Binnenland. officieren en manschappen der bemanning zijn gered, ongeveer 350 man worden vermist. Bijl kens een telegram aan de Evening Standard uit Aberdeen zijn 48 overlevenden van de »Hawke" daar hedenochtend door een treiler aan land ge bracht. De kruiser is gisteren getorpillserd en binnen 5 minuten gezonken. De kapitein van den treiler meldf, dat hij de overlevenden vannacht heeft overgenomen van een Noorsch stoomschip. Zij waren ontkomen in een overvolle boot, doch er kon niets worden uit gericht om de menschen te redden die in 't water dreven in zwemvesten of op vlotten. De periscoop van de duikboot verdween on middellijk na de ontploffing. Hulptroepen uit Canada. Een nieuw bewijs van de vaderlandslievende geestdrift, waarmede het Britsche volk uiting geeft aan het onwrikbaar besluit om den oorlog voort te zetten tot de overwinning is bevochten, is de warme ontvangst, die aan het gisteren te Plymouth aangekomen eerste Canadeesche con tingent, dat naar het front vertrekt, is bereid. Een groote menigte stond langs de kade geschaard van vroeg in den ochtend tot laat in den middag om de verschillende-schepen te zien, die de Ca- nadeezen overbrachten en het volk juichte de koloniale troepen, die op de schepen dicht op elkander stonden, met buitengewone geestdrift toe. De opgewonde tooneelen duren den geheelen dag voort. De schepen worden 's avonds geïllumineerd en de muziek speelt volksliederen. Het Canadeesche contingent is schitterend uit gerust. De mannen zijn allen in khaki gekleed en op hun schouderbedekking staat alleen het woord Canada. De arbeiderspart ij en de oorlog. De „Daily Citizen", het officieele orgaan van de Engelsche arbeiderspartij en het leidende blad der Trade Unionisten zegtDe leiders der ar beiderspartij zijn altijd voorstanders geweest van den vrede en zullen dat altijd zijn, maar op het oogenblik kan de vrede alleen worden gesloten door groote offers, hevigen strijd en een vasten wil om den strijd door te zetten. Wy moeten nu allen eensgezind zijn voor het behoud van ons geboorteland. Vervolgens zet het blad dui dalyk en nauwgezet de oorzaken uiteen, welke tot den oorlog leidden, namelijk dat het Duitsche militairisme besloten was tot den oorlog, indien het overige Europa niet op andere wijze kon worden onderworpen. Wij staan thans midden in den oorlog en. moeten dezen oorlog voort zetten. Er kunnen geen halve maatregelen wor den genomen. Wy kunnen niet rusten voor de macht, welke Belgie heefi geplunderd en bijna geheel Europa in de afschuwelijke ellende van den oorlog heeft gedompeld, is verslagen. Wat in de uuitsche pers de ronde doet over ver- deeiuneia in ons land met betrekking tot het dooi zet ten van den oorlog, is pure onzin. OOSTENRIJK-HONGARIJE. Officieel wordt door het hoofdkwartier het vol gende bekend gemaakt: lien 2en Oc toner om drie uur 's middags werd a*m het vestingcommando te Przemysl de vol gende aan den commandant van de vesting ge richte, door een parlementair overgebrachte brief overhandigd iieer commandanti Het geluk heelt het K. K. leger verraten. De laatste succesvolle gevech ten van onze troepen stelde mij in de gelegen heid, .om de aan uwe Excellentie toevertrouw de vesting Przemysl te omsingelen. Ik houd het voor onmogelijk, dat u van buiten af eenige hulp kan gebracht worden. Om neoneloos bloei vergieten te voorkomen, acht ik fcet thans het rechte oogenblik onderhandelingen over de overgave van de vesting voor te stellen, daar het in dit geval mogelijk zou zijn, om voor u en voor uw garnizoen eervolle voonv aarden bij het opper-commando te bedingen. Wanneer Uwe Excellentie in onderhandeling met ons zou willen treden, wil aan aan onzen gevolmachtigden gedelegeerden luitenant-kolonel W andam uw voorwaaiden mededeelen. jk maak van deze gelegenheid tevens gebruik, om Uwe Excellentie mijn hoogachting te betuigen. De commandant van het belegering.! leger voor Przemysl, Generaal RADKO DIMITRIEFF. Het onmiddellijk op dit schrijven gegeven ant woord luidde: Heer commandant 1 Ik vind het beneden mijn waardigheid op uw schandelijken eisch eenig veider antwoord te geven. De commandant van de fiezetting te Przemysl. Engeland en onze neutraleit. Niet onaardig is het te vernemen hoe in som mige Engelsche kringen over onze neutraliteit wordt gedacht. Het „Handelsblad schrijft Het is de plicht der dagbladpers van neutrale landen onzijdig zich te toonen jegens de oorlog voerende Rijken en zich vooral te onthouden van alles wat voor dezen beleedigend is. Maai die verplichting laadt gelijke verplichting op de per3 der oorlogvoerende landen. Het moet deze volstrekt verboden zijn de neutrale landen te tarten en te beleedigen. Doch deze plicht verzaken sommige dag- en weekbladen. De laatste overtreding van dezen aard is ge schied door de „Saturday Review". Dit Engelsch weekblad van grooten naam en eenigen invloed bespreekt in zijn laatste nummer in twee arti kelen ons land en zijn positie. In het eerste wordt er op aangedrongen, dat de Britsche regeering nog meer dan zij reeds doet, allen invoer uit Engeland over Holland naar Duitschland beletten moet. Tegen den toon van dit opstel is niets in te brengen. Maar het tweede opstel „The Great War" ge titeld, heeft geheel andere strekking en is zoo beleedigend mogelijkHet is geschreven door den militairen redacteur, die zich steeds Vieille Moustache teekent. Hij zegt: „Wij hebben wellicht eerlang een zware taak voor ons, welke ons millioenen geld en duizen den levens kan kosten. Wij zouden op beiden bezuinigen kunnen als wij „Zeeland kochten of pachten," (De Saturday Review cursiveert) en dit aan België afstonden. Deze grens moet de toekomstige grens van Nederland zyn wanneer er van vrede weder sprake is. Het is beter di plomatieke moeilijkheden te voorkomen door voor geld een koop te sluiten tijdens den oorlog Het zal ons de kosten van een vloot of twee besparen. Laat in het budget van marine geld worden gevoteerd voor landaankoop, al was het maar voldoende voor een station voor lucht schepen om dus onzen vijand nader op het lijf te komen. Voor geld is men bezig Turkije als een nieuwe bondgenoot te koopen voor Duitsch land en Oostenrijk. Laat ons toonen dat wij over een even lange beurs beschikken om neutraal territoor te koopen. In oorlogstijd moet de ge wone wet de vlag strijken voor oorlogswet. Oorlogswet, welke feitelijk de wet van den sterkste is, moet haar vervaardigers in staat stellen hun eigen code en verplichtingen vast te stellen, ten einde gewapend te zijn tegen de nieuwe oorlogswapenen onder water en door de lucht". liever dat het partij had gekozen voor Duitsch land. Tot deze behoort de „Spectator", een ander weekblad dat veel invloed heeft. Het zegt in zijn laatste nummer „Wat Groot Brittannië het meest helpen kon, zou het partij kiezen van Holland voor Duitschland zijn, zoodat het een ons vijandige Staat werd. Dat Holland onzijdig is, is geen hulp, maar een belemmering voor ons. Die onzijdigheid heeft ons van onze viijheid beroofd in de Noordzee. Men denkeeens hoe Frederik de Groote en zijn opvolgers dat vraagstuk zouden behandeld hebben 1 Wij op peren niet de mogelijkheid, dat wij de diplo matie van Frederik tot ons model zullen kiezen, maar tusschen deze en het ultra groot ontzien van Nederland, dat wij getoond hebben, ligt een wijd veld". Hierop zal het weekblad Zaterdag terug komen. Dan zullen wij dus kennis maken met „the ultra-consideration which Eng land has shown to Hollan d". Voorwaar, dag aan dag wordt meer en meer getoond hoe de bezwaren toenemen van neu trale Staten, welke wij onlangs aantoonden en betreurden. Neutraliteit is een zwaar harnas, dat een weinig beschermt, maar ontzaglyk drukt en vrije beweging belemmert. En wie in het harnas geprangd zit, kan enkel slagen opvangen met zijn harnas, maar mag geen zwaard gebruiken voor tegenaanval. Intusschen dringen wij er op aan, dat de met zwaar harnas zoo drukkend beladene niet nog bovendien beleedigd worde door den eisch, dat hy, die iemand, die alles voor geld over heeft, zijn kinderen verkoopen zal. Mogen wy de aandacht van den gezant van Engeland in den Haag vestigen op deze erger lijke beleediging van een neutraal land dat eerlijk zijn plicht poogt te doen jegens al zyn buren, dat zijn onzijdigheid tot eigen groot ver lies met alle krachten oprecht handhaafd en Britschen schipbreukelingen en geïnterneerden zeker geen reden geeft om er over te klagen dat Nederland een onzydig land is. Wij weten dat de Britsche Regeering zich voortdurend welwillend getoond heeft jegens ons land en de bezwaren gevoelt welke onze positie medebrengt. Maar als onze Regeering zoo strikt zorgt dat onze pers de neutraliteit jegens En geland niet schendt, dan mogen wij vragen of de Britsche regeering niet eveneens de Britsche pern waarschuwen kan om Nederland niet te beleedigen en te hoonen. Is er iets meer grievends te bedenken dan het voorstel om Zeeland dat met Holland het hart van Nederland is - door Engeland te laten koopenen dan op te merken, dat bij den vi ede toch deze grens aan België gegeven moet worden, en dat evengoed als de twee geallieer den in Turkije met geld veel vermogen, Enge land in ons land geld besteden kan Als een van sensatie levend jingo blad dit geschieven had, zouden wij de schouders ophalen en zwijgen. Maar dit weekblad heeft naam en overweegt wat het zegt. Wij drukken de verklaring van „The Saturday Reviewin het Engelsch af. Dan kan er geen sprake zijn van onjuiste vertaling: We may be faced with a huge task before long that may cost us millions in money and thousands in lives. We might economise in both by buying or leasing Zeeland and giving it to Belgium. This frontier must be the future of the Netherlands when peace is again a question." Tevens vragen wy of de laatste regels van het opstel, die wij nog eens in het Engelsch volgen laten, wel overeenkomen met die waar deering der rechten van neutralen en van dien eerbied voor het volkenrecht, tot handhaving van welke Engeland verklaart thans oorlog te voeren s„In time of war ordinary law must lower its flag to martial law. Martial law which in fact, is no law but the law of the strong must enable its law-makers to make their own codes and standards of obligation to meet the new phases of under sea and over-sea and other methods of warfare." Wanneer weekbladen als „The Saterday Re- view dus als de felste militairisten schrijven en zulke voorstellen doen. rijst de vrees dat eer bied voor wet en volkenrecht reeds meer dan geschokt is in Engeland, waarvan neutrale mo gendheden dus notitie zullen moeten nemen. De Britsche pers houdt zich bijzonder bezig met ons vaderland, wat begrijpelijk genoeg is. Maar die belangstelling gaat ongelukkig een enkelen keer gepaard aan groote onwetendheid' Telkens blijkt uit wat geschreven wordt, dat men zich het Nederlandsche volk voorstelt als in volkomen rust, rijk wordende door zyn handel in dezen oorlogstijd Eenige Engelsche bladen betreuren het boven dien zeer, dat Nederland onzydig.is en hadden Heeft Duitschland het Volkerenrecht geschonden 1 Ingezonden. „Wij zijn thans in noodweer en nood kent „geen gebod. Onze troepen hebben Luxemburg „bezet, misschien ook het Belgisch gebied betre „den. Dit is in strijd met de geboden van het „Volkerenrecht". Aldus de Rijkskanselier in den Rijksdag van 4 Augustus 1.1. Klaarder en duidelijker kan het wel niet. Ten aanhoore van heel Duitschland, van heel de wereld, kunnen we wel zeggen, verklaarde de Rijkskanselier dat Duitschland den oorlog begon met schennis van het Volkerenrecht, met breuk van heilige be loften I Immers ook Duitschland had de neu traliteit van Belgie definitief gewaarborgd, een neutraliteit omschreven op de Haagsche Vredes conferentie in 1907, welke als voornaamste daad behelsde „Oorlogvoerenden is het verboden over het grondgebied van een neutrale mogendheid troepen of convooien te voeren of oorlogsmunitie of leeftocht". Nu ligt het voor de hand, dat van Duitsche zijde, men met alle mogelijke middelen, dien openlijken misslag, nu hij niet meer ongedaan is te maken, zooveel mogelijk tracht te vergoe lijken, vandaar dan ook dat Prof. Dr. Kraus in zijn rede, voor de Dresdener Technische hooge- school, piobeert aan^te toonen dattoegegeven dat gedane beloften niet zijn gehouden, toch desniettemin geen volkenrechtelijk onrecht is begaan I Van een katheder mag zoo'n zin heel mooi klinken, erg duidelijk is die verklaring echter nietvolgens onze meening blijft onrecht oniecht, al wordt duizendmaal professoraal be- beweert dat onrecht geen onrecht is. De Rijks kanselier beroept er zich op dat nood geen ge bod kent, maar het beivijs dat Duitschland in nood verkeerde, wordt verzuimd er by te leve ren en is tot heden nog niet geleverd, ofschoon de krijg al 10 voile weken woedt Prof. Dr. Kraus waagt zich aan het volgend vooibeeld. „Ik bevind me man tegen man, tegen over mijn doodsvijand en weet dat hij zich in 't volgend oogenblik op my kan werpen. Daar ligt nu vlak by me een wapen. Zal ik me nu ook maar een moment bezinnen om van dat wapen gebruik te maken, al zou me dat de eigenaar ook duizendmaal verbieden? Geen oogenblik zal ik me bezinnen. En vooral dan niet, als ik mijn vijand aanstalten zie maken om zich zelf van dat wapen te bedienen. En als hy daartoe door den eigenaar aangemoedigd wordt, wie zal het my dan kwalijk nemen als ik dan meteen met hem afreken en tegen hem optrek Wy, professor, omdat u uw aanval motiveert op verdachtmakingen zonder bewijs, en vervol gens is uw voorbeeld valsch. Het wapen hier genoemd is het doortrekken van Belgie, doch juist dit wapen had Duitschland bezworen niet te gebruiken wanneer het zich tegen Frankrijk zou opmaken, en Frankrijk had uitdrukkelijk verklaard, dat het de neutraliteit van België zou respecteeren, zoolang de tegenstander dit zou doen; en nu gaat het niet aan by een ander een handelwijze te veronderstellen, omdat men die zelf zoo wil uitvoeren I Eigenaardig ook, dat Duitschland zich op noodweer beroept, om rechten te schenden, terwijl het met ongehoorde straffen anderen straft, wanneer deze in nood de krijgswetten op zy zetten; denkt maar eens aan het schieten van burgers op soldaten. Dr. G. Goesch beweert dat, wanneer men in nood en gevaar is, men zich eigenmachtig aan het leven van volkomen onschuldigen derden mag vergrijpen I Als dit waai is, met hoeveel meer ïecht mochten dan de Belgische burgers zich aan de Duitsche soldaten veigrypen, welke laatsten buitendien het praedicaat van volkomen onschuldig niet zullen durveh opeischen I Of is 't ook hier weer: „le droit du plus fort est tou- jeurs le meilleur?" Bij ons staat het dan ook vast, dat zoolang Duitschland zijn noodtoestand niet derdege bewijst, het zich onmogelijk op iets kan beroepen, om de zee van ellende en jammer, welke het over het arme Belgenland heeft uitgestort, rechtens goed te praten. De waarheid blijft en het is onze dure plicht haar ongeschonden, ook voor het nageslacht te be- waien, ten spijt van alle middelen welke wor den aangewend om haar te benevelen of omver te halen. q Het ontslag van generaal Kleynhens. L<? „N. R. Ct.verneemt nog1 naar aanleiding van het ontslag; van generaal KleynLens als re- g'ecrïngs-comrnissaris van het vluchtoord Veen- huizen. Een hveehonderd-tal uit de Belgistehe rijkswerk inrichting te Merxplas ontsnapte vluchtelingen, waren ,ons land binnengekomen en voorloopig te Boxtel ondergebracht, in afwachting van nun ver voer naar een veilige plaats. Natuurlijk ging het met aan, hen in de gevangenis le zetten, maar men achtte Veenhuizen bij uitsték geschikt om hou daar onder te brengen. Eiaartegen schijnt generaal Kleijnheus overwe gend bezwaar te hebben gehad, op grond, dat hij geen gevangenbewaarder was, weshalve hij telegrafisch bericht zond van zijn weigering om do vluchtelingen in ontvangst te nemen, teiwijl zij reeds naar Veenhuizen onderweg waren. Vervolgens heeft hij zijn ontslag aangevraagd en zijn functie overgedragen aan zijn plaatsver vanger. De regeering kon hiermede uiteraard geen genoegen nemen, aangezien de generaal tot dit laatste niet beyoegid was, maar deze bleef wei geren zijn functie te vervullen, totdat oen anuer in zijn plaats was benoemd. Men heett zich toen wel genoodzaakt gezien, hem ongevraagd ont slag te geven. Belgische vluchtelingen. In de sMiddelb" Ct." lezen wij Onderteekenden, leden van het Belgische Steuncomité, geven aan hunne Antwerpsche me deburgers den raad zoo haast mogelijk naar Ant werpen terug te reizen, desnoods zonder hunne familie, en wel in eersten rang de stadsbeambten, diegenen die tot publieke diensten behooren, de bakkers, vleeschouwers, kruideniers enz. en andere stielmannen. J. Royers, volksvertegenwordiger en gemeente raadslid. K. R. Meerbergen, provinciaal raadslid. E. BeuckeleersDonche, lid van het landver huizer-comité. P. de Mey, redacteur van het ^Handelsblad van Antwerpen". E. van Heurck, bureeloverste van de Antwerps Water Works. P. Peeters, njjveraar te Duffel. V. Collumbien, handelaar te Brussel. Het Comité van Nederlandsche uitgewekenen uit België meldt ons, dat gisteren een delegatie naar jAntwerpen vertrokken is met de opdracht een onderzoek ter plaatse in te stellen en daarvan zoo spoedig mogelijk rapport uit te brengen Zij hoopt reeds de volgende week te kunnen begin nen met het openbaar maken van de lijst van beschadigde eigendommen. In Roosendaal tracht men de daar aanwezige Belgische spoorwegmannen te overreden hun dienst te hervatten. Louis Franck heeft in over eenstemming met de Duitsche Kommandantur den volgenden brief tot de spoormannen gericht Aan ambtenaren, beambten en werklieden van de Belgische Staatsspoor. Mijne beeren. In het groote belang van een spoedigen terugkeer onzer gevluchte landgenooten uit Holland acht ik my verplicht een dringend beroep te doen op uw hulp. De maatregelen, met dit doel te nemen voor den treinenloop tusschen de Hollandscne grens en Antwerpen, hebben in geen enkel opzicht een militair karakter. Zij dienen alleen om het lyden van de burgerlijke bevolking te verlichten. Vader landsliefde moet ertoe drijven om er aan mede te werken. Dat zal niemand u verwijten en ik dek u volkomen tegen alle kritiek, die tot u gericht zou zijn. Gij zult zijn in dienst van de stad Ant werpen, die uw loonen zal uitkeeren. De militaire Duitsche autoriteiten waarborgen lo. dat gij na den terugkeer van de vluchtelingen vrij zult zijn den dienst der stad en het land te verlaten, als gij dat wenscht2o. dat gij gedurende den dienst een volkomen veiligheid voor u zelf en voor uw goederen en uw gezin zult genieten 3o. dat het Belgische materieel, locomotieven, wagens enz., gebruikt voor het vervoer der vluchtelingen en tot dat doel van Holland aangevoerd, vrij terug zal keeren, zonder te worden opgehouden of in beslag genomen. Ik reken erop, dat mijn verzoek verhoord zal worden en dat ook gjj mij zult hel pen in de zeer moeilijke taak, waarin mijn ge voelens van oprechte vaderlandsliefde mij ertoe dwingen te waken over de belangen van de bur gerlijke bevolking." (Onderteekend L. Franck.) De Duitsche kommandantur heeft zich een Duitsche vertaling van dezen brief laten voorleg gen en daaronder geschreven sEinverstanden.'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 2