Binnenland. Staten- Generaal. ^tads- en Gewestelijk Nieuws. Gemeenteraad. De edelwacht. en de Palatijhsche wacht bewe zen ae honneurs. Dadelijk na hun aankomst in de kapel kgaen de kardinalen aditereerirolgeas den eea af. t ervolgens werd de eed afgelegd door prin'- Chigi. Hel voorhij trekken van den a loet der kardi nalen met de conclavisten en waardigheiasbeklee- ders en de plechtigheid van de eedsaflegging1 in de Sixtijnsche kapel boden een zeer plechtig schouwspel, dat een diepen indruk maakte op de aanwezigen. Na de eedsaflegging hadden de 1 orma!ileiter plaats van de insluiting van het conclaaf. Alle telefoondraden, welke het conclaaf met de buitenwereld verbinden werden verbroken. Koningïns verjaardag. Aan H. M. de Koningin is gisteren uit de Legatie van de Vereenigde Staten van Amerika de vclgende in het Engelsch gestelde brief ge richt: Mevrouw. Dc vele Amerikanen, die veilig en gelukkig zijn ir llwer Majesteit» land jn deze moeilijke tijden, wensehen hun erkentelijkheid te betuigen v de vriendelijke gastvrijheid, welke zij in liet onzijdige Nederland gemeten. Zij bieden Uwe Majesteit hun oprecht en diepgevoelde goe de wensehen aan bij gelegenheid, dat Uwer Ma- jesieits geboortedag met zooveel getrouwheid en trots uoor geheel de bevolking des lands wordt fvcoacht en zij bidden, dat God Uwe Majesteit en Uw vrij land in vrede, in voorspeel en in eeie moge bewaren. (w. g.) Henry van Bijke, Amerikaansch gezant in Nederland. Aan H. M. de Koningin is het volgende tele gram gezonden: 1 weehonderd vier en dertig Belgische vluchte lingen, ten diepste ontroerd over de gevoelens van deelneming hun bewezen gedurende hun reis van Fysden tot Oldebroek en hun ontvangst en goede huisvesting aldaar, nemen de eerbiedige vrijheiu om Hare Majesteit hunne gevoelens van algemeene hQogste dankbaarheid uit Ie drukken. J. DREES, Belgisch Pastoor uit Mouland, thans te ,01de broek in het vluchtoord onder doctor Hendrik Mulder. By Vice-admiraal fioëll. Ce oud-minister van Marine, vice-admiraal jhr. .1. A. Roëll had de welwillendheid een redac teur van het Persbureau M. S. Vaz Bias te Amsterdam te woord te staan in verband met de militaire situatie van het cogenblik. „Ik stel op den voorgrond" zeiue Z.Exc., „dat ik reeds sinds vrij: geruimen tijd den actieven aienst heb verlaten, zoodat hetgeen ik U zal antwoorden op de vragen, die U mij wilt stel len, eigenlijk slechts moet women opgevat ais ee meening: van een particulier, wiens oordeel men vraagt. Meer gezag wensch ik niet toe te kennen aan mijn woorden. Het inzicht dus, van iemand, die gedurende vele jaren het land als marine-officier heeft gediend, doch oie op het oogenblik de gebeurtenissen observeert zon der direct betrokken te zijn bij den gang van zaken." Vice-admiraal Roëll verklaarde volko men overtuigd te zijn, hoe wij er zeker van kunnen wezen, dat het én Luitschland's én Engeland's streven is om Nederland huiten hel tunflict te houden, „inhoever hier nu idealis tische en altruïstische beweegredenen den to,on aangeven", zeide oud-minister „wil ik daarlaten. Bij mij staat 't vast, dat waar 't ons kolo niaal bezit betreft, door U genoemd zeer zeker door Engeland in Insulinde eerder de Nederlandsche, dan bijvoorbeeld een Japansche heerschappij zou worden gewenscht. Afgeschei den nog van de motieven, welke met het oog op de houding der Vereenigde Staten hier in het spel zijn en waarvan de beteekenis zeker niet mag worden onderschatIk durf met voLe gerustheid zeggen, dat men ten aan zien van ons Koloniaal bezit niet zeer onge rust behoeft te zijn, voorzoover ae loop der gebeurtenissen thans te overzien valt." Jhr. Rcëll gaf toe, dat, waar men over „kritieke punten" wil spieken de kwestie van den toevoer van levensmiddelen zeer zeker bij zondere en zeer ernstige aandacht veruient. Fe Conventie van Londen kan aanleiding geven tot allerlei „bisbilles", welke de diplomatie h armen vel arbeids kunnen verschaffen. Hier stuit men inderdaad op een punt, dat niet te luchthartig mag worden beschouwd. Maar de door som migen in deze dagen geuite bewering, aat het Engeland te doen zou zijn om Nederland te „zoeken", ,om het zoo eens uit te druk ken, die insinuatie acht de oud-minister beslist ongegrond. Het feit, dat Engeland niet naar Vlissingen is opgevaren, tot dusver, be wijst dat reeds voldoende. .Lir. Roëll deelt niet de meening van ben, die zeggen dat een aanval op Antwerpen noodzakelijk zou moeten leiden tot schending van onze neutrali- i,-it door het overschrijden onzer grenzen, met al rie consequenties daarvan. Waar de positieve wil bestaat zegt Z.Exc. om ae integriteit onzer grenzen te sparen, aaar kan men onge twijfeld, ook in dat geval Nederland sparen. Op de vraag of het allernieuwste Krupp-geschut (van 42 c.M.) de waarde van het hij Vlissnigen gebouwd wordend fort niet beduidena vermindert, wenschte vice-admiraal Roëll geen positief ant woord te doen volgen. In het algemeen erkent Z.Exc. dat tegenover mortieren van 12 K.M. draagwijdte oiok het nu kracht,igst-denkbare koepelfort zeer zeker niet bestand is. Natuurlijk kan, in dit verband, de vraag, pok rijzen, wat dan de waarde onzer Hollandsehe waterlinie wordt. Maar de technici wijzen hier bijv. op den slappen bodem in vele streken ten onzent, welke het ageeren met geschut van dergelijk gewicht allicht niet zou gedoogen. Intusschen moet men do vraag, welke evolutie in den fortenbouw door Krupp's allerjongste geschut van formidabele kracht tengevolge zal hebben, overlaten aan heip dié de beteekenis daarvan thans hebben na te gaan. j Ee oud-minister Roëll die nlzoo de vraag betreffende de kansen, dat Nederland in liet wereldconflict zal worden gemengd optimistisch beziel sprak nog als zijn meening uit, dat vooralsnog de waarschijnlijkheid van 'n samen troffen van de Eiuitsche en Engelsche zeemacht gering mag worden geacht. Het is waarschijnlijk, dat Engeland zijn vlqat zoo lang: mogelijk intact zal houüen, zei Z.Exc. teneinde, gesteld, dat de zaken voor de met Frankrijk geallieerden te land minder gunstig zouden loopen toch de macht te kun nen behouden de iluitsche inciustcie te kunnen fnuiken. Vóórdat Engeland zijn einddoel in deze heeft bereikt, zal het niet licht tot ien vrede zijn te bewegen. In verband hiermee verklaarde Jhr. Roëll er van overtuigd te zijn, dat de nu-ontketeude oorlog lang zal duren. In de jongste vijftien jaren heeft Engeland zijn vloot gebracht op voorfcreffelijKe hoogte, in elk opzicht. Ook Duitschland heeft aan zijn maritieme kracht girople offers gebracht en men kan zeggen, dat de Engelsche haar slechts in numeriek opzicht overtreft. Bat deze groute catastrophe zal moeten leiden 'et gansch andere toestanden dan ae „gewapende vieae", met zijn onduldbare lasten oe vice- admiraal geeft het toe. Waar eventueel le schep pen vredesvoorwaarden zullen kunnen vorderen het slechten van vestingen, daar moeten automa tisch de oorlogslasten afnemen. Na de groote en bloedige worsteling zijn dus ontspanning en ver lichting te vernachten. Niemand kan profiieeren. Wat er geschieden zal nadat de worsteling gansch- nieuwe machtstoestanden zal hebben geschapen. Flat wij ten slotte belangrijke offers zullen moeten brengen voor de verdediging van ons koloniaal bezit, de heer Roëll acht het zeker. Behouuens alweer natuurlijk gebeurtenissen, loop van zaken, welke deze „pragnise" zouden bescha men. i Waar intusschen uit het hier boven leeds ge melde blijkt, dat de oud-minister niet beducht is op een aanval oip Insulinde, van welke zijde ook, daar valt van binnen de lijn. van wat Z.Exc. voorziet, dat Nederland ook na het we- rel.'j-conflict de behoorlijke en voldoende defensie zijner koloniën zal hebben te rekenen tot het vele dat dan, gelijk thans ook, van ae offeivaar digheid onzer lanagenooten zal moeten gevor derd. TWEEDE KAMER De Voorzitter herdenkt in welgekozen bewoordingen den verjaardag van H. M. de Koningin en eindigt met een Leve de Koningin, dat herhaalde maien onder luid bravo door de aanwezigen werd herhaald. Minister Cort van der Linden sluit zich namens de regeering aan bij de woorden van den Voorzitter. De rede van den Voorzitter was door de aan wezigen staande aangehoord. De Kamer gaat in de atdeelingen tot onderzoek van de A m n es t i e-w e t welke na heropening der zitting zonder beraad- slaging en zonder hoofdelijke- stemming wordt aangenomen. De Beurswet. Hierover worden geen algemeene beschouwin gen gehouden en de artikelen 1—5 worden zonder beraadslaging en zonder hoofd, stemming aange nomen. Bij art. 6 betoogt de heer March ant, dat art. 6 een soort compromis is tusschen de regee- i'ing en een zekere groep personen. Artikel 6 behandelt de verhouding tusschen geldnemers en geldschieters op onderpand van geldswaardige papieren, de bevoegdheid namelijk voor laatst genoemde tot herbeleening. Dit artikel zegt, dat de geldschieter voortaan die bevoegdheid hebben zal. Over heel het land zal de geldschieter dit recht hebben de bankier, in wiens kantoor de draden van a! die geldschieters samenkomen, kan heel de massa effecten enz., die hij heeft, gebrui ken tot onderpand van heel de som, welke hij aan verschillende personen heeft geleend. Daarvan is het noodzakelijk gevolg, dat de effecten van den een zullen strekken tot onderpand voor den ander, al is de een ook solide en de ander niet. Nu zegt men, dat bij prolongatie steeds wordt overeengekomen, dat herprolongatie geoorloofd is. Zou het zoo zijn, dan ware heel het artikel 6 overbodig, maar het is n i e t zoo. Men geeft alleen die bevoegdheid voor het geval van onderpand in rekening-courant, doch in elk ander geval blijft het onderpand heel gewoon beheerscht door de regelen van pandgeving. Men geeft een bewijs van vertrouwen in den bankier, aan wien men zijn effecten in prolongatie geeft! Slaat hij de hand daaraan, dan is hij te kwader Voorkoming faillissement. Aan de orde is vervolgens het ontwerp nopens de bevoegdheid van den rechter om in sommige omstandigheden aangevraagde faillissementen te voorkomen. De heer M e n d e 1 s acht deze wet niet voldoen de om te voorzien in de sociale nooden van dezen tijd. De werkelooze arbeider heeft aan deze wet niets. Spr. wil den rechter de bevoegdheid geven te handelen naar bevind vaQ zakeD eD bijv. de huur te verminderen, het verschil te betalen door den staat. Hij vreest evenwel, dat zulk een bepaling als hij zou wensehen, niet zou passen in het stel sel van dit ontwerp. Spr. heeft maling daaraan. De zaak is, dat men zorgen moet dat er geen honger worde geleden. De heer Limburg meent,dat als deze toestand nog lang aanhoudt, verschillende fatale termijnen niet in acht zullen kunnen worden genomen en vraagt den minister daarin te voorzien. Minister O r t verdedigt het stelsel van het ont werp, waarin uitgegaan wordt van het beginsel, dat ieder moet betalen en aan zijn verplichtingen voldoen, zoolang hij kan. In geval dat niet kan moet het worden aangetoond. Ook voor het geval van ontruiming van huizen wegens wanbetaling. Is de huur nog niet a'geloopen en is niet betaald, dan is men te dien aanzien nog in dezelfde posi tie als wanneer wel betaald ware. Wat de heer Mend els nog verder wil zou de minister niet zonder de overige ministers kun nen toezeggen. Evenzoo zal hij omtrent het door den heer L i m burg gevraagde in over leg treden met den minister van Landbouw. De heer M endels vraagt of het uitstel van faillissement ook toepasselijk zal zijn in gevallen van aanvragen om faillissement wegens te gering surplus op stukken in prolongatie gegeven. De Minister antwoord bevestigend. Het ontwerp wordt z.h.st. aangenomen. De Kamer gaat uiteen. trouw en wordt hij wegens verduistering ver oordeeld. Nu gaat de wet daaraan een sanctie verleenen, een sanctie op kwade trouw. De memorie zegt wel dat de bankier aanspra kelijk blijft. Spr. noemt dit echter een onteige ning en wel een onteigening ten voordeele van enkele personen. De minister legge uit, dat spr. zich vergist an- ders stemt hij tegen die wet. Zoolang spr. lid der Kamer is, zal hij nooit meewerken tot de totstandkoming van een wet, die de kwade trouw sanctionneert, die tot recht verklaart, wat onrecht is. De heer Rutgers ziet, dat er een afzonder lijke regeling is getroffen voor pandgeving-over- eenkomst gesloten na en voor de totstandkoming van deze wet, maar hoe moet het gaan met pandgeving-overeenkomsten.gesloten voor deze wet, maar waarbij thans nog geen herbeleening heeft plaats gehad Daarbij heeft men niet kunnen rekenen met hetgeen nu wet wordt. Ook heeft deze spr. het over het tweede (nieuwe) lid van artikel 6 en vraagt of de strekking van de woor den ^onverminderd de aansprakelijkheid van den geldschieter" de bedoeling heeft alleen om de strafactie uit te sluiten, niet de civiele. Dan zou hij de bepaling liever niet tot stand zien komen. Die amnestie voor allerlei dingen, moet men niet uitstrekken tot fouten welke niets hebben te maken met de bijzondere omstandigheden waar onder wij leven. De heer van Nispen (Rheden) bespreekt de vraag van de rente ingeval van hernieuwde prolon gatie. Het staat te bezien, dat deze rente zeer hoog zal zijn terwijl het zoo goed als niet moge lijk zal zijn, de stukken te verkoopen. Spr. dringt er bij den minister op aan niet te lang te wachten met maatregelen daartegen te nemen. De heer L o h m a n merkt op dat de heerschende praktijk wel is, zooals de heer Marchant deze ontkent. De praktik is inderdaad in strijd met de bedoeling van de wet. Onder deze omstandig heden wil spr. dus wel meewerken tot het verhinderen, dat personen buiten hun schuld worden geruïneerd, maar hij heeft toch bezwaar, dat de wet met zooveel woorden voor geoorloofd verklaart, wat toch eigenlijk ongeoorloofd is. Hij geeft ons in overweging een zoodanige verandering aan te brengeD, waardoor alleen ingeval van over eenkomst de herbeleening geoorloofd zal zijn, en in het algemeen dus niet. De heer T r e u b antwoordt den heer Rutgers, dat ingeval voor de wet onderpanden waren ge geven, die bij de totstandkoming nog niet zijn herbeleend, de wet zonder twijfel daarop van toe passing zal zijn. Anders toch zou juist het effect, dat beoogd is, niet worden bereikt. Art. 7 sluit trouwens allen twijfel uit. Overigens wil spr. gaarne tegemoetkomen aan den wensch van den heer Lohman, Hij maakt dus deze wijziging, dat ten aanzien van fondsen, in pand gegeven na het tot stand komen van deze wet, de be voegdheid voor den geldschieter alleen zal be staan, wanneer dit in de overeenkomst is bedongen. De minister komt nu tot de principieele bestrij ding door den heer Marchant. Hij meent,, dat deze van verkeerd standpunt uitgaat. De opmerkinpen van den heer Marchant op zichzelf kan de minister goedkeuren. De heer Marchant gaat echtpr verkeerdelijk van de meening uit, dat thans de goede trouw niet wordt, gescholden, doch dat dit na de totstandkoming van de wet wel zou geschieden. De geldnemers hebben op de bijeenkomst van '29 Juli juist ge zegd Gij zult geen enkele prolongatie kunnen op zeggen. want de beurs is gesloten er is geen beurs - dag en gij kunt alleen op een beursdag opzeggen. Daartoe hadden zij volstrekt geen recht, maar achteraf is het verstandig gebleken, dat zij zoo handelen en ook, dat de beurs werd gesloten, anders kreeg men een groote débacle. De regeering moet inderdaad geen compromis aangaan, maar aan den anderen kant zou men het toch hoogst kwalijk nemen, wanneer de regeering dergelijke maatregelen nam zonder de belanghebbenden te raadplegen. Voorloopig zal de invloed van de wet zyn, dat, men alleen niet dezelfde nummers van zijn stukken kan terugeischen en dat de geldschieter niet kan vervolgd worden wegens verduistering,als hij andere stukken geeft. Overigens kan iedereen de prolongatie doen eindigen door met zijn geld te komen en dezelfde soort van effecten terug te vragen. Er is hier een abnormale toestand en de regeering tracht dien in orde te maken met zoo weinig wogelijk inbreuk op het gewoonterecht. Na re- en dupliek wordt de wet met algemeene stemmen aangenomen. Koningin» verjaardag. In antwoord op liet, gisteren door den Burge moe Ier verzonden telegram van geluk wensehen aan H M. de Koningin, ontving: de Burgemeester aet volgende schrijven. Hare Majesteit de Koningin zeer gevoelig' vcftr de dr'oi U Weled gestr'. mede namens Schiedamsch Bui'erij aangeboden gelukwenschen, als mede verzekering van Uw aller trouw, draagt mij op U allen daarvoor Hare welgemeende/1 dank te bi tuigen. De adj. van dienst bij H. M. de Koningin, VAN TUIJL. Volksbadhuis. In de week van 23—29 Aug. '14 werden ge nomen 475 baden. le klas kuipbaden 29, regenbaden 30 2e klas kuipbaden 65, regenbaden 304, 5 ets. kinder baden 47. Die nieuw saamg estelden kiezers lijst vooi leden vqor de Kamer van Koophandel en Fabrieken bevat de namen van 179 kiesge- recii'gden. D e 7-j a i" i g e A. v. L e e u w e n, v ,a n d e Buitenhavenweg1, viel gisterenmiddag om haii zes spelende in de Lange Haven. J. H. Eyckman, wonende Broers veld, begaf zich in een roeiboot en slaagde erin den reeör zin kc-nden knaap te redden. Op aanwijzing van eenige pers one n weroen gisterenavond om elf uur zeven opgescho ten jongens gearresteerd, die baldadig het bloem perk vernielden in het plantsoen aan liet sla- tr.-is plein. Hoogwater te Schiedam: Woensdag 2 Sept. 2.31 v.m., 3.6 n m. Vergadering van den Raad der gemeente Schiedam op Dinsdag 1 Sept. 1914, des namiddags 2 ure. Voorzitterde Burgemeester, de heer M. L Honnerlage Grete. Tegenwoordig zijn 19 leden. Afwezig zijn met kennisgeving wethouder Wes tendorp, de heeren Houtman, Briel Sasse en de Graafl. Vastgesteld worden de notulen der vergadering van 28 Juli en verdaagd die van 18 Augustus d.a.v. Mededeelingen. De voorzitter deelt mede, dat het volgende telegram aan H. M. de Koningin is verzonden ter gelegenheid van H. M. verjaardag Het is ons een behoefte op dezen dag Uwe Majesteit onze gelukwenschen aan te bieden en in deze zorgvolle dagen getuigenis te geven van onze trouw aan en vertrouwen op Uwe Majesteit en Hare Regeering. Hierop is het volgende schriftelijke antwoord ontvangen Hare Majesteit de Koningin, zeer gevoelig voor de door U Weled. gestr. mede namens Schiedamsch Burgerij aangeboden gelukwenschen, alsmede ver zekering van Uw aller trouw, draagt mij op U allen daarvoor Haren welgemeenden dank te be tuigen. De adj. van dienst bij H. M. de Koningin Van Tuii., Voorts dat bij het College van B. en W is ingekomen Van Ged. Staten een schrijven, houdende ont- vangstbencht van het in afschrift medegedeeld raadsbesluit dd. 18 Aug. jl. tot wijziging van de verordening op de tapperijen enz. Kennisgeving. Van B. en W. Schrijven waarbij wordt aangeboden de begroo ting der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor den dienst 1915. Deze zal den leden in druk wor- den toegezonden en algemeen tegen betaling ver krijgbaar worden gesteld. Hierbij merkt de v o o r z i 11 e r op, dat deze begrooting is berekend op den normalen toe stand. Een begrooting te maken gebaseerd op den abnormalen toestand is niet mogelijk. Wel weten we, dat de inkomsten veel minder zullen zijn dan genoemd, het zal derhalve noodig zijn de uitgaven eveneens zooveel mogelijk in te krimpen. D J Van S Anholt schrijven, houdende dankbetuiging voor zijn benoeming tot leeraar in het Duitsch aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. Van G. Lindeijerschrijven houdende dankbe tuiging voor zijn definitieve benoeming tot leeraar u n oWuSk.Unde en rechtlÜ"'g teekenen aan de n. B. School. Van J. Schuurmans schrijven, houdende dank betuiging voor zijne benoeming tot leeraar in de Nederlandsche taal en correspondentie aan de Gemeentelijke Handelscursus. Al deze schrijven worden voor kennisgeving aangenomen. Van G. Mebius schrijven dd. 27 Aug. jl., hou dende mededeeling, dat hij niet in aanmerking wenscht te komen voor een eventueele her- of definitieve benoeming als leeraar in het lijnteeke- nen en projectieleer aan de Burgeravondschool. Hierop dient gelet bij de behandeling van het punt der benoeming. Van de afd. Schiedam van den Bond van Nederl. Onderwijzers schrijven, houdende verzoek, maat regelen te willen treffen dat voedsel, kleeding en schoeisel worden verstrekt, hetzjj van gemeente wege, hetzij door bemiddeling van particulieren aan de schoolgaande kinderen, die zulks behoeven. In handen van B. en W. om advies. Van mr. Kavelaars schrijven, houdende eenige amendementen op de voorgestelde wijziging der verordenmg op het Grondbedrijf en op' het voor stel betreffende het Werkloozenfonds. Hierop zal gelet worden als wanneer de voor stellen aan de orde komen. B31 A"gUstus I9"' waarbii ien i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2