voor Schiedam Omstreken.
f
sbUzcJI!)
De Oorlog.
Onder het schrikbewind.
Gratis Ongevallenverzekering
37ste Jaargang.
Vrijdag 27 November 1914
No. 11091
oTereeüomstig or de polis vermelde voorwaarden.
Ppn bö TerHes f 1 C
Buiten landsch Nieuws.
FEUILLETON.
Bureau: Boterstraat 50. Teief. 85. Postbus 89.
Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand
50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent.
Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën
1—6 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal
berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor
herhaaldelijk adverteeren.
levenslange f O f) ff verlies van
geheele E I i g een hand,
invaliditeitI LUU voet of oogI y I f QJ y een duim
I)e verzekering wordt gewaarborgd door de Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank, gevestigd te Schiedam.
b\j verlies
van
by
verlies van
eiken ande
ren vinger.
Van het Westelijk oorlogsterrein valt ook heden
niets te vermelden.
Het Fransche communiqué spreekt van artil
leriegevechten in de omgeving van Atrecht. Aan
de Aisne hebben de Duitschers een aanval op
het dorp Messj ondernomen. De aanval werd met
ernstige verliezen voor de Duitschers afgeslagen.
Ten Westen van Soudin maakten wij eenige
vorderingen.
Het Duitsche hoofdkwartier meldt
In de streek tusschen St. Hilaire en Soudan is
een aanval der Franschen, die met een groote
macht was ondernomen, maar zwak werd uitge
voerd, met zware verliezen voor den vijand afge
slagen.
Bij Apremont hebben wij vorderingen gemaakt.
De »Lokal Anz." verneemt uit Genève
De gisteren voortgezette poging van de onder
generaal Fock staande troepen, tusschen de kust
en Yperen, om de voorbereiding van een groote
actie door de Duitsche genietroepen te verhin
deren, bleven opnieuw zonder succes. De in het
Fransche communiqué vermelde z.g. terreinwinst
tusschen Langemarck en Zonnebeke komt bij het
eventueele doorbraakplan in het geheel niet in
aanmerking. De belangrijke Duitsche vorderingen
in de omgeving van Verdun hebben het Fransche
legerbestuur genoodzaakt om nieuwe maatregelen
te treffen, om de uit 't Noordwesten oprukkende
Duitschers zooveel mogelijk op te houden. Op het
gisteren bij Bethincourt plaats gehad hebbende
gevecht, zuilen, naar de militaire bladen aannemen,
dezer dagen verdere botsingen volgen. Ten einde
de uitwerking van de veroverde zware kanonnen te
beproeven, hebben de Franschen Arnaville, bij
Pont a-Mousson gebombardeerd. De militaire criti
cus kolonel Rousset legt den nadruk op den geest,
waarvan het dappere Duitsche offensief op het
geheele ooriogstooneel blijk geeft en zegt, dat
'ieden, die vandaag naar vrede haken, er niet zoo
uitzien.
Aan de »Times" wordt uit Noord-Frankrijk
gemeld,dat de aanval op Driegrachten,door den vijand
met een groote overmacht ondernomen, met zware
Duitsche verliezen is afgeslagen. Wij hebben bo
vendien eenige loograven in de buurt van Steen-
straate met een bajonet-aanval vermeesterd. De
'ijand is uit het dorp zelf verjaagd en is lang
zaam moeten terugwijken in zuidelijke richting.
Bij een algemeenen aanval over het front van
Zillebeke tot Meene hebben wij den vijand ge
makkelijk kunnen terugdrijven, waarbjj hij zware
verliezen heeft geleden.
Op een ander punt zijn onze voorposten aan
gevallen, doch de Duiischeis hebben er daarbij
zoo duchtig van langs gekregen dat de aanval
niet is doorgezet.
Een Beiersche compagnie heeft zich, meer naar
't Zuiden, aan de Franschen overgegeven, terwijl
onze bongenooten vorderingen hebben gemaakt
bij St. Eloi.
Er blijft een uitstekende geest onder onze man
schappen heerschen. Er wordt in deze koude
dagen veel gevoetbald onze mannen hebben het
zelfs gespeeld binnen het bereik van de Duitsche
artillerie. De lansen van de uhlanen hebben als
doelpalen dienst gedaan.
Van het Oostelijk oorlogsterrein wordt uit Ber
lijn megedeeld
In Oost-Pruisen is de toestand niet veranderd-
In de gevechten, geleverd door de troepen van
generaal van Mackensen bij Lodz en Lowicz,
hebben de Russische eerste en tweede legers en
en een deel van het vijfde leger zware verliezen
geleden. Behalve vele dooden en gewonden ver
foren de Russen niet minder dan ongeveer 40.000
niet-gewonde gevangenen, 70 kanonnen, 160 mu
nitiegeweren.
Honderd zes en vijftig machinegeweren maakten
wij buit. Onze troepen maakten 30 kanonnen van
den vijand onbrnikbaar.
Dat het, niettegenstaande deze behaalde voor-
deelen, nog niet is gelukt tot een beslissing te
komen, is te wijten aan het optreden van nieuwe
sterke vijandelijke strijdkrachten uit oostelijke en
zuidelijke richting.
Uit Petrograd seint men
In den slag bij Lodz, die voortgaat zich te
ontwikkelen, blijft het voordeel aan onze troepen.
Pogingen door de Duitschers ingesteld om den
terugtocht hunner legerkorpsen, die in de rich
ting van Breziny waren voortgedrongeu, te ver
gemakkelijken, zijn mislukt; zij bevinden zich
ttians in de omstreken van Strykofï in voor hen
zeer ongunstige omstandigheden.
Op het Oostenrijksch front heeft ons optreden
succes gehad en hebben wij in de gevechten van
25 dezer bijna 800Ü krijgsgevangenen gemaakt,
met inbegrip van twee regimenten met bevel
hebbers en officieren.
Van het Oostenrijksch-Servisch front vernemen
wij uit Weenen
Omirent de gevechten aan de Koloebara valt
sedert gisteren een bepaalde vooruitgang op te
teekenen. In het centrum van het vijandelijke
front is de sterke stelling bij Lazartsj door de,
door hun durf roemvol bekend staande regimenten
11, 73 en 102 stormenderhand genomen. Hierbij
zijn 8 officieren en 1200 manschappen gevangen
genomen, alsmede 3 kanonnen, 4 munitiewagens
en 3 mitrailleurs buitgemaakt. Ook ten zuiden
van het stadje Ljig gelukte het, de oostelijk van
de gelijknamige rivier gelegen hoogten te nemen
en 300 man krijgsgevangen te maken. De van
Valjevo zuidwaarts opgerukte colonnes staan voor
Kozjerici.
22)
De koning zelf was in zijn kabinet en wachtte
nog altijd op den maire van Parijs.
Eindelijk werd de komst van Pétion gemeld,
was vergezeld van Röderer, den procurator-
syndicus van het departement. De twee heeren
kwamen van het stadhuis, waar de commune.
Waarin de roodste Jacobijnen de meerderheid
Vormden, reeds bjjeen was.
Toen Pétion en zijn gezel het kasteel plein be
traden en daar de soldaten opgesteld zagen en
toen door de corridors der Tuillerieën gingen,
Waar een aantal Zwitsers en edelen zich ver
drongen, werden de twee vertegenwoordigers der
commune wel een beetje ongerustde gedachte
kwam bij hen op, dat zij in een zeer bedenke-
lijken toestand verkeerden. Toch lieten zij niet
bljjken bevreesd te zijn voor het dreigende ge
vaar, dat hen omringde.
Maar de maire had ook geheel en al zijne koel
bloedigheid noodig, want tot de anti chambredes
konings moest hjj tusschen de rijen def edelen
«n Zwitsers; men wees hem met verachtelijke
BELGIë.
In de Belgische Kempen.
Men schrijft ons uit Turnhout
Ernstige dagen beleven wij. Over den toestand
in deze streken schreef ik u reeds voor eenige
dagen thans is daarin op sommige plaatsen een
gebaren aan, spuwde voor zijne voeten en be-
leedigde hem met woorden.
Men liet hem ongehinderd verder gaan, want
men wist dat de koning naar hem gevraagd
had.
Toen Pétion in de anti-chambre kwam, welke
opgepropt was met staatsbeambten,en edellieden,
zoodat hij moeite had om vooruit te komen, trad
eensklaps Mandat, de aanvoerder der Nationale
Garde hem in den weg en zeide
Ha, zijt gij eindelijk hier, mijnheer Pétion
Hoe komt het toch dat de administrateurs van
de stedelijke bureaux het uit Marseille naar Pa
rijs gestroomde gepeupel een groot aantal pa
tronen liet uitreiken, terwijl ik voor mijn volk
zoo goed als niets kreeg slecht twee patronen
per man,
Pétion zag den vrager kalm aan. Hij wist
dat de koning de Nationale Garde wantrouwde
en daarom bevolen had elk man der garde slechts
drie patronen te geven, terwijl elk Zwitser er
veertig had.
Hij werd dus door de vraag van Mandat niet
in de war gebracht.
Ik liet op de Tuillerieën brengen wat de
koning gevraagd had niet meer of niets minder,
antwoordde hij
De koning! riep Mandat. Nu ja, de koning,
maar waarom gaaft ge niet meer patrouen toen
ik er om liet vragen
Vergeef mij, zeide Pétion, dat kwam om
dat gij;er niet volgens voorschrift om gevraagd hebt.
kentering ton kwade gekomen. Vrijdag Zaterdag
en Zondag waren dagen van groote spanning. Wij
weten niet wat er gaande was, dat onder de
Duitsche militairen in den omtrek zooveel activiteit
aan den dag werd gelegd.
In den killen winterwind heb ik het opnieuw
aangedrufd met de velo erop uit te gaan, zorg
vuldig verbergend dat mijn tochtje een inspectie
route moest wezen voor de gazette in Holland 1
.Want de Duitschers zijn onverbiddelijk en wee
den ijournalist, die Jvan hunne daden in ons va
derland klappen gaat naar buiten. Hij keere;niet
weer, tenzij hij verzekerd is, dat men hem niet
kent.
Vrijdag en Zaterdag was het langs den grooten
weg naar Herenthals en naar Lier een groote be
wegelijkheid van Duitsche voertuigen. Twee
paarden trokken een wagen waarop wol,
vachten van schapen, matrassen, ijsmutsen enz
enz. wanordelijk door elkaar lagen. Er waren er
twintig van deze wagens. Waar de buit vandaan
kwam is niet te schatten. Het waren alle oude
spullen, die vermoedelijk reeds voor de Kempen
bezetting gediend hebben.
Zaterdag was het een algemeenen trek van
soldaten naar het Zuid-Westen. Ze schenen naar
Leuven te marcheeren, vanwaar ik Zondag vernam,
dat er inderdaad vele jeugdige soldaten zijn aange
komen, die echter nog denzelfden dag verder zijn
getransporteerd met een trein over Brussel. Uit
de richting van Luik passeerden Zaterdag te
Leuven lange ambulance-treinen onder ge
leide van slechts enkele manschapen. Een even
lange trein was pas uit het Westen hier aange
komen met, naar schatting, 200 dooden en ruim
600 zwaargewonden.
Merkwaardig is dat onder deze dooden twee
Fransche luitenants waren, genaamd Broca en La
Galae. Zij werden in een afzondelijk graf begraven
op het kerkhof te Leuven. De Duitsche dooden
werden nog denzelfden dag verder naar het Oos
ten vervoerd.
Ik had gelegenheid te Herenthals met een jong
Duitsch luitenant te spreken, die bij een zijner
familieleden ter plaatse in kwartier lag. De man
had de sKölnische Zeitung" van 23 November op
zak en was in de wolken over de «groote neder
laag" die de Russen tegenover von Hindenburg
geleden hadden.
Op mijn vraag, hoe lang hij dacht, dat de
Belgische Kempen zouden bezet blijven, kon de
luitenant mij voor de naaste toekomst weinig
hoop geven. »De winter zal er mede gemoeid
zijn", nu eens minder dan meer militairen. Ik
wees er op dat de nood zoo groot is en de hulp
niet toereikend. Maar de luitenant achtte den
toestand nog niet zoo heel erg.
Intusschen nijpt de armoe in vele gezinnen.
Vooral meel, zout en petroleum ontbreken of zijn
alleen voor de gegoeden te verkrijgen. De soldaten,
die in de meeste dorpen uit de militaire keuken
eten, hebben overvloed. Dagelijks wordt aan de
armste inwoners nog veel voedsel verstrekt. Het
graan komt in automobielen hier aan en moet
Watriep Mandat toornig. Het bevel moet
van u uitgaan. Waarom deed gij het niet
Gelukkig voor den maire, riep de dienst
doende kamerheer juist zijn naam.
Mandat maakte grommend voor hem plaats
en Pétion ging het kabinet des konings
binnen.
Hij bleef nauwelijks vijf minuten met Lodewijk
alleen.
Het is mij nooit bekend geworden wat beiden
zeidenuit latere mededeelingen van Pétion is
alleen gebleken, dat de woorden des konings hem
uitermate verbaasd hadden en dat hij ze niet
begreep.
De zaak was overigens zeer eenvoudig
De koning sprak met den maire in halve woorden
en als met iemand die een groote som zou ont
vangen, om in het belang van het koningschap
werkzaam te zijn hij wachtte er met ongeduld
op, dat Pétion den wijsvinger aan het rechteroog
zou brengen, en toen dit niet gebeurde, vermeed
hij het duidelijker uit den hoek te komen.
Lodewijk wist niet dat hij door zijn hoveling
was bedrogen, die de tweehonderd franken had
ontvangen om ze aan Pétion te geven. De ellen
deling was gevlucht.
Pétion die dus van niets wist, begreep daarom
den koning nietdeze was echter overtuigd dat
het plan mislukt was.
Röderer trad den tuin binnen gevolgd door een
deurwaarder der Nationale Vergadering, die hem
een brief bracht, waarop Pétion zoolang in de
door de molenaars kosteloos worden gemalen.
Aardappelen komen gedeeltelijk uit Duitschland,
voor een ander deel worden ze hier opgekocht.
De boeren geven ze af voor 5 fr. de H. L.
Op den terugrit naar Turnhout hadden wij een
klein avontuur. Tusschen Vosselaat en Thielen,
waar de weg over het riviertje de Ra loopt, ston
den twee militaire auto's, geheel in elkaar ge
drukt en vernield langs den weg. Acht militairen
stonden er naar te zien en poogden wanhopig de
wagens weer in orde te brengen. De militaire
reparateur moest erbij te pas komen en die was
in Turnhout.
Toen ik wilde passeeren zonder af te stappen
werd »halt" gecommandeerd. Ik voldeed aan hun
verlangen en greep reeds naar mijn pas. Maar...,
die had ik niet meer. Verloren Ik wist het niet,
Ik zeide dan een Hollander te zijn, maar dat
baatte mij niet. Mijn velo hinderde hen en boven
dien moest ik een pas kunnen toonen. Ik gaf
mijn naam op, opdat zij informaties zoudeD kun
nen nemen. Een van hen nam mijn rijwiel af,
reed erop naar Turnhout en kwam na een uar
terug. Men liet mij evenwel niet gaan. In hun
gezelschap moest ik mee terug naar Herenthais,
waar ik den nacht doorbracht in... een donker
hok. Van dat hok kan ik alleen zeggen, dat het
vuil was en haast zonder ventilatie. Geslapen heb
ik natuurlijk niet. Daags daarna te 10 uur werd
ik onder duizend verontschuldigingen in vrijheid
gesteld.
De Belgische neutraliteit.
Van Duitsche zijde komen voortdurend berichten,
die moeten aantooneu dat Engeland en Frankrijk
;n geval van een oorlog met Duitschland de neu
traliteit van België zouden hebben geschonden,
om daardoor het schenden van Belgies neutrali-
door Duitschland te motiveeren.
Volgens de »Berl. Lokal Anz." heelt het Duitsche
legerbestuur onlangs te Sedan een aantal mobili
satie-kaarten gevonden, die een nieuw bewijs
leveren voor het feit, dat Frankrijk reeds sinds
jaren was besloten, den revanche-oorlog met een
schending van de Belgische neutraliteit te begin
nen. Ook heeft de oorlogskans den Duitschers een
dusdanig bewijsstuk in handen gespeeld voor de
medeplichtigheid van Engeland aan dit plan, dat
voor het Belgische koninkrijk zoo noodlottig is
geworden. Bij de gevechten bij Mons op 24
Augnstus 1.1. heeft men in het ransel van een
zwaar gewonden Eugelschen officier verscheiden
stafkaarten van België gevonden, en blijkt uit het
opschrift daarvan, dat zij in de jaren 1909 en
1912 in het Engelsche ministerie van oorlog wer
den vervaardigd. Deze kaarten zijn in militair op
zicht zeer nauwkeurig bewerkt en zij zijn voorzien
van belangrijke opgaven in de Engelsche taal voor
de wijze van oorlogvoeren. Zij getuigen er allen
van, dat Engeland reeds sedert jaren niet slechts
met een bepaald doel voor oogen voor Belgisch
kaartenmaterieel jhad gezord, doch ook dat het
gebied van zijn «neutrale" bescherming uit een
militair oogpunt grondig en stelselmatig heeft be
studeerd. Al deze kaarten zijn gemerkt«For
stemming van een ter dood veroordeelde had ge
wacht.
Hij stond op, nam het papier aan, doorliep het
vlug in den maneschijn, wendde zich tot den
officier en zeide: De koning wil mij zien, maar
ook de Natioaaie Vergadering, wees zoo goed,
mijnheer de kening te zeggen, dat ik onder zulke
omstandigheden voor alles den wil der natie moet
gehoorzamen.
Hij boog en ging met opgeheven hoofd uit den
tuin. Op een wenk van Pétion ging de deur
waarder hem voor. Ongemoeid verliet hij het
kasteel, want niemand waagde het zich tegen den
wil der Nationala Vergadering te verzetten, die
wellicht de laatsteyoevlucht tot het hof kon worden.
Röderer en de officier keerden naar de boven
vertrekken van de Tuillerieën terug.
Omstreeks denzelfden tijd bereikte de vicomte
de Fonteile de poort van het kasteel.
Hij werd binnengelaten, steeg van zijn paard
en begaf zich terstond naar binnen.
In de galerij naast het billardsalon ontmoette
hij bekendenonder dezen bevond zich Parvis.
Toen deze den bleeken Leon zag, "trad hij op
hem toe en reikte hem de hand.
Gij zijt een weinig te laat, mijn vriend, zeide
hij, sarcastisch lachende, doch dat doet niets ter
zake, want gij hebt er niets mede verzuimd, wij
wachten nog altijd op de dingen die zullen komen
Die vervelende onzekerheid, onze dapperen zullen
moede worden als het nog langer duurt
Wordt vervolgd).