiddelijk de Duitsche vlag heschen. Een gedeelte van den Franschen trachtte de citadel te herwinnen.Zij werden na een heviggevecht gevangen genomen. Gelukkig kwamen intijds de Fransche versterkingen opdagen en de Franschen wisten hun kameraden met de bajonet in de handen uit handen der Duitschers te verlossen- Door deze charge werden den Duitschers be langrijke verliezen toegebracht, doch de citade' was nog niet hernomen. Inmiddels werden evenals vroeger. Gij weet wel dat er ziekten zijn waar men niet onmiddelijk van geneeest. Ik zal genezen, ik, want ik wordt het gewaar. Mijne liefde voor Maria, mijne genegenheid voor u, zullen mijne geneesmiddelen zijn. Er is wat tijd noodig, ziedaar alles, Maak u niet kwaad om hetgeen ik u daar zeg... het is misschien kinder lijk, een meisje mag waarschijnlijk zoo niet spreken... maar ik heb betrouwen in u, ik heb u alles willeD zeggen ten gevare van uwe liefde te verliezen, doch wél verzekerd, in alle geval, van uwe achting te behouden. Josillet bleef een geruimen tijd zonder te ant woorden. Hij bezag de meubelen in het vertrek en beet nog meer op zijne klak. Eindelijk stond hij op, wierp zijne zweep rond zijnen hals en zijne hreede hand reikend aan het meisje dat zeer ontsteld was en tranen in de oogen had Als gij het zóó wilt, zal ik wachten, mam' zelle Siméonne, ik zal wachjen. En hij ging henen. Siméonne keek hem achterna door 't spleetje van de gordijn. Wanneer hij verdwenen was, werd zij droomend. Wie weet, mompelde zij, misschien zal ik ten laatste Joroom niet meer beminnen. Wordt vervolgd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 1