Binnenland.
in 'de overtuiging, dat de Engelsche wijze van
organiseeren de juiste is. Zij organiseeren betel
en juister dan de Duitschers, want in hun orga
nisatie bereiken zij hun eindoel door ontwikke
üdg van het individu de Duitschers bereiken
het door het individu als zoodanig als
het ware te elimineeren.
De inscheping der troepen naar de onbekende
bestemmig ging even kalm en keuring, 's Och
tend 4 ure kreeg de generaal geheel onver
wacht de order dat zijn troepen vertrekken
moesten.
's Middags om half twee vertrok de laatste
sleepboot uit de haven van Ostende en om 3
uur s middags stoomde het expeditiecorps weg.
Indien men in aanmerking neemt, dat in die
10 uren 3000 man ingescheept werden met alles
wat daarbij behoort, dat een deel dier troepen
20 mijl van Ostende patrouilleerden, dat alle
rekeningen waren betaald - zoowel de officieele
als de particuliere van de soldaten en dat dit
alles gebeurde zonder eenige drukte of herrie of
noodelooze omhaal, dan zal men mij toegeven,
dat er iets groots is in een stelsel van organi
satie, dat zulk werk levert.
De mariniers gedroegen zich voorbeeldig in
Ostende. Geen dronkenschap, geen hinderlijk
optreden en gelijk boven gezegd, het flinkste,
mooiste vechtmateriaal, dat ik ooit zag. Ik be
grijp nu ook waarom de Franschen de Engelsche
soldaten „le Tommie au sourire" noemen nooit
zag ik beter gehumeurde menschen aan het
werk.
BELGIë.
Stem uit het graf.
Onder dezen titel publiceertt het „Hbl. van
Antw." de volgende twee documenten:
l
8 Augustus 1870.
Soldaten,
„Ik verwacht van u dat gij zult houden aan
de eer, u in het vijandelijk land te doen ken
nen vooral door de uitmuntende tucht, waar
van gij tot nu toe het roemvolle voorbeeld hebt
gegeven.
„Wij doen de vreedzame inwoners (van Frank
rijk den oorlog niet aan en ie eerste plicht
van een eerlijk soldaat is, aen privaten eigendom
to eerbiedigen, niet te dulden dat de uooge faam
van ons leger worde geschonden, zelfs niet door
één afzonderlijk feit van gebrek aarr tucht.
„Ik reken op den verheven geest, dien het
leger bezielt en ik reken niet minder op de
strengheid en de (Omzichtigheid van aile over
sten,
„WILHELM."
(Grootvader van den tegen-
wcordigen Keizer).
De sommatie, zegt het blad verder, waardoor
van het stadje Waver op staanden voet eene
belasting van 2 millioen in goud, voor 1 Sep
tember te betalen, werd opgelegd, eindigde als
volgt
„Om mij te verzekeren, dat ae belasting zal
betaald worden, zal ik als gijzelaars meenemen,
een voldoende aantal burgers, die ik gevangen
zal houden indien het saldo niet betaald wordt,
„De stad Waver zal afgebrand en vernield
worden, zonder aanzien voor iemand, ca de on-
schuldigen zuilen het met de schuldigen beta
len
„Bij bevel van den oppergeneraal, bevel voe
rende over de dagmarschen van. het 2e leger.
„Z.Exe. VON NIEBES,
„de stafoverste.
„HAHNZE.
„luitenant-kolonel."
Het eerste document, merkt het „Hand. v.
AntW',hierbij cp, werd geschreven daags na
den slag van Wórfh, door denzelfden Wilhelm,
die ook het tractaat, de onafhankelijkheid van
België handhavende, onderteekende.
Het tweede door de legeroversten, die met
de leugen op de lippen den naam van eerlijk
soldaat met den voet treden en overal, waar
zij lust hebben om te moorden of Ié stelen,
dc burgers beschuldigen de krijgswetten te over
Leden
De legeroverste van den tweeden Wilhelm, die
het tractaat zijns grootvaders een papieren vod
neemt. j
De onverbiddelijke geschiedenis zal oordeeien
tusschen beiden.
commandant tradt tevergeefs op tegen Max. sMocht
mij iets onaangenaams van uw zijde overkomen"
aldus dreigt deze, »dan breekt binnen twee
uur de revolutie in Brussel uit. Als de Duitschers
dat verlangen, zij behoeven het maar te zeggen 1
Burgemeester Max.
De energieke houding van den Brusselschen
burgemeester Max is bewonderenswaardig. Hoe hij
handig heeft weten gedaan te krijgen, dat men
hem niet uit Brussel zou zenden, door n.l. een
benoeming aan te nemen bij de Amerikaansche
legatie, is bekend. Ook hoe hij voor de rechten
der burgers opkomt met een ongelooflijke stout
moedigheid. De Duitschers hebben geeischt, dat
de bladen in drie talen zouden verschijnen, in het
Fransch, Nederlandsch en Duitsch. De burgemee
ster Max, liet de krantenverkoupers onmiddelijjk
door zijn in dienst gebleven politiedienaren arres
teeren en hun bladen in beslag nemen, omdat de
naam van drukker of uitgever ontbrak, wat, naar
de Belgische wet, strafbaar is. De drukker werd
opgespoord, en moest reeds den volgenden dag by
den rechter van instructie verschenen. De Duitsche
Uit Luik.
Een Luikenaar vertelt aan den corresp. van
de „Mab."
Hoe het er dan wel uitziet op het oogenblik
O meneer, heel best. We hebben er een derde
soort Pruisen op het oogenblik, en dat zyn de
kwaadsten nietbierbuikjes uit Beieren, die
klagen, dat ons bier zoo slecht is, menschen
van rijperen leeftijd, die blij zijn, als ze zitten
kunnen op een bank, wanneer we met hen de
wacht hebben 's avonds. Want onze schutterij
is in dienst van de Duitschers, door hen opnieuw
gewapend. Nu dient ze dan toch tot iets, n&
al den tijd van haar bestaan de lui verveeld
te hebben, iets, waarvoor men zich schadeloos
stelde door het uithalen van eindelooze grappen.
We waren vast van plan te vechten tegen de
Pruisen, maar weet u wat gebeurde Toen het
bekend werd, dat de vijand naar de stad op
rukte, ging onze heele „état major" aan den
haal, de een naar Brussel, en de ander kroop
onder zijn bed. Onze overate telefoneerde ons:
jongens, trek je uniformen uit en gooi de wapens
aan kantde Pruisen zijn er 1 Nu ja, het was
immers nooit ernst geweest met de garde
civique zooals u weet, en als je op exercitie
geweest was, moest je dronken thuis komen.
Dat hoorde er zoo bij 1 Toen hebben er dan ook
verschillenden hun heele zaakje verbrand. Maar
zooals ik zeide we helpen de Pruisen nu dienst
doen in de stad.
Alles gaat best in Luik, - gaat de Waal voort,
die ik ondervraagde het is natuurlijk wel
een heel ander leven dan gewoonlijk, maar daar
moet men zich nu eenmaal in schikken. Zoo
b.v. die malle Duitsche tjjd 1 En dan moeten
we om zes uur 's avonds binnen zijnDat ver
andert feitelijk je heele leven. Heel de stad door,
zie je de menschen dan ook van dat uur af, op
hun dorpel zitten je zet je stoel in de voor
deur en kijkt op straat eigenlijk heel den dag
Want er is niets te doen. MTe krijgen weinig
of geen kianten meer, geen brieven. Je weet zoo
ongeveer niets. En we leven maar zoo goed als
het gaat, drinken zelf onzen kelder leeg, om
den Pruisen het werkje uit de hand te nemen,
zoolang het nog kan.
Je vraagt menschen te eten om niet te ster
ven van verveling, en om 's avonds niet alleen
te zijn biedt je iemand aan te logeeren, zooals
je vroeger iemand een sigaar hadt aangeboden.
Overdag is er natuurlijk veel volk op straat,
omdat niemand bezigheid heeft. De officieren
spreken Fransch en velen zelfs zeer goed. Da
gelijks zien we gevangen Belgen door de stad
voeren. Maar dat moest u zien! Zóóveel men
schen als er dan op straat staan, zóóveel men
schen staan er dan ook stil en ontblooten het
hoofd, terwijl ze voorbij gaan en terug salu-
eeren. Maar zonder één woord van beide zijden
Er bestaat natuurlijk ook geen politiek meer
en wie van partijschap zou praten, wel, die
werd door de burgers zelve neergeslagen. We
hebben den „rooden haan" dan ook maar inge
haald, we zijn Belgen en niets anders. Weet u
wie de populairste man in Luik is op het
oogenblik Onze oude bisschop. Die heeft ze
te woord gestaan, hoor„Je kunt me dood
maken, als je wil, zei hij tot den Duitschen
commandant. Wat geeft het me Ik ben toch
immers klaar met mijn leven." En toen is hij
tegen ze los getrokken, niet bangEn dagelijks
komen er nu menschen bij het bisschoppelijk
paleis aanbellen en vragen, hoe Monseigneur het
maakt, en of Monseigneur zich nog altijd wèl
bevindt?.
Je moet een beetje filosoof zijn by zulke
dingen, en dat zijn we. Ernst heeft in Luik
nooit lang geleefd. Toen we uit onze kelders te
voorschijn kropen, kwam al gauw de glimlach
ook weer boven, vooral toen we zagen, dat de
stad toch niet zooveel geleden had. En nu wor
den er weer zooveel „canards" gevangen, dat
heel Luik er van eten kan.
Pas hadden de Pruisen hun mitrailleuses op
de Place Saint Lambert opgesteld, of we vroe
gen heel beleefd aan de wachten: „haben Sie
die Absicht diese zu verkaufen?"
We amuseeren ons het meest met het gezicht
dier arme lui, die geen idee hebben van Luik-
schen geest en Waalsch karakter. Zoo telkens
wanneer we ze tegen komen, die hun eigen
Sieg afkondigingen lezen, vragen we ze: „trak-
tieren Sie uns
Weet u hoe het in Seraing ging, toen de wa
pens ingeleverd moesten worden U weet wel,
dat vader en moeder en zoon en dochter in die
gore fabrieksbuurt allen hun eigen wapen heb
ben. Nu er werden zestig roestige prullen inge
leverd in het geheel. Woede van den vijand.
Ik zal er een aantal laten opknoopen.
Och, zei de burgemeester, denkt u dat ze
daar ietS om geven
Ik zal gijzelaars nemen.
Daar geven ze nog minder om, want dat
zijn toch maar „aristo's", zei de burgemeester
terug.
Ik zal het ding plat branden.
O, antwoordde de burgervader, daar zou
u ons een grooten dienst mee bewijzen, dan
waren we met een dezen ouden rommel kwyt
en konden we een heel nieuwe stad bouwen
na uw vertrek.
Toen ging de geweldenaar naar huis terug en
dacht dat het beter was, er ook maar geen volk
in kwartier te laten.
Luik is eenig, meneer.
Ondertusschen sta ik verstomd over het onbe
grijpelijke optimisme der Belgen. Het doet toch
wel pijnlijk aan, zoo lichtzinnige menschen te
zien heenschertsen over zoo bloedigen ernst,
maar het onbegrijpelijke is te ondervinden, hoe
hardnekkig zij volhouden, dat alles best is, dat
alles goed gaat, dat Antwerpen alles is en Ant
werpen kan niet genomen worden, en hoe het
vast staat, dat België het graf wordt van het
Duitsche rijk.
En dat de Franschen niet ter hulp kwamen
O, zeer wijselijk gedaan, want wat hadden zij
kunnen doen En dat de Belgen overwonnen
en overwinnaars zullen blijven in het einde?
Niets staat er zoo onomstootelyk vast.
Luik een Duitsche stad De Luikenaar scha
tert het uit by die gedachte. Kom. Het is
een tijdelijke beproeving en deze zal voor bijgaan.
Maar op eenmaal wordt hij ernstig. Zie, zegt
hij, ik vrees een ding: dat op een gegeven
oogenblik een krankzinnige komt en zegtdat
de Franschen in aantocht zijn, dat de Engel-
schen zegevierend naderen, of zoo iets. Dat zal
men onmiddellijk geloovendan zal men er op
los slaan, de bezetting aanvallen in een roes
van dolle vreugde. En die dronkenschap zou
ons dan onze mooie stad kosten. Als dat maar
niet gebeurt.
Doch als de Pruisen uitgeput zyn in Frankrijk
en dan terug willen keeren waarlangs zij ge
komen zijn, dan....
En heel zyn gezicht straalt terwijl hij mijn
hand schudt.
TÜRKIJë.
Wolff seint ait Konstantinopel
Uit bezorgdheid voor een tusschenkomst van
Turkije ten gunste van Duitschlaud en Oostenryk-
Hongarye hebben de drie mogendheden der entente
zich tegenover Turkye bereid verklaard de capi
tulaties af te schaffen, in geval Turkije tijdens
den tegen woord igen oorlog onzjjdig zou blyven.
De Porte heeft geantwoord, dat haar onzijdig
heid niet te koop was, doch zij heeft tevens haar
consequenties uit den stap der ambassadeurs van
Rusland, Engeland en Frankrijk getrokken door
een keizerlyk iradé uit te vaardigen, waarbij de
capitulaties worden opgeheven.
ITALIë.
Encycliek van Z. H. Benedictus XV.
Een Reuter-bericht uit Rome meldt, dat de
ïOsservatore Romano" den tekst bevat eener door
Z. H. den Paus uitgevaardigde encycliek.
Na erop te hebben gewezen, dat hy zyn per
soon te gering acht voor zyn verheven ambt.
verklaart de Paus er niet aan te twijfelen of de
goedheid van God, die hem deze zware taak heeft
opgelegd, zal hem nu ook den noodigen moed en
de noodige krachte nverleenen.
Z. H. geeft vervolgens te kennen, welk een
afschuw en verdriet hy gevoelt, nu hy getuige
moet zijn van het verschrikkelijk schouwspel van
den oorlog en hoe een groot deel van Europa te
vuur en te zwaard vermeld wordt en rood ziet
van Christenbloed.
Hij omhelst met een gevoel van vaderlyke
liefde alle kinderen der Kerk en verklaart, niets
te zullen nalaten, opdat het einde van deze ramp
bespoedigd worde, zooals ook reeds zijn voor
ganger, wylen Pius X, beeft gedaan.
Hij beveelt verder allen kinderen der Kerk, in
het byzonder hun, die tot de religieuze orden
bebooren, God in het openbaar en in stilte te
smeeken, dat de oorlog zal ophouden.
Opening van de Staten-Generaal.
Programma voor de opening van de zitting der
Staten Generaal, te 's-Gravenhage, op Dinsdag 15
September.
Art. 1. Des middags ten twaalf ure zullen de
leden der Staten Generaal zich begeven naar de
Ridderzaal op het Binnenhof en in vereenigde
vergadering te zamen komen, onder leiding van
den door H. M. de Koningin benoemden voor
zitter van de Eerste Kamer,
Art. 2. De ministers hoofden van ministerieele
departementen en de leden van den Raad van
Raad van State zullen, zich des namiddags te één
ure, mede in die zaal vereenigen.
Art. 3. Te kwart vóór één ure zullen in het
gebouw aanwezig zijn
De grootmeesteres en de dienstdoende dame du
palais, de groot-officieren der Kroon, de ceremo
niemeester en acht kamerheeren, ten einde' H. M.
de Koningin bij het binnentreden der zaal vooraf
te gaan of te volgen.
Art. 4. H. M. de Koningin, de zitting der Sta
ten-Generaal zullende openen, zal te één ure met
den volgenden trein van het paleis afryden
a. Een commando cavalerie tot opening van
den trein
b. Een ryknecht-raajoor en twee ryknechts te
paard
c. De opper-ceremoniemeester, gezeten in een
rytuig met twee paarden bespannen, gaande een
lakei naast elk portier;
d. H. M. de Koningin, vergezeld van Z. K. H.
den Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklen
burg, gezeten in eene staatsiekoets met acht
paarden bespannen, gaande een koetsier naast
elk paard, en vier lakeien naast elk portier:
De opper-stalmeester, te paard, rijdende naast
de staatsiekoets, een weinig achter het portier ter
rechterzijde, en de gouverneur der koninklijke
residentie, te paard, rydende een weinig achter
het portier ter linkerzijde.
Achter de staatsiekoets de officieren van het
militaire huis van H. M. de KoniDgin, te paard,
rijdende twee aan twee, naar ouderdom van rang,
de oudsten vóór
e. Een commando cavalerie, tot sluiting van
den trein.
Art. 5. De trein zal rijden door de Heul-
straat, door het Lange Voorhout (Schelppad), over
den Korten Vijverberg, naar het Binnenhof.
Art. 6. De trein gekomen zijnde aan het ge
bouw, waarin de zitting zal geopende worden,
zal H. M. de Koningin aan den ingang ontvangen
worden door een commissie uit de vergadering,
die, voorafgegaan door den ceremoniemeester, de
kamerheeren. de groot-officieren en den opper-
ceremoniemeester, H. M. zal geleiden naar de zaal,
waarin de vergadering gehouden wordt. De groot
meesteres en de dienstdoende dame du palais,
benevens de officieren van het militair huis van
H. M. de Koningin volgen omiddellijk.
Art. 7. De grootmeesteres en de dienstdoende
dame du palais plaatsen zich onmiddellijk ter
zyde achter H. M.
De groot-oficieren en de gouverneur der konink
lijke residentie plaatsen zich achter den konink
lijken zetel.
De kamerheeren plaatsen zich rechts, de offi
cieren van het militaire huis van H. M. de
Koningin links van den troon.
Art. 8. De zitting geopend hebbende gaat H.
M. met denzelfden trein, waarmede Hoogstdezelve
gekomen is, en in de bij artikel 4 vermelde orde,
naar het paleis terng, zullende de trein den na
volgenden weg nemen
Van het Binnenhof, over de Korten Vijverberg,
door het Lange Voorhout (Schelppad) door de
Heulstreat, naar het paleis.
Art. 9. Minuutschoten uit het geschut zullen
het afrijden van H. M. van het paleis en het
oogenblik, waarop Hoogstdezelve het gebouw ver
laat, aankondigen
De voorzitter van de Vereenige Vergadering der
Staten-Generaal, die tot opening van de zitting
1914—1915 op Dinsdag 15 September zal gehou
den worden in de Riddelzaal op het Binnenhof,
heeft de eer kennis te geven
lo. dat behalve de leden der Staten-Generanl
en zij die in ambtscostuum recht van toegang
hebben, niemand zal worden toegelaten, tenzij
voorzien van een toegangskaart.
Teneinde de strikte handhaving dezer bepaling
te bevorderen, zal deze kaart bij den daarop aan-
geduiden ingang van het gebouw vertoond moeten
worden aan de zich aldaar bevindende ambtenaren
van politie, die zullen worden bijgestaan door
boden der Eerste en der Tweede Kamer
2o. dat hun, die op hunne toegangskaart tot
het gebouw zijn toegelaten, verzocht wordt, zich bij
hunne komst in de Ridderzaal zonder verwijl
naar de voor hen bestemde plaatsen te begeven
en hunne plaats niet te verlaten vóórdat de ver
gadering door den voorzitter is gesloten
3o. dat de toegang tot het gebouw geopend is
van 11 uur des voormiddags af
4o. dat de toegang voor genoodigden na 12
uur zal gesloten worden
5o. dat voor het publiek een bepaald aantal
plaatsen beschikbaar is op de tribune. De toegang
tot deze tribune is door den Zuidwesttoren (te
genover het gebouw der Tweede Kamer
6o. dat, aangezien de overigens nog beschik
bare ruimte het niet toelaat, aanzoeken om toe
gangskaarten voorde bovengenoemde Vereenigde
Vergadering onmogelijk kunnen worden ingewilligd
7o. dat alle doorloopende en andere kaarten,
afgegeven tot toegang voor de vergaderingen van
de Eerste Kamer en de Tweede Kamer der Sta
ten-Generaal voor de vermelde Vereenigde Ver
gadering niet geldig zijn.
Deze mededeelingen strekken tot antwoord op
de verzoeken van particuliere om toegangskaarten,
mondeling en schriltelyk bij het bureau der ver
gadering ingekomen.
Leidache handschriften in Leuven verbrand
De Leuvensche Bibliotheek had geruimen tijd
geleden eenige oude handschriften, Nederlandsche
Stichtelijke tractaten, van Johs. van Ruysbroeck
en anderen, van de Leidsche Universiteitsbibliotheek
geleend. Het is dus mogelyk, dat ook deze mede
een prooi der verwoesting zyn geworden.
Deze handschriften zijn, zooals de bibliothecaris
prof. dr. S. G. de Vries aan het Leidsch Dbld.
verklaarde, niet van de allerbelangrijkste, al zou
natuurlijk het verlies er van worden betreurd.
Bovendien is het de gewoonte om geleende
handschriften met byzondere zorg te bewaren,
door bijv. ze te bergen in een brandkast.
Het gevoelen van den hoogleeraar was, dat bij
zorgvuldige behandeling nog veel van de door de
vlammen aangetaste boekwerken zal terecht komen.
Het is toch een feit, dat gebonden werken zeer
moeilyk verbranden en na geruimen tijd in de
vlammen te zyn geweest, dikwjjls slechts uitwen
dig beschadigd zyn.
Zoo zal het met verschillende verbrande ge-