Binnenland.
Ze waren doornat. De meesten waren ziek.
Dagen lang hadden ze onder het guurste weer in
de loopgraven gelegen onder voortdurende stort
regens en een vijandelijk artillerievuur, dat niet
beantwoord kon worden, daar onze kanonnen door
den drassigen bodem te veel naar achteren ge
bracht moesten worden.
Het gezicht van die van koude rillende mannen
met hun natte kleeren in den donkeren guren
nacht zal ik nooit vergeten. Door de voortdu
rende regens van de laatste dagen hadden onze
vijanden de inundaties op dit terrein weer verder
kunnen uitbreiden en door allerlei greppels en
geulen was het langzaam de loopgraven ingekomen-
Onderwijl vlogen vijandelijke bommen in de
lucht, die boven onze liniën uiteenspatten en een
helsch licht verspreiden. Het water dwong hen
eindelijk de loopgraven te verlaten, waar ze zoo
veel dagen reeds hadden doorgebracht, maar nau
welijks hadden ze zich op weg begeven of met
verbluffende juistheid vielen de granaten onder hen.
Thans moesten wij hun plaatsen gaan innemen.
Niet echter zonder de grootste moeite, want ter
wijl onze kameraden hun posities verlaten hadden,
was het den vijand, begunstigd door de duister
nis, met een ongekende vermetelheid gelukt in
vlotten over te steken en tot vlak voor onze vroe
gere loopgraven positie te nemen
Deze overtocht heeft ons verrast en toen we
stil in de half met water gevulde loopgraven wil
den afdalen, trof ons van dichtbij een moorddadig
geweervuur, dat vele van onze soldaten vallen
deed en neerstorten in de waterpoelen, die eens
loopgraven waren. Ofschoon we onmiddelijk het
het vuren op het onbekende beantwoordden, wer
den er zeker een 200 man van de onzen gedood,
zonder dat we merken, konden of de vijand ook
door ons vuur leed. Plotseling hoorden we een
hoorn achter ons schallen en het geklots van
paardepooten in het drassige terrein.
Het was de cavalerie, die met ons was uitge
trokken en ons te hulp kwam. De paarden huil
den en snuifden en de adem bliezen ze als heeten
stoom uit de neusgaten. In dolle vaart renden
ze door de opening, die we gemaakt hadden, over
de loopgraven heen. waar velen echter op de glib
berige kanten verongelukten.
De woeste draf werd voortgezet tot de plaats,
waar de vijanden geland moesten zijn, doch werd
plots afgebroken door het ratelend getik van mi
trailleurs, welk scherp ratelend geluid reeds voor
zoovelen den dood beteekende. Wij hoorden nog
de uitroepen onzer kameraden en zien het geflik
ker der korte sabels onzer cavaleristen. Maar
steeds ook knetteren de machinegeweren en het
sabelgeflikker wordt minder.
Slechts een zwakke uitroep onzer cavaleristen
bereikt ons nog slechts, het is een kreet om hulp.
Van de zijde, waar onze kapitein stond, hoor ik
een «Voorwaarts I" en dit woord plant zich door
den mond der feldwebels langs de rijen voort,
«Bajonet 1" Met gebogen h ofden en de bajonet
vooruit, rukten we voort, alle hinderpaleu trot-
seerend, onze kameraden ter hulp.
Ik val in een loopgraaf, waarin ik me ernstig
bezeer en slechts met moeite me uit het water
redden kan. M'n kameraden echter zijn naar vo
ren gekomen. Thans is er niemand meer over van
onze ca Valeria-afdeeling, maar ook geen vijand is
gespaard geworden. Ze waren een tweehonderd
man sterk, maar van ons zijn er veel meer ge
vallen. De drie mitrailleurs, die we veroverden,
zijn te duur betaald.
Met geen woord had ik het verbaal van dezen
soldaat willen onderbreken, waarmee hij blijkbaar
z'n gemoed heeft verlicht. Dof leunde hij ten
minste tijdens het verhaal tegen den muur en
zweeg een poosje na het beëindigen. Dan richtte
hij zich weer glimlachend overeind en zeide «Als
ge nu weer in Holland komt, kunt ge tenminste
ook over oorlog praten."
FRANKRIJK.
Long w y.
De oorlogscorrespondent van de «Neue Zür.
Ztg.", overste Muller, schrijft over het verwoeste
LongwyDe Duitsche degelijkheid heeft hier
reeds van het begin van den oo;log een werk
verricht, waar door nog eens bewezen werd, dat
de muur- en aardwerken der verouderde vestingen
langs de Fransch-Belgische grens niet meer be
stand waren tegen het moderne geschut. In den
omtrek hebben de landerijen opmerkelijk weinig
geleden, wel een bewijs voor de trefjuistheid van
het Duitsche kanonvuur.
Logwy's vesting is echter vernield en zal ook
waarschijnlijk niet meer opgebouwd wordeD, maar
in haar puinhopen blijven voortbestaan als een
museum van Duitsche krugskunst.
DDITSCHLANB.
Aanslag op een Zeppelin-loods.
Vrijdag hebben twee vliegmachines getracht
door werpen van bommen de Zeppelin-loods te
Friedricbshaven te vernielen.
Een .vliegmachine, die op ongeveer vierhonderd
meter boven de loods vloog, kon spoedig door de
militairen, belast met bewaking der werf, met
granaat- machinegeweervuur worden beschoten,
waarbij de vliegmachine werd getroffen en neer
viel.
Een andere vliegmachine, die zich op een ta
melijk groote hoogte bevond en eenige malen om
de loods heen vloog, slaagde er in te ontkomen
Zij moet echter, volgens later ontvangen, doch
niet bevestigde, mededeeling in het Bodenmeer
gevallen zijn.
De aviateurs wierpen vijf bommen, die deels
vlak in de nabijheid van de loods terechtkwrmen.
Twee huizen in de stad kregen schade, een man
werd gedood, een vrouw gewond.
De aviateur van de tot dalen gebrachte vlieg
machine, een Engelsch zeeofficier, werd zwaar
gewond naar het het ziekenhuis overgebracht.
De werf en de in aanbouw zijnde luchtschepen
zijn onbeschadigd.
T) u i t, s c. h e w r e ed h e ;l e n.
De Fngelsche legatie deelt d.d. 21 November
mede
Boor de Belgische commissie van onderzoek
is een rapport gepubliceerd, inhoudende -/en opi-
summing van gruwelen, door ne Duitsche troepen
bedreven te Taruinen waar meer dan 650 inwo
ners worden vermoord. Te Dinanf. werden 700
inwoners gedood. Uitnemend gedocumenteerde ge
vallen van wreedheden in Belgisch Luxemburg
zijn .ook bekend. In de meeste gevallen uitten
de troepen zelfs niet de beschuldiaing, dat ze
door de burgerbevolking waren aangevallen eu
het schijnt zeker dat de inwoners geen vijan
delijke daden begingen. De inwoners ziiggen, dat
de misdaden waarvan zij het slachtoffer werden,
alleen uitgelegd werden «loer dronken soldaten
als het gévolg van hun genoegen om leed te
veroorzaken, van spijt over dien omre.rw'aJiten
logen stand van het Belgische leger en omdat
zij van hun meerderen bevelen tot stelselmatige
verwoestingen hadden ontvangen.
F e n s o c i a a 1-d emoe r a a t ove r d e n
o o ïi 1 o g.
De sociaal-democratische Rijksdagiafgevaaravgde
Bernstein had in de „Leipziger Viodkszeihmg"
de vraag opgeworpen, of de toestanden waar
onder op 4 Augustus de socialistische Rijksdag-
fractie, de porlogsCredieten had toegestaan, thans
nog wel van kracht waren, omdat er uit den
oorlog tegen het oosten een ooflog, tegen het
westen was ontstaan. De afgevaardigde David
zegt naar aanleiding' daarvan: Zpo vanzelfspre
kend als wij' socialisten het zouden vinnen, dat
een lamlendige afzonderlijke vrede met Rusland,
een ernstige politieke fout zou zijn, evenzoo
moet het voor ons van zelf spreken, dat we
ook de Fngelsfehe oorlogsmacht met haar blanke
en gekleurde hondgenooten geducht de tanden
moeten laten zien als wij thans voor de nood
zakelijkheid staan, om nieuwe groote oorloggere-
dieten te moeten inwilligen, dan is dat in de
eerste plaats de schuld van de Engelsche poli
tiek. Ja, het is! nog: dezelfde oorlog, en onze
houding daartegenover blijft ook nog dezelfde.
Bernstein haalt uitlatingen van de „Labour Lea
der" aan, die bewijzen, dat er in de rijen van de
Engelsche partijgenooten mannen zijn, die de
houding van de eigen regeering veroor de.elen, on
het eendrachtig! samenwerken varr heel het Duit
sche volk begrijpelijk en gerechtvaardigd achten.
Goed, maar laat hij daaruit dan ook de gevolg
trekking maken, dat men aan het goed recht, ook
den ernstigen plicht heeft te verbinden, om alles
te doen, ten einde ons eigen land dei kracht te
geven dom" te zetten tot een eervollen en duur
zamen vrede.
ENGELAND
Engeland's prestige.
Het Amerikaansthe blad „The Washington Post."
valt Engeland heftig aan en schrijft o. m.
De gebrekkige prestaties door Engeland ia de
zen oorlog droegten er toe bijl, de bondge.no,citen
te .ontmoedigen. Hoewel er millioeneln van dap
peren mannen voor het legér en de vloot beschik
baar waren, hoewel het bestaan van bet rijk
op het spel staat, was de Engelsche .rage:ring
te zwak, men treuzelde en toonde gebrek aan
initiatief. Het Britsc'he volk moet wel den adem
verloren hebben bij de berichten van het be
schieten van Yarmouth en van het verliezen van
hel smaldeel van admiraal Cr ad deck. Wat zai
er van de Britsche zeeheecsc'happij! wOjrdenIs
de oude geest dood? De Duitsche vloot is ecu
nieuwe schepping'. Ha,re commandeurs cn zee
lieden zijn betrekkelijk nieuwelingen. Des,niette
min verrichten zij wonderen van moed en dap
perheid, terwijl de overweldigende overmacht van
den Britschen aan een innerlijke rotting: schijnt
te lijden. Indien de Britsche vloot geen Nelsons
meer heeft, waarom draagt Engeland dan bet
opperbevel over de verbonden vlooien niet aan
admiraal Togo, op? De achteruitgang van het
Britsche aanzien doet zich sterk tegenover de
hondgenooten gevoelen en Engeland verliest daar
door de sympathieën van de wereld. Indien
Engeland niet zichzelf wil helpen, kan het niet
verwachten, dat het door anderen zal worden
geholpen. De wereld heeft geen lijd voor ver
liezen. Indien een natie zich eenmaal op een
dalende lijn bevindt, zal zij spoedig: tot een neder
laag en tot den ondergang' komen. Haar verleden
is zonder belang:, zoo zij' op het oogenbiik niet
kan of wil overwinnen.
ITALIë.
Nieuwe kardinalen.
Een telegram uit Rome aan de „Köln. Voiks-
zeitung" maakt melding van een gerucht, volgens
hetwelk in het eerstvolgende consistorie tot kar
dinaal zullen worden gecreëerd Mgr. Frühvvirtt
nuntius te München. Mgr. Soapinelli, nuntius te
Weenen en Mgr. Valfre di Bonzo, airte'ussehop
van Vercelli, een studiégénioot van Z. 11. den
Paus.
De Paus1 heeft, Vrijdag1 zijn 60sten verjaardag
gevierd. Hedennamiddag zat Z. H. de leden der
Bomeinsche parochies in de St. Pieterskerk ent-
vangen. Er zijn 40.000 entree-kaarten uitgereikt.
Nederlandsch Comité tot steun van Belgische
en andere slachtoffers.
Vijftiende verantwoording van den Penning
meester; in totaal is ingekomen: f392.279.171/2,
frs. 5.076,241/2 en M. 98.13
Geïnterneerden.
Naar de Nieuwe Ct. meldt, is ongeveer ter
zei fdertijd als de twee op parool in hun bewe
gingen vrijgelaten geïnterneerde Duitsche officie
ren uit Alkmaar, ook een in dezelfde omstandig
heden verkeerende Belgische 2e luitenant uit
Amersfoort ontsnapt.
Nadat uit Beugen twee geïnterneerde Duits-;he
officieren zijn ontvlucht, is, naar de Tel." ver
neemt, aan de te Groningbn geïnterneerde Engel
se he .officieren hun eerewoord teruggogévenzij
zullen voortaan niet. meer, zooals tot, nu toe,
in hotel of eigten woning' mogen vertoeven, doch
worden in een speciaal voor hen ingericht gebouw
gehuisvest.
Lichting 1915.
Be „Leeuw, Crt." verneemt,, dat de drensf-
plichtigen van de lichting 1915 die 15 Decembei
a.s. worden ingelijfd, niet in de garnizoenen,
maar in de depóts- zullen worden geoefend.
Vette varkeus.
De enorme uitvoeren van vette varkens en de
duurte van het voer, doet zich allerwege gevoelen.
Er zijn naar wij vernemen bijna geen vette var
kens meer te verkrijgen eu de varkensmesters
denken er niet aan bij de tegenwoordige duurte
van het varkensvoer voort te gaan met het mesten
van varkens.
Wittebrood.
Tengevolge van een stagnatie in den aanvoer
van bloem, is het te verwachten, dat het nog
wei een maand langer zal duren, als aanvankelijk
werd gedacht, dat het verbod van het bakken
van witte brood zal worden opgeheven. Aanvan
kelijk dacht men, dat de omstandigheden dit na
een week of drie zouden veroorloven.
Geen aanklacht.
Vernomen wordt, dat de heer Duyraaer van
Twist niet voornemens is een aanklacht in te
dienen tegen den gep. luit. generaal W. G F-
Snijders, naar aanleiding van diens ingezonden
couranten-artikelen.
Niet Rooken.
Naar de N. R. Ct. verneemt heeft de Staats
spoor thans opdracht gegeven, de geëmailleerde
plaatjes in de rijtuigafdeelingen met nicht rauchen
te vervangen door hordjes met niet rooken.
Drooglegging Zuiderzee.
De «N. R. Ct." meldt, dat in de Zaterdag te
Amsterdam gehouden aigemeene vergadering van
de Zuiderzeevereeniging de voorzitter, mr. G.
Vissering heeft medegedeeld, dat hem ter oore
|s gekomen, dat de indiening van een wetsont
werp tot gedeeltelijke drooglegging van de Zui
derzee een van de eerste daden zal zijn van de
regeering om het economische leven weer te her
stellen.
Mijnen.
Gisteren heeft men te Kijkduin een aldaar
aangespoelde mijn laten springen, waarvan de
knal te Scheveningen werd gehoord.
Men meldt uit Domburg aan de sMsb."
Zaterdag heeft men hier vier aangespoelde
drijvende mijnen met dynamiet laten springen
Bij het uiteenspringen der derde en vierde mijn
vlogen stukken ijzer in het Pension Zonneduin,
van den heer Zwart, dat ernstig werd beschadigd.
In het geheele gebouw bleef geen enkele ruit
heel, terwijl in verschillende kamers het plafond
naar beneden stortte. Ook in het huis van den
burgemeester en in andere in de omgeving lig
gende huizen sprongen vele ruiten. De stukken
jjzer weiden tot op een afstand van zelfs 900
Meter weggeslingerd. Persoonlijke ongelukken zijn
hierbij gelukkig niet voorgekomen.
Overpluatsingen.
De opperbevelhebber van land- en zeemacht,
generaal Snijders, zond aan «De Soldatenkrant"
het volgende schrijven
«Bij mij komen tal van verzoeken in om rui
ling van standplaatsen tusschen militairen onder
ling, sommige daarvan met instemmend advies
der betrokken autoriteiten.
«Ten bewijze welken omvaDg deze beweging
reeds heeft verkregen, strekke, dat in elke solda-
tencourant in die van 15 November jl. niet
minder dan 27 oproepingen voorkomen van
militairen, die een rang- en wapengenoot zoeken
om mede te ruilen, niet zelden onder aanbod van
geldelijke vergoeding.
«In verband hiermede breng ik onder de aan
dacht van autoriteiten, dat door de ruilingen en
daaruit voortvloeiende verplaatsingen, het verband
der afdeelingen, voortspruitende uit de localisee-
ring der militie en ontwikkeld door de eerste
opleiding en den voortgezetten dienst, wordt ver
broken de plaatselijke bekendheid der betrokken
personen verloren gaat en noodelooze administra
tieve beslommeringen worden veroorzaakt.
«Het ruilen tegen geldelijke vergoeding verschaft
bovendien een voorrecht aan de meer bemiddel
den, die zich op die wijze voor geld kunnen ont
trekken aan nadeelen en bezwaren, welke ten
slotte alleen de onvermogenden zouden treffen.
«Mitsdien wordt door mij bepaald, dat over
plaatsing bij ruiling alleen bij hooge uitzondering
zal geschieden, wanneer daarbij gewichtige be
langen van niet persoonlijken aard zijn gemoeid
en die van den dienst daardoor in geen enkel
opzicht geschaad worden."
Kerst- en Nieuwjaars verlof.
De opperbevelhebber van Land- en Zeemacht
heeft de volgende order uitgevaardigd
Daar bet niet mogelijk is alle militairen in de
gelegenheid te stellen de aanstaande feestdagen
(Kerstmis, Oude en Nieuwjaar) in hunne gezinnen
te doen doorbrengen, wordt door mij ter tege.
meetkoming hieraan het volgende bepaald
Aan ieder militair, die in het tijdvak van I
December tot en met 2 Januari a.s. op zijn beurt
met verlof gaat volgens de regelen, door mij vast
gesteld bij order van 24 September 1914, B. L.
no. 4790, kan éénmaal in genoemd tijdvak twee
etmalen langer verlof worden verleend, dan vol
gens genoemde regelen het geval zou zijn
Van deze genoemde bepaling zijn uitgezonderd
a. zij, aan wie in genoemd tijdvak ingevolge
bijzondere beschikking van den minister van
oorlog of van mij een buitengewoon verlof (of
verloven) van larigeren duur (of gezamenlijken
duur) dan vier dagen mocht zijn of worden ver
leend
b. zij, die wegens vervalschirg van vrijbiljetten
voor vervoer per spoor zijn gestraft geworden.
Ik behoud mij voor, bovenstaande gunstige be
paling op elk oogenbiik in te trekken, waarop
de tijdsomstandigheden en het belang van den
dienst zulks mochten vorderen. Bovendien zijn de
korpscommandanten en hoogere autoriteiten ge
machtigd bij de uitvoering van bedoelde bepaling
zoodanige beperkingen toe te passen, als door de
eischen van den dienst of de veiligheid bepaal
delijk gevorderd worden.
Rogge.
De onderstaande circulaire van deD Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel is gericht
aan de burgemeesters d.d. 21 Nov. 1914
Ik heb de eer uwe aandacht te vragen voor
de navolgende opmerkingen, die echter alleen
betreffen die gemeenten, waarin tot nog toe, het
roggebrood, gebakken uit gebroken rogge, volks-
voedsel is.
Toen, tengevolge van den oorlog, de aanvoeren
van rogge uit Rusland, de Zwarte Zee landen
enz., gestaakt werden, bleef slechts Noord-Ameiika
over als het land, waaruit dit product betrokken
zou kunnen worden. Rogge wordt echter in
Noord-Amerika nog geenszins in die mate ten
uitvoer aangeboden, als tarwe, en het is dus te
voorzien, dat prijsverhooging zal intreden, naar
verhouding grooter dan die van tarwe. Inderdaad
is op dit oogenbiik de prijs van rogge, aange
voerd in Nederland, reeds ongeveer gelijk aan die
van tarwe.
Een en ander zal m. i. indien de oorlog
voortduurt moeten voeren tot eene verande
ring van de broodsoort in die gemeenten, waar
voornamelijk gebroken roggebrood verbruikt
wordt, Wanneer de voorraad inlandsche rogge,
welke onlangs overal door de burgemeesters aan
gekocht werd, uitgeput geraakt, zal tarwebrood
de plaats moeten gaan innemen van roggebrood.
De prijs toch, beneden welken roggebrood dan
niet zal kunnen worden geleverd, zal veroorza
ken, dat dit artikel buiten het bereik van de
meeste gebruikers zal gaan vallen, althans, naar
het mij voorkomt, hooger zal worden dan van
tarwebrood.
In verband met deze omstandigheid, geef ik u
in overweging te bevorderen, dat thans reeds
worde overgegaan tot vermenging van de inland
sche gebrokken rogge met buitenlandsch tarwe
meel, ten eiride langzamerhand te kunnen komen
tot eene geheele vervanging van het roggebrood
door tarwebrood.
Hierdoor zal worden bereikt dat, wanneer een
maal noodzakelijkerwijze tot deze algeheele ver
vanging zal moeten worden overgegaan, de ver
bruikers gelegenheid zullen hebben gehad zich
geleidelijk aan den nieuwen toestand aan te
passen en van dien overgang dus zoo min moge
lijk hinder zal worden ondervonden.
Ry kspostspaurban k
Men schrijft ons
Zooals bekend is beeft het Koninklijk Besluit
van 3 Aug. 1.1. bepaald, dat de Dirictie der Rijks
postspaarbank de terugbetaling van aangevraagde
gelden langer dan 14 dagen, desnoods tot G maan
den toe kon uitstelleD. De Directie heeft van die
bevoegdheid slechts een matig gebruik gemaakt
en, waar het noodig was, de terugbetaling zeer
bespoedigd. In verband hiermede werd door post
ambtenaren dikwijls aan inleggers, die een spoe
dige terugbetaling wenschten, den raad gegeven
de reden van den aanvraag aan den Directeur
der Rijkspostspaarbank mede te deelen.
Aangezien in de tegenwoordige tijdsomstandig-