Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
f
I buJ10
TWEEDE BLAD.
Gratis Ongevallenverzekering
Onschuldig veroordeeld.
37ste Jaargan
Zaterdag 22 Augustus 1914
No. J1008
oTereeitoistig op 3e polis ?eriel3e Toorwaardea.
Yan het oorlogsterreiii.
FEUILLETON.
Bureau: Boterstraat 50. Telef. 85. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën
16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
bfj
levenslange
geheele
invaliditeit
De verzekering wordt gewaarborgd door
bÜ
verhes van
een hand,
voet of oog
liollandsche Algemeene
by verlies
van
V erzekeringsbank,
een duiin
gevestigd te Schiedam.
fl n I>Ii Terlies ni r
by
verlies van
eiken ande
ren vinger.
De zusters van Visé.
Een redacteur van het „Dag-bi. van N.-Br." heeft
een onderhoud gehad met de Eervv. Zusters uit
Visé, die in het St. Laurentiushuis te Ginneken
den nacht hebben doorgebracht. De Zusters zijn
weggevoerd als booswichten tusschen twee rijen
Duitse he soldaten in, tot de Hollandse he grens
toe, twee uren gaans.
Wat vreesde men van U, dat men b onder
gewapend geleide wegbracht
Dat weten wij niet. Misschien is het een
beleefdheid der Duitschers geweest.
Verdacht men U
In den beginne, enkele dagen na cie be
zetting van Visé, hebben de Duitschers gemeend,
«at wij 400 Franschen verborgen hadden. Zij
het ben toen heel ons huis overhoop gehaald.
En natuurlijk niemand gevonden.
Wel neen. Enkel papieren sabels ontdekten
ze, die wij gebruikt hebben voor 't looneel.
Dus er was geen bizondore aanleiding, om
Uw klooster in brand te steken.
Integendeel. Wij hadden een soort van
vrijstelling. De Oberstlieutenant had een stuk
getrek end en van zware lakken doen voorzien,
waarin stond, dat het huis der Zusters van O.
L Vrouw niet mocht worden beschadigd of
gej lunderd Ik heb het stuk aan de voordeur
gespijkerd
De vrees voor plundering dateerde dus reea's
van vroeger,
O, van den eersten dag der bezetting af.
Niot zoozeer het plunderen vreesden wij, maar
het brandstichten. Om een haverklap werd er
een huis in brand gestoken. En als wij dan de
redenen vroegen aan dezen of genen, dan kre
gen wij nooit een voldoend antwoord.
Hebt u van het vechten nog iets gemerkt?
O, tot het laatst der ynrige week toe. Al-
tiju door vlogen er hommen over het klooster,
te forten Pontisse en Bar'chon hebben aldoor
temmen op de Duitsche brug bij Ljxhe afgescho
ten en die kruisten elkaar boven ons klooster.
Ss-sïist... ging het dan door de lucht.
Op een goeden dag vielen bommen in de stad.
De onzen wilden er toen de Duitsche bezetting
mee treffen. Maar zij raakten de Duitschers niet
en vernielden slechts de stad. Dat 13 gauw op
gehouden.
De angst om getroffen te worden hadl U
intdfschen weer beleefd.
Angst doorstonden we eiken dag. Vooral
dat verbranden van huizen was verschrikkelijk.
En dan de parochiekerk!...
Is die ook verbrand?
Ja, al heel spoedig;. De Duitschers be
weerden. dat er seinen werden giegeven van den
toten?
GROOTE BOEIENDE ROMAN.
Naar het Fransch.
85)
En toch kon hij weten, dat de krachten zijner
dochter vernietigd waren
Siméonne, geknield in eenen hoek van den
salon durfde deze wanhoop niet storen en eer
biedigde de stilzwijgendheid van haren wel
doener.
De minuten vervlogen.
Madelor stond plotseling rechtde twee dokters
hadden de deur geopend en kwamen tot hem,
de handen uitgestrekt.
Het was Ingelrans die sprak
Wij zijn verplicht u de waarheid te doen
kennen de toestand uwer dochter is uitermate
gevaarljjk*
En na aan Madelor de geneeskundige waar
nemingen te hebben medegedeeld welke le Bailly
en hy hadden gedaan, vervolgd Ingelrans:
Wjj gelooven niet dat er u eenige hoop over
blijft uwe dochter te behouden. Misschien is er
oog één redmiddel.,. De terugkomst van den jon-
Seinen?
Ja, de koster had onze nationale vlag ver
vangen door éen witte. De witte vlag hing: hem
echter niet naar den zin en hij verplaatste ze.
Le Duitschers zeiden toen, dat zijn teekenen aan
de forteneerst de nationale vlag, dan de witte,
dan deze weer verplaatst. En zij staken de kerk
in brand.
Zijn er velen gefusilleerd?
In den beginne, ja. Maar ,op het laatst niet
meer. In de yorige week begon her zelfs wat
rüs'iiger te worden; alle "inwoners van Visé
waren ontwapend; er was békend gemaakt, cat
heel Visé afgebrand zou worden, ah er weer
geschoten werd, en dat, scheen geholpen te
hebben.
Maar er is toch weer geschoten
Ja, Zaterdagavond.
Hebt U dat schieten gehoord?
Ja, het gebeurde vlakbij ons klooster. Lu
is een officier gedood.
ü|oor vvien?
Dat weet ik niet. Een dame uit Visé be
weert gezien te hebben, dat er schoten gelost
zijn door dronken Duitsche soldaten.
Op den Duitschen officier?
Zij zegt van ja, heeft hetzelfde getuigd bij
den Oberstlieutnant.
- En wat antwoordde deze?
Hij geloofde er niets van. Duitsche sol
dalen schieten niet op hunne officieren, zeide
bij Dat hebben burgers gedaan.
En de dame?
Zij houdt hare beweringten staande en gaat
tot Berlijn toe, naar zij verzekert.
Wat' dunkt U ervan?
Ik durf g'oen oordeel uitspreken. Alleen
wc. 1 ik, dat alle huizen der Visétois onderzoent
zijn vain boven tot beneden en dat. men er alle
wapens uit heeft gehaald.
Men kan wapens verborglen houden. Een
Bro w .ling-revolver bijvoorbeeld.
Daar heb ik geen verstand van.
Maar dat schieten op dien Zaterdagavond,
heeft dat lang' geduurd? Was het een enkel schot,
of twee schoten, of b.v. twintig?
Ik hoorde eerst twee of drie schoten. Toien
een joog'enblik niets. Vlak erop een „fusillade";
bet was een geknetter van elkander snel volgende
schoten. j
Deze verklaring scheen ons belangrijk, wij
willen er echter geen verdere conclusies uit
trekken.
Er was een Duitsche officier gedood en de
schrikkelijke gevolgen ervan .leden nogi dien-
zelfden nacht heel Visé jammeren. De Duit
schers waren woedend.
Men moet de dingen zeggen, zooals ze
z:jn, verklaarde ons een andere zuster, en er
kennen, dat de Duitschers redenen hadaen tot
toorn. Toen zij Visé zijn binnengerukt is er van
alle kanten op hen geschoten. Met kofconf water
is er uit de huizen gegooid. De kapitein, die
geling dien uwe dochter bemint, zijne onmiddel
lijke terugkomst.
Wat gij daar vraagt is onmogelijk..- Jeroom
is krijgsgevangene in Duitschland... Wij weten
niet waar hij is.
En hij dacht wanhopig na
Maar indien hij hier ware, zou dit iets aan
den toestand veranderen... zou de herinnering
zijner moeder niet machtiger zijn dan mijne
tranen, machtiger misschien dan het doodvonnis
welko over mijn kind werd uitgesproken
Ingelrans hernam
De aankomst van Jeroom zou eene beslis-
senden crisis teweegbrengen. Anders, en indien
de tegenwoordige toestand voortgaat...
En hp schudde het hoofd.
Gij wilt zeggen dat iedien Jeroom niet terug
komt...
Of als hij te lang wacht...
Dat Maria dan verloren is
Ja.
En volgens uw oordeel, hoe lang denkt gij
dat mijne dochter nog...
Madelor zweeg. Een snik sneed het woord af
in zijne keel. Hij kon dien verschrikkelijjjen vol
zin niet voleinden.
Dan, doodsbleek
Hoe lang nog, denkt gij, heeft zij nog te
leven
Heb moed, mijnheer Madelor, zeide le Bailly...
zy is zóó zwak...
Hoe lang nog? herhaalde de onoelukkige.
aan het hopfd van den troep het stadje binnen
reed werd uit een venster doodgeschoten.
Maar dat alles was gestraft, en bloedig ge-
si.ia.ft. De Duitschers hadden 't echter noch
ve. geven, noch vergeten. En hun bedreiging,
dat zij alles zouden platbranden, zoo er weer
geschoten werd, hebben zij
zoo onbarmhartig
mogelijk uitgevoerd.
Begon dat Zaterdagnacht dadelijk?
Onmiddellijk. Er kon niet gewacht worden
lot den volgenden dag. De me 11 sc hen werden
ia nachtgewaad uit hunne huizen gesleept, de
mar.nen gescheiden van de vrouwen. Be eersten
gingen naar Aken, de vrouwen werden de veld
wegen opgejaagd. Ik heb er gesproken, die des
nachts met haar kinderen in nachtgewaad aan
oen kant van den weg hebben geslapen.
Staken ze toen dadelijk de huizen in brand?
Straat na straat.
Brandde het op vele plaatsen tegelijk?
Of
O, ik kan U niet zeggen, hoe dat gegaan,
is. Ik weet alleen, dat wij heel den nacht Leb
ben rondgeloopen door het huis, in folterenden
angst telkens vreezende, dat onze beurt geko
men zou zijn.
Ligt Uw huis afzonderlijk .of tusschen an
dere huizen in?
Midden in een straat! En dan vloog er
weer een huis in den brand rechts van bet onze,
dan weer links, dan aan den overkant. Le rende
g!' ed der akelige vlammen lichtte door het
matglas in ouzo korridors. En als wij daar schuw
tij elkaar stonden gehurkt of in de kapel met
luider stemme God den Heer smeekten om er
barming, dan schrikten wij telkens op dopr een
donderend gekraaker stortte ergens weer
eer huis of een dak in.
Is uw huis aangestoken, of sloeg de brand
van andere huizen op het uwe over?
Bat weet ik niet.
Maar ze had het nauwelijks gezegd, qi daar
kwam een breedgeschouderde, honggeuouwde non
aangestapt, de onder-overste.
Ik heb zo zelf opengedaan, zeide zij, tóen
ze bij ons kwamen aanbellen.
Hoe laat was: dat?
Zondagmorgen tien uur.
Gij nrqogt naar dit huis geen vinger uit
reken, zie het plakkaat van den beer Oberst
lieutenant.
Ta, ta, ta, antwoordde een officier, ik heb een
absoluut bevel om alles plat te branden. Ik geef
U vijf minuten.
Mèt sloegen de soldaten de ruiten in.
Ik hoorde het gérinkel der ruiten, viel een
kleine .vievei zuster in; toen ik in de sakrisLie was.
Waart U de kosteres?
Ja He onder-overste gilde, dat wij slechts
vijf minuten hadden.
Maar ge hadt het gevaat (och heel den
nacht zien aankomen 1
Jawel, en het noodzakelijkste was dan ook
Veertien dagen, drie weken, misschien eene
maand indien er eenige poging wordt ingespannen
om haar bij Jeroom te brengen...
Madelor liet; zich, gansch verplet, op eenen
stoel neerzinken.
En hij mompelde, zuchtend
Zij is verloren... Veertien dagen, 't is on
mogelijk, Waar zullen wjj Jeroom vinden Kan
er wel aan gedacht worden hem te vinden 't Is
onvermijdelijkZij is verloren... Nog veertien
dagen O I 't is ijselijk I
Eenige oogenblikken later verlieten Ingelens en
le Bailly Madelor om terug te keeren, de eerste
naar Brussel, de tweede naar Charleville.
En Madelor bleef met Siméonne die weende
en voortging met bidden.
XIII.
Maria moest gered wordenSiméonne dacht
er aan en haar geest werd bestormd door ge
dachten van opoffering.
Op Madelor kon men niet rekenen.
Hij was geheel buiten zich zei ven.
Hij zat aan de bedsponde van zijn kwijnend
kind en heete tranen rolden over lijDe wangen.
Het was aan Josiilet dat de boerin in deze
droevige omstandigheden dacht.
Misschien zou hij goeden raad geven
Zij ging hem opzoeken in de Cendrière en ver
telde hero in welken toestand Maria zich bevond.
Dan deed zy het eenig redmiddel kennen welk
nog overbleef.
in pakjes en valiesjes gesloten. Maar het H.
Sac 1 anient.ik hooide de ruiten aan alle kan
ten inslaan en meende reeds vlammen te zien.
Iladt ge geen Rektor?
Die zat gevangen. De Deken van Visé
was 01,ze Réktor; hij was de vorige week met,
den Burgemeester, onze Overste en nog een an
dere zuster als gijzelaar weggebracht.
En nu?
Ww weten het niet. God moge hen bc-
jcheimen.
Gij moest dus zelf het H. Sacrament
redden,
De Deken had mij gezegd, dat ik de
heilige Hosties nuttigen mocht, als er dringend
gevaar was. Zuster Thérèse stormde de sacristie
binnen't huis wordt aan alle kanten in brand
ge'token. Ik opende het Tabernakel met be
vende handen, glreep een ciborie; er lagen onge
veer 20 heilige hosties in. Ik wenkte de zusters,
deelde ze uit, wij nuttigden ze, en aanbaden
een oogenblik den Heer onzen God.
Hei rumoer der soldaten-brandstichters kwam
na,erbij.
Ik greep een tweede ciborie, en vond er
een tiental heilige hosties in. Wij nuttigden
ze weer. Ik greep een monstrans, gal ze
aan een andere zuster, nam een tweede
monstrans ik weet niet aan wie ik deze
gegeven heb, maar het stuk is lot heden
niet teruggevnoden toen opende ik een laat
ste ciotorie en vond er naar schatting een 300
h.ilige hosties in. Ik sloot de ciborie weer, ver
borg hem .onder mijn kleed en zoo vluchtte ik
mei mijnen God,tranen beletten den spreek
ster verder te g'aan.
Hij had er 70 jaar gewoond, zuchtte de
onder- overste.
Toen zwegen zij allen en keken droevig voor
zich uit. Haar gedachten gingen teiug naar de
plaats, waar heur leven was gewijd aan den
danst van God en den naaste; ae smart over
haa,plotselinge verliezen teekende zich scherp
af op veler gelaat.
i.r ben heden jarig; zei er plotseling een uit
de groep, en ze lachte vriendelijs om zich heen,
Maar u bent niet jong meer.
Vier en zeventig!
Ik zag met verbazing in de vriendelijke kalmte
trekken van die daar gesproken had: haar ge
stalte was ietwat gebogen in den dienst des
!I< eren, doch heur ziel leefde blijkbaar in het
volkomen evenwicht van den vrede, welke de
wereld niet geven kan.
Gij beleefd wel een treurigen verjaardag.
Que la sainte volonté de Dieu soit faite",
antwoordde zij met een glimlach', Gods heilige
Wil geschiede.
Arren, antwoordde de groep.
En de vredige rust, waarmede ze waren bin
nengekomen, en die ik verstoord had aoor heur
herinnering terug te brengén naar den nacht dei-
verschrikking; de vredige rust. kwam weer
over allen.
Ik moet u niet vragen waar Jeroom is, niet
waar; Josiilet zeide Siméonne.
Hadde ik het geweten, ik zou u zoo lang
niet hebben laten spreken, ik zou het u onmiddel
lijk gezegd hebben.
Eilaas 1...
De brieven myns meesters gingen onge
twijfeld verloren of werden onderschept.
Hoe zullen wy weten waar hjj thans ver»
blijft P
Het toeval, mam'zelle Siméonne, moet het
ons zeggen: er is geen andere hoop...
En intusschen verzwakt Maria altijd. Wat
zal er van haar geworden
De boer haalde de scheuders op en was uiter
mate ontroerd.
Na eene korte stilzwijgendheid
Luister, zeide hij, indien gij gekomen zyt,
dan is het opdat ik iets zou beproeven, niet
waar
Zij glimlachte bedroefd.
Indien gij Maria kondet redden, zeide zij,
hem aanschouwend,
Hare groote zwarte oogen fonkelden van hoop
en zeide
- Mij dunkt dat ik alsdan gansch dit ramp
zalig verledeD zou vergeten en dat ik u genoeg
zaam beminnen zou om u geen enkel spijtig aan
denken te laten, om al die herinneringen uit te
wisschen.
Josiilet begreep haar.
(Wordt vervolgd).