Verspreide berichten.
Binnenland.
gezond en wel te Huddersfield bevond en dat
ze Groot-Brittannië nooit had verlaten."
Een b e 1 a n g i ij k t e 1 e g r a m.
Eo „Köln. Yolksz." bevat, volgens de „Risb."j,
hei v.lgende vermakelijke telegram:
..Roermond, 14 Sept. In België gelooven de
menschen, zooals Hollandsche correspondenten
me,den, dat Rotterdam, Den Haag' en Amsterdam
ra dammen staan; dat de Koningin haar gemaal
Prins Hendrik heeft doodgeschoten *en dat de
Koningin door de Engelschen gevangen genomen
en naar Engeland gevoerd is."
FRANKRIJK.
Officieel bericht van 19 September
Op den linkervleugel hebben de Franschen ten
Zuiden van Noyon een vaandel vermeesterd. Bij
een vrij ernstig gevecht op de hoogvlakte van
Craonne hebben wy talrijke gevangenen gemaakt
op het 12de en het 15de legercorps en opjde Prui
sische garde. De Duitschers die in weerwil van een
uiterst hevigen aanval voor Reims geen terrein
hebben kunnen winnen, hebben den geheelen dag
dejkathedraal beschoten. Over het algemeen is
de toestand onveranderd.
Op het centrum hebben wij op de Westelijke
helling van Argonne terrein gewonnen.
Op den rechtervleugel niets nieuws.
De algemeene toestand blijf gunstig.
Een nieuw wapen.
De Fransche vliegers maken gebruik van een
soort pijlen, die zij van uit hun machines naar
beneden werpen. Be „N. R. Ct." ontleent aan
de Munchener Medizinische Wochen»chrifi" de
volgende bijzonderheden erover.
I'lo.seüng, zoo vertelde een gewonde, voelde
ik een stekende pijn in mijn rechtervoet vlak
boven de hak. Op het eerste oogenblik. meende
ik dat mijn buurman mij bij vergissing had ge
stoken. Maar spoedig: bemerkte ik, nat uit niet
zoo wezen kon, want om mij heen werden o-n-
cinmddellijik daarop ook door anderen kreten ge
lul. Ook schrikten de paarden voor een wagen.
Toen ik mijn voet bekeek, zag ik dat een me
talen pijl er ongeveer li/2 centimeter ingedron
gen was Ik trok den pijl er dadelijk uit. Onge
veer 15 kameraden in mijn buurt waren door
dergelijke pijlen getroffen. Een ging de pijl door
1 eide kuiten, een tweeden werd de voet aan
den grond genageld, een derden was üe pijl door
de wang in den mond gedrongen. Ook een paard
was vlak boven het oog; getroffen. Nadat v, ij
cenigszins van onze verbazing waren bekomen,
ontdekten wij vanwaar wij werden beschoten.
Slechts uit een vliegtuig, dat hoven ons zweefde,
konden wij aldus zijn bedacht. Onze wonden wa
ren niet zwaai*, zoodat wij spoedig waren ver
hoeden. Iedereen kroop nu, zoo goed cn zoo
kwaad dat ging, onder wagens ,om uekking te
zoeken. Van de ongeveer 50 pijlen, die naar
beneden, kwamen, troffen er 15 doel. Over het
e,'gemeen maakten de pijlen wonden in de weekt
dcelen en wondden zij slechts zelden groote va-
Jen en beenderen. Slechts een pijlschot, dat
iemand op het hoofd trof, was doodelijk.
Le pijlen bestaan uit een stift van geperst
s-.aal, 10—15 centimeter lang en 3 millimeter
dik. Het benedeneind is massief en loopt uit in
e<m spits, zoo scherp al» een naald Van hoven
be»iaat de stift uit vier plaatjes, die een rechten
hoek vormen. Loor deze vermindering vin de
metaalmassa aan het boveneind vallen de pijlen
met de spits naar beneden. Door de snelheid
van het vliegtuig bestrijkt een bundel bijna tege
lijkertijd neergeworpen pijlen een vrij groot op
pcrvlak. Zoo werden in dit geval 4 compagnieën,
een batterij; die daarachter stond en bovendien
nog een ander regiment getroffen.
Wat een aalmoezenier verhaalt.
Een Fransch aalmoezenier, die streken doortrok,
welke door den vijand verwoest waren verhaalt
Dicht bij een herberg, waar men duidelijk kan
zieD dat een troep slempers heeft huisgehouden,
staat een woning, versierd met een kruis van
versch afgesneden takken. In de kamer waakt
een oude vrouw bij het lijk van haar 20-jarige
dochter, die door een wifde bende op afschuwe
lijke wijze werd vermoord. Onze soldaten gaan
stil voorbij de doode, werpen wijwater op het lijk
en gaan met tranen in de oogen verder.
Wij verlaten de streken, waar de oorlog en zijn
verschrikkingen hebben huisgehouden. Langs de
de wegen liggen de lijken van Pruisische soldaten,
waarvoor men nog geen tijd heeft gevonden om'
ze te begraven. Hier liggen zij als stukken vleesch
zonder meer, menschen, die in hun land een
naam droegen, een ambt vervulden en een fa
milie hadden, welke hun beminde.... Moge de
Heer hen genadig zijn geweest
Overal ziet men het Roode Kruis werkzaam,
met toewijding en groote zorgzaamheid. Ginds
aan het einde van een kade' komt een geheele
landelijke parochie op ons af, met den pastoor
vooraan, een oud bijbelsche figuur met zilveren
haren. Met smart ziet hij om zich heen en be
schouwt al die ellende. De bevolking brengt ons
vruchten, brood, boter en kaas.
Aan het eerstvolgend station waar ik kwam
liep een jong meisje langs den trein, roepende
wie er nog medailles moest hebben. Alle soldaten
bleken reeds voorzien. Aan den hals droegen
zrj bij hun militair identiteitsplaatje zulk een
blinkende medaille, als een bewys van hun ka
tholiek geloof.
Men brengt de gewonden naar de hospitalen
van Lourdes, Pau en Tarbes, waar het hun aan j
niets zal ontbreken. «In de ambulance te Dax,
van de paters Lazaristen - zoo zeide een genees
heer worden zij uitstekend verzorgd. De reli
gieuzen zelf verplegen hen daar, en gij moest eens
zien in welk een paradijs zij zijn overgebracht 1"
De moeders kunnen gerust zijn. Hun kinderen,
die op het slagveld vallen, liggen daar niet ver
laten. De noodige hulp is er om hen te redden.
En vele priesters staan de religieuzen en de aal
moezeniers bij. In de wagons van de ambulance-
treinen wordt de biecht gehoord en de avondge
beden worden dikwerf gezamenlijk gehouden.
Voor menigen onverschillige is een terugkeer tot
God in zoo'n ambulancewagen veel stichtender
dan een gelukkige terugkeer naar huis. Het ge
heele Frankrijk bezit thans een moederlijk hart
voor onze gewonde helden
Een soldaat uit Rouaan, die door een kogel in
het hoofd was getroffen, vroeg mij in halve on
bewustheid «Moeder geef mij een zakdoek."
«Weldra zal je moeder komen, mijn jongen, en
zal ze je verzorgen." «Maar zoo even was zij
hier, ik heb haar gezienHet was zijn verpleeg
ster, die hij voor zijn moeder had aangezien.
Zij kwamen gisteren in een dorp, dat door den
strijd schrikkelijk geleden had. Honderden ge
wonden had men in een schuur ter verzorging.
Ik zeide tot hen, dat ik priester was. Ik sprak
hen over God, die hen liefhad, die hun lijden
kent en zal aanrekenen als boete voor hunne
zonden. En ik gaf hen allen eene generale
absolutie.
Een der gewonden greep mijne hand en gaf
door een gebaar te kennen, dat hij wilde schrijven.
En met bevende hand schreef hij «Houdt mij
ten goede, ik kan niet spreken... ik vereenig mijn
lijden met Jezus en Maria... Geeft mij, bidt ik
u, de absolutie. Ik dauk u, vergeet mij niet
Hoe heerlyk tusschen al dat Ijjden, nietwaar
In iedere atmosfeer zie ik de meest droeve uren,
maar ook de meest stichtende van mijn leven
(«De Tijd.")
BELGIë.
„Een truc van onzen pasja".
Onder dezen titel schrijft het «Handelsblad van
Antwerpen"
De «Times" deelt! mee, dat de «Figaro" ver
nomen heeft, dat von der Goltz pasja, de bemin
nenswaardige Turksche landvoogd, onder de witte
vlag van Brussel naar Antwerpen is gereisd, ten
einde vredesvoorwaarden aan de Belgische regee
ring te onderwerpendeze voorstellen werden
onmiddellijk afgewezen.
Het nieuws, alszoo' voorgesteld, is onjuist en
ook is von der Goltz-pasja niet of omtrent Ant
werpen geweest.
Wel is waar, dat de Duitsch-Turksche land
voogd een proefballon heeft opgelaten en hij heeft
laten polsen, of het Belgisch gouvernement in geen
wapenstilstand zou berusten, met een demarcatie
lijn, van wat in de eerste toekomst Belgisch ge
bied eu voorloopig door Duitschland bezet gebied
zou wezen.
Dat was verleden week,! toen de Duitschers
heel graag de 3e en 9e legerkorpsen uit ons land
naar Frankrijk zouden gestuurd hebbeD, om hunne
kameraden te gaan helpen.
MeD kent het antwoord, dat onze Koning
gegeven heeft: den uitval uit Antwerpen, en het
'n duigen slaan van heel het prachtig plan van
onzen pasja.
D i n a n t,
De oorlogscorrespondent van de «Maasbode"
schryft over een bezoek aan Dinant
Dinant is geen versterkte stad, het heeft slechts
een citadel, maar door de hooge rotsige oevers
van de Maas kan het een natuurlijke veste ge
noemd worden. Vandaar dan ook dat het thans
reeds de vierde maal is geweest, dat de stad ver
woest werd. Nu zijn er feitelijk twee hevige
gevechten geleverd. In het eerste bleef het Fran
sche legér, dat daar .lag, overwinnaar, maar het
was de groote fout der Franschen dat zij na de
overwinning slecht op hun qui vive waren en b.v.
de citadel door slechts 200 man deden bezetten.
Plotseling zijn dan de Duitschers danig versterkt
langs den rechteroever van de Maas komen af
zetten. De 200 man bezetting der citadel, waar
hoegenaamd geen nieuwe versterkingen waren
aangebracht, konden het natuurlijk niet lang uit
houden en zij sloegen op de vlucht. Dat moet
een ontzettende aftocht zijn geweest om van boven
de rotsen beneden in het dal te komen. De 200
man verdrongen zich onder een kogelregen op de
steile trap, die 408 treden hoog is en vlak achter
de O. L. Vrouwekerk in het dal uitkomt. Doch
slechts weinigen zijn daar beneden gekomen.
De strijd ging van oever tot oever, van rots tot
rots en de stad Dinant lag juist in het kruisvuur.
De huizen van den rechterkant werden door de
Franschen beschoten en die van den linkeroever
door de Duitschers. Twee dagen lang heeft dat
geduurd en men kan zich den angst der bewo
ners voorstellen, die al die tijd in de kelders ver
scholen waren en de huizen boven hunne hoofden
hoorden beven, kraken en instorten. Velen waren
gevlucht naar de kelders der zuster- en broeder
kloosters, maar ook deze werden vernield en daar
moeten reeds verscheidene kinderen om het leven
gekomen zijn.
Eindelijk, toen de Franschen waren afgetrokken
kwamen de Duitschers de stad binnen. Zij be
weerden dat daarbij door bewoners geschoten was
en begonnen de rest der stad, die nog gespaard
was gebleven, in brand te steken.
Alle mannen werden gevangen genomenhet
meerendeel kreeg den kogel, de rest werd naar
Duitschland gezonden en slechts enkelen kregen
de vrijheid weer.
Een van deze gelukkigen, den advocaat P., heb
ik gesproken. Zijn gezicht stond weinig gelukkig
en zijn oogen zeiden mij dat deze man een ont
zettend leed geleden had. Hij zat voor een der
hsflf verbrande terrassen van een hotel, even bui
ten Dinant een vrouw, die wij voor éen onge
lukkige landverhuizersvrouw zouden houden
zoo was zij gekleed was bezig een paar kleine
kinderen zoet te houden.
«Dat is alles wat ik nog over heb", antwoordde
hij, toen wij het waagden om den armen man te
ondervragen. «Ons huisgezin bestond uit acht en
thans zijn wij nog slechts gevieren. Waar de
anderen zijn? Ik en weet het niet. Mijn huis is
vernield", zoo ging de advocaat verder, «en van
mijn bezittingen (die, naar wij van andere zijde
vernamen, niet gering waren) hebben wij niets
anders over dan hetgeen wij hier aan hebben.
Mijn vrouw en tranen kwamen in 's mans
oogen heeft op het oogenblik een mantel, dien
ik nog op de puinen van een der huizen heb
gevonden."
Is dan alles leeggeplunderd vroegen wij.
Ja, letterlijk alles. Eerst zyn de Franschen bij
mij in huis gedrongen. Daarop de Duitschers, en
Belgische roovers hebben de rest uit mijn woning
gehaald. Gisteren nog zag ik hier een der Belgen
'n mijn gekleed costuum loopen. Ik heb hem
aangesproken en hy antwoordde «kijk ik dacht
dat u dood was." Ik wil niet te hard tegenover
deze Belgen zyn. Zij hebben waarschijnlijk ge
handeld uit nooddruft.
«Hoe is u er zoo afgekomen, alle mannen van
Dinant zyn immers opgepikt en
®Ja dat 'a de waarheid, maar ik heb nog een
geluk gehad. Met 150 burgers van Dinant, waar
onder verschillende autoriteiten, werd ik in een
klein vertrekje opgesloten. Wij stonden daar als
haringen saamgepakt en konden ons ternauwer
nood verroeren, laat staan dat wij konden zitten
of liggen om een weinig uit te rusten. Vier dagen
en vier nachten hebben wij daar in dat hok
gestaan, waar wij slechts een weinig droog brood
te eten en wat water te drinken kregen. Soms
kwam er een soldaat binnen, die ons spottend een
beker wijn voorhield en lachtedat is van u.
Het was wijn, die uit onze kelders gestolen was.
Zoo nu en dan werd er iemand der onzen naar
buiten geroepen en wij zagen hem niet meer
terugkeeren. Eindelijk werd ook mijn naam afge
roepen. Ik dacht dat mijn laatste oogenblik ge
komen was en bereidde mij in stilte voor op den
dood. Bij den commandant gekomen zeide deze
ik heb gehoord dat u goed Duitsch spreekt. Gij
kunt oris van dienst zijn, blijf hier. Ik was gered,
doch waar de anderen, onze rechters, onze pastoors
en meerdere priesters en burgerlijke autoriteiten
gebleven zijn, weet ik niet, waarschijnlijk zijn ze
als gevangenen naar Duitschland overgebracht."
Uit Brussel.
Generaal van Liitteroitz de plaatsvervanger
van v. d. Goltz heeft een proclamatie uitgevaardigd
waarin bevolen wordt de Belgische vlaggen in te
halen.
In zijn aangeplakt bericht zegt de generaal,
dat deze vlaggen als een uittarting worden be
schouwd om nu te beletten dat de troepeD op
eigen hand optreden, verzoekt hij de inwoners
zelf de vlag op te bergen. De gouverneur, eindigt
hot stuk, heeft volstrekt geen plan de gevoelens
en de waardigheid der inwoners te kwetsen
zijn eenig doel is de burgerij voor alle nadeel te
vrijwaren,
Als antwoord heeft burgemeester Max doen
aanplakken: Waarde medeburgers! Een hedeD
aangeplakt bericht leert ons, dat de Belgische
vlag, die aan onze huizen wappert, door de Duit-
sche troepen als een uittarting wordt beschouwd.
Veldmaarschalk von der Goltz heeft anders in zijn
proclamatie van 2 September gezegd, dat hij nie
mand vroeg zijn vaderlandsche gevoelens te ver
loochenen. Wij konden dus niet voorzien, dat het
uiting geven aan deze gevoelens als beleedigend
zou worden beschouwd. Ik moet toegeven, dat de
verzekering van het tegendeel in gematigde be
woordingen is opgesteld, met het kennelijk doel
onze gevoelens niet te kwetsen. Toch zal zij daar
om niet minder de vurige en fiere bevolking van
Brussel diep smarten. Ik vraag aan deze bevolking
een nieuw bewijs te geven van haar koelbloedig
heid en grootheid van ziel, waarvan zij in deze
smartelijke dagen reeds zoovele voorbeelden heeft
gegeven. Laten wij ons voorshands buigen onder-
het lot, dat ons wordt opgelegdlaten wy onze
vlaggen inhalen om wrijving te vermijden, en
geduldig het uur der herstelling verbeiden.
Oorlogsellende. De «N. R. Ct." ver
neemt
Onder de te Koewacht aangekomen vluchte
lingen uit Dendefmonde bevindt zich een familie,
die daar een huis bewoonde, dat hun eigendom
was en die onder de welgestelde burgers behoor
de. Bij het bombardement van de stad vluchtte
de geheele familie en toen men op een veilige
plaats ngaing wat ieder mede had genomen ble
ken dat allemaal voorwerpen van weinig of geen
waarde te zijn, als kousen, dassen enz. De oude
moeder van 60 jaar was zoek. Bjj een Woensdag
aan de verwoeste stad gebracht bezoek bleek het
huis met ongeveer 1100 van de 1500 in puin te
liggen en het eenige wat men terugvond waren
een paar handdoeken, die buiten hingen, een paar
pantoffels en eenige appels van den boom in den
tuin. Deze menschen zyn thans straatarm.
Het blad «Die Presse" meldt, dat de monnik
Gregorius Raspoutine, de bekende Russische raad
gever van den Czaar, door een student is dood
geschoten, men vermoedt uit revolutionaire be
weegredenen.
Twee maanden geleden werd door een vrouw
eveneens gepoogd den monnik van het leven te
berooven.
Te Brussel is een Duitsch soldaat gefusil
leerd, die te Haelen vingers van de handen van
lijken had afgesneden om de ringen te stelen.
Bij een Duitschen soldaat, die te Gent als ge
vangene is binnengebracht heeft men in den zak
de hand van een vrouw gevonden. De vingers
waren van ringen voorzien.
Blijkens mededeeling van het «Journal de
Qenève" is in verschillende havens van de Mid-
dellandsche Zee de pest uitgebroken.
Volgens een bericht uit Bordeaux, is de
Fiansr be generaal Bataillc in een gevecht gesneu
veld.
Opheffing uitvoerverbod.
Stct. no, 221 bevat een Kon. besluit van den
17den September 1914, houdende tijdelijke ophef
fing van het verbod van uitvoer van coca.
Verbod van uitvoer.
Staatscourant no. 221 bevajt het Kon. besl.
houdende verbod van uitvoer van alle productie,
afkomstig van haver, tarwe en spelt, rogge, gerst,'
boekweit en maïs.
Defensiefonds.
De minister van Binnenlandsche Zaken deelt
mede, dat ten behoeve van het fonds, waarvan
de strekking is bekend gemaakt in de «Staats
courant" van 30/31 Augustus j.l., in dank ontvan
gen is van iemand, die onbekend wenscht te blij
ven, de navolgende toezegging
«Ingeval ik tijdens of kort na den oorlog mocht
komen te overlijden, en het fonds tot stand is
gekomen, zal van mijn vermogen, dat volgens de
laatste schatting ruim f136.000 bedroeg en dat
nog voor eenige vermeerdering door erfenis, vat
baar is, 10% in genoemd fonds worden gestort
mits daarvoor door den Staat geen successierech
ten worden gevorderd, terwijl ik op mij neem,
reeds tijdens mijn leven zooveel daarin te storten,'
als mij doenlijk zal blyken, welke bedragen dan'
in vermindering zullen komen van het door mijn
erfgenamen te storten bedrag".
De „Rjjndam".
Hel stoomschip- „Rijndam" van de Ho-lland-
Amerika-lijn, Donderdagmorgen op reis van New-
Ycrk naar Rotterdam do-or een Engelsch oorlogs
schip aangehouden en naar Queenatown opge
bracht, is, naar wij vernemen, gisteravond om
6 uur uit Queenstown naar Rotterdam vertrok
ken
De „Oosterdyk".
Naar een bericht uit Havre meldt, is het sto-om,
scl.jp „O-os tard ijk", van de Holland-Amerika-lijn,
op de reis van Baltimore naar Rotterdam, 17
dezer, ter hoo-gte van Cherbourg, door den Eran-
-cben torpedojager „Gabion" aangehoueen en naar
-Havre, gebracht, waar de lading zou worden onder
zocht.
De „Cominewyne".
Een telegram uit New-York meldt, dat een
Engelsch oorlogsschip het Nederlandsche stoom
schip «Commewijne", van de West-Indische
Mail heeft aangehouden en 27 Duitschers, behoo-
rende tot de Duitsche marine reserve, van het
schip heeft gehaald.
De mobilisatie.
Men meldt -ons: In verschillenden oer in den
kunsten tijd verschenen overzichten van den te-
genwuordigen oorlog en van heigeen oaaraan
in de laatste dag;en der maand Juli is voor afge
gaan, wordt het vo-orgesteld alsof tot ue- alge
meene mobilisatie der Nederlanasc-he strijdkrach
ten ee-rst wérd besloten nadat een oergeUjK be-
sluit m België reeds was- afgeko-ndigq.
Het kan om verschillende redenen, o.rn. ter
wille van de historie van belang' zijn te con
slak-eren, dat, toen op 31 Juli het mo-bihsatie-
hmluit door II. M. de Koningin wem geteekend,
hij de Nederlandsche Regeering van een bevel
tot mobilisatie van het Belgische leger nog' niets
bekend wias.
Yermoe-delijk is dit misverstand ontstaan door
dat de Belgische Regeering' o-p den 30sf,en. Juli
maatregelen had gen-omen, om door het oproepen
van eenige lichtingen der militie het vredesefiec-
tief van het leger te versterken iets wat niet
hetzelfde is als een opkomst van aire dienst-
i la.htigen, van militie en landweer, met alle aan
kleve van dien, waartoe hier te lande op 31 Juli
werd besloten.
Eengenberichten in buitenlandsche bladen en
tijdschriften.
Nadat in het Fransche dagblad „Le Matin"
van (1 Augustus jl. een schetsje voorkwam, waar
bij, volkomen in strijd met üe waarheid, de op-
nruschwegen van een tweetal Duitsche legercorp
sen over Zaid-'Limburg', dus over Nederlandseh