Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
TWEEDE BLAD.
Gratis Ongevallenverzekering
37ste JaarnaLii
Zaterdag 26 September'1914
No. 11038.
Uit de Pers.
Stads- en Ue westelijk Nieuws.
Gemeente-begrooting 1915.
Bureau: Boterstraat 50. Telef. $5. Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., Iran co p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën
-b regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
tng6zonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
berekend.
by verlies
by verlies
by
levenslange
cyereeiiioisHi op de polis Femelde yoorwaarflen. w I I (J (J (J inSïïeu
De verzekering wordt gewaarborgd door
de
Mi
verlies van
een hand,
voet of oog
Holiandsche Algemeene
Y erzekeringsbank,
van
een duim
gevestigd te Schiedam.
van een
wjjsvinger;
by
verlies van
eiken ande-
ren vinger.
De vuurproef der geheelonthouding.
Dr. Huijbers schrijft in »Sobrietas"
Vuur, het symbool der loutering, het instrument
der beproeving, de adem der vernietiging. In deze
weken van oorlogsvreez# weten wij, dat het bij
uitstek het wapen van den oorlog is.
»Vuur!" rolt de stem van den commandeeren
den chef achter de wielen der logge kanonnen.
ïHet vuur van den vijand deed onze troepen dek
king zoeken achter het bosch van...", melden de
bulletins achter de ruiten der sigarenwinkels. »De
jongste lichting onderging den vuurdoop in het
voorpostengevecht van gisteren morgen", seint een
divisie-commandant naar het hoofdkwartier. Van
de vuren der vuurtorens die gedoofd werden, tot
den vuurgloed van een neergebrand dorp en de
vurige geestdrift van alle oorlogvoerende volkeren,
tis.alles in den stijl van de geweldige ontroering
in onze krakende maatschappij.
Hoe vaart in dien alles meesleependen stroom
onze geheelonthouding, onze drankbestrijding?
Het vuur van den geestdrift is haar niet vreemd,
maar slechts ter beveiliging van den vrede in de
harten der menschen en in het maatschappelijk
leven, zooals de stralende Junizon het graan doet
harden en de weelderige zomerwarmte het ooft
verguldt tot glans van rijpen.
De ijzeren oorlog levert een welsprekend plei
dooi voor de waarde der geheelonthouding. De
bladen berichtten ons frapante feiten.
In Duitschland werd de verkoop van alcohol
houdende dranken aan de stations verboden I
Te Aken werd de burgerij aangezegd water
klaar te zetten voor de doortrekkende troepen,
maar alcohol bleef streng geweerd bij order van
de militaire overheid
Te Tilburg moesten alle restaurants en herber
gen des avonds om acht uur gesloten zijn. Bij
overtreding werd gedreigd met met minder dan
algeheele sluiting
Waarom dergelijke krasse maatregelen?/
De soldaat te velde moet het hart warm, het
hoofd koel, de spieren sterk hebben, anders deug1
hij niet voor zijn taak.
Ziedaar de triumf der geheelonthouding
Wat jaren van vrede het volk niet konden lee-
ren, twee weken van oorlog bereiken het.
Op het station Geldermalsen sprak ik een spoor
beambte-geheelonthouder. «Mijnheer", zei hij mij,
»als anders de landweer hier passeert zijn de
mannen, die zich te buiten gingen aan drank,
niet te tellen. Tijdens de mobilisatie geen een
Het zou niet moeilijk vallen dergelijke feiten
in geheele reeksen uit de pers en door eigen
waarneming te verzamelen, 't Is sprekend propa
gandamateriaal. Een bloemlezing, met treffende
conclusies en vergelijkingen versierd, ware tot een
nuttig, bezielend boek te maken.
Want in vredestijd, als de weelde der bescha
ving den mensch de zorgen en moeilijkheden van
het leven zooveel lichter maakt, is er dan geen
behoefte aan het warme hart, het koele hoofd,
de sterke spieren, die nu de oorlogswolf voor zich
opeischt om ze straks te verscheuren Is den
priester, den minister, den professor, den medicus,
den rechter, den advocaat niet een zware verant
woordelijkheid op de schouders gelegd, ten allen
tijde
Kan de industrieel, de winkelier, de handelsman
zijn groote taak in de maatschappij vervullen in
gezelschap van flesch en glas Is de jarenlange
ellende in het gezin van den kleinen burger en
werkman door den drank zooveel minder erg dan
de vreeze voor den oorlog, dan de inspanning voor
een onzekere toekomst
De geheelonthouding voerde jaren lang den
strijd tegen den vijand, wiens werk erger bewe
zen werd, dan het vuur van den oorlog kan het
dan alleen maar dit vuur zijn, dat louterend werkt,
dat de harten beproeft, de onverschilligheid en
tegenzin van den tegenstander vernietigd
Nimmer toch.
t Is goed in tijden van nood trouw alle krach
ten ten goede uit te buiten, maar is het niet
honderdmaal ridderlijker in tijden van rust en
overvloed geen krachten te laten verloren gaan
0lr* het hoogste na te streven
Ons leger geheelonthouders is niet te groot, zeg
maar gerust te klein. Vooral onder de meer
gaafden, de hooger geplaatsten, de mannen van
geestelijk en wereldlijk gezag, vindt de vaan der
geheelonthouding zoo weinig vaandrigs. De oorlog
hewees de waarde der geheelonthouding, moge
het den vrede gegeven zijn den oogst van deze
overwinning in zijn schuren te verzamelen I
De geschiedenis herhaalt zich.
Onder dezen titel schrijft V.(eïfcouteren) de
volgende .interessante beschouwingen in „De
Nederlander";
Men verwondert zich, dat de Duitschers. nu
in gesloten massa's vechten, maar wat is dat
anders dan een terugkeer tof oude, vooral
Pruisische, methoden
Frederik de Groote, die soms krijgsgevange
nen bij zijn leger inlijfde en. vele soldaten had,
die met onwil dienden, kon zijn soldaten niet
in verspreide orde laten vechten, omdat er dan
vele, zelfs op: het slagveld, gedeserteerd zouden
zijn. Behoorlijk opgesloten en aan alle zijden
door officieren en onderofficieren bewaakt,
gingen zij in het gevecht, maar op den duur
g,a£ die methode, die ook elders werd gevolgd,
tot veel criliek aanleiding;. Op het einde van
de achttiende eeuw en nog vóór de Fransche
Devolutie zien wij dan ook den strijd tussc'nen
de oiTclre mime en de ordre prcfond, en de
nieuwe richting' van de verspreide prde zegm
vierde voor good met Napoleon. Bij Jena en
Auenstadt leden de gesloten massa's der Prui
sische infanterie ontzaglijk door het tirailleurs
vuur der Fransehen, maar nog in een Krim-
coilog hadden de Russen de oude methode
behouden. In den slag' aan de Alma rukten
zij in gesloten massa's op tegen de dunne
lijnen der; Fransche en Engelsche tirailleurs,
die om hen heen zwermden en bijna zonder
gevaar 'konden strijden, daar hunne geweren
verder droegen dan die der Russen.
Zelfs nog in 1870 hadden ne P.uisen de
methode van Frederik den Groote niet geheel
opgegeven. Bij' den storm op St. Privat rukten
zij in gesloten massa's voorwaarts, maar toen
nok leden zij zoo ontzettend, nat do Pruisische
koning; aan de koningin lelegrapneerde, dat
zijne garde voor St. P-rivat haar graf gevonden
had. Zij gaven teen hun oude methode prijs,
maar schijnen haar thans weer te hebben inge
vloeid. Waarom, dat mogen deskundigen be
slissen.
Een tweede feit, dat sterk aan het verleden
herinnert, is de klacht, oat de soldaten der
verschillende legers veel te hoog schieten. Ook
vroeger was dat eene algemeene kwaal en de
onderofficieren hadden zelfs een tijd lang stok
ken, waarmede zij' de loopen der geweren naar
beneden konden slaan. Vroeger echter, toen
er slechts op. korten afstand werd gevuurd,
omdat do geweren niet verder droegen, was
het nadeel niet zoo groot als nu. Goede sol
daten, in de dagen van Napoleon, bewaarden
koelbloedig! hun kruit tot het laatste oogön-
blib maar dan was ook bijna ede schot raak.
De geweren werden toen ook dikwijls met
meer dan één 'kogpl geladen, wat nu niet
meer mogelijk is.
In de derde plaats, zien wij weer een terugj-
'keer tot het ou.de magazijn-stelsel. De reuze-
legers' onzer dagen kunnen zich niet voeden met
wat zij vinden in de landstreken, die zij door
trekken, ,al hebben die ook heel wat meetr
hulpbronnen dan vroeger. Zeer veel moet ook
nu weer uit magazijnen worden aangevoerd en
bet eenige verschil is, dat ie magazijnen nu
met meer zoo dicht hij het oorlogstooneel be
hoeven te zijn als vroeger, omdat spoorwegen
en automobielen nu snel genoeg kunnen aan
voeren.
Er wordt nu veel gtesproken oker de gèvaren
van de onderzeesChe mijnen en liet is zeker
verschrikkelijk, wanneer een geheel oorlogsschip
in enkele seconden door een mijn. w'orut ver
meld, maar vroeger gebeurde het in eiken zee
slag!, dat een of meer schepen dmx hun eigen
kruit in de lucht vlogen. Bij Gibraltar tr f
dat het Spaansche admiraalsschip en ook wij
Verloren eens in een ongelukkig zeegevecht
op die wijze jonze „Admiraal Wassenaar van
Obdam" met haar; geheele bemanning. Die oude
houten schepen waren zeer brandbaar en in
een gevecht van onze schepen in de baai van
Tabagio, tegen een Fransch eskader is bet eens
gebeurd, dat bijna alle schepen over en weer
door brand werden vernield, zoodat de strijd op
het strand moest worden voortgezet.
Het is .ook nauwelijks te geiooven, hoeveel
Oorlogsschepen vroeger, tengevolge van storm-
niet man en muis te grond© gingen, en onze
vloot verloor eens hij een dergelijke ramp
Michiel, den kleinzoon van De Ruyter, in wien
het talent des grootvaders scheen te herleven.
Wat er nu in Frankrijk is geheuru, herinnert
oir k in vele opzichten aan ren Bus herben Veld
tocht van 1812. Ook toen trokken ue Russen
voortdurend terug. Slechts bij Smolensko, de
icude hoofdstad, en bij Moscou, de hoofdstad
in 1812, boden zij- dapper weerstand, maar
ten slotte werden de rollen omgekeerd.
0,ok in den gro.oten oorlog, tusschen Rusland
en Japan, is het gebeurd, dat de Japanners
eerst de eene overwinning na ae andere ge
haalden. Niets scheen hun zegevierenuen np-
marsch te kunnen stuiten, maar ten slctte kwam
•die toch tot staan. Japanners en Russen hieven
tegenover elkander staan, zonder iets op elkan
der te winnen en toen sloten zij vreue.
Er wordt nu veel geklaagd over methodische
verwoestingen in het vijandelijk land,, maar het
is verstandig daarover nu niet teveel in bijzon
derheden te treden, omdat het volle licht over
die gebeurtenissen nog; niet is opgegaan Is
echter alles waar, wat er verteld wordt, dan
keeren wij ook hier weer tot de vroegere wijza
van oorlogvoeren terug In uen dertigjarigen
oorlog; is Duitschland zoo verwoest en te> gron
de gericht, dat het eerst cpi het einde der ne
gentiende eeuw de welvaart genoot, die het vóór
den dertigjarigen oorlog gekend had, en bekend
is vooral de stelselmatige verwoesting van de
Ealtz door Lodewijk XIV, die echter opk toen
algemeene kreten van verontwaardiging deed
opgaan 1
Ook in den zevenjarigen oorlog heeft Pruisen
zeer veel door verwoesting geleden en zoo.
het Fransche leger van 1812 bij den terugtocht
uit Rusland nagenoeg geheet te gronde ging, is
dat vooral daaraan te wijten, dat de FransChen
bij hun opmar,sch alles baldadig hadden ver-
wpesit en ten slotte aoor ae Russen waren ge
dwongen langs den zelfden weg terug te trek
ken
Prins Maurits daarentegen ontzag het land
zooveel mogelijk en daar- hij contant betaalde
en niet toeliet, dat zijn troepen plunderden,
brachten de hoeren vrijwillig' hun voorraden
in zijn kamp', die zij anders zouden hebben ver
borgen. jHjj had dus altijd overvloed* terwijl
zijn vijand gebren. leed.
Rij Waferiop is het gebeurd, dat de Schot-
'sche dragonders door de gelederen trokken van
de Schoitsche infanterie, teneinde in het front
te kunnen, komen, waar! zij moesten charge eren.
Tal van Hooglanders te voet grepen toen de
stijgbeugels der dragonders en chargeerden mee,
ten einde later in het handgemeen hunne kame
raden te kunnen steunen. Een bekend sriril-
•erij heeft die episode vereeuwigd. Thans schijnt
bij St. Quentxn, indien wij de Engelsche illu
straties gelooven mogen, iets dergelijks te zijn
gebeurd. t
In de oudheid- speelden ie strijdwagens een
groene rol. Men denke maar eens aan die ver
volging van de kinderen Israels door de Egypie-
naren en het beleg van Troje. Later heeft men
begrepen, dat die wagens toch niet zoo erg
1- ractisch waren en de Romeinen hebben ze
nooit gebruikt, maar nu zijn ze er weer. Alen.
noemt ze echter nu gepantserde automobielen.
Ten slotte nog! een woord over de gr-oote mortie
ren der Duitstehers. Reeds bij' de belegering van
tie citadel van Antwerpen, gebruikten ue Fran-
schen een soort monster-mor tieren, naar den
uitvinder „Pa.ischan.sen" geheeten. Het schijnt
echter, dat zij niet in elk opzicht aan de ver
wachtingen hebben voldaan en later in on
bruik zijn geraakt. Ook hier dus schijnt de
geschiedenis zjoh) te hebben herhaald en het zal
naderhand wel blijken, dat er nog vee! meer be
wijzen voor die stelling; zijn te vinnen.
Wij meenen zoo licht, dat de wijze van oor
logvoeren nu hemelsbreed van de vroegere var-
schilt, en in vele opizichten is lat waar, maar
véél -ist ook gebleven, zooals het vroeger was en
de factoren, die vroeger den doorslag gaven,
zijn ook nu nog' beslissend. De wapenen mogen
veranderen, maar de mensch verandert, niet en
daarom kan de studie der oude krijgsgeschie
denis pok nu nog! nut hebben.
IV. (Slot.)
Uitgaven.
Hoofdstuk X. (Kosten van het beheer en onder
houd der bezittingen).
Grondlasten f2650 (v.j. f2400), werkel. uitg.
1913 f 2386.92.
Kosten brand- en inbraakverzekering f650 (v.j.
f600), werkel. uitg. 1913 f574.24.
Totaal 10e Hoofdstuk f6476.50 (v.j. f5976.50),
werkel. uitg. 1913 f5840.12.
Hoofdstuk XI. (Rente en aflossing).
Renten van geldleeningen f 131.070 (v.j. f132.245),
werkel. uitg. 1913 f98745.
Renten van geldleeningen van een voorgaand
dienstjaar memorie (v.j. idem), werkel. uitg. 1913
f440.
Aflossing van geldleeningen 1 34000 (v.j. f 32000),
werkel. uitg. 1913 f22.000.
Aflossing van in een voorgaand dienstjaar be
taalbaar gestelde aandeelen van geldleeningen
memorie (v.j. idem), werkel. uitg. 1913 f 2000.
Rente van tijdelijk ter voorziening in kasgeld
en in afwachting van het sluiten eener definitieve
leening opgenomen gelden f 25000 (v.j. f 10000),
werkel. uitg. 1913 f28405.27.
Met het oog op de nog op te nemen gelden,
wordt het uitgetrokken bedrag noodig geacht
berekend van f500.000 a 5 gemiddeld.
Totaal 11e Hoofdstuk f190.070 (v.j. f174.245),
werkel. uitg. 1913 f 151.590.27.
Hoofdstuk XII. (Kosten pensionneering enz. van
gemeenteambtenaren en -beambten.
Pensioenen f17.733 (v.j. f13.396), werkel. uitg.
1913 f 7690.50.
Pensioensbijdragen ingevolge de artt. 39 en 43
der Pensioenwet voor de gemeente-ambtenaren
1913 door de Gemeente te storten ten behoeve
van het Pensioenfonds voor de gemeente-ambte
naren f2500 (v.j. memorie), werkel. uitg. 1913
f 77.97*.
Pensioenbijdragen ingevolge art. 63 der Pen
sioenwet voor de gemeente-ambtenaren 1913, door
de Gemeente te storten ten behoeve van het
Pensioenfonds voor de gemeente-ambtenaren f 375
(v.j. memorie).
Idem iDgevolge art. 25 der Weduwenwet f12000
(v.j. memorie), werkel. uitg. 1913 f2818.67*.
Totaal 12e Hoofdstuk f35108 (v.j. f15896)
werkel. uitg. 1913 f 12.471.17.
Hoofdstuk XIII. (Andere uitgaven, niet onder
de vorige hoofdstukken behoorende).
Betaling van de tegemoetkomingen aan onder
wijzers bij het L. O. (wet 6 Juni 1913 Stbl. 239)
f1270 (v.j. memorie), werkel. uitg. 1913 1 750.
Kosten vallende op het voeren van gedingen
f250 (v.j. f50).
Kosten wegens het elders betaalbaar stellen van
vervallen coupons en uitgelote obligatiën van aan
gegane geldleeningen f800 (v.j. f600), werkel.
uitg. 1913 f687.77.
Uit het batig saldo over 1913 te nemen gelden,
waaraan een bizondere bestemming zal worden
gegeven f22.611.80.
Het betreft hier het in het saldo 1913 begrepen
bedrag, ter zake van over de jaren 1908—1912
gereserveerde renten enz. van het Grondbedrijf,
waaraan een speciale bestemming zal zijn te geven.
Totaal 13e Hoofdstuk f 126.081,80 (v.j. f 101.800),
werkel. uitg. 1913 f79758.14.
Hoofdstuk XIV. (Onvoorziene uitgaven) f 4851.88
(v.j. f 12.916.44*).
Hoofdstuk XV. Uitgaven, welke zoo noodig door
buitengewone ontvangsten mogen gedekt worden.
Aflossing van tijdelijk ter voorziening in de
behoefte van kasgeld opgenomen geld f500.000
(v.j. f958.500), werkel. uitg. 1913 f1068380.
nvoroonfrnmcitjn' nn Ho nnlin TTnnmnl/Fn irnnTtnTAA^Ah
fis