Dagblad voor Schiedam Omstreken. f De Oorlog. Het beleg van Parijs. loUxcj 10 Gratis Ongevallen verzekering 37ste Jaargang Dinsdag 20 October 1914 Nó. 11058 oTereentomstté op de polis rerielde Foorwaarflei, Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETOK. £®0n bÖ verHos jf i r Bureau: Boierstraat 50, Telef, 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Ad ver ten tiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 1 b rege.s 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal- berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. bij levenslange gelieele invaliditeit; Do verzekering wordt gewaarborgd door de verhes van een hand» voet of oog; Uollandsehe Algemeene b\j dood Verzekeringsbank, De Belgische hongersnood. Het Duitsche gezantschap te 's Gravenhage deelt mede Het Belgische gezantschap te 's Gravenhage heeft op den lOen October in de Hollandsche pers een officieel communiqué gepubliceerd, waarin zij mededeelt, dat er in net door Duitsche troe pen bezette deel van België een hongersnood zou zijn uitgebroken. Evenals in Luik en in Brussel zou de Belgische bevolking ook in de provincies Namen, Luxemburg en Henegouwen aan de nood zakelijkste levensmiddelen gebrek hebben. In het zelfde communiqué werd er op gewezen, dat het Duitsche legerbestuur, onder het schenden van- art. 43 der Haagsche Conventie, de Belgische bevolking zou laten verhongeren, nadat zij haar van alle hulpbronnen zou hebben afgesneden. Het Duitsche gezantschap ziet zich genoodzaakt tegenover deze beweringen de volgende, met de Nederlandsche regeering gewisselde stukken, te publiceeren. Deze documenten bewijzen, dat het Duitsche legerbestuur, in tegenstelling met boven genoemde mededeelingen, sinds het uitbieken van den oorlog, steeds er aan heeft gedacht alle vei ligheidsmaatregelen te nemen om een eventueel noodlijdenden toestand van het Belgische vok te verhinderen. Het kan zijn, dat deze maatregelen niet het succes hebben gehad, dat men er van verwachtte in het belang van het Belgische volk de reden daarvan kan men duidelijk opmaken uit de gewisselde nota's. In elk geval ziet men daar uit, dat het Duitsche legerbestuur cr geen schuld aan heeft. De nota's, waarvan hierboven sprake was, luiden, uit het Fransch vertaald Van het Keizerlijk Duitsch gezantschap aan jhr. Loudon, minister van buitenlandsche zaken. Den Haag, 15 Augustus 1914. Mijnheer de minister, Het is te voorzien, dat de oorlog en zijn ver woestingen weldra de grootste ellende met zich zullen brengen onder de bewoners van het zuide lijk deel van België. Ofschoon deze gebeurlijkheid betreurende, zal het oppergezag van het Duitsche leger niet in staat zijn om te helpen bij den te- genwoordigen stand van zaken. De keizerlijke regeering erkent, dat van een standpunt van naenschelijkheid de plicht wordt opgelegd, alles te doen wat in haar macht is om deze dreigende ellende te voorkomen. Zij noodigt dus de Neder landsche regeering uit, zulke maatregelen te ne men, die haar nuttig schijnen, om aan de Maas levensmiddelen en mondvoorraad te verzamelen, die de Belgische bevolking kunnen voeden. Het oppergezag van het Duitsche leger is van zijn kant bereid, de spoorwegtransportmiddelen 'te leveren, zoodra het meent, er 'over te kunnen beschikken. Het vorengenoemde op bevel mijner regeering ter kennisse van Uwe Excellentie brengende, maak ik van deze gelegenheid gebruik om u, mijnheer Een rerliaal uit den oorlog van 1870. 2) Boven de stad, maar diep beneden me, dampte op het geadem, het geleef, het gejacht, het ge zwoeg van enkele millioenen menschen. Toch zocht ik tevergeefs naar het bedrijvig gedraaf van de stad, dat gedender van karren, naar het geschuifel van de millioenen voeten over de steenenGeen geluid soefde omhoog uit de stille, diepe kolk Parijs was ingesloten Het is half elf; de »Céleste" zet zich uit door de warmte, waardoor het taf een eigenaardig geklik laat hoorenhet gas, ontsnapt door een der gaten, waaavan het papier heeft losgelaten, doet mij de bedwelmende lucht inadem. Het is stil slechts de duiven, die ik heb mede genomen, laten hun eigenaardig gekoer hooren. Zjj kjjken mij aan met ongerustheid. Arme dieren, gij, mijn eenigste metgezellen uw vleugelen zullen u brengen naar Parijs, maar ik De naald van den barometer wijst aan dat ik zweef op 1800 M. De zon werpt thans hare pralen in mijn aangezicht. Het is brandend heet Een diepe droefheid maakt zich van mij meester ik heb het gevoel van een zeeman, die de haven verlaat voor een reis op de golvende-wateren. Ik vertrek, maar wanneer zal ik terugkomen Hoe deze angstige gedachten uit mijn hoofd te ver- ue minister, de verzekering mijner hoogachting Seven. (w.g.) Von Müller. Aan Zijne ^Excellentie, jhr. Loudon, minister van buitenlandsche zaken. Van het ministerie van buitenlandsche zaken, aan den Duitschen gezant, Z.E. Von Müller. Den Haag, 17 Augustus 1914, Mijnheer de minister, Door haar nota van den 15en dezer heeft Uwe Excellentie mij wel in kennis willen stellen van de ellende, die de oorlog en zrjn verwoestingen nóodlottiglijk onder de bewoners van een groot deel van België zullen brengen, evenals van de verlichting, die de regeering der Koningin er in zou kunnen aanbrengen, wanneer het oogenblik is gekomen, door middel van de zending van levensmiddelen, voor dit doel gereed gehouden. Tegelijkertijd heeft uwe Excellentie mij laten weten, dat het oppergezag van het Duitsche leger van ztju kant bereid is, voor deze zending de spoorwegtransportmiddelen te leveren. Mij voor het oogenblik bepalende, uwe Excel lentie van de ontvangst harer voornoemde nota kennis te geven, sta ik er op, haar te verzekeren, dat de regeering der Koningin met sympathie heeft kennis genomen van deze mededeeling, gein spireerd door de zorg, de Belgische bevolking zooveel mogelijk te sparen voor de van den oor log onafscheidelijke ellende. Wil, mijnheer de minister, de hernieuwde ver zekering mijner hoogachting aanvaarden. (w.g.) Loudon. (Bovenstaande nota was, evenals de volgende gericht aan zijne Excellentie Von Müller, buiten gewoon gezant 'en gevolmachtigd minister van Z. M. den keizer van Duitschland. Den Haag, 3 October 1914 Mijnheer de minister, In mijn nota van 1/ Augustus 11. heb ik de eer gehad, tegenover uwe Excellentie de gevoelens van sympathie uit te drukken, waarmede de re- geeiing der Koningin had kennis genomen van haar mededeeling, inhoudende, dat de keizerlijke regeering bereid was, de spoorwegtransportmid delen te leveren voor de eventueele" zending, door Nederland, van levensmiddelen, bestemd voor de bevolking van het zuidelijk deel van België. De Belgische regeering, tot wie ik mij'hierom trent had gewend, heeft met dankbaarheid aan genomen ons voorstel om bij voorkomend geval de landelijke bevolking van de streek, gelegen tusschen de Maas en de Fransehe grens, van levensmiddelen te voorzien. Echter deed zij op merken, dat de zorg voor deze proviandeering op Duitschland rustte. Deze opmerking is insgelijks gemaakt door Frankrijk en Groot-Brittannië, die zich zeifs verzetten tegen de uitvoering van ons plan, dat in hun oogen de neutraliteit der Neder- landen in de waagschaal zou stellen, gegeven zijnde, dat Duitschland, zich alzoo onttrekkende aan zijn plicht om de bevolking van levensmidde len te voorzien, voor zijn eigen legers des te aan zienlijker levensmiddelen ter beschikking zou hebben. Onder deze omstandigheden betreurt de regee ring der Koningin het, van haar bovengenoemd oogmerk te moeten afzien. bjj yorlies ran een duim gevestigd te Schiedam. by verlies van eiken ande ren vinger. drijven I Parijs is reeds onder me weggedreven. De om hoogstekende kerktorens, de bolle koepeltjes, de afgemaaide velden van schoorsteenstompjes,'het ijle gevtnger van fabrieksschoorsteenen, de' ge stoken dakzeeën, het groene geplek van parken en tuinen, de straatgeulen, ze vluchten reeds achter me, terwijl ik luisterde naar den hartslag die toch moest uitklinken boven Parijs. Reeds breidden zich, vooruit, onder den blauw- koepelenden hemel, achter het grauwe steensel van de stad, de weilanden en bosschen uit. Een gekromde lijn streepte onder me, die, als een parabool, mijn richting voor een tijd scheen aan te wijzen het was de Seine. Ginds merkte ik een vleine spoorwegbrug, de bogen en spanten leken slechts op draadjes, lk gevoelde mij groot, onbereikbaar, bovenaardsch. Het was een roes, een heldere klare bekoring, die me opwondEn ik gaf me geheel over aan het genot van het neerschouwen, Ik vond de wereld zoo mooi, omdat-ze ver was. Op vele honderden meters hoogte waren de dorpen als bouw-platen, nu, op tweeduizend meters, begon de aarde meer te gelijken op een een atlas, waar van een van de bonte bladen voor me lag opge slagen. Ik zag de hoofdwegen als witte, strak- aangetrokken draadjesde vaarten, de sloten, blikkerden soms even, als het fijne lemmet van een mes; de forten, waaruit nu en dan rook wolkjes opstegen geleken speelgoed. Toen voelde ik, als een soort verwijt, hoe ik om al de nieuwe, overweldigende heerlijkheid, door deze nooit gedroomde schoonheid, bij dit verrukkende genot van zweven, het andere, mijn plicht, vergat. Ik vloog hier immers niet op een heerlijken tocht omhoogdit was geen boven- aardsche pleizierreishet was wedstrijd, de Wil, mijnheer de minister, de hernieuwde ver zekering, enz. (w.g.) Loudon. De Duitschers in België. De, Berlij'nsche coirrtesp. van „de rijd" schrijft, dal een mildere stemming' thans in Duitschland overwegend is. Een hooggeplaatst ambtenaar van half .mili taire half burgerlijk-departementeele positie, wiens naam ik niet noemen mag', erkende tegenover mij ronduit, dat hot fotceeren van Be'gië hoezeer ook door noodzaak gebo den in de eerste phase van den oorlog min der ruw had kunnen g'ebeuien. Duitschland bezit de beste milittaire hoedanigheden van Europa, maar is geen meester in het aanvoelen dër 'psychologie van dé volkeren en treedt in het bewustzijn van zijn geweldige kracht aan wel eens op zonder den gewenscliten tact. Eerst later heeft men begrepen, dat het plaatsen van een ongenadig krijgsman als Von M&ateufJol in do zuiver wetenschappelijke en artistieke stad leuven een even groote fout was als elders bet overdadig boeten van een vrijschuttersscoot door bet afmaken of terrorises ren eener gansohe be volking. Men verheelt zich niet, dat «,e weigerachtig heid der Antwerpsche vluchtelingen, om naai hun haardsteden terug' te keere.n, een gevolg is van dit ietwat te hardhandige optreden, en ge voelt dezen hevig doorwerkend en schrik als zeer pijnlijk en iets. dat onze goede reputatie in het neutrale Nederland en Amerika zeer schaden kan. Thans zit dan ook de oprechte wil voor, om de bevolking zooveel mogelijk tegemoet te. kpmen in de zware beproevingen, die door F.n- gelands ophitsen over haar gekomen zijn. Zelfs indien een enkele verdwaasde zich aan een tranttireuts-misdaad zou schuldig maken, zou alléén deze booswicht, doch niet de geheele be volking worden gestraft. Zoowel gouverneur v. d. Goltz, als de com mandanten van Luik, Leuven en Antwerpen, zhn, op aandringen van den rijkskanselier, ge kozen uit de meest bezadigde en humane auto riteiten op militair gebied, in Duitschland. En ook de instructies, hun de vorige week door Von Bethmann Hollweg persoonlijk medegedeeld en in onderlinge samenspreking uitgewerkt en vastgesteld, zullen spoedig bewijzen hoezeer men de nationale gevoelens der Belgen zal ontzien en za! trachten zoo. niet hun sympathieën, dan ten minste hun vertrouwen te winnen. Gij kunt dan ook in alle gerustheid de Belgische vluchtelingen in hun eigen belang aansporen terug te koeren. Duitschland zal alles doen, om de geslagen won den te herstellen. wreede, harde wedstrijd van den oorlog Onder mij ligt Versailles; ik zie het aan de merkwaardige monumenten. Geen wandelaars in de groenende lanen neen, het zijn de Duitschers naar onder mijn schuitje. Kalm kijk ik in de diepte met mijn kijker en zie hoe de vijand geweren op mij richt. Maar hierboven zweef ik veiiig geen kogel kan mij bereiken. Voort, steeds voort gaat 't over de vijandelijke stellingen op 1600 M. hoogte, maar plots daalt mijn barometer tot op 1000, 800, 600 meters. Verschrikkelijke gewaarwording. Ballast werp ik uit; het helpt niet; ik ben slechts 500 M. van den grond. Een snijdende wind doet mij de huid springen en aan mijn instrumenten merk ik, dat de ballon met een razenden voortijlt, waarheen Een kogel kan mij treffen I Ik hoor het eigenaardig fluiten om mijne ooren, dan een licht gekraak en de kogel dringt in de ballon. Angstig bekijk ik het taflert lichaam, het is gelijk een zeef De tocht gaat over bosschen op 420 M. hoogte. De ballast is uitgeworpen. Wat moet ik doen lk weet geen raad Mijn laatste uur heeft ge slagen, Maar daar herinner ik me de woorden van mijn broer, die hij tot mij heeft gesproken bij mijn afschedsZoolang er leven is, er hoop 1" Weldra verschijnt een kleine stad aan den hori zon. Het is Dreux met zijn grooten vierkanten toren. Met luid geweld ontsnapt het gas. De ballon valt vlugger en vlugger. Vasthouden is het eenigste waaraan denk Het is geen daling meer, maar een val. De aarde nadert alsof zij zich op de mand wil werpen. Manr geiukkig, de wind remt de valsnelheid een weinig en verandert de loodrechte beweging in een meer horizontale. t Anker wordt uitgeworpen. De mand is met geweld tegen den grond gestooten. Weer stijgt Engeland's hulp bij de verdediging van Antwerpen. Minister Churchill heeft in een boodschap aan het marinecorps, dat naar Antwerpen was gezon den, een belangrijke mededeeling gedaan omtrent Engeland's aandeel bij de verdediging van Ant werpen. Het zenden van de marine-brigades naar Ant werpen heeft hun oefening eenigen tijd onder broken. Zij werden uitgekozen, ten eerste omdat ze dringend en bitter noodig waren, ten tweede omdat mobiele troepen niet beschikbaar waren voor vestingdienst; ten derde'omdat zij het dichtst in de buurt waren en 't snelst kon worden inge scheept en hun oefening, hoewel nog niet vol tooid, even vei was gevorderd als die van een groot deel van de troepen die Antwerpen verde digden en als die van de vijandelijke troepen welke de vesting aanvielen. De zending van de marine-divisie naar Ant werpen is geen op zichzelf staand feit, doch maakt deel uit van een groote krijgsverrichting tot ontzet van de stad. Andere en machtiger over wegingen hebben de uitvoering daarvan belet. De verdediging van den binnensten fortengordel van Antwerpen had nog eenige dagen voortgezet kunnen worden en de marine-divisie is alleen teruggetrokken toen ze order kreeg dit te doen, daarbij gehoorzamende aan den algemeenen jstra- tegischen toestand, en niet tengevolge van een aanval of druk van den vijand. De verlenging van de verdediging, te danken aan de komst van deze divisie, heeft het mogelijk gemaakt de schepen in de haven onklaar te maken en menigen maatregel van belang te nemen. Het is nog te vroeg om een oordeel te vellen over den invloed, dien een uitstel van de overgave met vijf of zes dagen kan hebben gehad op den afloop van den grooten slag in Frankrijk. Maar het is zeker, dat het vasthouden voor Antwerpen van ten miste 60.000 Duitschers van grooten invloed is geweest. Afgezien van de onschatbare militaire ondervin ding tijdens het bombardement door de divisie opgedaan, is zij getuigen geweest van het mee- doogenlooze optreden van de Duitschers tegen een kleinen, onschuldigen staat. Deze feiten zul len allen aanvuren om binnen den kortst mogelij ken tijd weer tegen de Duitschers in het veld te staan. Het Belgische volk zal nooit vergeten dat de Engelsche marine-afdeelingen het in het donker ste uur van ellende hebben bijgestaan, gelijk, in dien het God behaagt, zij het zullen bijstaan als België zijn zefstandigheid door de legers der bondgenooten zal hebben herkregen. FRANKRIJK. In het commuuiqué van gisterenmiddag wordt het volgende medegedeeld: de Celeste opeen tweede stoot volgt, sterker dau de eerste, een derde. De ankers pakken niet er volgt een sleepvaart. De wind drijft het reuzengevaarte \oor zich uit. Tot overmaat van ramp is 't ventieltouw aan mijne handen ontsnapt. Hooger stijgt de ballon, tot zeker wel een vijftig meter. Landslieden hebben mij gezien en komen haastig toeloopen. Zijn er Duitschers hier Neen, kom naar beneden. Grijpt het anker 1 En onder mij vormde zich eed wedloop van de verschillende landslieden. Onwillekeurig moest ik lachen. Na veel moeite en herhaalde mislukte pogingen gelukt het eindelijk het anker te grijpen. Nu wordt 't stevig vastgehouden. Het gas ohtsnapt weer. Een vreeselijk gekraak volgt, een kreet Ik had een arm gebroken, maar ik was gered en had mijn plicht volbracht. Wat zal er met Parijs gebeuren wat denkt men te Parijszal het volhouden vroeg men als uit één mond. Ja, Parijs zal het hoold blijven bieden aan den vijand. Een daverend hoera steeg op uit hun midden toen ik de postzakken opende, die men mij uit Parijs had meegegeven. Dertigduizend families ontvingen bericht van hun bloedverwanten per luchtpost. Het was een interessant gezicht I En toen haastte ik mij, na ze gevoederd te hebben, aan de slagpennen der duiven enkele berichten te hechten, die mijn behouden aankomst te Parijs moesten melden. Ik laat hen los, zij oriënteeren zich. als zoekende een geheimzinnige pooldaar hebben zij hun weg herkendzij vliegen als vlammende pijlen.... in rechte lijn naar Parijs 1...

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 1