Adverteert ieiveSÉMHConi DUIZENDEN SNEUVELEN H A V BANK, Lange Haven 103, Schiedam, m CEItEBOS TAFELZOUT. SAFE-DEPOSIT. Safe-Deposit. biedt gelegenheid in haar brandvrije en inbraak vrije Kluis tot bewaring van Effec ten en andere waarden en verhuurt daar toe loketten van af ƒ10.- per jaar. Kassiers en Commissionairs in Effecten, Advertentiën. de vccr /zeur Twee of drie busjes zijn voldoende voor het gebruik van een huishouden gedurende een jaar. gjers .opstegen, om op den Duitschor jacht te matten, verdween deze. Volgens Fransehe bladen maken de Duitsche vliegers gebruik van een nieuwe uitvinding. Zij hebben een toestel bij zich, waardoor zij groote rookwolken kunnen ontwikkelen, waardoor de vlieger, wanneer hij aangevallen wordt, zich voor eenigen tijd onzichtbaar maken kan. Om loopgraven te maken. Bij Let in treden van den winter zal het vaak moeilijk zijin voor de soldaten loopgraven aan te leggen in den hard bevroren grond. De „Berliner Dor sen Courier" herinnert er aan, dat de goudgra vers in Alaska reeds eenige jaren lang met veel succes een dooimachine gebruiken, waarmede zij de meters diep bevroren grond ontdooien om dien dan met hun werktuigen te doorzoeken Dunne buizen worden drie tot vier meter diep in de aarde geslagen. Aan het benedenste uit einde van deze buizen zijn zijgaten. Hri armere einde wordt met een slang verbonden met een stoomketel, die onder hoogen druk heeie stoom in de buizen en door de openingen in den be vroren grond blaast. Als deze buizen niet te ver van elkaar zijn ingeslagen is de aarde spoe dig ontdooit. De Russische soldaat. In een veldpost- briei in de „Vossische Ztg1." leest men: Men moet het ongunstige oordeel over tien Rus- sischen soldaat niet als algemeen geldig beschou wen. Zeker onder de reusachtige troepeumassa zijn zeer veel minderwaardige elementen, maar alles bij elkander genomen zijn wij, aie in hot veld staan en alles zeli beleven, er verre van verwijderd ,om den Russischen veldsoldaat te minachten. Het legerbestuur der Russen heeft ook bijzondere hoedanigheden, al is het ook niet met het onze te vergelijken. Ge kunt niet gelooven, welk een onbegrensd vertrouwen de Russische soldaat in zijn aanvoerders heelt. Men moet maar eens de gevangenen hooien. De aanvoerder is voor den gewonen man bijna zooveel, als een hooger wezen, waartegen hij in rotsvast vertrou wen en in vreesachtige vereering opziet. Heel in het bijzonder geldt dit ten opzichte van de I100- gere officieren, de aanvoerders. Boven allen echter blinkt de opperbevelhebber, grootvorst Nicolai Nicoiajewitsj, uit. De moesjik, de gewone Russi sche man op en achter het front, ziet tegen hem met een geestdrift, ja ik mag bijna zeggen met een dwependen eerbied als tegen een bovennatuurlijk wezen op. Nicolai Nicoiajewitsj, de orthodoxe af stammeling, de ware vertegenwooidiger van het huis Romanoff, de oppermachtige generalissimus met de reusachtige gestalte, op wiens wenk mil- lioenen gehoorzamen, is voor den soldaat zoowel als voor den kleinen man, die thuis gebleven is, de nationale held, de wreker en de redder van het heilige Rusland. r Een merkwaardig' schot. De „Köln. Volksz.", bevat oen verhaal van een hoogst merk waardige gebeurtenis, die een vrijwilliger uit 't Duitsche leger overkomen is. Hij vertelt daarover zelf het volgende: „Ik mikte van de loopgraaf uic op mijn tegenstander. Op een afstand van 70 meter, juist tegenover mij in de vijandelijke loopgraaf, bood de silhouet van een kepi mij een uit muntend doelwit. Ik had mijn geweer keurig in den aanslag en wilde juist vuur geven. Is. was zeker van mijn succes, het doel was te duidelijk en mijn geweer zoo prachtig in aan leg: mijn schot kon niet missen. Daar knet tert van den anderen kant een schot ik tuimel achterover en als ik tot Bewustzijn terug kom, zie ik mijn geweer aan het slot en aan de kamer vernield. Door stukken van mijn eigen wapen heb ik eene afschuwelijke wond aan voorhoofd en oog: gekregen. Ik onderzoek mijn wapen en vind in oen loop van het geweer een Pransche en een Duitsche kogel, beide afgeplat. Wat was er gebeurd? Bij verder onderzoek vind ik Gen mond van mijn geweerloop maar heel weinig bescha digd. Geen twijfel: de FiansChe kogel was bij den mond van mijn wapen binnengekomen, had de lijn van mijn loop, volgend mijn patroon doen ontploffen en mij zoo door gedeelten van mijn eigen wapen gewond 1" De luitenant, die dit voorval gerapporteerd heeft, voegt er eenige bemerkingen bij: De jonge man maakte een zeer geloofwaar- digen indruk en zijn verbaal verdient geloof. Dit schot kan wel uniek zijn in de krijgs geschiedenis, ware de Fransche kogel ook slechts een milimeter van zijin baan afgeweken, dan zou hij den mond getroffen hebben; maar de vrije baan door den geheelen loop, had hij nooit gevonden. Toen Zijine Excellentie, de inspecteerende gene raal van den étappendienst, de gebeurtenis ver nomen bad, merkte hij met humor op: „Jam mer, mijn jongen, dat je niet een seconde eer der dan de Franschman losgepaft hebt!" Of dan echter ook dit merkwaardige gebeurd zou zijn. Wie weet? Brief van Z. E Kardinaal Mercier, Aartsbis schop van Meeheren, aan Z. U. U Mgr. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht. Aartsbisdom van Mechelen, den 12 Nov. 1914. Monseigneur. De liefdadigheid van geheel Nederland zoo zeer in deze pijnlijke omstandigheden geroemd acht ik nog niet uitgeput. Nogmaals durf ik mij tot Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid wenden, ten voordeele van honderden Belgische Kapellen, Kerken en Kloos ters, wier altaarlinnen. Priestergewaden en heilige vaten, ten gevolge van den oorlog zijn verloren. Door Uwe bemiddeling richt ik mij vooral tot de edelmoedigheid van de hier ook zoo bekende verèenigingen van het Allerheiligste Sacrament. Verzoek toch deze ijverige en hooggeprezen ver- eenigingen, dat zij een deel voor onze beproefde kerken afstaan. Ik bid U. Monseigneur, wees onze voorspreker. Zelfs het minste zal dankbaar aanvaard worden. Gelief bid ik U, Monseigneur, de uiting mijner gevoelens van eerbiedige verkleefdheid te aan vaarden. get. Kard. Mercier, Aartsb. van Mechelen. Aan Monseigneur H. van de Wetering Aartsbisschop van Utrecht. Giften voor de vele noodlijdende kerken van België, zullen gaarne in ontvangst genomen worden door de dames Presidenten van de Ver- eeniging der Eeuwigd. Aanbidding en tot onder steuning van behoeftige kerken. Mevrouw L. Schade—Yroomans, Eendrachtsweg 32a, Rotterdam. Mejuffrouw A. van Kampen, Heerengracht 393, Amsterdam. Mevrouw van den Berch-Van Heemstede de Lamoy, Nassaulaan 25, Den Haag. Mejuffrouw M. van Sonsbeeck, Verpolkwijkstraat 1, Zwolle. Mejuffrouw H. Pollet, Noordhoek, Eilburg. Mevrouw van der Mortel—Mahie, 's-Hertogen bosch. Jonkvrouwe W. Miegels van Kessenich, Roer mond. Mevrouw Godiot—Bauduin, Maastricht. Mejuffrouw B. van Wenson Hoogewoord, Leiden. Jonkvrouw H. de Roy van Zuidewijn, Catharina- straat 8, Breda. Drere Baronesse van Landsweerde, geb. Baro nesse Hacfort tot ter Horst, Heuvellust Ub- bergen bij Nijmegen. Mevrouw de wed. J. J. I. Reynes-Van der Heyden. Raamsingel 1, Haarlem. Mejuffrouw P Coovels, Voestraat, Helmond. Mevrouw A. Fick—Van de Ven, Oosterhout. Mevrouw Geelen—Goossens. Parade, VeDlo. Mevrouw F. Steenberghe - Engeringh, Catharyne- singel 81, Utrecht, Secretaresse. ALLERLEI. Opwindende lectuur. Uit de circulaire van een bekenden uitgever te Amsterdam citeert de „Telegraaf" G o e id e B oi e k e n z ij n het Zout des' Levens. „WelEdele Heer, U wensCht voor den aanstaanden St. Nico- laas een cadeau te maken: degelijk, zóó. dat Uw geschenk vele jaren eene eereplaats zal innemen, en belangwekkend, zóó, dat de ban den des gevoels tusschen U en dein b e s c k o n- kene bij den aanblik ervan in dankbare her innering zullen trillen, nog lang na heden". V 1 a a m s c h e humor. Engel Doorelaer za t met Baron, zijn hond, 'nen keer aan „table u'hóbe" op een Vrijdag!. Engel, die zijn geloof en gods dienst achter geen stoelen of banken stak, at visch; waarmede de groote verstanden, uiei aan tafel meezaten, schenen veel leute te hebben Op het einde van den maaltijd, 't fijnste van die liberaalkens staat op, en g'aat met eene heelc telloer afgeknaagde kiekebeeintjes naar Engel. Mijnheer, zegt hij, is 't met uwe permis sie dat ik die beentjes aan uwen bond geve, 't is Vrijdag!. Geef maar op, zegt Engel, al c.at beest is, mag vleesch eten den Vrijdag. Leitje Trienenthal was een stil braaf ribbeltje, dat zijnen tijd overbracht in lezen en bidden, maar om een niet kreeseh; 't kreescli als het te biechten ging, 't kreeseh als het hoord? schoon preêken, 't kreeseh omder de Mis, onder 't Lof, 't kreeseh onder de Congregatie. Maar als Léitje nu dood g:ing en voor Sint-Pieter kwam: Wel mijn schaap toch, zei Sint "ie'e", gij zijt dwteers door nat! Ge zult moeten eerst naar 't Vagevuur gaan om u een beetje te orngen. in de door den oorlog, maar ook sneuvelen dagelijks velen, oud en jong tengevolge van allerlei ziekten en ongevallen. Wanneer gij eens spoedig mocht komen te vallen, is dan vol doende gezorgd voor Vrouw en Kinderen Zoo neen, sluit dan nu een Levensverzekering bij de of hare agenten. Vrijgevige voorwaarden. Lage Tarieven. Prospecti op aanvraag gratis. 7 ('CJ f -VtA'P-df Datkanuitkomen. De geheimzinnige „oog getuige in 't Engelsche hoofdkwartier" wor.t er in clo Engelsche pers, die hem min of meer als een jonrnalistieken onderkruiper blijkt te beschou wen, nogial eens tusschen genomen. Dei „Globe" vestigt nu weef de aandacht op een merkwaardige zinsnede in een van zijn verhalen van 't front: Alleen zij die een baard droeg a waren ongeschoren," Bijkantoor: SCHIEDAM. Lange Nieuwstraat 49. Kapitaal en Reserven circa f38.000.000. Neemt gelden a DEPOSITO. Koopt en verkoopt CHEQUES en VREEMDE BANKNOTEN. Bezorgt UITBETALINGEN in alle bnitenlandsche Bankplaatsen. Incasseert op binnen- en buitenland. Opent credieten ten behoeve van den handel. Verzilvert coupons, heuvehaven 103 0— ROTTERDAM, erdamsche Bankvereeniging Incasso-Bank. H. J.WOUTERLOOD C

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1914 | | pagina 6