Dagblad voor Schiedam en Omstreken. TWEEDE BLAD. ibUz^i m Van den oorlog. Onder het schrikbewind. Gratis Ongevallenverzekering f1f]f]f] i 3781e Jaargang Zaterdag 28 November 1914 No. 11092 j?fifi| bö Terlies rl r FEUILLETON. Gemengd Nieuws. oTereeniomstig op de polis femelde yoorwaariei, (J U 0 Uit de Pers. Bureau: Boterstraat 50. TeM. 85. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden ƒ1.50, per week 12 cent, per maand 50 ct., franco p. post ƒ2.p. kwartaal. Afzonderlijke nummers 2 cent. Advertentiën: Familieberichten 20 ct. per regel; Handelsadvertentiën 16 regels 92 ct.elke regel daarboven 15 ct. 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 35 ct. p. regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. De verzekering wordt levenslange geheele invaliditeit gewaarborgd door de b*j verlies van een hand, voet of oog Hollandsche Algemeene bil dood V erzekeringsbank, bü verlies van een duim gevestigd te Schiedam. bü verlies van eiken aiide- ren vinger. II. Van den beginne af huiverde 't ons door de ziel bij elk bericht van den krijg. De oorlog met z'n woede en haat en z'n ongebreid< 1de harts tochten. En nu vooral scheen het oris toe of in den meest modernen krijg van de hoogst be schaafde natiën, het laagste in den mensch het meest tot uiting kwam. Van wat al gruwelen spraken ons de eerste berichten. Van den oorlog was de herinnering ons bijgebleven alleen van lang geleden. En wat we van de overlevering bewaarden, was 'n wreed en akelig beeld. Maar toen kwam de werkelijkheid. En die werkelijkheid overtrof in schrikkelijkheid al 't geen er leefde in ons geheugen. En uit al de weerzinwekkende bizonderheden, die achter eenvolgens tot ons kwamen, rees Mars voor ons op in zoo'n ondenkbaar wreede gestalte als onze fantasie hem nooit had uitgebeeld. En wat 'n pijn voor ons, Katholieken, dat de donkerte van oorlogswee vooral neerviel op de priesters en de vernielingsellende over onze kerken En ons katholiek gevoel kwam in opstand tegen de oorlogsfurie, die zóó het menschelijk en God delijk recht met voeten trad en de beste en heer lijkste kerken onherstelbaar verwoestte. Doch ook dit is de les der historie. Immers, in aile dagen van verwoesting, die kwamen over Europa, ging een schat van schoon heid te loor en zoo menige heerlijke getuigenis van 't aloude geloof. En ook nu kon het niet anders. Waar het brutale geweld aan het woord is en de laagste insticten van het volk onbedwongen oplaaien, is het geen wonder, dat men aan 't ver nielen slaat. En waar men vernielt valt men lie ver aan op een rij paleizen dan op de schamele woningen in een achterbuurt. Vernielzucht kiest altijd, wat 'n ander het dierbaarst is. Maar bovendien. Hier strafte de cultuur zich zelve. Sinds lange jaren heeft men het volk gedemo- kratiseerd in den slechtsten zin en het hoogere en bovennatuurlijke in hem uitgerukt. En kan het dan ten leste bevreemden, als die leer zich praktisch gaat uitspreken bij de eerste gelegen heid en de lang aangeblazen haat tegen hoogere standen en 't kapitaal opeens oplaait in al z'n geweld. Bij zoovelen was verdwenen de eerbied voor het eeuwige en heilige en elk Godshuis was niets meer dan een verouderd monument van domheid en bijgeloof. En de bedienaren van den godsdienst, ze waren slechts even zoovele rem schoenen bij de paradepas der moderne beschaving. Nu kwam duidelijk uit, wat 't meest in den weg stond en tot hun verbazing en ontsteltenis zagen vele leiders de consekwentie van een cultuur zonder christendom, die ophief alle wetten van 23) Hoe was het in de stad, vicomte Ik zag op mijn weg veel volk samenrotten, antwoordde Léoneenige wilden mij zelfs aan houden, waardoor ik genoodzaakt was een halt dozijn kerels omver te rijden om mij met degen en pistolen doorgang te verschaffen- Jammer dat ik er niet bij was! bromde de ridder. Maar ik breng'een slechte tijding ik heb het Mandat reeds medegedeeld het detache ment der Nationaie Garde, dat bij de Pont-Neuf was opgesteld, heeft zijn post verlaten toen ik er voorbij kwam was er niemand meer. Een geroep van verbazing ging onder de edel lieden op. Dat zal den koning nog meer ontmoedigen, bromde Parvis in zichzelven. Gij ziet, zeide Léon tot hem, dat mijne vrees niet ongegrond wasEn de artillerie van het kasteel is niet beter. Dat men ze dan uit het kasteel zette I riep de ridder. Wij hebben hier alleen menschen noodig die hun leven durven wagen. ïecht en geweten en spotte met Goddelijke en menschelijke wetten. Maar voor ons ligt daarin nog iets hoogers. Van Christus' tijden at tot nu toe en tot het einde der dagen blijft de Bruid van Christus de H. Kerk veracht en gehaat bij de vijanden van Christus' Kruis. Dat is altoos zoo geweest en zal altoos zoo blijven. »Gij zult gehaat wezen bij allen om mijnen Naam" Math. X 22. Zij im mers neemt de plaats in van den Meester. En op haar dan ook zullen vallen aanhoudende slagen. En waar dan ook de ure der beproeving aanbreekt voor zoovele landen en natiën, zal ook de Bruid van Christus niet vrij uitgaan, doch zullen Herodes en Pilatus, die immer voortleven, de dagen der verwarring misbruiken voor hun onrecht en geweld. Lr. de geschiedenis is niets nieuws, ook dit niet En vandaar dat het ons, Katholieken, wel be droeft., maar niet verwondert. Neen, eerder stevigt het in ons het geloof. Als de Kerk uit zich zelve is, zouden we met een variant op het woord van Gamaliel kunnen zeggen, zal ze uit zich zelf teniet gaan, doch zoo ze uit God is, dan zal ook dit niets tegen haar vermogen. En aan ons is de historie en de beloften. Maar toch zijn we bedroefd om den smaad en het onrecht de Bruid van Christus aangedaan en ook daarom bidden we»Van den geesel des oorlogs, verlos ons, Heer". K. I>o Middenstand en de Oorlog. Dt heer Meeuw'sen bespreekt in het -orgaan van den Middenstandsbond de gevolgen van den huidigien crisis voor den middenstand. „Waaruit moet straks de landWeefpHchtigte mid denstander zijn belastingpenningen putten, als hij door starre bureaucrati© weerhouden wordt, naast het vervullen van zijn militairen pii.-.lrt, enkele uren per dag' zijn maatschappelijke taak als zo. leenman waar te nemen in het belang: van vrouw en kinderen en... van den fiskus?" vraagt de' héér Meeuw sen. ..Dp middenstanders*, wel'lce niet I and wee rpi r. h tig zijn, hebben al naar gelang van bet vak, dat zij uitoefenen gjeen reden zich over oe harte lijke zorgen der autoriteiten te verheugen. Inte gendeel de a&g van de- reglee'ring voor de bedreig de belangen van den middenstand en voor het terugwinnen van de ontzettende verliezen, welke hij heeft gpleden en nog bij voortduring1 lijdt, blijkt niet bijster glooit te zijn. Een paar voor beelden. Bij de maatregelen door de regeeriog1 genomen, om speculaties met prijzen van enkele voedings middelen te voorkomen, heeft de regeering zeil ingevoerd, zooals b.v. het artikel maïs. En wat ziet men gebeuren, zonder eenige verdedig bare reden, wordt bij het vorkoopen dezer re- geeringis-inaïs de graanhandel uitgeschakeld en alles teg'en een vastgestelden prijs toegewezen aan coöperaties van landbouwers en veehouders. Kom heeren, zei de heer d'Astoque, laat ons de twijfelaars moed inspreken en hun plicht voor oogen houdeu. Alle edellieden gingen heen' behalve de vicomte en Parvis. Dat zal weinig baten liep laatsgeuoemde spottend, toen zij vertrokken waren. Die heeren gelooven nog aan de Nationale Garde en zien niet dat wij het zijn, die ons hier moeten laten dooden. ■'tis dikwijls een moeilijke zaak, die plicht; maar het zij zoo. Gij zijt dus reeds slaags geweest mijn vriend, vervolgde hij daarom zijt gij zeker zoo bleek en opgewonden. Gij weet, antwoordde Léon, waarom ik naar het paleis Chimay moest. Ik had al mijn over redingskracht noodig en ook de prins moest alles in het werk stellen om comtesse de Beaumont van haar plan af te brengen zich ter beschikking van de koningin te stellen. Gij begrijpt, dat ging zoo vlug niet. Arme comtesse, zeide Parvis. Ik begrijp, zij stond er op om met u te sterven. Ik acht er haar te hooger om. Maar wat zal zij nu doen. Blijft zij te Parijs NeeD, nog dezen nacht zal zij trachten naar Normandië terug te keeren, vergezeld door haar oom en den prins, die weer naar Engeland gaat. Ik hoop dat dit zal gelukken, want de prins had goede voorzorgsmaatregelen genomen. Gelukkig I riep de ridder, zichtbaar verlicht bijna vroolijk, Nu hebben wij hier de handen Fn wat doen deze heeren, zij bieden door middel van een Ciommissionnaiv, zo-oals in de .dagbladen vernield wordt, deze maïs- aan k:>:én- klpopers te koop aan met f50 winst per 1000 Kg., waarlijk een zoet winstje, dat op deze wijze ten kloste van den middenstand door de re-gcc- ge is ring' aan, die coöperaties in hun kas »wl schonken. Het gevolg' van deze schelmerij- echter, dat door eenige graanhandelaren in Fries land een klacht werd ingediend bij1 den minister van Landbouw. Wij weten echter niet, welke maatregelen door de regeering: genomen worden, r-m herhalingen van deze praktijken te voorün- men. Het mooist van alles is echter nog de wijze, •waarop de minister van Financiën gemeend hoeft eer. oplossing te vinden om de dekking der1 kos ten voor de oorlogskosten te verkrijgen. Als men iets moest uitdenken om een oud program van de sociaal-democraten uit te voeren, n], om den middenstand zoo- snel mogelijk te doen ster ven, had men geen beter middel kunnen vin den. Alle lasten om de- door den minister voor- gestélde leening met de rente af te lossen wor den voor het grootste deel op de schouders van den middenstand gelegd, terwijl -ook de minst kapitaalkrachtige arbeider, door de opcenten op ■Ie cccijnsen, enz. mee moet helpen gtedarende een. lange reeks van jaren, -o-m de kosten van de mobilisatie te betalen. Of daardoor de storing in het maat schappelijk even nog ontelbare jaren wordt verlengd, en de terugkeer tot den normalen toestand in ver verschiet zal geraken, schijnt de minister nier overwogen te hebben". S-om- '0-ja- At is d a ad? Donderdagmorgen werd te molsdijk dood te haren huize gevonden de rige T K. weduwe van M. v. d. D-. Daar er redenen waren om te twijte'en of genoemde wel eens natuurlijke dood was gestor ven, vooral met het oog' op het feit dat zij door de bij haar inwonende z,oon, wanneer «.©ze dron ken was, dikwijls werd mishandeld, wem door den hulp-officier van Justitie oen onnerzoek naar de doodsoorzaak in-gbstekl. Het lijk werd Vrijdag naar Rotterdam gezonden om aldaar gerechtelijk onderzocht te worden. Een zon de tli n ge ver g i s s i n g. Diin.-,dag- morgen om 8 uur werd in de parochiekerk te Ge inert een uitvaartdienst gehouden voor zeke ren Kems, verpleegde in het gasthuis xe Getrvert en aldaar verleden Zondag overleden. Na den kerkdijken dienst en de inzegening van het lijk, werd do dood© grafwaarts gedragen. Den dood graver met de teraardebestelling belast, viel het -op, -dat de -overledene zoo bijzonder licht was. Zoo'n lichten doo-de had hij nog nooit to rusten gelegd. Argwaan g'reep hem aan, de kist word vrij en bezit ik in u een krachtig medestrijder, niet waar Ik zal mijn plicht doen, en meer dan dat, antwoordde Leon. En waarom zou het niet moge lijk zijn dat het ons gelukt ons uit dezen muizen val te redden, indien hier voor ons niets meer te doen valt 1 Dan ga ik naar het legerdat is de wensch van Virginie en ook de mijne. De hemel zegene de- comtesse daarvoor I riep Parvis. Vele uren gingen voorbij, zonder dat men op het kasteel nog iets van een naderend gevaar ge waar werd. Wel bleven de klokken nog steeds luiden, maar het scheen dat het volk er weinig of geen gehoor aan gafen in elk geval was er in de buurt van de Tuillerieën nog niets te zien. Het hof begon weer te hopen. Een andere omstandigheid had echter de onrust van den koning en diens aanhangers opnieuw gaande gemaakt. Kort voor dat het den maire de Pétion gelukt was uit de Tuillerieën te ontsnappen was Mandat door de commune naar het stadhuis ontboden om daar te zeggen welke maatregelen hij getroffen had voor de veiligheid der hoofd stad. Hij vermoedde dat hij zich zou te verant woorden hebben wegens de genomen maatregelen ter bescherming van de koninklijke familie, en daar hij niet wist dat in de municipaliteit de Jacobijnen binnen weinige uren de overhand hadden verkregen, zoo meende hij dat men zijne rechtvaardigheid zou billijken en aarzelde daar om niet aan de vraag gehoor te geven, vooral geopend en jawelze was ledig. Dat do .cjrïstanders vréémd te kijken stonden, behoeft niet verhield. Het raadsel was spoedig opgelost Men had in 't'glaislijhuis een der reeds gereedstaande lijkkisten meegtegteven, maar de echte laten staan, 't Geval verwekte heel wat opspraak. ('a-Hert. ft.) Een meisje-soldaat. Een Fiansch meisje, Ma tie Louise Dubois heeft «Ie „medaille mili taire" gekregen voor1 op het slagveld betoonde dapperheid. Twee dagten lang was reeds ergtens in de Vogeezen, een bloedigte strijd aan oen gang'. Op het einde van -den tweeden dag wérden een aantal gewonden gevoerd, naar 'n dorp, dat eenige mijlen achter de vuurlinie lag;. Een d-ode-jjn ge- wonde soldaat, werd binnengebracht ia een hut bewoond door' de achttienjarige Marie Louise en haar moeder. De soldaat had nog maar eenicc 0 ogenblikken te leven en het meisje lag dien nacht weenend neergeknield bij zijn sp-omoe. Want 1 ij Was haar verloofde. T,oen de moeder den volgenden morgen wak ker werd, had haar dochter het huis verlaten. En van den dooden soldaat was de uniform verdwenen. Dien dag1 moest de commandant der Fcansche troepen een regiment, dat uitgeput was door twee dagen vechten, teg'en een sterke vijan-delijice po- si tie -o<p een heuvel afzenden. D'c Fr-anschen werden met een verschrikkelijk vuur ontvan-gten, en toen de vaandeldrager do-o- delijk getroffen neerstortte, kwam er aaézeling in de gelederen' der vermoeide en uitgeputte man nen. De officieren dachten reeds dat zij' niet meer in staat zouden zij-n een terugwijken te voorko men, to-en plotseling: een jonge soldaat het vaan del greep, vooruit sprong: en de mannen toeriep, dat zij hem zouden volgen. Met een juichkreet gaven tie Franschen aan de roepstem gehoor en binnen eenige oogen blikken was de heuvel genomen. Toen de mannen zich na den strijd weer had den verzameld, vond men den jongen soldaat, verward in de plooien van het vaandel, smakend op het veld liggen. Het was Marie Louise, die haren dooden geliefde had gewroken door zijn regiment voor te gaan ter overwinning. De mantel van den p r o feet Toen de sultan van Turkije in het oude Serail zijn toespraak hield tot de afgevaardigden van de volksmenigte, die in de straten van Eonstan- tinopel haar patriottische manifestatie had ge houden, stond hij! vóór den „mantel van den Profeet", die in hetzelfde vertrek wordt bewaard als de veelgenoemde groene Standaard. De mantel z-ou volgens de overlevering in den harem van Mohammed geweven zijn en door den profeet zelf langjen lijd gedragen. Daarna z-ou Mohammed den mantel hebben geschonken aan een aanzienlijke Arabier, die zich van het hei dendom tot den Islam had bekeerd. daar het als hoofd der Nationale Garde zijn plicht was de bevelen zijner overheid uit te voeren. Hij had het er echter niet zoo goed afgebracht als de maire in de Tuillerieën. De adjudant die Mandat naar het stadhuis vergezeld had was spoed;g daarna met het ontzettend bericht naar de Tuillerieën teruggekeerd, dat zijn chef op bevel der commijne gevangen was genomen, en dat het gepeupel hem op weg naar de Abdij op de verschrikkelijkste wijze had vermoord. Tevens meldde de adjudant op zijn snellen terugtocht vernomen te hebben dat Santerre, een bierbrouwer van beroep en een man, bekend om zijn ruwheid die bij het mindere volk zeer populair was, door de commune tot opvolger van Mandat was be noemd en terstond bevel had gegeven den gene- ralen marsch te slaan om de Nationale Garde met het volk tegen de Tuillerieën te laten op trekken. Zelfs de meest vertrouwde raadgevers des konings, die nog altijd op een schikking met de opstandelingen gehoopt hadden, moesten inzien dat dit nu onmogelijk was geworden. De strijd moest dan beslissen, maar men zag duidelijk dat een gedeelte der bezetting van het kasteel hiertoe niet genegen was, doch veeleer wenschte met het volk gemeene zaak te maken of minstens geheel Deutraal te blijven. Om de geestdrift voor den koning gaande te houden, hield men het voor noodzakelijk, dat de koning zich aan de troepen vertoonde en zelf haar eenige woorden toesprak. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 5