Huwelijk. Gen. C. J. SNIJDERS VaiiMer'sMiiit warme Beschuitbollen fijne Krenteboilen, CONCERT „EDÏTHA", Dr. TEN CATE, en Fijne Likeuren, Veendam. D. KOK, Advertentiën. CURACAO, ANISETTE, PERSICO, KUMMEL, MARASQUINO, FLEUR d'ORAN ïE. (zeer fijn) Slijterij, Groote Markt 85. KAPITAAL beschikbaar voor le hypotheek op huizen en lan derijen. Afsluitprovisie 1 °/0. Dé mantel ligt geheel onzichtbaar door doe ken en overtrekken, in een kastje dat door de geioovigen, die het reliek komen bezoeken, ge kust wiordt. In tegenstelling met den Standaard mogen de gel-o-ovigén den mantel echter niet zien. De moskee waarin de mantel en de Stan daard zich bevinden wordt wegens haar: kost baren inhoud, door het volk „Hirkaa-Sjerifj d.i. de eerwaarde mantel genoemd. Een tweede ruimte in dezelfde moskee bevat, in drie kasten, nog1 drie andere groote relieken van den profeet. Het eene is! de afdruk van een vnet op een steen; de overlevering meldt, dat deze steen den profeet als steunpunt heeft ge diend, toen hij' het hemelsche paard Bozak be steeg', om zijn reis naar het Paradijs, te begin nen. Het tweede reliek is de baard van Moham med, die na zijn dood door zijn lijfbediende Solman in tegenwoordigheid van Aboe Beker A li zorg vuldig werd afgeknipt en -op kunstige wijze ge repareerd werd. Het derde reliék eindelijk wordt gevormd door een der vier tanden, die don profeet in den slag bij Bedo- met een strijdbijl uit den mond worden geslagen. Shaw over den oorlog. Shaw heeft wederom een artikel geschreven over den oorlog, waarin volgens de »N. R. Ct.'' o. m. het volgende te lezen staat Het blijft een treurig feit, dat wij ons gebracht zien in een positie, die ons dwingt, wanneer wij niet als verraders zullen worden beschouwd, in dezen oorlog aan de zijde van Frankrijk te staan. Maar wij alle drie, Frankrijk, Eugeland en Duitsch- land, begaan een misdaad tegen de beschaving ten gunste van Rusland. Mij en andere verstan dige mannen er toe te willen brengen deze mis daad te bezien in het denkbeeldige licht van va derlandsliefde, is van eerlijke rnenschen verlangen, dat zij een dwaasheid beginnen. Wij moeten thans strijden, sterven en lijden in het schrikkelijke bewustzijn, dat wij ons voor een krankzinnige zaak ofleren. Slechts door schitte rende gevechten kunnen wij met eer uit dezen veldtocht tevoorschijn treden. Ik zelf kan slechts wenschen, dat alle er bij betrokken westelijke mogendheden zoo heldhaftig zullen strijden, dat zij gedwongen zullen zijn eervol haar succes te verdeelen, om dan den eeuwigen vrede te sluiten. Wat moet er gebreuren, wanneer wij Duitsch- land vernietigen Wat moet er gebeuren, wan neer wij Zweden vernietigen, nadat wij het zou den hebben gedwongen met Duitschland tegen ons te strijden Wij zouden dan zoowel Duitsch land als Zweden tegen Rusland moeten verdedigen en zouden deze verdediging moeten beproeven, niettegenstaande wij zelf door dezen broederoorlog uitgeput zullen zijn. Wanneer nu echter Duitschland ons vernietigde en de kusten der Noordzee aan zich trok, in welk een ongeschikte positie zouden wij en Frankrijk dan worden geplaatst, wij, die het lot van West- Europa hadden kunnen beheerschen, wanneer wij ons aan [de zijde der beschaving hadden gesteld, in plaats van onze krachten op het spel te zetten voor Russische leeningen en Perzische speculaties. Het is gelukkig voor ons, dat vernietigen slechts schooljongenspraat is. Wij kunnen wel verbazen- den moed toonen, elkaar wederkeerig uitputten tegenover het niet uit te putten Rusland (dat intusschen even onuitpuittelijk is als wij drieën vereenigd), maar wij kunnen elkaar niet vernie tigen. Thans blijf ons slechts éen ding overmet alle kracht te strijden, omdat wij geen lafaard, zwak kelingen, dwazen en krankzinnigen schijnen, tot dat wij zullen hebben-geleerd elkaar te achten) voor alles echter moeten wij onze grootsche taak onder de volkeren beseffen, die hierin bestaat ons allen als dragers van de besc hnving te ge voelen in tegensteling met de mogendheden van het Oosten, die wij zelf de kunst hebben geleerd met doodende werktuigen oorlog te voeren. Wat wij te doen hebben is onmiddellijk te .beginnen met den arbeid voor het onvermijdelijk vredes verdrag, dat wij lallen toch eens zullen moeten onderteekenen, wanneer wij genoeg hebben van het ontzettende moorden en vernietigen. Recept voor papieren dekens. Men leest en hoort in den laatsten tijd veel van dekens van papier, sokken van Japansch papier enz. Om dekens van krantenpapier te vervaardigen, lezen wij nu in een correspondentie aan de »N. Rott. Ct." moet men beginnen de kranten met de handen droog in elkaar te frommelen, te kneden en te wringen, zoolang, tot het papier de buigzaamheid en zachtheid krijgt van dun Chi- neesch papier. Men kan bij deze bewerking een wringmachine te hulp nemen, nadat men eerst een tijdje de handbewerking heeft voortgezet. Is het papier zacht geworden, dan strijkt men de kranten weer in hun formaat uit. Nu eerst begint het vervaardigen van de de kens, die een afmeting m eten hebben van 1.80 bij 1.25 M. De kranten worden nu op den vloer of op een groote tafel uitgespreid, en men legt ze zoo, dat men ze door middel van een draad aan elkaar kan rijgen, terwijl men er voor zorgt dat de buitenkanten tot een breeden zoom omge stikt kunnen worden. Men gebruikt voor één deken 10 lagen papier en heeft dus voor één deken 80 kranten noodig, elk van 4 pagina's. Is dus het papieren vulsel van de deken gereed, dan moet daar omheen een hoes vervaardigd wordeD, waarvoor men de een of andere goed- koope soort wollig katoen gebruiken kan. Voor elke hoes heeft men ongeveer 7.60 M. s(of noo dig. Worden de dekens in het groot vervaardigd, dan zijn de onkosten der hoezen natuurlijk veel minder. Is de hoes gereed en gevuld met de papieren kern, dan moet men deze, evenals bij matrassen geschied, met een kruisstreek aan elkaar bevestigen, terwijl een langsteek in het vierkant langs de kanten loopt. Dergelijke papieren dekens zijn zeer warm maar men moet niet vergeten, dat het papier volkomen zacht moet zijn, zoodat men zich in de dekens even gemakkelijk kan wikkelen alsof zij gewatteerd waren. Wellicht konden arme Belgi sche vluchtelingen daarmede een nuttig werk doen voor zichzelf en voor anderen. Vervolg Buitenland. BELGIë. D o slag aan de Vs er. Van Vlaamsche rijde schrijft men aan de „Tel." van een Belgisch soldaat, die hij de gevechten' aan de Yser gewond was en nu in België was teruggekeerd. Wat was nu wel 't wreedst aan de Ys-er? vroeg ik. Och, 'twas al wreed, alja alinaar toch, die kan-omnen -en de bajonetaanvallen Met de geweren werken, niemand bij' de solda ten vreest daar nog voor. Doch door obussen bestookt worden en. geen vijand zien!... Neen, ik overdrijf niet, maar als een obus in een loopgracht viel, gingen stukken van rnenschen de lucht in! En dan ook door die- obussen 't opwerpen van zand, een doel van de loop-gracht vol, zoo- zoadat vijf, t ien en meer soldaten nog bedolven, le vend begraven wérden. Er zijn veel makkers alzo-o versmacht. En die vreeselijlke gewonden, borst, buik -openEr liggen daar bij de Yser putten van twee M. diameter, twee meter diep, koeicputten lijk men in Vlaanderen zégt. En dan de bajonetaanvallen. 't Is of ik nog de c'lairons hoor, die den „assaut" blazen. Wijl do loopgraven uitden aanval gedaanKo gels maaiden al mannen weg, vo-oir, nevens, achter ons vielen erToch Vooruit 1 Dat was vooral vreeselijk, toen de Duitsc-hers met een achthonderd man over de Yser geraakten en wiji op den -oever worstelden. To-en zijn er veel in t water gestoaten, maar van de onzen gin gen er ook meeEn dan dat geroep en ge- fieren er tuss'chen het gekerm en ge klaagSommigen moeten op den knop druk ken -om 't geweer te behouden en de bajonet maar in 't lijf van den tegenstander te laten... want ze konden do bajonet, die tot achter do krul in 't vleesch zat, er niet meer uit. krij genBajonetten, die der Duitschers zijn lang, doorboorden meermalen 't giansöhe li chaam van borst tot rugEn dan ook dat trappelen, dat stormen over gevallenen, gewon dendie in doodsangst uw boenen, uw jas grijpen. Als ge me vraagt wat 't wreedst is, ja, de b-ajonetaanvalMaar als ge er in zijlt, voelt ge t niet. Ge zijlt als- gek, ge zijt woedend ook. Maar achternao, dan voelt ge er al 't gruwelijke van! Ik moest niets meer vragen, de soldaat ver telde voort, vlug, zenuwachtig, als was hij nog aan de Yser en niet aan den oever van dit stil kanaaltje. - De nabijheid van den do-od voelt ge gedu rigmaar 'tis of ge den dood tart. En t-och t is al zoo akelig. Daar valt er een en roept: Oe! Meer niet. E-en ander, en z:o-a zijn er velen schreeuwen om vader en m-oeder, of, als ze ge trouwd zijn, «n vrouw en kinderen Ge hebt er ook wel, die kalm zéggen: Ik ben er aan, of: 'tls nu mijin toerdie„Leve België" „le ve do koning" roepenLeve de koning, dat is oen man! Een mijner makkers staat o-p past. Daar komt een soldaat en vraagt of hrjl mag voorbijgaan. - Neen, antwoordt mijn maat, hier mag nie mand voorbij-. Maar ik moet ginds- heenik spion of verrader, maar een - Hier mag niemand voorbij... Dan moot ik z-o-o'n. grooten ben toch geen soldaat ,als gijl. Keer rap terug, omweg maken. -Toe zaag (zeur) nu niet langer... als- go waarachtig .soldaat zijt, wat staat ge dan te zagen en te parle-mentee-ren 1 Ge weet -ook wel, wat een order is. Teur (ga) nu voort 1 langs den weg, alwaar ge gekomen zijn. En rap 1 De vreemde soldaat slaat zijn jas -open; de schildwacht kijkt scherper. De keunink! roept hijl onthutst'. Maar de koning wenschte hem geluk lO-ni z'ijln trouw en... gehoorzaamde. Hij ging terug. Hij is altijd onder de soldaten. En hij is niet benauwd om een overste, die zijn werk niet doet, de gal-o-ns af tc trekken. Dat 't al sol daten waren als hijll Maar hij' mag over zijn leger niet klagen, 'tis waar. De Belgen heb ben toch al heel wat gedaan in dezen oorlog. RUSLAND W, i n. t e -o- p het s 1 a f e-1.1 De o-orlogisoorresp. van de „Vorwfir'ts" Düwell schrijft uit Insterbuirg! Er heersoht hier thans een vrij gevoelige vorst en deze heeft van de zachtte, half gesmolten sneeuw een ijiskloirst gemaakt, die voor Je nog niet scherp' gezette paarden gfo-ote m oeielijkueden [t'pl-eve-rt. Daar kan men echter in oorlogstijd niet cp letten. Steeds voorwaarts, is het parool, -o'm schietvoorraad, fo-urage-, reserve-onderdeelen, naaf, hot front te brengen. Ook' de rnenschen lijden van de koude, vooral degenen, die zich in loopgraven, schuilplaatsen en onderaardsche holen moeten ophouden. Het gï&ven is moeilijker géwordén. Zoo lang; men zich nog: bewegen kan, gaat het inog. Maar als men alleen van tijd toit tijd de boeien -omhoog1 trekken en trappelen kan o-n als -men verder stil m-oet staan of stil m-oet lig'g'en, dan kan men zijn pret wel -op. Een Berlijhseh land weerman zei mijJe wordt een ijskogtel. Maar het erglste is, als het warme eten weg! bjijth. Want hoe gjoed men ook', dank zij' den buit dien mén -op de Russen vero-verd heeft, van Veldkeu kens voorzien is-, soms) is het toch moeilijk -d:e troepen, aan het front warm middageten te be zorgen. Het legerbestuur tracht dit nu wr het invoeren van hooi-kisten te verhelpen. Men hoopt zoodoende ieder man een warm maal te kunnen bezorgen, daar dit van het grootste belang is voor de gezondheid en het weerstands-vermogen der troepen. Naar Düwell vernam, waren er voldoende war me -ondeïkleeren. Een gjroot deel van ie troepten heeft -ook, voor zoover het die nog' niet hal. lekkere warme pelsjassen, vooral de schildwach ten, patrouilles, de manschappen in -de loopgraven enz. Een officier verzocht hem om' aan Je jonge meisjes het verz'oe'k over te brengen, om alle afgedankte moffen op te zenden, daar deze in de Loopgraven uitstekend gébruikt kunnen wor den Düwell meent, dat de Ruasten nog meer" van de 'koude te lijden zullen hebben dan de Duit schers, -omdat zij gewoon zijn zich in run hui zen vee] beter' teglen koude en nattigh-el.1 te be schermen. Daarbij klo'mt nog; dat in het Riissuéhe, legér de cholera uitgebroken moet zijn In Rus land m-oet de ziekte hevig! heerscèen. Het DuiP sc-he legerbestuur heeft alle maatregelen ge Heffen om de Duitsohe troepen en het volk tegten de cholera te beschermen. Zeer treurig; is de toestand van het vee, dat door do eigenaars bij hun vhnl.t op hot land achtergelaten is. Manschappen van Jen land dorre drijven het nu bijteen. Koeien, kalveren en -ossen staan -o-p de- met sneeuw bedekte- weiden en lij- den, honger en koude. Het legerbestuur Leeft in ae laatste dagten voeder vo-or de nieren gele vb "d, maar het kan natuurlijk niet in de plotseling -ontzaglijk groot géworden behoeften Voorzien. Me nig stuk vee moet geslacht woéden om niet te bezw ijken ALLERLEI. De volgende anecdote wordt verteld van een Duitsch officier, die in België en Frankrijk groote vrees had vergiftigd te worden. Reeds eeDmaal had men, naar hij zeide, een aanslag op zijn leven gepleegd. Op zekeren dag kwam onze officier doodop door een dorp voorbij een herberg. Hij riep den waard naar buiten en vroeg hem of hij wijn had. «Slechts nog een enkele flesch" was het antwoord. «Hier er mee," zei de officier. Toen de waard de flesch bracht, beval hij wantrouwig«eerst zelf drinken." Dat liet de waard zich geen tweemaal zeggen. Hij zette de flesch aan den mond en dronk, dronk, dronk. Vergeefs donderde de luitenant: halt. De waard leegde de flesch tot den laatsten droppel en gaf haar toen grinnekend over. Vloekend reed de luitenant zijns weegs. Eerst een poos later kon hij schateren over de poets, die de kerel hem ge bakken had. Een bezorgde moeder wandelde in den tuin en vond haar zoontje op zijn hoofd staan tegen de heining. «JaD, kwajongen," riep zij, «wat doe je nu weer «Op mijn hoofd staan, moeder. U heb immers gezegd, dat ik iets spelen moet, waarbij ik mijn schoenen niet zoo verslgt." Pater familias (die zijn oudsten zoon in Leiden bezoekt.) George, dat zijn puike sigaren, (ironisch) mijne middelen veroorloven mij niet, zulke dure sigaren te rooken 1 Zoonlief. Nu, papa, dan moet u je sigarenkoker er maar eens goed van voorzien voor dat u weg gaat. Wat beleef ik toch vreemde toestanden, de wereld is geheel in de war. Mijn oudste zoon heeft mijn wisselzaak overgenomen, doch doet niets dan paardrijden mijn jongste zoon is officier bij de cavalerie en dat heer schrijft onophoudelijk wissels. Speciaal Arts voor Spijsverterings-, Stofwisse- lings- en Zenuwziekten, is Vrjjdag 4 December niet te consulteeren. Rotterdam, Eendrachtsweg 65. (6) Eenvoudig meisje, gefortuneerd, oud 28 jaar, R. K., wenscht ernstige kennismaking. Br. franco, letter R, aan het Centraal Adver tentie-Bureau Prinsengracht 334, Amsterdam. (wettig gedeponeerd), Verkrijgbaar in het Sigaren magazijn L. t. d. WAAL, Hoog straat 26. TELEF. 235. is broos, en fijn van smaak omdat deze uit de beste Grondstoffen is vervaardigd. Steeds EN dngelyks verkrijgbaar. Boterstraat 89. Telefoon 3 9 6. After dinner-likeur. Nadere inlichtingen worden ver strekt door den agent Makelaar, Lange Haven 16. DirecteurB. JURGENS op MAANDAG 30 NOVEMBER a.s., des avonds te 8 uur, in „Odéon". van H. H. HOFFMANN. Solisten: JEANNE KIELBURGER, Sopraan, Rotterdam Mevr. C. DE VRIESGoldstein, Opera-Zangeres te Luik, met Gouden Medaille Conservatorium Luik, Mezzo-Sopraan, Rotterdam; H. v. GASTEL, Bariton, Rotterdam; Mr. A. J, F. J. JUNG, Bas, Den Haag. Vleugel: Mevr. N. BERCK Feltzer, wer kend lid der Vereeniging. Plaatsbewijzen u f 1.f0.50 en een beperkt aantal k f0.25. Zie verder Aanplakbiljetten. Jfflffl minors wouimooi,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 6